Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ronse heeft het woord.
Collega's, op woensdag 19 mei hebben we het in de plenaire vergadering al gehad over Dyzo. Ik ga dus niet herhalen wat er al gezegd is.
Dyzo is een organisatie die me heel nauw aan het hart ligt, ook collega De Rudder trouwens. We hebben op de Dag van de Vrijwilliger samen met twee mensen van Dyzo een vijftiental vrijwilligers van Dyzo in de bloemetjes gezet. Het waren zeer verschillende mensen: iemand met een boekhoudkantoor, iemand die lang een kmo in de maakindustrie had geleid. Er was zelfs iemand die leeflooncliënte is en toch vrijwilligerswerk deed voor Dyzo. Het is dus eigenlijk een fantastisch netwerk van mensen met een hart voor ondernemers en in het bijzonder voor ondernemers die het moeilijk hebben.
Ik denk dat het zeker vandaag actueler is dan ooit. Ik heb het gisteren nog gehad over het aantal depressies en burn-outs bij ondernemers dat gigantisch toeneemt. De minister heeft daarop heel terecht opgezegd dat daarbij niet enkel het financiële speelt maar ook een stuk het mentale.
Als ik in de cijfers duik, dan zie ik dat er toch al een pak gemeenten een samenwerkingsakkoord met Dyzo hebben afgesloten. Ik heb mijn ingediende vraag niet bij mij maar ik dacht dat het er zeker meer dan 120 waren. 30 ervan organiseren ook een zitdag met Dyzo. Het aantal Dyzodossiers, of de mate waarin ondernemers in moeilijkheden Dyzo vinden, is groot in gemeenten die een zitdag hebben.
Ik vat mijn vragen heel kort samen. Minister, u zei gisteren ook al in de plenaire vergadering dat u de samenwerking met Dyzo versterkt, zowel in middelen als inhoudelijk. Kunt u dat wat concreter toelichten? Mijn tweede vraag gaat over de vaststelling dat waar er een samenwerkingsakkoord en een zitdag met Dyzo is, de ondernemers gemakkelijker de weg vinden naar Dyzo. Kunnen we dat niet nog meer versterken?
Minister Crevits heeft het woord.
Het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) maakt de dienstverlening van Dyzo op verschillende manieren bekend bij de lokale besturen en de andere belanghebbenden. Daarover hadden wij het gisteren in de plenaire vergadering al twee keer. Ten eerste organiseert VLAIO, samen met de VVSG, thematische overlegtafels. Eind maart was er zo’n overlegtafel rond ‘ondernemers in moeilijkheden’, waar Dyzo zijn dienstverlening naar de gemeenten heeft voorgesteld. Dat thema zal nog enkele keren hernomen worden. Vooral de grotere steden en gemeenten tonen interesse daarin. Daar kom ik in mijn antwoord op uw tweede vraag nog op terug.
Ten tweede organiseert VLAIO binnenkort een reeks online infosessies voor de partners van het VLAIO Netwerk. In een van die sessies zal ook Dyzo zich voorstellen. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) zal die reeks infosessies ook bij de lokale besturen bekendmaken. Ten derde heeft VLAIO een samenwerking met de Federatie Vrije Beroepen om informatiedoorstroming te organiseren naar boekhouders en accountants. In het kader van de huidige economische situatie is het aangewezen dat ook Dyzo daar kan aan bod komen. Tenslotte bevat de VLAIO-website een duidelijke overzichtspagina met informatie en verwijzingen naar ondersteunende organisaties voor ondernemers in moeilijkheden. Daarnaast bevat de website een doorzoekbare databank met een zeer uitgebreid overzicht van alle begeleidingsinitiatieven. Dyzo is zowel op deze overzichtspagina als in die databank opgenomen. Beide werden vorig jaar nog toegelicht aan de lokale besturen.
Het zijn natuurlijk de steden en gemeenten zelf die uiteindelijk autonoom moeten beslissen of en hoe zij met Dyzo samenwerken en een bijdrage leveren in de kosten. Daarbij is het deel van de opdracht van Dyzo om zelf, met de kwaliteit van zijn dienstverlening, lokale besturen te overtuigen om samen te werken. Dyzo biedt daarbij verschillende samenwerkingsmogelijkheden aan: op dossierbasis, met een structureel samenwerkingsakkoord of met een samenwerkingsakkoord en een maandelijkse zitdag.
Ik vind dat Dyzo daar supersuccesvol in is: elk jaar stijgt het aantal steden en gemeenten die een vorm van samenwerking met Dyzo hebben. Wij zien dus dat er meer en meer steden en gemeenten zijn die met Dyzo een samenwerkingsovereenkomst sluiten. Ik geef u even de cijfers. In 2015 waren er 74. Dit jaar zijn dat er 143. In totaal werken vandaag 206 van de 300 Vlaamse lokale besturen samen met Dyzo, met of zonder samenwerkingsovereenkomst. Dat zijn dus uitstekende cijfers. Je voelt dat de dienstverlening van Dyzo heel erg op prijs gesteld wordt. Dat is ook de reden waarom ik tijdelijk de werkingsmiddelen van Dyzo heb verhoogd tijdens de coronacrisis. De verhoging bedroeg 120.000 euro in 2020. Concreet betekent dit dat ze vroeger 585.000 euro kregen, en dat dat nu gestegen is tot 710.000 euro.
De redenen waarom steden en gemeenten ervoor kiezen om geen samenwerking met Dyzo aan te gaan, zijn soms de beperkte grootte van de gemeente, de kostprijs en het feit dat gemeentelijke ambtenaren Economie nog onvoldoende bekend zijn met Dyzo of hoe ze moeten omgaan met ondernemers in moeilijkheden, wat jammer is. VLAIO heeft ook al vastgesteld heeft dat een lokale ambtenaar Economie soms niet op de hoogte is van het feit dat het eigen OCMW een samenwerking met Dyzo heeft. Intern zijn er dus soms ook nog moeilijkheden in de lokale besturen.
Sommige lokale besturen geven ook te kennen dat ze bijna nooit in contact komen met zelfstandigen in moeilijkheden. Ik kan me dat niet voorstellen, maar dat wordt soms zo meegedeeld. Gelukkig vinden ondernemers in moeilijkheden steeds vaker de weg naar Dyzo.
Intern bij de lokale besturen en OCMW’s is er zeker marge voor verbetering op het vlak van de bekendheid. Daarom wordt er via de VLAIO-website, infosessies en overlegtafels ook permanent verder getimmerd aan de kennis van lokale besturen van de werking van Dyzo.
Wat betreft de evaluatie, zijn de cijfers uit de jaarverslagen van Dyzo heel positief. Elk jaar stijgt het aantal lokale besturen dat samenwerkt. De lokale besturen bestellen ook regelmatig opleidingen bij Dyzo, bijvoorbeeld over de faillissementswetgeving of de sociale zekerheid voor zelfstandigen.
De lokale besturen doen een beroep op Dyzo omdat ze daar zelf duidelijk een meerwaarde in zien. Dyzo biedt een dienstverlening op maat aan een doelgroep met een specifiek statuut en regelgevend kader. Bij de ambtenaren van de lokale besturen moet nog een beetje aan de vertrouwdheid met Dyzo worden gewerkt.
Veelzeggend is dat er geen lokale besturen zijn die hun samenwerking met Dyzo stopgezet hebben. Wel zijn er een aantal lokale besturen die kiezen voor een andere vorm van samenwerking. Dat is geen probleem want dat is een autonome beslissing.
Voor mij moet Dyzo nog een sprong maken op het vlak van de bekendheid. Ook de lokale besturen kunnen nog een sprong maken op het vlak van de vertrouwdheid. Ik zal de huidige werking van Dyzo met veel enthousiasme voortzetten. Het vrijwilligerswerk is bij Dyzo heel belangrijk. Een ondernemer die een faillissement achter de rug heeft, weet als geen ander wat dat wil zeggen voor een persoon en zijn familie. We betrekken die daar nauw bij om goede getuigenissen te hebben.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik kan alleen maar heel eerbiedig het hoofd buigen en zeggen dat het heel mooi is wat hier gebeurt, zowel wat betreft de minister als wat betreft de mensen van Dyzo. Ik denk dat we onvoldoende kunnen inschatten hoe belangrijk het werk van die mensen op het terrein is. Het profiel van die mensen is ook heel belangrijk. De minister zei het zelf. Dat zijn mensen die zelf ondernemer zijn geweest of die al moeilijkheden hebben gehad. Niemand is beter geplaatst om een ondernemer in moeilijkheden te begrijpen en te begeleiden dan die mensen. Ze verdienen een eerbetoon van ons allen. Ik ben heel tevreden dat het aantal gemeenten dat met Dyzo samenwerkt, zo fors is gestegen. Het is goed dat het aantal zitdagen dertig bedraagt. Ik hoop dat dat ook zal stijgen. U ziet daar ook dat het werkt.
Ik heb een praktisch voorstel voor de leden van de commissie en in het bijzonder voor de voorzitter. Het zou interessant zijn om een aantal vrijwilligers van Dyzo in de commissie te horen. Ze kunnen getuigen hoe ze vandaag werken en een aantal aanbevelingen geven aan de parlementsleden voor het nemen van initiatieven om ondernemers in moeilijkheden extra te ondersteunen, naast uiteraard het ondersteunen van een organisatie als Dyzo. In de vorige legislatuur heb ik meegewerkt aan een decreet waar we de verzekering gewaarborgd wonen doorgetrokken hebben voor zelfstandigen. Dergelijke zaken komen voort uit signalen van de vrijwilligers van Dyzo. In die zin heb ik geen bijkomende vraag aan de minister, maar wel aan de voorzitter. Is het goed om een hoorzitting met de mensen van Dyzo te plannen?
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Dank u wel, collega Ronse, voor deze interessante vraag. Wij ondersteunen uiteraard ook ten volle de werking van Dyzo, die de komende maanden naar alle waarschijnlijkheid van groot belang zal zijn. Minister, u zei al dat u vorig jaar de steun verhoogd hebt, zodat Dyzo extra capaciteit kan uitbouwen om ons bij te staan in deze barre tijden. De steunmaatregelen zorgen ervoor dat heel wat ondernemingen uit de moeilijkheden blijven, of minstens dat de moeilijkheden beheersbaar blijven. We hopen natuurlijk allemaal dat zoveel mogelijk zaken een succesvolle doorstart zullen kunnen maken, maar het valt te verwachten dat sommigen daarbij toch wel enige ondersteuning nodig zullen hebben.
In het verleden is gebleken dat Dyzo erin geslaagd is om veel ondernemingen te behoeden voor een faillissement, ook al behoort dat niet tot de originele kerntaken van Dyzo. Het lijkt me dat elk lokaal bestuur baat kan hebben bij het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst, zeker als ik lees dat de voornaamste reden om dat niet te doen onder andere de kostprijs is, naast de overtuiging dat maar weinig ondernemers er nood aan hebben en de overtuiging dat de ondernemers in moeilijkheden er zelf wel uit zullen geraken. Zeker in deze periode lijken deze redenen me weinig overtuigend. Ik was dan ook blij te horen dat we in de mooiste provincie van Vlaanderen, namelijk West-Vlaanderen, koploper zijn qua aantal gemeenten met een samenwerkingsakkoord met Dyzo. Ik hoop dat het voor andere provincies ook een aanmoediging kan zijn om hier verder hard werk van te maken.
Ik heb nog een bijkomende vraag, minister. Werden de middelen die voorzien waren, ondertussen ook effectief omgezet in extra capaciteit?
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Collega’s, ik vind Dyzo een prachtig initiatief. Ik vind het top dat wij dat kunnen aanbieden. Het is ook broodnodig dat wij dat kunnen aanbieden. Maar ik denk dat er hier toch wel iets vergeten wordt. Het is voor een particulier in moeilijkheden al moeilijk om naar het OCMW te stappen, laat staan voor een zelfstandige. Ook voor een zelfstandige is het moeilijk om hulp te zoeken. Voor financiële hulp kan een zelfstandige meestal wel terecht bij zijn boekhouder, maar voor het juridische, psychologische en emotionele aspect is het moeilijk om de stap te zetten. Ik vind Dyzo daarvoor top. Maar ik denk dat het nog te weinig bekend is. Ik denk dat we moeten werken aan die bekendmaking van Dyzo, maar ook dat we daarvoor de juiste kanalen moeten aanspreken.
Dat zijn niet alleen de lokale besturen, dat zijn bijvoorbeeld ook de dokterskabinetten. Want als je als zelfstandige in moeilijkheden zit, dan gaat dat natuurlijk spelen op je emoties en dan kom je op den duur terecht in een depressie of in een burn-out. De eerste plaats waar je dit ter sprake brengt, is bij je dokter. Ik denk ook dat het de taak is van een dokter om door te verwijzen naar instanties die daarbij kunnen begeleiden. Ik denk dat we er als overheid op moeten inspelen om Dyzo beter bekend te maken bij de juiste personen, die kunnen doorverwijzen. Want als zelfstandige met problemen ga je niet zomaar naar een lokaal bestuur of een OCMW stappen. Dat doe je niet. Daarvoor is de fierheid van een zelfstandig ondernemer te groot. Ik denk dat daar ook een grote rol weggelegd is voor de artsen. Er kunnen er nog andere zijn, natuurlijk. Maar ik denk dat we daar vooral aan moeten werken. Bijkomende vragen heb ik niet, ik wou vooral deze bedenking uiten over de communicatie via andere kanalen.
Die communicatie is inderdaad essentieel. Daarom is het ook zo belangrijk om lokale besturen mee te krijgen. Maar ook andere actoren, zoals artsen, kunnen een heel belangrijk doorverwijzingskanaal zijn voor Dyzo.
Ik wil nog kort ingaan op de suggestie van collega Ronse. We kunnen eens bekijken met de mensen van Dyzo om later dit jaar eens een hoorzitting of een ander contactmoment te organiseren, zowel met Dyzo als met andere organisaties die werken met vrijwilligers. Dat kan wel interessant zijn.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Ik heb me er misschien niet mee te bemoeien, maar ik ga het toch doen. Ik denk dat het idee van een hoorzitting zeer goed is. Er is een grote vrees bij onze ondernemers voor toenemende faillissementen. Dan is het goed dat een organisatie als Dyzo, met mensen die heel veel ervaring hebben, via het parlement eens in de publieke ruimte komen. Ik vind dat dus een heel goed idee.
Collega Vanryckeghem, Dyzo werkt ook aan de doorstart van de ondernemer of de oriëntatie naar een andere job, als werknemer, maar ook als zelfstandige. We hebben, zoals ik al zei, extra middelen toegekend, maar ik heb ook nog 150.000 euro extra uitgetrokken via het Brexit-actieplan. Die middelen worden heel binnenkort vrijgemaakt. Die zijn ook bestemd voor extra werknemers, extra vte’s. Ik had dat nog niet gezegd in het eerste antwoord.
Collega Malfroot, eigenlijk verwijst u hier perfect naar wat ik gisteren in de plenaire vergadering heb gezegd, namelijk dat voor mij de informatie over de werking van Dyzo ook in de dokterskabinetten zou moeten liggen. Mensen zitten daar vaak te wachten en lezen dan van alles. We hadden het gisteren in de plenaire vergadering over de psychische problemen en de burn-outs die nakende zijn. Dan is het goed dat je weet dat zo’n organisatie bestaat, dat je ook met die dingen bij hen aan de slag kunt. Hetzelfde geldt echter ook voor de boekhouders, bijvoorbeeld, of andere personen die vaak in de omgeving van een ondernemer komen.
Die bekendheid van Dyzo was het grootste werkpunt voor mij in het antwoord op de vraag van collega Ronse. Niemand twijfelt immers aan het belang, maar dit moet bekend zijn. Als ik dan hoor dat de schepen van Lokale Economie van sommige gemeentebesturen niet weet dat het OCMW een samenwerkingsovereenkomst heeft met Dyzo, dan vraag ik me af hoe dat nu in godsnaam mogelijk is. Er is dus niet alleen voor Dyzo zelf en voor mij als minister werk wat de bekendmaking betreft. Ook voor onze lokale besturen intern is er wel wat werk aan de winkel.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik denk dat ik namens alle collega’s mag spreken, en zelfs ook namens de minister, als ik zeg aan de ondernemers die het vandaag moeilijk hebben, mentaal, maar ook financieel, dat wij hen niet vergeten zijn. Integendeel, wij zullen er vandaag meer dan ooit voor hen zijn. Wij gaan ervoor zorgen dat ze toegang hebben tot alle mogelijke mensen en diensten om er opnieuw bovenop te komen. Ik denk dat dat onze allerallergrootste prioriteit is. Zij zijn immers de mensen die welvaart willen creëren, die risico’s hebben genomen.
Ik vind trouwens dat mensen die falen, mensen zijn die na hun falen doorgaans veel sterker zijn dan wie nog nooit heeft gefaald. Falen mag dus absoluut geen schaamtegevoel geven. Integendeel, het moet eigenlijk iets zijn waar men fier op is: men kan zeggen dat men heeft gefaald, maar dat men erbovenop is gekomen. Ik denk dat ik namens alle collega’s spreek als ik zeg dat we al die mensen de hand zullen reiken en dat we er samen sterker door zullen komen. Minister, ik bedank u alleszins omdat u kosten noch moeite en middelen spaart om daaraan mee te helpen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.