Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vandaele heeft het woord.
Onder uw Operationele Doelstelling (OD) A.3.4, ‘De transitie naar digitale radio’, zien we dat u zich voorneemt de cvba Digitale Radio Vlaanderen verder te ondersteunen. Die cvba is een samenwerking tussen de VRT, DPG Media en Mediahuis. Bedoeling is via deze samenwerking DAB+ (Digital Audio Broadcasting) en de digitalisering van het radiolandschap verder te stimuleren in het kader van – dat weten we allemaal - de omschakeling van FM naar DAB+. Een veruitwendiging van de opdracht van Digitale Radio Vlaanderen is het online radioplatform Radioplayer, opgestart in samenwerking met een Franstalige partner. In 2021 werden Vlaamse lokale zenders via een toelage die u toen instelde gestimuleerd om mee in dit project te stappen. Maar wij horen dat die toelage blijkbaar voor 2022 op de helling lijkt te staan of verdwenen is. In elk geval ontstaat er ongerustheid bij de lokale radio’s en natuurlijk verdwijnt of vermindert dan ook wel de appetijt om mee te stappen in het Radioplayerverhaal.
Niettemin blijft het belangrijk, denken wij, voor lokale zenders om zich aan te passen aan de verder schrijdende digitalisering van het radiolandschap. U hebt al een aantal keer aangegeven dat u dat ook belangrijk vindt. Op de commissievergadering van 20 januari 2022 gaf u aan dat de beoordeling van de aanvragen van lokale zenders voor pilootprojecten rond DAB+ bijna rond is.
De werking van Digitale Radio Vlaanderen en bijgevolg Radioplayer houdt verband met het dossier voor de erkenning van landelijke zenders. Momenteel zijn de centrale spelers in de samenwerking de VRT, DPG Media en Mediahuis. Dat zijn ook houders van landelijke radio-erkenningen. We weten dat er vier dossiers werden ingediend, waarbij één indiener (nog) geen deel uitmaakt van cvba Digitale Radio Vlaanderen. Hert een en ander hangt wel samen. De landelijke vergunningen hangen samen met de positie van die lokale radio's in verhouding tot de rol die ze kunnen spelen in het Radioplayerverhaal.
Minister, wordt de betoelaging voor lokale zenders voor deelname aan Radioplayer geschrapt? Waarom wel of niet? Kunt u daarover meer informatie geven?
Hoe ziet u de toekomstige werking van de cvba Digitale Radio Vlaanderen in het licht van de erkenningsronde voor landelijke radiozenders? Wordt er verwacht dat de moederbedrijven van zenders met een landelijke erkenning instappen in de cvba Digitale Radio Vlaanderen? Andersom: hoe schat u de participatiebereidheid ten aanzien van Radioplayer in van moederbedrijven die niet langer een zender met een landelijke erkenning hebben?
Is er intussen witte rook over de selectie van de pilootprojecten DAB+ voor lokale zenders? Wat zijn de resultaten van deze aanvraagronde?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Vandaele, dit is effectief een dossier dat kadert in de digitalisering van ons radiolandschap. Er is natuurlijk ook de ambitie van het mediabeleid om daar zeker die lokale spelers in te betrekken.
We hebben in Vlaanderen een heel mooi radiolandschap. De lokale radio’s hebben een interessante toegevoegde waarde omdat ze lokaal uitzenden maar vooral heel verweven zijn met het lokale verenigingsleven, met het lokale nieuws en dergelijke meer.
Specifiek voor hen werkt de overheidstoelage rond Radioplayer als een soort van drempelverlagende accelerator. Eind 2021 waren er in totaal 51 lokale radio’s actief op Radioplayer. Dit wordt beschouwd als een investering in een toekomstgericht IP-gebaseerd (internetprotocol) platform. Er is wel eens kritiek op Radioplayer en er zijn uiteraard ook een aantal nadelen aan verbonden, maar het is en blijft een belangrijk platform in het kader van de digitalisering van het radiolandschap voor de volledige radiosector, niet alleen voor de landelijke radio’s, de netwerkradio’s, maar ook voor de lokale radio’s.
Radioplayer International werkt immers actief aan strategische akkoorden met aanbieders van smart devices en met automobielfabrikanten. Het doel is eenduidig: radio verdient een prominente plaats in het audio-aanbod in wagens en op smart speakers. Het aanbieden van onder meer lokale radio’s op een platform zonder externe gatekeeping verhoogt de slaagkansen van de radiostations, maar verhoogt ook het gewicht van het platform.
Verhoudingsgewijs tot de eerder beperkte werkingsmiddelen van lokale radio’s, zijn de kosten voor het Radioplayerlidmaatschap toch wel significant, zeker omdat de directe extra inkomsten in deze fase voor velen zeer beperkt zijn.
Rekening houdend met die elementen heb ik dan ook beslist om de subsidie in 2022 verder te zetten en te continueren. We hebben 2021 gezien als een opstartjaar. We hebben daar realistische verwachtingen gecreëerd. We hebben niet gezegd dat dit iets structureel zou zijn. Ook nu zeg ik dat niet. We gaan het tegen het einde van het jaar opnieuw evalueren. Maar voor 2022 gaan we het verderzetten, precies omdat Radioplayer een belangrijk instrument is in het kader van de digitalisering van het radiolandschap, maar ook omdat ik het belangrijk vind dat de lokale radio’s daar aanwezig zijn. Ik ga met de cvba Digitale Radio Vlaanderen wel nog bekijken op welke manier de samenwerking met de lokale radio’s nog kan worden verbeterd.
U peilde ook, collega Vandaele, naar de link met het dossier van de landelijke frequenties, een dossier waar ik in deze periode geregeld een vraag over krijg. De deadline is volgende week 10 februari 2022.
Zowel Radioplayer als de cvba Digitale Radio Vlaanderen zijn natuurlijk private initiatieven. In die zin wil ik niet voor mijn beurt spreken. Maar het spreekt voor zich dat ik een engagement verwacht van de erkende landelijke radiospelers in de stuurgroep Digital Radio Vlaanderen, die voortvloeide uit het memorandum rond digitale radio.
Trouwens, in de aanvullende erkenningscriteria voor die erkenning van landelijke FM-frequenties, is heel uitdrukkelijk ingeschreven dat ambities inzake digitalisering heel belangrijk en bepalend zijn. Dat gaat dan bijvoorbeeld over DAB+ maar evengoed over radio-apps, digitalisering via IT en dergelijke.
De derde vraag ging over de pilootprojecten DAB+. Toevallig heb ik gisteren een bezoek gebracht aan Radio Rand in Dilbeek, waar we hebben aangekondigd dat er in totaal 59 lokale radio-omroeporganisaties via DAB+ te beluisteren zijn. Ik ben tevreden dat we vandaag die stap kunnen zetten, mede dankzij de tussenkomst van de VRM, de Vlaamse Regulator voor de Media, die 5 tijdelijke zendvergunningen heeft uitgereikt aan 5 samenwerkingsverbanden per provincie. Elke provincie heeft dus zo’n samenwerkingsverband. Brussel werd daarbij toegevoegd aan Vlaams-Brabant. De Brusselse omroep BRUZZ heeft zich overigens verregaand geëngageerd om de zenders in Vlaams-Brabant die dat wensen, te ondersteunen. In elke provincie zijn er 8 tot 15 radio’s. Ik denk dat dat een mooi resultaat is.
Die tijdelijke zendvergunningen gelden vanaf 1 februari voor een termijn van een jaar, die eventueel verlengd kan worden. Men is vandaag bezig om dat technisch uit te voeren. Zo verwacht men in Vlaams-Brabant te starten begin maart 2022. Dat moet het begin zijn van een ambitieus toekomstverhaal voor de lokale zenders in Vlaanderen en Brussel.
Ik ben me er natuurlijk van bewust dat met die 59 nog niet alle lokale radio’s betrokken zijn bij de proefprojecten. Het is ook de bedoeling om ze allemaal snel een perspectief te geven. Zoals ik hier eerder heb aangegeven, ben ik ook aan het werken aan lokale DAB+- mogelijkheden op lange termijn. Dat houdt in dat ik een digitaal frequentieplan voor lokale radio-omroepen wil uitwerken. De aanpassing van het regelgevend kader zal natuurlijk pas van start kunnen gaan als het nieuwe digitalefrequentieplan definitief is. Dat is een complexe bezigheid die vrij veel tijd in beslag neemt. Daarom was het ook belangrijk om snel te starten met pilootprojecten waarmee we onmiddellijk kunnen zien hoe succesvol DAB+ kan zijn voor lokale radio’s.
De heer Vandaele heeft het woord.
Dank u voor het uitvoerig antwoord, minister. Misschien was ik even verstrooid – dat gebeurt wel eens – maar hebt u concreet aangegeven wat u nog zult doen qua ondersteuning voor die deelname van de lokale radio’s aan het verhaal van Digitale Radio Vlaanderen en van Radioplayer? Ik dacht dat daar vorig jaar ongeveer 20.000 euro uitgetrokken was voor een vijftigtal zenders. Ligt dat bedrag nu in dezelfde grootteorde?
Ja.
Dan denk ik dat uw antwoord vrij volledig was en heb ik geen bijkomende vragen, minister. Ik begrijp in elk geval – maar dat was ons ook al duidelijk uit het regeringsbeleid – dat deze regering er belang aan hecht dat de lokale radio’s toegang krijgen tot het digitale verhaal. Uiteraard willen we dat ondersteunen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik wil de heer Vandaele bedanken voor zijn vraag en de antwoorden daarop van de minister. Ik heb namelijk gelijkaardige vragen gesteld over Radioplayer bij de begrotingsbesprekingen, omdat de bedragen die vorig jaar werden uitgekeerd niet terug te vinden waren. U hield toen nog een slag om de arm, minister. Er moest nog een evaluatie gebeuren. Ik hoor u nu zeggen dat het systeem verder geoptimaliseerd zal worden. Ik weet niet wat dat precies inhoudt. Dat zullen we later wel vernemen.
U weet dat wij met de CD&V-fractie het DAB+-verhaal en de digitalisering van radio al heel lang op de agenda hebben staan.
Wij hebben in de vorige legislatuur een conceptnota gemaakt, waarmee uw voorganger aan de slag gegaan is, evenwel enkel voor de grotere landelijke radio’s en niet voor de kleinere regionale en lokale spelers. We zijn heel tevreden dat u – onder andere met het verhaal van Radioplayer maar ook met het proefproject rond lokale DAB+ dat deze week van start is gegaan – nieuwe voorzetten geeft om ook lokale radio’s mee futureproof te maken.
Ik heb wel een vraag. U zei dat BRUZZ en Vlaams-Brabant in een geheel zitten voor dat lokale DAB+-verhaal. Wordt dan bijvoorbeeld ook Radio Scorpio, een studentenradio uit Leuven, door BRUZZ ondersteund op de een of andere manier? Wat moet ik me daarbij voorstellen? Ik vind het wel sympathiek van het grote BRUZZ om de kleintjes in Vlaams-Brabant te willen helpen. Heb ik dat juist begrepen?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel, collega Vandaele, voor de vraag en minister voor het antwoord. Ik was heel verheugd om te zien, minister, dat u gisteren het proefproject kwam voorstellen bij Radio Rand in Dilbeek. Ik ben blij dat 58 lokale radio’s de stap zetten naar DAB+. Het is heel belangrijk dat we DAB+, maar ook alle andere vormen van digitale radio, een boost geven. Volgens de laatste cijfers van Digimeter luistert 19 procent van de mensen op de een of andere manier digitaal, dus via DAB+ of internetradio. We zitten dus nog niet aan die switch-off van de FM. Bepaalde mensen zouden graag zien dat er kanalen van de VRT verdwijnen in de strijd voor de nationale landelijke frequentiepakketten die verdeeld gaan worden, een belangrijke job voor u, waarbij er meer gegadigden zijn dan pakketten. In dat landschap, dat wringt, moeten we echt – en daarvoor reken ik op u – nog versnellen om die switch te maken naar digitale radio.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Vandaele, vorig jaar hebben we hiervoor een totaalbedrag uitgetrokken van 24.750 euro. Uiteindelijk is iets minder uitbetaald, doordat we iets onder die capaciteit zaten. Het is de bedoeling om hiervoor dit jaar hetzelfde bedrag uit te trekken.
Collega Brouwers, Radioplayer en DAB+ zijn als het ware twee gelinkte dossiers voor lokale radio’s.
Collega Segers, ik kan bevestigen dat wij hadden gevraagd aan BRUZZ, dat een crossmediaal mediamerk is en ook een eigen radio heeft – vroeger FM Brussel, nu BRUZZ radio – om een iets grotere verantwoordelijkheid te nemen in de financiering van het luik Vlaams-Brabant/Brussel. Waarom? Omdat zij, in tegenstelling tot de lokale radio’s in kwestie, natuurlijk een stuk publieke financiering kunnen genieten. Ik vond het als minister van Brussel ook belangrijk dat zij enerzijds zelf aanwezig zijn op DAB+ maar anderzijds ook dat zij een financiële verantwoordelijkheid binnen de oude provincie Brabant opnemen. Weliswaar zijn Vlaams-Brabant en Brussel nu heel duidelijk onderscheiden. Ik denk dat het een goede zaak is dat we vanuit de hoofdstad onze technische expertise en financiering ter beschikking stellen.
De technische details zijn in elke provincie anders. We hebben telkens gevraagd aan de indieners om samen te gaan zitten met de technische partners om dit te realiseren en te financieren. Bij gelegenheid wil ik dat wel eens in detail uitleggen, maar dat behoort tot de operationaliteit en tot de vertrouwelijkheid van die samenwerking. Het is niet in elke provincie identiek hetzelfde.
Dat zijn heel verschillende regelingen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.