Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ronse heeft het woord.
Dit is blijkbaar een zeer actuele vraag, want ik heb net online de werkbaarheidsmeting van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) gezien waarin staat dat vier op de vijf 50-plussers met een werkbare job willen doorwerken tot aan hun pensioen. Ik weet niet hoe ik dit moet interpreteren, want als men het negatief bekijkt, dan betekent dit dat een op de vijf zelfs met een werkbare job niet wil doorwerken tot aan het pensioen. Wanneer men het echter positief bekijkt, dan betekent dit dat wanneer we investeren in werkbaarheid op de werkvloer, heel veel mensen lang willen doorwerken. Dat is voor iedereen een positieve zaak, zeker voor bedrijven die vandaag met een serieus tekort aan mensen kampen en voor onze allerdierbare sociale zekerheid.
Sinds 2018 hebben we daarvoor een instrument, namelijk de werkbaarheidscheques. Zoals in vele gevallen verdient ook dit verhaal een andere naam. Ik vraag me af wat men moet hebben gegeten of gesnoven om tot die naam te komen.
Dat instrument wordt vrij goed gebruikt. De aanvragen blijven stijgen. In het begin was het succes matig maar het is tot een kentering gekomen, zeker tijdens de eerste helft van 2021. Misschien hebben corona en de krapte op de arbeidsmarkt ervoor gezorgd dat de inrichting en de manier van werken kritisch werden bekeken. In het voorjaar van 2021 werden 260 aanvragen ingediend waarvan er 148 zijn goedgekeurd. Het budget zou ook worden opgetrokken van 1 tot 3 miljoen euro.
Minister, 148 aanvragen op 260 zijn goedgekeurd. Dat betekent dat er 112 zijn afgekeurd. Is daar ergens een lijn in te trekken waarom die zijn afgekeurd of is het moeilijk om daar iets over te zeggen? Hoe kunnen werknemers beter worden gesensibiliseerd en ondersteund bij het indienen van succesvolle aanvragen?
Tal van ondernemingen kampen met soortgelijke problemen met betrekking tot werkbaar werk. Op welke manier kunnen de adviezen en methodieken die via deze cheques worden ontwikkeld snel worden verspreid en viraal gaan?
Welke initiatieven zult u nemen om de werkbaarheidscheques extra te promoten? Op welke manier kunnen de sectorconvenanten daar een rol in spelen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ronse, ik dank u voor uw vraag. U had ook al opgemerkt dat het een bijzonder interessant moment is om die vraag te stellen.
We zien sinds het begin van dit jaar tot 9 september dat er al 304 aanvragen werden ingediend waarvan er 238 positief beslist werden. Momenteel zijn 11 aanvragen effectief afgekeurd, 55 projectaanvragen moeten nog worden verwerkt en beslist. Het goedkeuringspercentage ligt op 95 procent, wat goed is.
Redenen om te beslissen dat iemand niet voldoet aan de voorwaarden, is dat het plafond van 200.000 euro de-minimissteun is bereikt, of dat er al drie aanvragen zijn gedaan. Dat zijn logische redenen.
Mijn administratie heeft in samenwerking met de Vlaamse sociale partners en de Stichting Innovatie & Arbeid (StIA) diverse communicatieacties opgezet.
Vorig jaar heeft StIA op mijn aansturen tools ontwikkeld en goede voorbeelden verzameld om nog meer ondernemingen en organisaties te inspireren om rond werkbaar werk aan de slag te gaan. Zo zijn er getuigenissen en filmpjes gemaakt.
In februari en maart 2021 werden succesvolle webinars georganiseerd. In april 2021 werd een brede communicatiecampagne gevoerd in samenwerking met de SERV. In mei organiseerde StIA de marktplaats ‘Werkbaar Werkt!’, een online-event waar heel wat interesse voor was.
Tot slot is er de specifieke website werkbaarwerk.be met getuigenissen van bedrijven die een beroep hebben gedaan op de werkbaarheidscheque.
Ik stel vast dat al deze diverse initiatieven en acties hun resultaat niet hebben gemist. Het aantal aanvragen blijft stijgen. Er is ook specifieke aandacht voor intermediairen zoals hr-dienstverleners, sociale secretariaten en preventiediensten. Zij staan vaak het dichtst bij de ondernemingen en dat is goed om de deur naar ondernemingen open te zetten.
In de nieuwe generatie sectorconvenanten heb ik aan de sectoren gevraagd om specifieke engagementen te formuleren rond werkbaar werk. Nieuw daarbij is dat sectoren hierbij sinds dit jaar door een intersectorale adviseur ‘Werkbaar Werk’ worden ondersteund. Deze adviseur brengt de werkbaarheidscheque ook onder de aandacht.
Ik ben er ook van overtuigd dat de arbeidskrapte bedrijven ook meer zal aanzetten om werk te maken van werkbaar werk. Wanneer er heel veel werk is en de werkdruk is hoog, dan zouden mensen al eens naar een andere job kunnen uitkijken. Het wordt ook een heel belangrijk thema tijdens de komende maanden om mensen te binden aan het bedrijf.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik ben vooral blij dat de weigeringen meer te maken hebben met formele dan met inhoudelijke redenen. Ik merk ook op dat de cijfers die ik had misschien wat achterhaald zijn. Ik had 148 goedkeuringen en 260 aanvragen. Maar volgens de minister zijn er maar 11 afkeuringen. Ook dat is goed nieuws en ik ben ook blij dat er echt werk wordt gemaakt van de promotie van de werkbaarheidscheque.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ronse, het klopt inderdaad dat de cijfers evolueren. Ik probeer altijd de meest recente cijfers te geven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.