Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, stilaan zijn er een aantal versoepelingen vastgelegd. Op 8 mei was er de eerste. Dat stond in ieders agenda genoteerd. Het was ook een heel symbolisch moment, een soort keerpunt, een start wat het krijgen van meer vrijheid betreft, maar ook een start voor veel ondernemingen om opnieuw te gaan ondernemen. Ik ben zeer blij dat we nu het ergste achter de rug hebben. We verwachten dus dat vanaf nu onze ondernemingen en onze ondernemers stapsgewijs zullen kunnen heropstarten.
De vaccinatiegraad is daarbij natuurlijk een belangrijk element, maar ook wat dat betreft, kunnen we stilletjesaan positief zijn. We zien toch dat er een mooie vooruitgang is. Heel wat mensen hebben ondertussen toch al hun eerst inspuiting gekregen.
Er werden protocollen uitgewerkt om in veilige omstandigheden verdere versoepelingen mogelijk te maken.
De Vlaamse overheid, de Vlaamse Regering, heeft een brede waaier aan steunmaatregelen uitgewerkt. Die waren ook broodnodig. Die hebben hun nut bewezen. Gedurende de pandemie zijn die ook aangepast en veel specifieker en veel gerichter geworden. Dankzij de interventie van de overheid konden veel ondernemingen deze moeilijke maanden doorkomen. Het belang daarvan valt eigenlijk niet te beschrijven. De afgelopen maanden kregen we echter een vertekend beeld van de toestand van onze ondernemingen. Het aantal faillissementen is laag, maar we moeten nu gaan bekijken, als die versoepelingen er komen, welke impact dat heeft op de faillissementen zelf.
Ik sprak onlangs nog met iemand van een groot boekhoudkantoor, die zei dat ze het al zien en dat we ons toch zorgen moeten maken en het blijvend moeten opvolgen. Het is belangrijk dat de afbouw van de steunmaatregelen op een zeer doordachte manier gebeurt. Daarom wil ik u nu al een aantal vragen stellen, minister.
Hoe worden de protocollen verder opgevolgd en geëvalueerd? Wordt er proactief gewerkt aan protocollen voor verdere versoepelingen? Hoe kunnen het stappenplan en de veiligheidsprotocollen worden aangescherpt om beter in te spelen op de steeds wijzigende omstandigheden? Staan die voor alle sectoren op punt? Wat zult u daarvoor doen? Het is natuurlijk ook zeer belangrijk dat de protocollen al een tijdje op voorhand op punt staan, zodat de ondernemers aan die protocollen kunnen voldoen.
Hoe zullen de steunmaatregelen verder evolueren? Momenteel kunnen horecazaken die het terras openen, steunmaatregelen ontvangen, maar hoelang zal dat duren? Op welke manier wordt aan die overgangsmaatregelen gewerkt? Hoe zorgen we ervoor dat de steunmaatregelen voldoende activerend zijn om de deuren te openen en dus weer volledig aan de slag te gaan en een boost te geven aan onze economie?
Hebt u een algemeen zicht op de leefbaarheid en de weerbaarheid van de horeca? Hoe is de sector de coronamaanden doorgekomen? Raken de vacatures in de horeca ingevuld? Hoe evalueert u de mobiele opleidingen die worden aangeboden?
En we hebben het heel vaak over de horeca, maar ik hoor dat er ook aan de toeleveranciers van de horeca heel wat aandacht zal moeten worden besteed. Want ook die zitten natuurlijk al een jaar in de problemen.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, zoals u weet, zijn de diverse sectoren op dit ogenblik bezig de protocollen af te stemmen op de beslissingen van het Overlegcomité van 11 mei. De afronding van die protocollen kan gebeuren op het moment dat ook het federale ministerieel besluit gepubliceerd is. Dat moment is ook nakende. Hoe rapper, hoe liever.
Binnen de sector economie wordt op heel regelmatige basis overleg gepleegd met de deelsectoren. Het horecaprotocol moet formeel gevalideerd worden door de bevoegde federale ministers Dermagne en Clarinval. Het is nog niet helemaal duidelijk of er een apart protocol voor kermissen komt. Tijdens de eerste lockdown zijn de voorwaarden opgenomen in het ministerieel besluit en de generieke gids ‘veilige handel’. Die piste geniet de voorkeur van de kermissector, maar het is nog niet helemaal duidelijk of dat zo zal gaan. We zijn daar volop in overleg en we proberen dat goed te sturen.
Op 23 april heeft de Vlaamse Regering de verderzetting voor mei en juni principieel goedgekeurd. Dat ligt dus vast. Ik ga daar, zoals ik gisteren gezegd heb, vrijdag mee naar de ministerraad van de Vlaamse Regering. Ook restaurants en cafés die gedeeltelijk weer openen met terras vanaf 8 mei, hebben nog 10 procent steun op de omzet van de referteperiode, zonder omzetdaling te moeten aantonen. Die regeling is van toepassing tot 9 juni, dus tot op de dag dat de binnenruimtes opengaan.
In de exitstrategie van het Overlegcomité is 9 juni in het vooruitzicht gesteld voor de volledige heropening. Horecazaken die in de opstartmaand juni toch nog zouden kampen met een omzetverlies van 60 procent, kunnen nog altijd een beroep doen op het Vlaams Beschermingsmechanisme. Maar ik ga er eigenlijk van uit dat het merendeel van de horecazaken het bij de volledige opstart veel beter zal doen. De cijfers uit de eerste lockdown bewijzen dat de horeca toen massaal bezocht werd vanaf het moment dat het weer mocht. En als ik nu de voorbije week ’s avonds eender waar passeerde met de auto, regen of geen regen, zaten de mensen op de terrasjes te eten of te drinken. Dat is wel speciaal om te zien, met regenvestjes en truien. Zelfs het slechte weer houdt de mensen niet tegen om onze horeca een hart onder de riem te steken, maar natuurlijk ook zichzelf een plezier te doen.
Wat de leefbaarheid en de weerbaarheid betreft, is de horecasector traditioneel een faillissementsgevoelige sector, maar het is ook een sector die vrij snel herleeft na een periode van crisis. Een horecazaak starten kan op een laagdrempelige manier. Ook tijdens de coronacrisis werden er nieuwe horecazaken opgestart. In 2020 werden in Vlaanderen 2912 nieuwe horecabedrijven opgericht. Dat is weliswaar een daling met 12 procent ten opzichte van 2019 maar het is toch bijzonder dat er ook nieuwe zaken zijn gestart. In de eerste twee maanden van 2021 werden ondertussen ook al 602 starters in de horeca genoteerd.
Er is een ERMG-enquête (Economic Risk Management Group) gehouden naar de situatie op 20 april toen de terrassen nog niet open waren. Daar zien we dat de omzetdaling gemiddeld 67 procent is. Dat is ongeveer hetzelfde cijfer als tijdens de lockdown in oktober 2020. Iets meer dan een kwart van de respondenten geeft aan een hoog risico te hebben op faillissement, 48 procent zegt dat er een dringende nood is aan bijkomende liquiditeiten en 21 procent verwacht dat de werkgelegenheid zal afnemen met 14 procent. Wanneer men die enquête nu zou afnemen, zou het kunnen dat die cijfers alweer veranderd zijn. Op het moment van de enquête was er nog maar weinig perspectief maar we hebben natuurlijk wel zuurstof gegeven met onze steunmaatregelen.
Welke nieuwe evenwichten of onevenwichten de recente evoluties zullen teweegbrengen, is op dit ogenblik moeilijk te voorspellen. Maar ik merk wel een heel forse stijging van het aantal vacatures dat aan VDAB wordt gemeld. Ik kan nog niet zeggen dat dit al representatief is omdat de sector nog altijd niet volledig open is. We hebben ook al artikels gezien waaruit blijkt dat men op zoek is naar personeel voor in de zomer. Het zou dus wel eens kunnen dat het een heel goede zomer wordt maar dat is nog koffiedik kijken.
Wat de nieuwe instroom van werknemers betreft, hebben we samen met VDAB en Horeca Forma een actieplan voor de horeca opgesteld. Een van de onderdelen van het actieplan is een mobiele opleidingsunit/truck. Die zit nu in de ontwerpfase maar ik hoop die zeer snel te kunnen uitrijden. Dit is toe te juichen omdat men zo opleiding ter plaatste gaat geven, waarbij wordt ingezet op basistechnieken en vervolgopleiding op de werkplek zelf, bijvoorbeeld via de individuele beroepsopleiding (IBO).
Daarnaast kunnen ook lokale besturen een rol spelen. Velen hebben de terrasruimte plots verdubbeld, waardoor er meer personeel nodig is.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is inderdaad zo dat het heel moeilijk in te schatten is wat de toekomst zal brengen, zeker wanneer de horecasector opnieuw mag openen. We hebben het er al vaak over gehad en ik weet dat u en de Vlaamse Regering veel tijd en energie steken in die protocollen en het opvolgen daarvan maar we weten natuurlijk allemaal dat die niet altijd allemaal eenduidig waren. Er waren soms last minute nog wijzigingen waardoor de horeca zich last minute nog moet aanpassen of zich zorgen maakt over de vraag of ze zullen kunnen starten op de manier waarop ze zich hebben voorbereid.
9 juni zal er sneller zijn dan we verwachten. Ik wil u vragen om dat goed op te volgen en er bij de federale collega’s op aan te dringen om dat MB zo snel mogelijk af te kloppen. U zegt zelf: hoe sneller hoe beter. Des te sneller kunnen onze horecasector en de andere sectoren zoals de foorkramers hun plannen maken en zich voorbereiden.
U zegt dat er momenteel nog veel onduidelijkheid is voor de foorkramers. Ook daar is het belangrijk om snel duidelijkheid te krijgen. Die mensen staan te popelen om opnieuw te starten en willen dat op een correcte manier doen. Ze willen daar bepaalde investeringen in doen en zich aanpassen en we moeten hun dan ook de kans geven om dat op voorhand te doen. Het is sowieso een zeer stresserende periode geweest voor al wie onderneemt. Geef hun dus eventjes wat speelruimte om zich daaraan aan te passen.
Ik hoop dat de heropstart en de heropleving van de horeca vlot gaat, dat dit inderdaad een weerbare sector is en dat we binnenkort het zomerse weer hebben dat past bij een Zomerplan om volledig voor de terrasjes te kunnen gaan in mooie omstandigheden.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, de horeca is opnieuw open en we hebben daar allemaal al van genoten. Ik denk dat de cafés het op dit ogenblik wel redelijk goed doen. Voor de restaurants ligt het moeilijker, want het is moeilijk om een volledige warme kaart aan te bieden als ze niet weten welk weer het zal zijn en of er volk zal komen. Ik vind wel dat ze er redelijk creatief mee omspringen en de kaart goed beperken tot tapasplanken en dergelijke meer. Ze zijn, zoals altijd, creatief en ze doen dat goed.
Met het oog op de volledige heropening moet er op het Overlegcomité wel duidelijkheid geschapen worden over de saga van de plexischermen. Het is te gek voor woorden: de ene dag mag het wel, de andere dag niet en staat het niet in het ministerieel besluit. We hebben de horeca-uitbaters doen investeren in plexischermen met de bedoeling om de mensen binnen op een veilige afstand van elkaar te kunnen houden. Dan hoort men dat die plexischermen niet mogen en ook nu is er opnieuw onduidelijkheid over. Ik wil erop aandringen dat u dat meeneemt naar het Overlegcomité zodat tegen de volledige heropening duidelijk is hoe de horeca zich binnen goed kan organiseren om zoveel mogelijk mensen te kunnen bedienen.
Met betrekking tot de kermissen wil ik mevrouw De Vreese bijtreden, want er is inderdaad nog veel onduidelijkheid over. De sector is verontwaardigd dat de pret- en dierenparken wel open mogen, maar dat kermissen nog niet kunnen plaatsvinden. Daar moet ook nog het een en het ander over worden uitgeklaard. Ik hoop dat het snel opgelost wordt zodat we opnieuw op een normale manier naar de Sinksenfoor kunnen gaan, dat we deze zomer kunnen genieten van een kermis en dat er buitenactiviteiten mogelijk zullen zijn. Ik zou iedereen over dezelfde kam willen scheren en zorgen voor een gelijk speelveld.
Ik heb nog een laatste punt met betrekking tot het horecapersoneel. De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat ook de horeca gedigitaliseerd is. Heel veel horecazaken zijn ondertussen overgestapt naar online bestellingen, hebben hun stock en kassasysteem aangepast zodat de inzet van hun personeel beter afgestemd kan worden op drukkere periodes. Ik denk dat daar ook een rol voor het onderwijs is weggelegd. De horecaopleidingen moeten herzien worden. Misschien kan er een samenwerking ontstaan met Horeca Vlaanderen om kennis te delen met de onderwijssector om de horecaopleidingen aan te passen aan de nieuwe normen waarin we momenteel werken.
Minister, uiteraard zijn protocollen belangrijk en is het belangrijk om snel duidelijkheid te krijgen. Ook het snel openen is voor heel veel sectoren belangrijk. Of Sinksenfoor haalbaar is, weet ik niet want dat is heel binnenkort. In de zomer moet wel heel wat mogelijk zijn.
In welke mate zijn er afspraken gemaakt om in de loop van de komende weken en maanden de protocollen aan te passen en te evalueren aan de hand van de covidsituatie?
De bedoeling van het Overlegcomité was nu om een doorkijk te geven voor de hele zomer, protocollen te maken voor de hele zomer. Maar stel dat bijvoorbeeld midden juli de covidsituatie aanzienlijk verder verbeterd – of verslechterd – zou zijn, wat zijn dan de afspraken om eventueel protocollen en maatregelen aan te passen in functie van een eventuele verbetering? Of is het hoe dan ook de bedoeling dat het protocol, dat bijvoorbeeld voor de eventsector binnenkort verwacht wordt, de hele zomer wordt aangehouden? Zijn daar nu al regels voor vastgelegd?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel. Uiteraard, collega Bothuyne, zijn de protocollen die nu gemaakt worden bedoeld om over de hele zomer te werken, tot op het moment van de totale vrijheid. Daarvoor is de datum voorlopig vastgeklikt op 1 september. U weet dat de vaccinaties ook aan een heel hoog tempo verderlopen. We gaan er dus van uit dat stapsgewijs ook het normale leven weer hervat kan worden, al zal het natuurlijk nooit meer helemaal hetzelfde zijn als vroeger.
Ik was wat verrast over de opmerkingen rond de kermissen. Als er één sector is die ik dicht bij mij hou, dan zijn het wel de kermissen. Dat is vanuit een nostalgie naar mijn jeugd, maar ook omdat ik weet dat dat een kleine groep van mensen is, die keihard werkt, en die maar een klein seizoen heeft om omzet te draaien. In de winter ligt het sowieso stil, want dan zijn er geen kermissen. Er is eigenlijk niet veel duidelijkheid voor hen. Ik heb zelfs – omdat ik er zo bij betrokken ben – samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de lokale besturen deze week al een webinar gegeven voor alle lokale besturen om toelichting te geven over de beslissingen van het Overlegcomité, om de regels goed uit te leggen aan de lokale besturen. De kermismensen zaten trouwens mee in die webinar. Eigenlijk was die webinar vooral bedoeld om lokale besturen te stimuleren om toch kermissen toe te laten, want, collega Malfroot, en ook collega De Vreese, als het lokale bestuur er niet in meegaat dan hebben die kermissen niets! Je hebt altijd een toelating nodig om een kermis te doen. Vandaar dat we deze week – zelfs al is dat ministerieel besluit (MB) er nog niet – al onze webinar gedaan hebben en gevraagd hebben om te kijken hoe men kermissen kan toelaten.
Ik weet wel dat de lokale besturen het heel druk hebben met corona en met al de uitdagingen en de vaccinaties, maar we hebben gevraagd om toch mild te zijn. Dat brengt voor mij ook ontspanning. Kleine kermissen, grote kermissen: mensen doen dat graag. Ze hebben vorig jaar ook bewezen dat ze superveilig kunnen werken. We hebben wel gezegd dat de regels pas definitief kunnen werken als het MB er is. Als het MB geen bijkomend protocol kermis vraagt dan hoeft dat voor mij ook niet. De sector is daarvoor ook geen vragende partij omdat in de eerste lockdown de regels voor de ambulante handel opgenomen zijn in het MB én in de generieke gids voor veilige handel. Er is dus eigenlijk niets extra nodig. Zij weten wat ze moeten doen, ze hebben er ervaring mee van de vorige keer dat ze open mochten. Ik heb ook zelf zo’n kermis bezocht. Ik vind dat dat supergoed georganiseerd is. Ze kennen ook de datum om opnieuw van start te gaan, maar het is van belang dat de lokale besturen hen de toelating geven.
Dan het element in verband met het ‘binnenprotocol’, collega De Vreese. Ik ben absoluut akkoord. Horeca Vlaanderen heeft ons gezegd dat men deze week nog met het coronacommissariaat aan tafel zit over het binnenprotocol. Dan zal ook de zaak van het plexiglas nog bekeken worden. Ik was zelf – dat hebben jullie gezien – superongelukkig over de communicatie die zo laat kwam. Er was blijkbaar een foutje geslopen in het protocol, en dat was al naar iedereen rondgestuurd, enfin, u hebt het ook kunnen lezen. Het is niet uitgesloten – zeker buiten – dat plexiglas mogelijk is, maar ik zal me nu van verder commentaar onthouden omdat het overleg daarover deze week loopt. Tegen het einde van deze week zou dat ook uitgeklaard moeten zijn.
Er is nog een beetje onduidelijkheid, maar het is zichzelf aan het oplossen en ik hoop ook samen met de warme pleitbezorgers hier dat we straks naar een goede kermiszomer kunnen gaan. En ik zie dat collega Vanryckeghem zijn duim opsteekt. Hij houdt ook van onze kermissen.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Ja, minister, wij hebben in Brugge onze Meifoor dit jaar opnieuw gemist. Het is een jaarlijkse traditie om daar met onze familie naartoe te gaan. Dus inderdaad, we verlangen daar wel naar.
Minister, ik vind het fijn om te horen dat u de sector heel dicht bij u houdt en er voldoende mee communiceert. Dat is zeer belangrijk.
Ik wees eigenlijk op iets wat u zelf had gezegd, namelijk dat er nog onduidelijkheid is voor de sector omdat we nog niet weten of er al dan niet een apart protocol komt. Ik vind dat daarover snel duidelijkheid moet komen.
Ook lokaal zullen we de sector verdedigen. Ons bestuur in Brugge zal de foorkramers zeker perspectief geven. Ik denk dat zeer veel burgemeesters daar zeker voor open staan omdat ze weten wat het voor hun burgers betekent.
Voor de rest heb ik geen verdere opmerkingen of vragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.