Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Het concentratierapport van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) toont heel duidelijk aan dat de concentratie van het medialandschap in Vlaanderen elk jaar toeneemt. Zo schatte de VRM in zijn laatste rapport dat zowat 80 procent van de klassieke mediaproducten vandaag in Vlaanderen in handen is van vijf grote spelers.
Telenet is een zeer belangrijke speler in Vlaanderen. Deze telecomoperator, met een sterk dominante positie in Vlaanderen, ontwikkelt zich steeds meer als mediabedrijf dat zich verticaal organiseert via verschillende participaties. De volledige overname van De Vijver Media in 2018, waardoor het bedrijf productiehuis Woestijnvis en SBS Belgium in handen kreeg, was een grote stap in die richting. Dat heeft toen heel veel commotie veroorzaakt. Dat was zeer groot nieuws. Volgens het Europese mededingingsrecht dient een strikte scheiding te bestaan tussen de activiteiten van providers en mediabedrijven. Uiteindelijk besliste de Europese Commissie dat de Belgische autoriteit bevoegd was om deze deal goed te keuren. Zij zette op 14 mei 2019 het licht op groen, onder strikte voorwaarden. Een daarvan was de zogenaamde ‘Chinese walls’: een strikte scheiding tussen de verschillende onderdelen van het bedrijf. Telenet ging daarbij een aantal verbintenissen aan, onder andere dat haar data niet zouden worden ingezet ten behoeve van de eigen zenders. Daarnaast zette de synergie tussen SBS Belgium en Telenet zich verder met – onlangs – de naamsverandering van de televisiezenders VIER, VIJF en ZES naar Play4, Play5 en Play6, waarbij ‘Play’ duidelijk een merknaam is van Telenet. We hebben het daar toen in de commissie over gehad.
Verder breidde Telenet zijn participaties uit in andere mediabedrijven, met name een participatie in Streamz voor 50 procent, met DPG Media, en de nieuwe nationale reclameregie Ads & Data, voor 44 procent, met Mediahuis en Proximus. Dat laatste is veel minder onder de aandacht geweest.
Minister, over deze voortschrijdende synergie tussen Telenet en SBS Belgium stelde ik u op 11 februari 2021 al een vraag om uitleg. U gaf aan niet bezorgd te zijn, maar dat we wel alert moeten blijven voor deze problematiek.
Eind maart kwam dan het nieuws dat Telenet 49 procent van de aandelen van productiehuis Caviar in handen krijgt. Caviar is een Vlaams productiehuis, dat ook internationaal actief is in Los Angeles, Londen, Parijs en Amsterdam. Met deze nieuwe investering is Telenet nu in nagenoeg alle takken van de media-industrie actief, gaande van telecom, productiehuizen, zenders en een onlineplatform tot een reclamebedrijf. Deze participaties kaderen volgens Telenet zelf – ik citeer –“in de langetermijnstrategie van Telenet om binnen de Vlaamse mediasector meer structurele samenwerkingen uit te bouwen”. Met de laatste overname lijkt Telenet met andere woorden nog niet aan het einde van haar uitbouw als verticaal geïntegreerd mediabedrijf.
Minister, vindt u dat de voortgaande concentratie en integratiebewegingen van het Vlaamse medialandschap steeds problematischer is geworden? Zo ja, hoe wilt u daarmee omgaan?
Wat vindt u van het feit dat de scheiding, de zogenaamde ‘Chinese walls’, tussen telecomoperatoren en mediabedrijven in feite helemaal aan het verdwijnen is?
Welke ideeën en plannen hebt u voor ogen om met die verdere mediaconcentratie in Vlaanderen om te gaan?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Segers, uw vraag sluit aan bij de vraag om uitleg van 11 februari naar synergie tussen Telenet en SBS Belgium. Ik heb natuurlijk contact opgenomen met de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) in het bijzonder om daar ook input over te krijgen.
Dat er synergiën zijn en komen, is onvermijdelijk en ook noodzakelijk in de mediasector, die ook een economische sector is. Het is duidelijk dat elk bedrijf dat opportuniteiten ziet, die zal aangrijpen om zich te versterken. De integratie van mediaspelers is een beweging die men in verschillende Europese landen ziet en die ook noodzakelijk is om als lokale mediasector te kunnen blijven concurreren met internationale spelers.
Maar die bewegingen worden uiteraard steeds op hun concurrentie- en mediarechtelijke aspecten opgevolgd door de Belgische en Europese mededingingsautoriteiten enerzijds en de mediaregulatoren – waaronder natuurlijk de VRM – anderzijds. Zij hebben daar hun rol te spelen, zoals wettelijk en decretaal voorzien.
De VRM heeft me laten weten dat uit een eerste analyse van mogelijke effecten van deze overname op vier segmenten van de waardeketen, namelijk de productiehuizen, de omroepen, de distributeurs en de advertentiemarkt, gebleken is dat die impact beperkt zal zijn.
U hebt verwezen naar zogenaamde ‘Chinese walls’. Ik herinner op dat vlak aan mijn antwoord in de commissievergadering van 11 februari jongstleden. Noch de Europese Commissie, noch de Belgische Mededingingsautoriteit heeft in het verleden zogenaamde ‘Chinese walls’ opgelegd tussen telecomoperatoren en mediabedrijven. Zij zijn van mening dat dit niet nodig is om de concurrentie correct te laten spelen. Ook de VRM liet mij weten dat in dit specifieke geval het opleggen van ‘Chinese walls’ niet opportuun is. Ik ben zelf ook niet van plan om hierin tussen te komen of decretaal in te grijpen.
Het kunnen laten overleven van een gezonde lokale mediasector is onze prioriteit, dat weet u. Samenwerking tussen lokale spelers is een deel van de oplossing. Dat is ook het uitgangspunt – dat weet u – van ons regeerakkoord en de beleidsnota Media. Het is natuurlijk goed om te zien wanneer dat ook in de praktijk toepassing vindt. We hebben het volste vertrouwen in de deskundigheid en ervaring van de verschillende regulatoren die toezien op de wettelijke en decretale voorschriften.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw bondige antwoord, en vooral ook omdat u contact opgenomen hebt met de VRM. Dat is natuurlijk onze regulator die moet waken over de gezondheid van ons medialandschap.
Ik deel uw mening als u zegt dat er synergiën nodig zijn om te versterken en ons te wapenen tegen vooral buitenlandse bewegingen die gebeuren. Als die de gezondheid ten goede komen, is dat een goede zaak. Je ziet trouwens in alle cultuurindustrieën die verticale integratiebewegingen die maken dat spelers sterker worden.
Als de VRM oordeelt dat de impact van deze overname voor de vier segmenten van de waardeketen die zij hebben nagekeken, beperkt is, zou ik eigenlijk graag wat meer details willen over wat ze met ‘beperkt’ bedoelen. Die zal er ongetwijfeld wel zijn, maar wat bedoelen ze exact met ‘beperkt’?
In verband met de ‘Chinese walls’, herinner ik mij inderdaad dat u zei dat dat niet opgelegd wordt. Maar dat lijkt mij wel een gezond principe. Dit baart natuurlijk onder andere DPG toch wel wat zorgen. De situatie is immers zo dat Telenet, zelfs al door de manier waarop we onze afstandsbediening vasthouden, zo veel data heeft over wie er aan het kijken is en op welk moment. Ze kennen alle data over onze voorkeuren, welke programma’s we uitkijken, waar we het meeste of het langste naar kijken. Zij weten dus alles over ons kijkgedrag. Dat is natuurlijk een ongelooflijk voordeel om in te zetten naar een eigen mediabedrijf, naar SBS, voor de programmatie en voor de bestelling van programma’s bij productiehuizen, data waarover de concurrenten niet beschikken.
Op die manier verstevigt SBS natuurlijk dus ongelooflijk zijn positie, via Telenet – want ze gedragen zich almaar meer als één bedrijf, het wordt almaar meer SBS/Telenet. Ik vind het belangrijk dat we blijven monitoren dat er een gezond evenwicht bestaat tussen die vijf mediagroepen die er ‘slechts’ overblijven. Ik had daar graag wat verduidelijking bij.
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik ben het zeker eens met collega Segers dat we moeten toezien op een pluriform medialandschap, dat dat een rijk landschap moet zijn en dat die concentratie in de mate van het mogelijke beperkt moet blijven. In dat soort dossiers kennen we echter altijd een dubbele lijn, denk ik. Ten eerste is er inderdaad het vermijden van die al te grote concentratie. Anderzijds kunnen we toch ook niet beletten en kan het hen ook niet kwalijk genomen worden dat mediabedrijven breed willen gaan als ze sterker willen worden. Ik denk dus dat het voor ons, vanuit de politiek, heel moeilijk is dat af te wegen. Dan kijken we naar de VRM. We steken hier altijd de loftrompet over de VRM. Ik denk dat we die in dezen dan ook het vertrouwen moeten geven, om dat soort zaken te bewaken en ons te gepasten tijde te alarmeren, mochten er daar problemen opduiken.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij de opmerkingen van de heer Vandaele. Ik denk dat Vlaanderen inderdaad nood heeft aan een sterk medialandschap. Dat moet onze focus zijn: de Vlaming een mooi en divers media-aanbod brengen. Maar ik denk dat we vooral begrip moeten hebben voor de internationalisatie, zeker in de contentsector, waar de concurrentie niet alleen in Vlaanderen zit. In dit specifieke geval gaat het toch om twee sterke bedrijven, die elkaar gevonden hebben om nog sterker voor de dag te komen in die internationale context. Het verloopt een beetje zoals in een goed huwelijk, waarin het de bedoeling is om samen sterker te zijn dan elk apart. We pleiten dan het best ook niet voor ‘Chinese walls’. Ik denk dat we in Vlaanderen altijd voorzichtig en oplettend moeten zijn voor die té vergaande mediaconcentratie, maar dat we ons anderzijds ook niet mogen vergalopperen in het angstig kijken naar die bewegingen, omdat ze nu eenmaal ook nodig zijn om die Vlaamse sector te versterken. Wij rekenen inderdaad vooral op de regulator om ons daarin te begeleiden en om op te treden wanneer dat nodig is.
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de extra bedenkingen en vragen. Ik denk dat collega Segers graag zou weten wat de analyse van de VRM precies inhoudt, over de beperkte impact op de waardeketen. Ik zal daar even kort op ingaan. Wat de productiehuizen betreft, stelt de VRM dat de positie van Caviar ten opzichte van de andere productiehuizen waarschijnlijk wel verstevigd zal worden, omdat de kansen op een gegarandeerde afzet vergroten. Volgens de VRM kan dat nadeel voor de andere Vlaamse onafhankelijke productiehuizen gecompenseerd worden doordat de concurrerende omroepen misschien minder geneigd zijn om producties te bestellen bij een productiehuis dat tot een concurrerende groep behoort.
De concentratiegraad in het segment Vlaamse productiehuizen is volgens de VRM laag en zal dat ook blijven na de overname van Caviar. Ik wil er toch op wijzen dat we een zeer divers productielandschap hebben in Vlaanderen, dat ook zal blijven bestaan na deze evolutie.
Caviar kende ook een grote omzet op de Amerikaanse markt en was al langer op zoek naar een strategische partner om verder te groeien. Daarom kan het positief zijn voor de Vlaamse mediamarkt dat het productiehuis een stevigere financiële ruggensteun geniet. Dit kan ook een manier zijn om onze Vlaamse sector verder te versterken.
Ten tweede, wat betreft de impact op de televisieomroepen meent de VRM dat de overname voor de andere omroepen niet onoverkomelijk is, omdat er nog veel andere onafhankelijke productiehuizen zijn.
Het derde punt: als televisiedistributeur realiseert Telenet een voordeel met deze overname, maar zonder afbreuk te willen doen aan de opmerkelijke kwaliteit van het Caviaraanbod, meent de VRM dat het lijkt dat dit productiehuis momenteel niet over een must-have aanbod beschikt, wat voor een klant een beweegreden zou kunnen zijn om effectief van distributeur te veranderen.
Een vierde punt is dat, qua impact op de advertentiemarkt, Caviar effectief ervaring heeft met het produceren van reclamefilmpjes voor grote internationale klanten. De overname kan mogelijk leiden tot gebundelde aanbiedingen voor de aankoop van advertentieruimte op de Play-zenders, in combinatie met de aanmaak van de filmpjes door Caviar. In ieder geval profileert Telenet zich hiermee verder in de waardeketen van de audiovisuele advertentiemarkt, volgens de VRM.
Wat de ‘Chinese walls’ betreft: ik denk dat ik duidelijk ben geweest. Er is ook een remedie voor Telenet in het kader van een 100 procent overname van SBS, maar er is geen echte ‘Chinese walls’-verplichting. Liberty Global verbindt zich ertoe geen analyses van kijkdata met betrekking tot de zenders te delen of te gebruiken ten behoeve van de zenders van SBS en Woestijnvis. Ook daar was dat dus geen ‘Chinese wall’. Dat is ook onwenselijk, denk ik, als we onze bedrijven willen ondersteunen om ook te groeien in een internationaal competitieve markt.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Met betrekking tot dat laatste, die ‘Chinese walls’, daarover gaan we van mening blijven verschillen. Ik denk wél dat dat een gezond principe zou moeten zijn. Dank u voor de toelichting bij de analyse die de VRM heeft gemaakt. Daarin begrijp ik nu inderdaad dat zij zowel op het vlak van de situatie van de productiehuizen, de omroepen, de distributeurs als de advertentiemarkt geen grote negatieve effecten zien. Maar het blijft natuurlijk een feit dat Telenet zijn positie versterkt, ook als distributeur. Er ontstaat nu een geprivilegieerde samenwerking met Caviar, dat zich verder kan ontwikkelen, wat zeer positief is. Maar ik ga er vanuit dat de VRM dit gaat blijven monitoren, en wij gaan dat samen blijven opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.