Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Deze vraag om uitleg werd via videoconferentie behandeld.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, uit een onderzoek van Touring blijkt dat de verlichting van de signalisatieborden langs de autosnelwegen in 10 tot 25 procent van de gevallen defect is. Touring waarschuwt dat de borden door die defecten nauwelijks zichtbaar zijn, wat leidt tot onveilige toestanden. Die borden zijn dus nauwelijks zichtbaar, waardoor de weggebruiker vaak op het laatste moment of helemaal niet ziet waar hij van rijstrook moet veranderen of wanneer hij een uitrit moet nemen. Dat veroorzaakt dus gevaarlijk gedrag doordat mensen plots remmen of anderen de pas afsnijden om nog snel de uitrit te halen.
Sedert 2011 worden de lichten op grote stukken van de autosnelwegen in Vlaanderen niet meer aangestoken. Het logische gevolg moet zijn dat de signalisatie en de markeringen dan wel goed zichtbaar zijn. Herstellingen van de defecte inwendige verlichting van de borden laat echter vaak lang op zich wachten. Touring vraagt dat het probleem sneller wordt opgevolgd en dat de signalisatieborden waar mogelijk worden vervangen door reflecterende borden, die altijd zichtbaar zijn zolang ze worden onderhouden en gereinigd.
Minister, welke acties zult u ondernemen om ervoor te zorgen dat herstellingen van de binnenverlichting van de signalisatieborden sneller worden uitgevoerd? Hoe wordt de staat van de signalisatieborden opgevolgd en kan de opvolging worden verbeterd? Hebt u de intentie om signalisatieborden waar mogelijk te vervangen door reflecterende borden?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Verheyden, dank u wel voor uw vragen over de inwendige verlichting van de signalisatieborden. Het onderhoud daarvan gebeurt via een cyclische methode, waarbij alle borden in principe één keer per jaar grondig worden schoongemaakt en grondig worden gecontroleerd op hun werking. Als er defecten worden vastgesteld, defecte lampen of een defecte bekabeling, worden die op dat moment ook daadwerkelijk hersteld. Defecten treden vooral op bij de oudere types borden, die dan ook geleidelijk aan worden uitgefaseerd. Men gaat dan kijken naar alternatieve elementen. Het is niet zo dat het al dan niet functioneren van die interne verlichting vanop afstand kan worden opgevolgd. Dat kan dus alleen via die cyclische controles.
Willen we dat in de toekomst gaan vervangen? Men heeft binnen het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) in 2016 een richtlijn uitgevaardigd omtrent het gebruik van inwendig verlichte signalisatie (IVS), met een aantal duidelijke criteria over waar er nog een dergelijk bord moet worden geplaatst en wat de nieuwe technologie is die op dat vlak wordt gebruikt. Deze borden worden enkel nog geplaatst op locaties waar er een belangrijke keuzemoment is op ons netwerk, dus vooral knooppunten van autosnelwegen en kruispunten van een snelweg met een primaire weg, en daar waar men er de weggebruiker op moet attenderen dat er een afsplitsing van rijstroken komt. Daar doet men dat, en ook op plaatsen waar een groter helderheidscontrast absoluut noodzakelijk is. Op die locaties gaat men dus nog borden met inwendige verlichting plaatsen. Op andere gaat men veel meer gebruikmaken van retroreflecterende folie, zodat die extra lichtbron niet noodzakelijk is en er dus ook geen probleem van defecte lichtbronnen kan zijn.
Waar er nog wordt gebruikgemaakt van die inwendige verlichting, maakt men toekomstgericht ook altijd veel meer de keuze voor ledverlichting, omdat die veel langer meegaat, omdat die een langere levensduur heeft en dus sowieso veel minder problemen geeft qua defecten.
De heer Verheyden heeft het woord.
Ik stel me toch wel enkele vragen, minister. Oké, er is een cyclische controle van die borden maar ik denk dat we allemaal al vastgesteld hebben dat op sommige locaties borden wel eens vrij lang defect kunnen blijven. Het is natuurlijk ook een veiligheidsaspect. U zegt dat we die borden nog vooral op knooppunten plaatsen. Het is net daar waar we vaak die gevaarlijke toestanden krijgen wanneer mensen op het laatste moment pas zien op welke rijstrook ze moeten zijn of waar ze de autosnelweg of dergelijke moeten verlaten. Daar heb ik toch ook al vastgesteld dat het vrij lang kan duren vooraleer er herstellingen worden uitgevoerd. Ik zou toch willen verzoeken om te bekijken of dat toch niet sneller kan.
Hoe gebeurt die detectie? Er moet toch ergens een meldpunt zijn waar men dergelijke defecte verlichting kan doorgeven? Ik kan me voorstellen dat weggebruikers, wanneer ze dergelijke zaken meemaken en ondervinden, die onveilige toestand willen doorgeven aan een zeker meldpunt. Is er een dergelijk meldpunt? Of hangt die herstelling inderdaad af van die cyclische rondgang?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Verheyden, wat detectie betreft denk ik wel dat ik duidelijk gemaakt heb dat alle borden een keer per jaar worden gecontroleerd. Op dit ogenblik heeft het Agentschap Wegen en Verkeer in eigen beheer een kleine negenhonderdtal borden die met zo’n inwendige verlichting gepaard gaan. Een aantal daarvan hebben al die nieuwe ledverlichting. Een heel aantal hebben intussen ook die retroreflecterende folie. U zegt dat er vandaag nog heel wat problemen zijn, maar de borden worden alleszins allemaal jaarlijks gecontroleerd. Daarnaast hebben we uiteraard ook het meldpunt bij het Agentschap Wegen en Verkeer waar burgers die vaststellen dat er bepaalde verkeersborden niet optimaal functioneren, dat te allen tijde kunnen melden. Ik denk dat dat meldpunt intussen ruim voldoende bekend is. Een mailtje sturen naar de diverse districten kan natuurlijk ook altijd. Dat wordt alleszins goed opgevolgd. Als men toekomstgericht meer met die reflecterende folie en ledverlichting zal werken, zal dat zeker ook soelaas brengen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, de conclusie is inderdaad dat er meer met die reflecterende folie zal worden gewerkt. Dat is een goede zaak op bepaalde locaties. Anderzijds is er ook die ledverlichting, maar ook ledverlichting kan stuk gaan. Andere verlichting kan ook stuk gaan.
Ik zou er misschien willen voor pleiten dat er eens gekeken wordt naar een soort snelle interventieploeg die kort op de bal speelt en die, wanneer er een melding binnenkomt, op vrij korte termijn die herstelling kan uitvoeren. Dat is trouwens in het belang – we hebben het er daarjuist nog over gehad – van ieders veiligheid. Het is belangrijk dat we daar toch wel snel op inzetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.