Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, in een verslag van de Europese Rekenkamer, ‘Speciaal Verslag 03/2022: Uitrol van 5G in de EU’, bengelt België op het vlak van implementatie van 5G achteraan in de groep van Europese landen. Naast Bulgarije, Kroatië, Cyprus en Griekenland zijn we de enigen bij wie de waarschijnlijkheid om de doelstellingen voor 2025 te halen als ‘laag’ wordt ingeschat. Deze inschatting is afgeleid uit de ‘Study on national broadband plans EU-27’ (NBP) van februari 2021 van de Europese Commissie.
De methodologie van de Europese Commissie is daarbij zowel kwantitatief – de Digital Economy and Society Index (DESI) uit 2020 en gegevens van het 5G-observatorium – als kwalitatief – de algemene prestatie van de lidstaat in afgelopen periode, de voornaamste uitdagingen, de marktomstandigheden in telecom, het geplande beleid en financiering. De waarschijnlijkheidsinschatting is eerder een schatting van wat het resultaat zou zijn als al die zaken blijven zoals ze vandaag zijn en uitgevoerd worden zoals vandaag voorzien. Volgens de Commissie is er nog ruimte voor gedragswijzigingen die kunnen leiden tot een sterke verhoging van de kans op slagen, maar de kans dat die zich voordoet is afhankelijk van te veel variabelen om mee te nemen in de classificatie ‘laag-medium-hoog’. Met welke kans deze classificaties overeenkomen, wordt ook niet weergegeven in de methodologie.
Alleszins blijft het zo dat België op het vlak van ‘5G-gereedheid’ bijzonder laag blijft scoren. Ook in DESI 2021, een jaar recenter dan de data waarop de Europese Rekenkamer zich baseerde, gepubliceerd in november 2021, blijft België steken op een 5G-gereedheid van 3 procent, ten opzichte van het Europees gemiddelde van 50 procent. De belemmeringen zijn bekend: het uitblijven van de veiling en de verdeling van de middelen daarvan; de verschillende stralingslimieten, waarbij het met name in Brussel onmogelijk is om een economisch rendabele exploitatie te realiseren, de termijnen voor het verlenen van milieuvergunningen; en tot slot de door gemeenten aangerekende vergoedingen voor masten, ook voornamelijk in Brussel. De Commissie voegt daar in haar NBP-studie de moeilijke coördinatie tussen de nationale, regionale en lokale overheden aan toe.
De Europese Rekenkamer stelt daarnaast ook dat de omzetting van de Richtlijn tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie nog niet had plaatsgevonden, maar ondertussen is dat wel gebeurd door middel van de wet van 21 december 2021 houdende omzetting van het Europees Wetboek voor elektronische communicatie en wijziging van diverse bepalingen inzake elektronische communicatie.
Gaat u ermee akkoord dat de kans dat we onze doelstellingen voor 2025 inzake 5G halen, en gigabitconnectiviteit meer algemeen, laag is?
Welke belemmeringen die worden aangehaald kunnen door Vlaanderen autonoom verholpen worden? En welke belemmeringen die worden aangehaald kunnen door Vlaanderen in coördinatie met andere overheden verholpen worden?
Op welke manier kan Vlaanderen voor een inhaalmanoeuvre zorgen, zodat we na de veiling de kans verhogen om onze doelstellingen toch te halen?
Minister Dalle heeft het woord.
Het klopt dat België een inhaalbeweging moet maken, maar ik schat het halen van de doelstellingen voor 2025 niet zo negatief in.
Belangrijk is dat er op het Overlegcomité van 24 november 2021 een akkoord is gevonden over het principe van de uitrol van 5G en het uitschrijven van de veiling voor het spectrum, iets wat eigenlijk jarenlang niet lukte, precies door de discussie over het aandeel van elkeen in de opbrengsten van die veiling. We hebben – dat weet u – ervoor gekozen om te zeggen dat die discussie belangrijk blijft en dat we met Vlaanderen blijven inzetten op een merkelijk groter aandeel van die opbrengsten, maar ook om vooruit te gaan en dat niet te laten blokkeren door de eerder politieke en financiële discussie. Ik denk dat dat een goede optie was. Dat maakt dat de veiling en de marktopening voor de komst van een vierde operator de implementatie van 5G in België zal bewerkstelligen. Het Overlegcomité stemde ook in met de samenwerking aan een overkoepelend kennis- en leerplatform rond 5G met inachtneming van eenieders bevoegdheden. Ook dat is een goede zaak.
De koninklijke besluiten werden ondertussen gepubliceerd in het Staatsblad, en het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) startte via de website www.auction2022.be een informatiepagina over alles wat de veiling betreft. Een eerste stap daarin dateert van 14 januari jongstleden, toen het BIPT de oproep tot kandidaatstelling voor spectrum lanceerde.
Kandidaten hebben de mogelijkheid zich tot 16 februari 2022 aan te melden, waarna de eigenlijke veiling in juni kan plaatsvinden. Daarna kan het wat mij betreft ook snel vooruitgaan. Ik blijf het zeggen: 2022 moet het jaar worden van 5G. Ook al zal een stuk van de operationalisering ook nog de komende jaren moeten gebeuren, dit jaar is echt een sleuteljaar.
Het rapport van de Europese Rekenkamer, dat als conclusie heeft dat de kansen voor het behalen van de doelstellingen in 2025 laag zijn, verwijst ook naar bronnen die zijn opgemaakt in februari 2021, maar zoals ik juist heb toegelicht is er sindsdien veel veranderd op het niveau van het Overlegcomité. Zoals u zelf aangeeft, zijn er in dat verband overigens ook een aantal andere ontwikkelingen geweest, zoals de omzetting van het Europees Wetboek inzake elektronische communicatie, dat inmiddels een feit is. Ik verwijs ook naar de omzetting daarvan in Vlaamse wetgeving via het decreet van 2 juli 2021.
Ten slotte wil ik er nog eens op wijzen dat de doelstellingen voor 2025 vooral gericht zijn op de uitrol van 5G in stedelijke gebieden en langs de belangrijkste transportroutes. Deze gebieden zijn het interessantst voor telecomoperatoren om te dekken met 5G. Ik blijf het belangrijk vinden dat heel Vlaanderen kan genieten van een goede dekking en dring daar bij de operatoren ook op aan.
Wat uw laatste vraag betreft: ik zie twee belemmeringen waar Vlaanderen actief aan kan werken. Dat gaat om de kosten van masten en het verlenen van milieuvergunningen. Voor het verlagen van de kosten van masten heeft de Vlaamse Regering een relanceproject opgenomen in Vlaamse Veerkracht. Ik verwijs daarvoor ook naar de vraag om uitleg nummer 3273 van collega Maurits Vande Reyde aan minister Crevits van vorig jaar.
De ambitie is en blijft om de volledige uitrol van 5G in Vlaanderen desgewenst te vergemakkelijken door de oprichting van een TowerCompany waar ook Fluvius nuttig bij betrokken kan worden. In dat verhuurmodel zouden marktoperatoren gebruik kunnen maken van de sites die Fluvius ter zijne beschikking heeft wat de kost voor de exploitatie van de masten verlaagt. Dit maakt dat het dekken van minder dichtbevolkte gebieden interessanter wordt voor telecomoperatoren. Het heeft natuurlijk pas zin om deze plannen concreet te maken als de spelers gekend zijn. Zoals gezegd moet hierover in juni duidelijkheid zijn en zal mijn collega, minister Crevits, deze gesprekken dan met haar administratie, Fluvius en de gekozen telecomoperatoren van start doen gaan.
Het verlenen van milieuvergunningen is ook een regionale bevoegdheid in België en dus in Vlaanderen de verantwoordelijkheid van mijn collega, minister Demir. In april 2021 gaf de Vlaamse Regering reeds groen licht om nieuwe stralingsnormen te ontwikkelen voor 5G, dus ook dat aspect wordt afgedekt. Daarbij stond de bescherming van de gezondheid van de mensen centraal en behielden we de bestaande cumulatieve blootstellingsnorm van 20,6 volt per meter bij 900 megahertz. Deze norm is vier keer strenger in vermogen dan de grenswaarde die aanbevolen wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie, de ICNIRP-richtlijn (International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection) en de aanbeveling van de Raad van 12 juli 1999. Met andere woorden, ook op het vlak van gezondheid zal dit in orde zijn en zal dit op een goede manier ontwikkeld kunnen worden.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, ik ben tevreden te horen dat u minder negatief kijkt naar de problematiek dan de Europese Rekenkamer, die zich inderdaad moest baseren op een aantal verouderde gegevens. Ik denk dat het vooral van belang is dat we de vooropgestelde doelen nog kunnen halen in 2025. Hoe sneller hoe liever. 5G biedt enorm veel kansen op het vlak van innovatie, zowel voor consumenten als bedrijven, en daar moeten we ten volle van kunnen genieten.
Ik begrijp ook uit uw antwoord dat u er alles aan zult doen om ervoor te zorgen dat er vanuit Vlaanderen geen vertraging komt op de twee voornaamste knelpunten: de komst van de masten en de milieuvergunning. Er zijn daarin al een aantal stappen genomen. Ik hoop dat de vervolgstappen die daaruit voortvloeien ook met de nodige snelheid kunnen worden afgerond.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Het Overlegcomité heeft op 24 november 2021 – u hebt ernaar verwezen – het akkoord gesloten om de veiling al te laten plaatsvinden ook al is er nog geen akkoord over de verdeling van de middelen. Als ik mij niet vergis is daar ook beslist om de gesprekken over de verdeling in mei 2022 opnieuw op te starten. Mijn vraag is: worden er intussen nog gesprekken aangeknoopt? Wordt dit nog verder voorbereid? Of is het effectief de bedoeling om pas in mei de discussie verder aan te vatten?
De heer Vandaele heeft het woord.
De uitrol van 5G is uiteraard belangrijk. Dat is in deze commissie al vaak beklemtoond. Mijn persoonlijke stokpaardje is en blijft vooral die verdeling van de middelen, van de opbrengsten tussen het federale niveau en de regio’s, met uiteraard – dat is ook al vaker gezegd, maar ik wil het toch blijven herhalen – een groter aandeel voor de regio’s aangezien het aandeel media regionale bevoegdheid is.
We kunnen er uiteraard mee leven dat de inkomsten tijdelijk geparkeerd worden en dat intussen voortgewerkt wordt aan de uitrol van 5G. Dat is inderdaad de juiste werkwijze, op voorwaarde natuurlijk dat de middelen niet tot sint-juttemis geparkeerd blijven, maar dat er op een bepaald moment knopen worden doorgehakt.
Mevrouw Segers heeft het woord.
5G is om zovele redenen belangrijk voor ons land, voor onze economie, voor onze samenleving. Het gaat veel verder dan de versterking van 4G. We hebben 5G ook nodig voor hele uitrol van de omslag naar artificiële intelligentie. Dat is een supercruciaal dossier. Het zou bijzonder stom zijn dat de uitrol daarvan wordt bemoeilijkt door de complexe structuur van ons land en de middelenverdeling, terwijl er geld op een rekening staat.
Minister, ik ben zeer verheugd dat u zegt dat we doorgaan met dat dossier en dat we dat asap verder gaan uitrollen.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega De Roo, we zijn het uiteraard aan het voorbereiden en uiteraard, collega Vandaele, hecht ik aan de verdeling evenveel belang als u. Dit is een essentieel onderdeel van mijn beleidsnota Media, namelijk dat wij een aanmerkelijk hoger aandeel vragen van de federale overheid. En dat wij daar serieus over zullen debatteren en negotiëren. Dat is ook een taak van mij voor dit jaar. Tegelijk hebben we willen zeggen dat we dat niet gaan gebruiken als breekmiddel voor de veiling. We gaan die veiling laten plaatsvinden, we gaan dat vooruit laten gaan omdat de industrie daar om vraagt en omdat het ook goed is voor onze mensen. Maar we willen daar wel een serieuze discussie over hebben. Die wordt technisch voorbereid door mijn departement samen met de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) en er zijn uiteraard ook informele contacten. Het wordt geen gemakkelijke discussie. Daar ben ik van overtuigd. Omdat het natuurlijk budgettair een impact heeft maar ook omdat het technisch vrij complex is. Je moet rekening houden met een aantal variabelen die vandaag nog niet honderd procent gekend zijn. Je kunt erop rekenen dat ik de belangen van onze Vlaamse overheid serieus zal verdedigen en dat we ervoor zorgen dat 5G ook dit jaar vooruit kan gaan, samen met alle overheden van dit land.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank, minister, voor uw bijkomend antwoord. Het is duidelijk – en de tussenkomsten van de collega’s bewijzen dat – dat we geen genoegen mogen nemen met een Vlaanderen dat ergens onderaan een lijst bengelt in verband met de implementatie van 5G. We moeten de nodige stappen ondernemen om onze bedrijven die hier gehuisvest zijn en onze consumenten die hier in deze regio zitten te laten genieten van de voordelen van 5G.
We zijn een regio die gekend staat voor haar investeringen in digitalisering en innovatie, en in artificiële intelligentie. Dan moet 5G natuurlijk ook volgen. Daarom moeten we alles uit de kast halen om een inhaalbeweging te doen. Ik ondersteun u zeker in uw boutade dat 2022 het jaar voor 5G in Vlaanderen moet worden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.