Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Bex heeft het woord.
De Vlaamse regering keurde op 9 december 2019 het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) goed. Voor niet-ETS-sectoren (emissions trading scheme) was het de ambitie om de uitstoot tegen 2030 met 32,6 procent te reduceren. Specifiek voor de sector transport, werd een reductiedoelstelling van 22,7 procent vooropgesteld. De Vlaamse Regering focust in het VEKP op een vermindering van het gemotoriseerde personenverkeer met 15 procent tegen 2030. Verder streeft ze naar een ambitieuze modal shift van 40 procent in Vlaanderen en 50 procent rond Gent, Antwerpen en Brussel, en een vergroening van het bestaande wagenpark, zowel voor personenwagens als voor het collectief vervoer. De belangrijke doelstelling is het emissievrij maken van het openbaar vervoer in de stadskernen tegen 2025 en van het openbaar vervoer in 2035.
Intussen is er het Fit for 55-voorstel van de Europese Commissie dat onder andere de huidige doelstelling van min 35 procent naar min 47 procent tegen 2030 ten opzichte van 2005 bevat.
De minister van Omgeving vroeg de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) om advies uit te brengen over potentiële kostenefficiënte klimaatmaatregelen die Vlaanderen boven op het Vlaams Energie- en Klimaatplan kan nemen. De MORA heeft zich in haar advies geschaard achter die aangescherpte doelstelling voor België van 47 procent broeikasgasemissiereductie tegen 2030. Ze heeft in dat advies vijf cruciale maatregelen voorgesteld, aanvullend op het al bestaande plan, om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren binnen het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken. Minister, dat komt neer op een kilometerheffing voor alle voertuigen, een systeemshift naar de fiets, een versnelde elektrificatie van personenmobiliteit, een vergroening van het collectief vervoer en steun voor de transitie naar emissievrije mobiliteit in het goederenvervoer. Dat zijn belangrijke aanbevelingen en belangrijke doelstellingen.
Minister, kunt u een stand van zaken geven betreffende het behalen van de reductiedoelstellingen van het Vlaams Energie- en Klimaatplan binnen uw beleidsdomein? Dan gaat het concreet over die reductie van 15 procent van het gemotoriseerde personenverkeer tegen 2030. Moet u daarvoor bijkomende maatregelen nemen?
Hoever staat het met die ambitieuze modal shift? In welke mate is het uitstel van de hervorming basisbereikbaarheid een vertragende factor om die doelstelling te realiseren? Welke bijkomende maatregelen zult u daarvoor nemen?
Wat is de stand van zaken betreffende de elektrificatie van het openbaar vervoer? Acht u de doelstelling van emissievrije stadskernen nog steeds haalbaar? U zegt van wel, maar De Lijn zegt van niet. Zijn daar bijkomende maatregelen voor nodig?
Welke maatregelen wilt u bijkomend nemen om de reductiedoelstellingen te realiseren uit het ‘Fit for 55’-voorstel van de Europese Commissie, met voor transport een reductie van 35 procent, die tegen 2030 zal worden opgetrokken tot 47 procent?
Hoe staat u tegenover de specifieke adviezen van de MORA, bijvoorbeeld het invoeren van een kilometerheffing? Bent u van plan om dat verder te onderzoeken en het maatschappelijk debat hierover alvast op te starten? Zult u, zoals de MORA vraagt, een wensbeeld vastleggen van de marktaandelen en vlootsamenstellingen van het personenvervoer op specifieke momenten – 2025 en 2030 – conform met het Europese kader?
Bent u van plan om in samenwerking met de minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme de emissiedoelen te integreren in kaders voor lokale emissiezones? Dat gaat dan over de lage-emissiezones.
Bent u van plan om extra middelen uit te trekken om de elektrificatie van het openbaar vervoer te versnellen, zoals de MORA adviseert? Dat is namelijk nodig om de doelstelling rond emissievrije stadskernen te behalen.
Zult u maatregelen nemen om de transitie naar zero-emissiemobiliteit voor de binnenvaart, meer specifiek voor de vergroening van de vloot, te ondersteunen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Bex voor uw vragen, die zeer actueel zijn – maar dat weet u uiteraard wel.
Ik wil eerst ingaan op de reductiedoelstellingen van ons Vlaams Energie- en Klimaatplan, specifiek voor Mobiliteit en Openbare Werken (MOW). De cijfers zijn tussen 2005 en 2019 nagenoeg stabiel gebleven. Dat er dus grotere inspanningen geleverd moeten worden, daarover zijn we het allemaal eens.
We hebben een heel aantal maatregelen opgenomen in het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030. Ik denk dat het nog veel te vroeg is om nu al te concluderen dat we de doelstellingen niet zullen halen of dat de maatregelen te weinig impact zullen hebben. Ten eerste is het plan nog maar recentelijk in voege getreden. Ten tweede is er covid, dat ook wel een duidelijke impact heeft gehad op het transport. Het is nu dus nog te vroeg om te zeggen of de maatregelen die opgenomen zijn in ons Vlaams Energie- en Klimaatplan al dan niet afdoende zijn. Dat zal in de toekomst blijken.
U vroeg ook naar het halen van de vooropgestelde modal shift. U weet dat we in het regeerakkoord een modal shift hebben opgenomen van 40/60, met 40 procent duurzame verplaatsingen tegen 2030, en een verdeling van 50/50 voor Gent, Antwerpen en de Brusselse Rand. Op dit ogenblik zijn de vervoerregioraden volop bezig met hun regionale mobiliteitsplannen, waarin ze een sturing willen vooropstellen.
Zodra we kennis hebben van deze plannen, zullen we bekijken in welke mate de cijfers van de modal shift haalbaar zijn en of daar verder op moet worden bijgestuurd.
Wat de elektrificatie van het openbaar vervoer betreft, blijft u zeggen dat ik vasthoud aan de doelstellingen die worden opgenomen in het regeerakkoord: tegen 2025 stedelijke kernen en tegen 2035 heel Vlaanderen. Dat mag wat mij betreft een pak sneller, maar dan moeten we ook beginnen te schakelen.
Wij hebben vorig jaar De Lijn een aantal relancemiddelen ter beschikking gesteld om over te gaan tot de aankoop van elektrische bussen. Naar verluidt zou het dossier geagendeerd zijn op de raad van bestuur van november 2021. Dus als u mij vraagt of het niet wat sneller mag: ja, graag. Als we ruim een jaar geleden de middelen ter beschikking hadden gesteld, dan had men al iets sneller kunnen schakelen om een bestek in de markt te plaatsen en ervoor te zorgen dat we die zo snel mogelijk ter beschikking kunnen hebben.
In eerste instantie gaat het over die 60 elektrische bussen, dat weet u. Maar er is een opschaling mogelijk naar 350 bussen. We zullen De Lijn vragen om versneld over te gaan tot de aankoop van die elektrische bussen, maar uiteraard ook tot het in de markt plaatsen van de andere elementen. Een aantal elementen werden al in de markt geplaatst, onder andere de knowhow rond de stelplaatsen en de laadinfrastructuur, maar ook de laadinfrastructuur als dusdanig. Want met alleen elektrische bussen zonder laadinfrastructuur kunnen we natuurlijk weinig doen. Kortom, De Lijn is op dat vlak een en ander aan het uitrollen.
Voor de stedelijke kernen wordt er volop gefocust op de hybride bussen, om ervoor te zorgen dat men daar, en zeker in die lage-emissiezones, emissievrij kan rijden.
Tegelijk wordt er volop werk van gemaakt om de meest vervuilende bussen die nog volop op fossiele brandstoffen rijden – ik denk aan Euro 3 en Euro 4 – versneld uit roulatie te nemen.
Welke maatregelen willen we nog nemen op het vlak van verscherpte reductiedoelstellingen, in het kader van de klimaattop in Glasgow en het ‘Fit for 55’-pakket? Vooreerst willen we alles doen om het aantal voertuigkilometers drastisch te reduceren. Het is ook noodzakelijk om die daadwerkelijk te vergroenen en te verschonen.
Ik kan vandaag niet vooruitlopen op wat er morgen op de ministerraad zal worden beslist, maar het is uiteraard de plicht van ieder van ons om daarin ambitieus te zijn. Als we kijken naar de waterbom en tal van andere facetten, is het wel duidelijk dat iedereen zich bewust is van de noodzaak om dringend een en ander te veranderen. Die transitie moet nu volop worden uitgerold. Er is eigenlijk geen tijd te verliezen.
Het klopt dat we van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen een advies hebben gekregen rond het ‘Fit for 55’-pakket. Ik vond het een heel waardevol advies, waarbij we zeker een en ander ter harte willen nemen en op dezelfde golflengte zitten. Ik herhaal dat we daar morgen een en ander over zullen bespreken binnen de Vlaamse Regering. Ik zal daar niet op vooruitlopen.
We hebben het in deze commissie al meermaals gehad over het invoeren van een kilometerheffing. U kent mijn standpunt daaromtrent. U weet ook dat er in ons regeerakkoord nu niets is opgenomen over de kilometerheffing. Maar niemand kan belemmeren dat we verdere studies doen en bekijken hoe we toekomstgericht tot een samenwerkingsovereenkomst met de andere gewesten kunnen komen, om daar dan in de nabije toekomst werk van te kunnen maken.
Ik zei het al eerder, principieel is de kilometerheffing een goed idee. De vraag is niet of die er moet komen, maar wanneer. Je kunt beter het gebruik dan het bezit van een voertuig belasten. Een voorwaarde is wel dat het een belastingverschuiving is en geen verhoging. Zolang het gaat om een slimme kilometerheffing, ben ik voorstander. Zo zetten we mensen aan om bewust te kiezen voor hun transportmiddel. Maar het is voor mij zeer belangrijk dat het systeem niet discrimineert en dat er dus wel alternatieven moeten zijn, zodat iedereen betaalbaar kan geraken waar die moet zijn, ongeacht de regio waaruit men komt.
Wat de vraag naar extra middelen voor de elektrificatie van het openbaar vervoer betreft, denk ik dat ik daar al op heb geantwoord. We moeten daar zeker ten volle op inzetten. Maar het is ook aan de vervoermaatschappij De Lijn zelf om er een versneld verhaal van te maken.
Dat betekent dan ook dat er voor de mogelijkheden die sinds begin dit jaar worden geboden, zo snel mogelijk bestekken moeten worden gemaakt en dat die worden uitgevoerd. Het is al duidelijk gebleken dat het niet werkt om zomaar geld te geven. Er moeten nog vergunningen afgeleverd worden om die stelplaats in orde te brengen en dergelijke meer. Er is nog wel wat werk, en ik vraag aan de betrokken instanties om snel werk te maken van datgene waarover al is beslist.
Dit gezegd zijnde blijf ik erbij dat we ambitieus moeten zijn en dat we morgen sowieso een aantal voorstellen mee op tafel leggen.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik heb gisteren van de gelegenheid geprofiteerd om het debat over een soortgelijke vraag van mijn collega Chris Steenwegen aan minister Demir te volgen. Het antwoord van de coördinerende klimaatminister in deze Vlaamse Regering was toch wat ontluisterend. U hebt vandaag in de pers kunnen lezen dat ze niet hoopvol is over de Vlaamse Regering, die zich morgen zal buigen over extra inspanningen voor het klimaat. Ze heeft tot dusver nog maar heel weinig voorstellen van haar collega’s ontvangen. Ze zei zelfs dat ze niet naar Glasgow zou gaan als ze niet voldoende kan voorleggen. Ik verwees bijvoorbeeld naar de voorstellen die CD&V over het klimaat heeft gedaan, maar daarover zei ze dat het gemakkelijk is om dat in de krant te zeggen, maar dat ze de concrete voorstellen nog moet zien. Het is belangrijk om nu ook daadkracht te tonen, en ik betwijfel of we, met wat we tot nu horen van de Vlaamse ministers in het parlement, dat ook werkelijk mogen verwachten van de klimaatministerraad die morgen is gepland.
Ik ga nu verder in op uw antwoorden. Wat betreft de stand van zaken heeft de Vlaamse Regering in 2019 een VEKP goedgekeurd, met belangrijke doelstellingen richting 2030. Het is stilaan het moment om te kijken of we die doelstellingen halen en of we ergens een tandje hoger moeten schakelen. Ik leid uit uw antwoord af dat er nog niet veel resultaten voorgelegd kunnen worden op het vlak van de daling van het personenverkeer. We zien dat de files weer toenemen nadat het opnieuw mogelijk was om te gaan werken na de coronacrisis. Verder is de basisbereikbaarheid wellicht uitgesteld tot na de volgende verkiezingen. Dat heeft ook een impact. U hebt daar niet op geantwoord, maar het feit dat die belangrijke hervorming van het openbaar vervoer …
Ik moet u vragen om af te sluiten, collega Bex.
Ik doe mijn best om snel te gaan, voorzitter.
Kunt u nog verduidelijken wat die impact is?
Wat de elektrificatie betreft, vragen we al lang dat u een financieel plan afspreekt met De Lijn, niet alleen om die 60 bussen te kunnen betalen, maar ook die 350 in de toekomst.
U zegt dat we ambitieus moeten zijn, maar ik hoor geen enkele concrete doelstelling. Ik vind het trouwens ook niet kunnen dat de Vlaamse Regering zich nog altijd verschuilt achter afspraken die gemaakt zijn in 2019, ten tijde van het regeerakkoord. Er moeten nu en morgen op de ministerraad nieuwe afspraken worden gemaakt die verder gaan dan de klimaatcrisis. Het is hoog tijd dat u concrete voorstellen kunt voorleggen.
Uw visie is duidelijk.
Ik wil u toch vragen om al een tipje van de sluier te lichten, zodat we ten minste weten dat minister Demir geen gelijk heeft als ze zegt dat er van u weinig voorstellen zouden zijn gekomen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij deze vraag, specifiek over de vergroening van de busvloot en de elektrificatie. We hebben het er al vaak over gehad en we hebben zelfs een hele vergadering gewijd aan de vergroening van de bussen van De Lijn zelf, maar er zijn natuurlijk ook de privé-exploitanten, die instaan voor ongeveer de helft van de lijnen. Ze willen ook graag hun steentje bijdragen.
Zij kunnen dat allicht ook sneller doen. Ze hebben aan De Lijn een plan voorgelegd waarin staat dat ze voor een gecumuleerd bedrag van 6 miljoen euro, de volgende drie jaar telkens jaarlijks 50 elektrische bussen in roulatie zouden kunnen brengen. In Duitsland bestaat er een systeem waarbij 80 procent van de meerkosten van elektrische bussen wordt betoelaagd. In Frankrijk is er een subsidie van 30.000 euro per bus.
Mijn vraag is of u ook zo’n tegemoetkoming voorziet voor private exploitanten van De Lijn, die het overgrote deel van de toch wel heel hoge kostprijs van die bussen – ze zijn dubbel zo duur als een gewone bus – op zich nemen. Bestaat de mogelijkheid om de middelen van het Europees herstelfonds – met 93 miljoen euro voor De Lijn – daarvoor aan te wenden? Of zijn er eventueel nog middelen van ons klimaatfonds die naar mobiliteit gaan? Ik zoek dus mee naar middelen. Het lijkt me toch nuttig om dat verhaal van de private exploitanten van de Federatie van de Belgische Autobus- en Autocarondernemingen en van Reisorganisatoren (FBAA) eens grondig te bekijken, om de komende jaren nog sneller elektrische bussen in roulatie te kunnen brengen. Als we tegen 2025 emissievrij willen rijden in de steden, mogen we niet langer talmen. De private exploitanten kunnen daartoe, zoals ik al zei, hun steentje bijdragen. Voor hen zijn het wel heel zware kosten. Wat steun van de Vlaamse overheid zou welkom zijn.
Minister, ik wil me hier zelf ook bij aansluiten. Ik heb hierover eerder deze week een vraag om uitleg gesteld aan minister Demir, omdat zij toch de coördinerende minister is, die ook het advies van de MORA heeft gevraagd. Ik wil inzoomen op het voorstel van de MORA over de kilometerheffing. Hoewel de vorige regering heeft gezegd dat die kilometerheffing er niet zou komen en dat er niets over in het regeerakkoord staat, komt de MORA daar toch mee op de proppen.
Ik wil u dus het volgende vragen. Zijn er nu plannen om die kilometerheffing in te voeren of niet? Zal dat in de klimaatmaatregelen van de COP26 in Glasgow staan of niet? U weet dat ik een virulent tegenstander ben van die kilometerheffing, omdat ik vind dat het gewoon niet kan om mensen op die manier te sturen. Ik betwijfel ook of dit enig klimatologisch effect zal hebben. Mensen die nu in de file staan, doen dat niet voor hun plezier. Als er een kilometerheffing is, zullen ze nog altijd in de file staan, ook al moeten ze er extra voor betalen, gewoon omdat er geen alternatieven zijn. Er wordt zo goed als niet geïnvesteerd in openbaar vervoer en dergelijke. Vandaar mijn vraag, minister: wat is nu het standpunt van deze Vlaamse Regering ten aanzien van dit advies waarin de MORA een kilometerheffing voorstelt? Gaat de Vlaamse Regering hiermee aan de slag? Of gaat ze die kilometerheffing voor eens en voor altijd verwerpen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen en suggesties.
Mijnheer Bex, u zegt dat u gisteren in de commissie te horen hebt gekregen dat er weinig voorstellen op tafel liggen. Ik zal u zeggen wat afgesproken is binnen de Vlaamse Regering: elke minister moet voor zijn of haar bevoegdheid zijn of haar huiswerk maken en een aantal voorstellen op tafel leggen om ervoor te zorgen dat de uitstoot drastisch verminderd wordt. Dat is het huiswerk dat we meegekregen hebben, en dat huiswerk zullen we morgen op de ministerraad beoordelen. Ik zal alleszins ook een aantal voorstellen presenteren. We zullen in de Vlaamse Regering bespreken welke voorstellen behouden worden. Ik ga daar vandaag niet op vooruitlopen. Ik ga daar ook niet over communiceren in kranten. Ik denk niet dat u van mij enig voorstel in een krant hebt kunnen lezen. Dus: niet in kranten, niet in deze commissie, maar morgen op de ministerraad zullen de voorstellen uitgebreid aan bod komen.
Er is het advies van de MORA. Ik heb al gezegd dat daar heel wat waardevolle informatie in zit. Daar staat inderdaad ook de kilometerheffing in. Maar ik zeg het hier opnieuw: de kilometerheffing stond niet in het regeerakkoord. Er is ook nergens een afspraak gemaakt dat dat in deze legislatuur zal worden uitgerold. Men heeft mij echter gevraagd om mijn huiswerk te maken en ik heb mijn huiswerk gemaakt. Ik zal morgen mijn voorstellen op tafel leggen.
We zullen dan zien of de collega’s zich al dan niet kunnen vinden in die voorstellen. Ik doe alleszins mijn huiswerk, en meer kan ik daar vandaag niet over vertellen.
Mijnheer Bex, u zegt telkens opnieuw dat ik basisbereikbaarheid naar de volgende legislatuur til. Ik heb dat hier nooit gezegd, voor alle duidelijkheid, ik heb wel gezegd dat we door het verhaal van de Mobiliteitscentrale en de Raad van State sowieso een jaar vertraging hebben, dat het niet haalbaar is om dat in januari 2022 in voege te laten treden. Intussen is ook duidelijk dat het niet haalbaar is om dat in juli 2022 in te voeren. Het contract met de Mobiliteitscentrale is gesloten en zij heeft minstens een jaar nodig om alles uit te rollen. Het zal dus ten vroegste januari 2023 zijn, maar ik kan nu niet garanderen dat dat ook haalbaar is. Er moeten heel wat testen gebeuren, er is ook nog werk met de Hoppinpunten en dergelijke meer. Ik zeg dus opnieuw dat dit niet is overgeheveld naar de volgende legislatuur, maar ik pin me ook niet vast op een datum.
Wat het openbaar vervoer betreft, mevrouw Brouwers, heb ik inderdaad de bedenkingen van de Federatie van de Belgische Autobus- en Autocarondernemingen en van Reisorganisatoren (FBAA) gekregen. Dat zijn geen nieuwe bedenkingen. U weet dat ik veel belang hecht aan de inbreng van de partners, die vaak een versnelling hoger schakelen. Zij hebben momenteel al meer elektrische bussen rijden dan De lijn zelf. Ik denk ook dat er nog weinig partners zijn die met euro 3- en euro 4-bussen rijden. Ik heb dan ook alle vertrouwen in de partners. We zullen met hen bekijken hoe we de versnelling van die vergroening van het openbaar vervoer sowieso verder kunnen uitrollen. Ik neem hun bedenkingen en opmerkingen zeker ter harte.
Welke voorstellen morgen op tafel zullen liggen, zult u na de ministerraad van morgen horen. Voor de voorstellen die finaal zullen worden afgeklopt, zitten wij morgen samen.
We kijken uit naar morgen.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, we kijken inderdaad uit naar morgen. Ik denk dat het zinvol is om zulke discussies niet per se in de krant te willen voeren, maar dat op een ministerraad te bediscussiëren. Ik kan alleen maar zeggen wat ik gisteren heb gehoord van een collega-minister van u, die toch niet zeer veel hoop gaf over grote veranderingen in de aanpak. Ik hoop dat u een stevig pakket op tafel zult leggen en dat men u daarin zal steunen.
Collega Brouwers heeft het voorbeeld gegeven van de elektrificatie bij de partners. Ik denk dat dit een zeer concreet voorstel is waar u sneller in kunt gaan. Wij steunen dat ook volledig.
We weten dat bijvoorbeeld CD&V heeft opgeroepen om stevig in middelen te voorzien voor een sterker openbaar vervoer, dat is een oproep die wij volledig steunen. Ik denk dat er morgen heel veel dingen op tafel kunnen liggen. We hopen dat u in de weekendkranten en morgen op het tv-nieuws fantastische aankondigingen mag doen van een Vlaams mobiliteitsbeleid dat de klimaatcrisis echt ten gronde aanpakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.