Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Telewerken werd tijdelijk de norm tijdens de coronacrisis en door de vierde golf zal dat wellicht nog een tijdje zo blijven. De inburgering van telewerk heeft mogelijk positieve elementen op het vlak van verkeersveiligheid. In 2020 zagen we door de lockdown een sterke daling van het aantal verkeersdoden, maar de inburgering van digitaal vergaderen kan een omgekeerd effect hebben.
Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, Vias, waarschuwt immers voor online vergaderen vanuit de auto nu we opnieuw massaal bijna elke dag pendelen. Dat is een verontrustende ontwikkeling want deelnemen aan een vergadering leidt ons enorm hard af van het verkeer. Onderzoek stelt vast dat handsfree bellen ervoor zorgt dat we de helft minder naar verkeersborden en andere weggebruikers kijken. Een digitale vergadering vereist nog meer van onze aandacht en werkt met beeld en eventueel een presentatie. Een onderzoek van Vias stelde vast dat onoplettendheid en afgeleid zijn de grootste oorzaken zijn van dodelijke ongevallen op snelwegen.
De kans op ongevallen zal dus groter zijn. Er zijn spijtig genoeg weinig handvaten om hier iets aan te doen. Handsfree bellen is toegelaten en daarbij is het moeilijk te controleren of iemand zit te vergaderen in zijn auto. Dit betekent niet dat we automobilisten niet kunnen waarschuwen over het gevaar van vergaderen achter het stuur. Een belangrijke verantwoordelijkheid ligt hier ook bij de werkgever, aangezien de meeste vergaderingen en zeker digitale vergaderingen binnen de werkcontext plaatsvinden. Zij zijn immers goed geplaatst om afspraken te maken binnen de bedrijven over digitaal vergaderen in de auto. Zo kunnen zij afspraken hierover zelfs opnemen in hun mobiliteitsplan.
Minister, zult u een campagne opstarten om digitaal vergaderen achter het stuur te ontraden? Zult u overleggen met de werkgeversorganisaties om binnen hun bedrijven afspraken te maken over het toelaten van digitaal vergaderen vanuit de auto?
Minister Peeters heeft het woord.
Dit is zeer belangrijk. We doen allemaal veel meer aan digitale vergaderingen, maar het is zeker niet de bedoeling om dit samen te doen met het autorijden. We blijven herhalen dat autorijden een werkwoord is en we moeten volop gefocust blijven op het rijden, op het verkeer, zonder ons te laten afleiden. Met betrekking tot die afleiding voeren we al heel wat campagnes. U weet dat ook wel.
We hebben sensibiliseringscampagnes over de gevaren van afleiding. Dat gaat dan over bellen, over bezig zijn met het touchscreen, maar eigenlijk ook over vergaderingen.
Op het moment dat men de aandacht verdeelt over meerdere zaken, geeft men geen 100 procent aandacht aan het verkeer, en dat kan de verkeersveiligheid in het gedrang brengen.
De campagne ‘Mijn automodus’ kent iedereen wel. Daarbij wordt aan de autobestuurder echt gevraagd om de gsm of andere toestellen op de functie ‘niet storen’ te zetten en zich zodoende niet te laten afleiden door andere elementen.
Die campagnes worden ook gemonitord. Na de meest recente campagne, in februari dit jaar, gaf in de nameting 68 procent van de respondenten aan dat ze bekend zijn met het begrip ‘automodus’. In de peiling naar gedrag stelden we een stijging vast op het vlak van het wegleggen of buiten handbereik leggen van het toestel, van 28 naar 35 procent. Dus ook al is afleiding een federale materie, toch kunnen ook wij een impact hebben via sensibilisering.
Vervolgens volgen wij ook het federale initiatief op waarbij men de technologische mogelijkheden onderzoekt om afleiding automatisch te kunnen vaststellen met automatisch werkende toestellen. Vias heeft ter zake een proefproject opgezet, om met camera’s te kijken of men gericht kan handhaven. De resultaten van dat project zijn nog niet bekend. Ik hoop dat Vias die binnenkort ter beschikking kan stellen, zodat daarmee al dan niet op federaal niveau aan de slag gegaan kan worden en zodat er vaststellingen gedaan kunnen worden rond afleiding in het verkeer.
Wat het overleg met de werkgeversorganisaties betreft, zal ik de problematiek en uw suggestie opnieuw aankaarten bij mijn federale collega, bij minister Gilkinet, in het kader van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid die we eind november zullen houden. Daar zal afleiding ook aan bod komen. Ik denk dat iedereen zich wel erg bewust is van dit thema. Ook u bedankt om daar andermaal aandacht aan te besteden. We moeten die verkeersveiligheidscultuur echt doen introduceren. Rijden en gsm of zelfs Netflix gaan niet samen. We moeten daar aandacht voor blijven vragen.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, het zal u niet verwonderen dat ik toch een beetje ontgoocheld ben dat er geen afzonderlijke campagne komt. Vias heeft heel hard gewezen op het gevaar van dat digitaal vergaderen in de wagen. U zegt dat u campagnes voert rond afleiding en dat dat aspect daar wel ergens in zit. Maar dat is wel iets nieuws, want voorheen was er geen corona en toen vergaderde ik nooit in de wagen. Ik doe dat nu nog niet, maar ik zie collega’s van mij dat wel geregeld doen, omdat ze soms niet anders kunnen. Ik vind het dus heel jammer dat u als Vlaams minister van Mobiliteit het voortouw niet neemt en daar geen expliciete campagne rond voert.
Wat het tweede betreft, het overleg met de werkgevers: u bent Vlááms minister van Mobiliteit, en wij zijn trots dat we een eigen Vlaamse minister van Mobiliteit hebben. Ook daar zegt u dat het op federaal niveau wel aan bod zal komen. We hebben het vandaag al in veel dossiers gezien dat u zich soms een beetje meer moet durven te stellen. U kunt dat, we weten dat. Ook hier zou u het initiatief kunnen nemen om vanuit Vlaanderen met werkgevers te gaan praten, om concrete afspraken uit de wacht te slepen. Ik denk dat dat zeker geapprecieerd zou worden. Misschien kijkt het federale niveau dan wel naar Vlaanderen om dat over te nemen.
Ik denk dat de Vlaamse Regering, die de bevoegdheid Mobiliteit heeft, alles moet doen om ongevallen te voorkomen. We zien dat vergaderen achter het stuur een aspect is dat tot veel ongevallen leidt of kan leiden. Ik denk dat u misschien nog eens zou moeten overwegen om toch iets te doen. U zou bijvoorbeeld, als u niet veel wilt doen, een bevraging bij bedrijven kunnen houden of ze veel geconfronteerd worden met de problematiek die Vias aanhaalt. Wij horen dat bij Vias, maar is het ook echt zo? Zeggen bedrijven ook dat het een probleem is waar u iets aan zou kunnen doen?
Dus misschien kunt u een bevraging doen bij bedrijven, om de ernst van het probleem beter te kunnen inschatten.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, ik heb u net horen uitleggen dat er op federaal niveau een meetcampagne wordt gevoerd, om te kijken wat het effect is van het gsm-gebruik achter het stuur. Zo heb ik het toch begrepen. In schriftelijke vragen en ook in de commissie hebben we het al verschillende keren gehad over de relatie tussen het gebruik van de gsm achter het stuur en de veiligheid. Ik heb toen begrepen dat er een ontwerp-KB tot wijziging van de Wegcode in voorbereiding was op federaal niveau. Wordt er nu afgewacht wat de meetresultaten zijn die u zojuist vernoemde? Of loopt dat traject gewoon verder?
De heer Verheyden heeft het woord.
Ik verwijs even naar Nederland. Daar vrezen verzekeraars meer en meer ‘meetingongevallen’. Daar ligt de bal ook in het kamp van de bedrijven, die er in hun mobiliteitsplan afspraken over kunnen opnemen. De grootste verzekeraar van Nederland, Interpolis, waarschuwt om niet te vergaderen in de wagen, omdat het toch iets heel anders is dan handsfree bellen. Zij vrezen momenteel ook een hausse aan ZOOM-ongelukken, nu meer en meer mensen niet meer thuiswerken, maar de baan op gaan.
Onderzoek van die verzekeraar geeft ook aan dat de helft van de werkgevers verwacht dat online vergaderen zal blijven. 20 procent van de middelkleine bedrijven zegt dat hun personeel daadwerkelijk geregeld vanuit de wagen inlogt. Cijfers van hoeveel ongelukken er ondertussen te wijten zijn aan dat vergaderen heeft men in Nederland nog niet, maar uit de bedrijfsenquête van Interpolis blijkt ook dat zeven op de tien bedrijven niets hebben geregeld rond het bijwonen van vergaderingen in de auto. Zij raden aan om daar toch afspraken rond te maken.
We kennen allemaal de cijfers. Als je gewoon een berichtje leest of typt op de gsm, verzesvoudigt je kans op een ongeval. We mogen er dus niet aan denken wat de cijfers zouden zijn als je je moet concentreren bij een ingewikkelde vergadering of wanneer men met een presentatie bezig is. Minister, is er in Vlaanderen ondertussen onderzoek gedaan naar die problematiek, meer bepaald naar het oorzakelijk verband tussen ongevallen en incidenten en dat vergaderen?
Uit het onderzoek van die Nederlandse verzekeraar blijkt eveneens dat bij 68 procent van de ongevallen afleiding een rol speelt. Er is hier dus toch nog wel wat werk wat betreft het verhogen van de verkeersveiligheid. Ik denk inderdaad dat u in dat verband het initiatief kunt nemen om met werkgeversorganisaties samen te zitten en eventueel tot een charter te komen om dat online vergaderen vanuit de wagen zo veel mogelijk te vermijden.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik wil eerst even iets rechtzetten, gelet op de tussenkomst van mevrouw Lambrecht. Met betrekking tot de werkgeversorganisaties en het overleg heb ik gezegd dat we sowieso in het najaar, in november, onze Staten-Generaal voor de verkeersveiligheid hebben. Daarbij komt alles aan bod inzake het verhaal van afleiding, maar natuurlijk ook tal van andere verkeersveiligheidsaspecten. Afleiding zal daar alleszins een heel belangrijk aspect in zijn.
Daarnaast – en dat is een van de concrete maatregelen die zijn opgenomen in ons verkeersveiligheidsplan – hebben we de intentie om werk te maken van een verkeersveiligheidscultuur. Die moeten we ook met alle mogelijke partners bespreken. We willen ook de bedrijven daarbij betrekken. We denken er inderdaad aan om een charter te maken, waarbij onder andere ook het bedrijfsleven een aantal engagementen op zich neemt als het gaat over digitaal vergaderen of andere meetings, en daar ook alle mogelijke verkeersveiligheidsaspecten in verband daarmee in op te nemen.
We zijn op dit ogenblik volop bezig met de uitrol van het verkeersveiligheidsplan, dat nog maar in de zomer van dit jaar is goedgekeurd. U weet dat we eerst al een aantal elementen uitgerold hebben. Maar ook dit is dus een van de elementen die in de pipeline zitten, een charter met onder meer diverse stakeholders, zowel private als publieke. We zien het zelfs ook geregeld hier in het parlement dat mensen in de wagen zitten en tegelijkertijd mee vergaderen. Kortom, ik denk dat we daar via een dergelijk charter echt aandacht voor kunnen vragen.
Het is dus niet zo dat wij daar totaal geen aandacht voor willen hebben. Ik heb u daarstraks bedankt voor uw vraag want die legt daar eens te meer opnieuw de nadruk op. We gaan evenwel langs de gewestwegen geen grote borden zetten waarop staat dat je geen webinar mag volgen als je aan het autorijden bent. Het gaat immers over de afleiding in zijn totaliteit: je mag je door niets laten afleiden.
Mevrouw Moors, ik heb de resultaten van het proefproject van Vias institute dat tot eind vorig jaar heeft gelopen, nog niet. Die werden nog niet ter beschikking gesteld. Dat was een opdracht van de federale overheid. Het was de bedoeling om werk te maken van een koninklijk besluit om op die manier een aantal vaststellingen geautomatiseerd te laten verlopen. Zodra de technologie op punt staat, zou men via drones kunnen kijken of mensen al dan niet met hun laptop of iPhone bezig zijn. Die technologie staat nog niet op punt. We blijven dat natuurlijk wel bekijken en we vragen de federale overheid om daarvoor het nodige te doen. Dan zouden we een stap vooruit kunnen zetten op het vlak van de handhaving. Daar kijken we vooral naar de federale overheid.
Mijnheer Verheyden, wat betreft uw vraag over een soort diepteonderzoek over de relatie tussen het volgen van webinars of digitaal vergaderen en ongevallen, hebben we die gegevens alleszins niet binnen het departement Openbare Werken en Mobiliteit. Het kan goed zijn dat verzekeringsinstanties daarover al een diepteonderzoek hebben gedaan. Maar de problematiek is relatief recent. Het klopt dat we al anderhalf jaar in de coronacrisis zitten en veel meer digitaal vergaderen, maar of er daar al een grondig onderzoek over is gebeurd, daarop moet ik u het antwoord schuldig blijven.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, het is goed dat u daarover met de werkgevers in het najaar zult praten. Ik ben blij dat we u een beetje het vuur aan de schenen leggen, maar het is alweer laat. Waarom zouden we geen borden plaatsen om onmiddellijk op een acuut probleem in te spelen? Iedereen is met dat probleem bezig. Ik vind het een gemiste kans dat het altijd zo laat gebeurt.
Ik hoop dat er een charter met het bedrijfsleven komt en ik zou er ook een label aan kleven om bedrijven een pluim te geven als ze op die manier hun werknemers willen beschermen.
In de eerste helft van dit jaar viel het hoogste aantal verkeersdoden van de afgelopen vijf jaar, minister. Ik blijf het herhalen. De verkeersveiligheid gaat dus achteruit. We moeten elke kans aangrijpen en niet een paar maanden later ingrijpen. Als we via bewustmaking iets kunnen doen aan die zware cijfers, moeten we dat onmiddellijk doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.