Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de stopzetting van de samenwerking van de VRT met de televisiezender BVN
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Segers heeft het woord.
We kennen allemaal Het Beste van Vlaanderen en Nederland (BVN), een kanaal dat een samenwerking is tussen de VRT en de Nederlandse publieke omroep NPO. Het richt zich naar Nederlanders en Vlamingen in het buitenland. In het buitenland is de zender te bekijken via satelliet, streaming en andere distributiekanalen en brengt hij een dagelijkse selectie uit het aanbod van VRT en NPO. De Vlaamse Regering zet de samenwerking tussen NPO en VRT in BVN stop, waardoor tegen de zomer de zender in zijn huidige vorm van de satelliet verdwijnt. NPO gaat nu zelf verder met het aanbod via satelliet als het ‘Beste van NPO’ voor zijn buitenlandse kijkers.
Dat is niets nieuws, want u kondigde het einde van de samenwerkingsovereenkomst al aan in uw beleids- en begrotingstoelichting 2021, minister. U verwees toen naar het wijzigende mediagebruik. Maar de realiteit is dat Vlamingen die in het buitenland wonen, nu onzeker zijn in hoeverre ze via satelliet nog naar Nederlandstalige programma’s kunnen kijken, behalve via VRT NU, want dat zal grotendeels uw antwoord zijn.
U stelde dat u het jaarlijks budget van 1 miljoen euro liever op een andere manier wilt investeren en dat u alternatieven zult uitwerken voor deze groep. Voorts stelde u: “In 2021 zal ik een nieuwe samenwerkingsagenda met Nederland opzetten. Ik ben hierover reeds in overleg met mijn Nederlandse collega. Het is de bedoeling om tot een sterkere en performantere samenwerking met Nederland te komen in het verlengde van de actuele noden en evoluties in het medialandschap.”
Ik heb daarom de volgende vragen, minister. Hebt u al overleg gehad met uw Nederlandse collega in functie van een samenwerkingsagenda met Nederland? Wat heeft dat overleg opgeleverd? Kunt u de inhoud van die samenwerkingsagenda toelichten en hoe zult u die realiseren?
Op welke manier wilt u het budget dat vrijkomt uit het stopzetten van de samenwerking met NPO investeren?
In welke alternatieven voorziet u voor Vlamingen in het buitenland om Nederlandstalige programma’s te volgen?
De heer Tommelein heeft het woord.
Op 1 juli komt er dus een einde aan de jarenlange samenwerking tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VRT enerzijds en de Stichting BVN anderzijds. Die samenwerking is begonnen in 1998, toen ik nog jong en onervaren was, met als doel om programma’s van de Vlaamse en Nederlandse publieke omroepen bij Vlamingen, Nederlanders en Nederlandstaligen in het buitenland te brengen.
Deze programma's werden voornamelijk via diverse satellieten – Astra 1N, Galaxy 19 of AsiaSat 5 – tot in alle uithoeken van de wereld uitgezonden en aangeboden. De afgelopen jaren kwam daar nog distributie via online streaming bij. De focus lag in de eerste plaats op de nieuws- en informatieprogramma’s, zoals Het journaal, De afspraak of De zevende dag, maar ook Blokken, Dagelijkse kost of het populaire Thuis werden dagelijks uitgezonden.
Het stopzetten van deze samenwerking vanaf 1 juli gebeurde uiteraard in overleg met de Vlaamse Regering. En laat ons eerlijk zijn: het aandeel van Vlaamse programma’s was de afgelopen jaren al sterk teruggelopen. In artikel 16 van de huidige beheersovereenkomst staat duidelijk dat de Vlaamse deelname eind april 2020 zou worden geëvalueerd. U kondigde die evaluatie ook aan in uw beleidsnota Media.
Tijdens de begrotingsbesprekingen in het najaar van 2020 werd al gealludeerd op een uitdoofscenario op basis van deze evaluatie. Minister, misschien kunt u straks wat toelichting geven bij de resultaten van de evaluatie, want ik kan mij inbeelden dat BVN niet de meest toekomstgerichte manier is om Vlamingen in het buitenland te bereiken. De wereld van de media is immers sinds 1998 compleet gewijzigd. Dat weten wij allemaal.
Minister, ik kan de beslissing begrijpen, zeker wanneer u stelt dat u meer wilt inzetten op toekomstgerichte initiatieven. Ook de VRT zelf sprak in haar communicatie over de stopzetting van de samenwerking en over het inzetten op toekomstgerichte technologie die inspeelt op het mediagebruik van vandaag. We mogen hierbij veronderstellen dat vooral de online kanalen van de VRT zelf, zoals VRT NU en VRT NWS, en hun bijhorende applicaties, voortaan als platform zullen worden ingezet om VRT-programma’s bij de Vlamingen in het buitenland te brengen.
Toch zijn er nog een aantal zaken die goed moeten worden bekeken. Ten eerste, het bereik van internet, zowel vast als mobiel. Zoals u weet, in tegenstelling tot wat sommige Vlamingen denken, is dat in Vlaanderen bijzonder breed en performant. Je moet maar eens naar het buitenland gaan en in een onweer terechtkomen. Dan kun je een hele week zonder internet zitten. Dat heeft mijn 14-jarige dochter vorig jaar meegemaakt in Italië. Een gevolg van de grote investeringen die Proximus en Telenet, en vroeger ook de lokale besturen, de afgelopen jaren hebben gedaan, is dat we nu een netwerk hebben met het bereik en de downloadsnelheid zoals we die vandaag kennen en waar we bijzonder gewend aan zijn geraakt. Maar laat ons eerlijk zijn: niet op alle plaatsen in de wereld is het internet even goed uitgerold en al zeker niet in staat om hoge data, zoals van audiovisueel materiaal, op een gebruiksvriendelijke manier te verdelen. De satelliettechnologie biedt op dat vlak wel een goed alternatief.
Minister, er is ten tweede ook de rechtenproblematiek. Niet alle programma’s waarvan de VRT over de uitzendrechten in Vlaanderen beschikt mogen door de VRT ook in het buitenland worden uitgezonden. Dat gold ook voor BVN. Op dat vlak zal de wijziging dus minder groot zijn. Maar men moet er toch eens over nadenken hoe men daarmee zal omgaan bij het gebruik van de diverse VRT-platformen, ook en vooral in het kader van het gebruikerscomfort. Wat dat laatste betreft, is er toch ook de vraag naar goede communicatie naar de huidige gebruikers van BVN, nietwaar mevrouw Segers. Vlamingen in de verre uiteinden van de wereld mogen niet plots geconfronteerd worden met het stopzetten van hun mediakanaal, zonder dat ze zeer goed worden geïnformeerd over de alternatieven die worden vooropgesteld. Ik vermoed, u kennende, minister, dat u die bezorgdheid wel zult delen.
Minister, kunt u meer toelichting geven over het evaluatierapport inzake BVN? Welke specifieke elementen liggen aan de basis van de beslissing om de samenwerking stop te zetten?
Kunt u mij toelichting geven over de afspraken die werden gemaakt met betrekking tot het overgangsjaar 2021, onder meer wat betreft aanbod en financiering?
Welke toekomstgerichte alternatieven om VRT-programma’s tot bij Vlamingen in het buitenland te brengen worden beoogd? Gaat het hierbij over online platformen zoals VRT NU en VRT NWS?
Wordt hierbij een oplossing voorzien voor regio’s waar breedbandinternet – vast of mobiel – nog niet of onvoldoende beschikbaar is? Of stelt deze problematiek zich in de praktijk niet?
Vermoedt u problemen met het aanbod in het buitenland van bepaalde programma’s of programmaonderdelen die in Vlaanderen wél toegankelijk zijn via de online VRT-platformen, vanwege het al dan niet hebben van bepaalde rechten, bijvoorbeeld bij aangekochte documentaires?
Hoe zal men hiermee omgaan? Stelde die problematiek zich ook bij BVN?
Op welke wijze zullen de frequente gebruikers van BVN in het buitenland worden geïnformeerd over zowel de beslissing als – en vooral – over de manieren waarop ze het VRT-aanbod zullen kunnen blijven bereiken?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega’s Segers en Tommelein, voor de vraag over BVN. Vanuit de Vlaamse Regering hechten wij heel veel belang aan de goede samenwerking met Nederland. Dit is absoluut essentieel. In die zin moet de stopzetting van de samenwerking van de VRT met BVN niet begrepen worden alsof wij die samenwerking minder belangrijk zouden vinden, integendeel! Er is wel een link met de vorige vraag: het gaat erover wat de toekomstgerichte strategieën zijn om die samenwerking Nederland-Vlaanderen te verbeteren en vooral hoe we de vruchten van die samenwerking bij alle Vlamingen kunnen brengen. We hebben in heel dit traject een bijzonder goede samenwerking gehad. Ook bij het uitdoofscenario dat nu voorligt, hebben we heel goede contacten gehad, uiteraard met de VRT, maar evengoed met de Nederlandse collega van Media, Arie Slob, die natuurlijk in lopende zaken verkeert. En ook met zijn administratie en de NPO zijn daar heel goede contacten geweest.
Versta me niet verkeerd, collega’s. Het BVN-verhaal is een heel mooi verhaal geweest. De vraag die nu beantwoord diende te worden is of we moeten vasthouden aan een dure vorm van verspreiding – 1 miljoen euro is niet gering in mediasubsidies, want satellietdistributie is effectief een dure manier – met een toch relatief beperkt aanbod van Vlaamse en Nederlandse televisieprogramma’s die uitgestuurd worden volgens een vast programmaschema en aan een beperkt publiek.
Collega Tommelein heeft gepeild naar de analyse die door mijn administratie is gebeurd. Die analyse heeft mij effectief gesterkt in het nemen van deze beslissing. Ik verklaar mij nader. Het eerste punt is dat satellietuitzendingen een zeer hoge kostprijs hebben binnen het jaarlijkse BVN-budget. BVN speelt via satelliet nog steeds een rol als informatiebron, maar het belang ervan vermindert ten voordele van andere kanalen, digitale kanalen, en al zeker binnen Europa. VRT NWS staat hierbij met stip op de eerste plaats als het gaat over het inwinnen van informatie over het thuisland. Ook uit kwantitatief onderzoek van de VRT blijkt dat de populariteit van BVN sterk afneemt en dit ten koste van een sterk toenemende populariteit van VRT NU. Met de wereldwijde opkomst van breedbandinternet wordt het belang van satelliettelevisie en dus van BVN steeds kleiner. Het aantal Vlamingen die reizen en werken buiten Europa is eerder beperkt. Uit cijfers van de FOD Buitenlandse Zaken over het aantal geregistreerde Belgen in het buitenland en gegevens van Statbel blijkt dat naar schatting 78 procent van de Vlaamse expats woont en werkt ín Europa en dat 93 procent van de reizen van de Vlamingen binnen Europa gebeuren.
Op basis van deze vaststellingen was en blijf ik van oordeel dat de veranderende mediawereld niet langer rechtvaardigt dat een substantieel deel van de mediamiddelen besteed wordt aan satellietdistributie. Ik zie veel meer toekomstmuziek in een ruimer en rijker online alternatief uitgaande van de VRT en het inzetten op een nog nauwere samenwerking met Nederland, die enerzijds gericht is op de uitdagingen van het snel evoluerende medialandschap en anderzijds op het zichtbaar en sterker maken van gezamenlijke audiovisuele content en gezamenlijke media-initiatieven.
Bij het nemen van deze beslissing heb ik wel steeds aangegeven dat ik de samenwerking met BVN op een correcte manier wil afronden en dat 2021 als een overgangsjaar zou worden beschouwd. U weet dat onze overeenkomst per 31 december 2020 is vervallen en dat wij die moesten verlengen, mochten wij dat willen. Dat hebben we dus niet gedaan. Maar 2021 is wel een overgangsjaar.
De gemaakte afspraken en vooropgestelde financiering vloeien voort uit de beslissing om de VRT-programma’s nog tot 1 juli 2021 deel uit te laten maken van de BVN-programmering. Het addendum regelt de verlenging van de samenwerkingstermijn tot en met 30 juni 2021 en de werkingskosten die hiermee gepaard gaan, worden daarin ook geregeld. Er worden ook afspraken gemaakt rond communicatie gedurende de eerste helft van dit jaar en er is ook een regeling opgenomen betreffende de gereserveerde kostenbijdrage aan het sociaal passief, namelijk de allocatie van het Vlaams aandeel van de reservevorming aan dat sociaal passief.
Qua aanbod verandert er dus niets voor deze eerste jaarhelft.
Wat de financiering betreft, wordt een bedrag van 570.000 euro uitgetrokken, waarvan 167.000 euro voor de verzorging van programma’s en communicatie en 390.000 euro voor de verspreiding van de programma’s. Ten slotte werd ook overeengekomen om te voorzien in een opleg van 14.000 euro ter aanvulling van het sociaal passief.
Van de beschikbare middelen voor 2021, namelijk 989.000 euro, wordt dus 570.000 euro voorbehouden voor het uitdoofscenario in dit jaar. Een deel van de nog resterende middelen zal doorstromen naar de VRT in functie van het vervolgtraject dat de VRT aan het uitbouwen is om de Vlaming in het buitenland vanaf de tweede jaarhelft van 2021 een mooi alternatief aan te bieden via het online aanbod. De gesprekken met de VRT hierover lopen nog.
Samen met mijn administratie zal ik ook verder bekijken op welke manier de resterende middelen zullen worden ingezet. Dit overleg is nog niet volledig afgerond, maar we hebben in elk geval ambitieuze plannen om die samenwerking met Nederland te versterken.
Er waren verschillende pertinente vragen over de toegankelijkheid van online media, met name VRT NU, in het buitenland. Vlamingen die een Belgische domicilie hebben en in Europa reizen, kunnen van het volledige VRT NU-aanbod genieten, op basis van de Europese regelgeving rond de zogenaamde portabiliteit. Het is de bedoeling om Vlamingen die buiten Europa reizen en Vlaamse expats die geen domicilie hebben in België toegang te geven tot VRT NU, zij het tot een beperkter en niet het volledige aanbod. Het is de bedoeling dat een aanbod van programma’s op VRT NU ter beschikking wordt gesteld dat geïnspireerd is op het VRT-aanbod op BVN en gealigneerd op de behoefte van de Vlaamse kijker. Het is inderdaad zo dat niet alle elementen van VRT NU overal ter wereld aangeboden kunnen worden, omdat niet alle rechten van alle programma’s gecleard kunnen worden. Dat zal dus wel het geval zijn voor de programma’s die nu op BVN te bekijken zijn. Een voorbeeld daarvan zijn de in het buitenland aangekochte programma’s die niet op BVN aangeboden kunnen worden. Het lijkt me nogal evident dat die programma’s niet op de internationale VRT NU ter beschikking worden gesteld.
Ik wil er ook wel op wijzen dat de VRT NWS-website en -app wel wereldwijd toegankelijk zijn voor nieuws en duiding. De VRT werkt hard om ervoor te zorgen dat die toegankelijkheid van VRT NU overal gegarandeerd wordt.
Met de wereldwijde opkomst van breedbandinternet wordt het belang van BVN steeds kleiner, doordat de toegang tot het internet wereldwijd in volle ontwikkeling is en er ook de komende jaren verder geïnvesteerd zal worden in breedbandtechnologieën om de kwaliteit en de toepassingen uit te breiden. Volgens ons is dit daarom een goede beslissing.
Uiteraard zijn er nog gebieden in de wereld waarin geen breedbandinternet ter beschikking is. Dat is iets dat wel heel snel evolueert. Voor Vlamingen in Europa die niet beschikken over een stabiele internetverbinding, is er ook nog steeds het betalend satellietaanbod. Bij TV Vlaanderen kan het VRT-aanbod, maar ook dat van andere Vlaamse zenders, binnen Europa via satelliet bekeken en beluisterd worden.
Er werden ook vragen gesteld over de communicatie. Een eerste communicatiecampagne werd gestart op 6 april jongstleden en is gericht op het informeren van de afbouw van het BVN-aanbod voor alle huidige en potentiële BVN-kijkers. Op de BVN-website vinden BVN-kijkers alle info over de aankomende nieuwe situatie en wijzigingen. Vanuit alle BVN-kanalen wordt voor uitgebreide info verwezen naar die landingspagina.
Zodra de gesprekken met de VRT afgerond zijn over de internationale VRT NU, is het ook de bedoeling dat de VRT een communicatie-en marketingcampagne zal uitrollen eind mei/begin juni waarin aangegeven zal worden hoe Vlamingen in het buitenland van het VRT-aanbod kunnen genieten via VRT NU, VRT NWS en de radio-apps.
Ik heb overleg gehad met collega-minister Arie Slob. We hebben afgesproken om op een goede manier het overgangsjaar en de afbouw van BVN uit te werken. Ik heb ook gezegd dat we een vervolgtraject op poten zetten, waarbij we die samenwerking zullen concretiseren. Collega’s, Nederland bevindt zich op dit moment natuurlijk in een bijzondere situatie, die we in België goed kennen: een regering in lopende zaken. Ik wacht uiteraard de nieuwe regeringsvorming af, om dan te bekijken met welke Nederlandse collega ik hier in detail aan verder kan werken.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw uitgebreid antwoord. Vooreerst, het verheugt mij om te horen dat onze gekoesterde, geprivilegieerde samenwerking met Nederland verder gaat. Zeker in deze commissie – want velen van ons zijn ook lid van de interparlementaire commissie – is het een doel om deze samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland te versterken. U zegt dat dit op nieuwe manieren zal voortgezet worden. Daar kan ik mij absoluut in vinden.
Zoals collega Tommelein aangaf is het medialandschap van de jaren 90 niet meer dat van vandaag. Maar hoe dat er heel concreet gaat uitzien, dat heb ik van u niet gehoord. Oké, de regering is daar in lopende zaken. Maar als ik goed naar u luister, dan gaat VRT NU werken aan een soort van VRT NU light voor Vlamingen in het buitenland. Ze gaan daar ook in mei al een campagne rond lanceren. Maar dat zou geen BVN op het internet worden. Dus de inbreng van Nederland – misschien begrijp ik het verkeerd –, daar is nog geen concreet zicht op. Zal het aanbod van NPO een plaats krijgen op die VRT NU light, of zal die dan een andere naam krijgen? Daar is nog veel onduidelijkheid, graag wat verdere toelichting daarover. Hoe gaat dat er dan precies uitzien, die VRT NU light voor Vlamingen in het buitenland? En hoe zal daar dan een deel van de content van NPO een plaats op krijgen? Of zijn er andere perspectieven?
Collega Tommelein heeft het heel terecht ook vermeld: we duwen alles nu naar het internet. Maar de realiteit is dat in heel veel ons omringende landen het ongelooflijk krachtige internet dat wij genieten geen realiteit is. Het belang van satelliet vermindert. Maar het is nog maar twee of drie jaar geleden, het was 1 december 2018, toen de VRT beslist heeft om Digital Video Broadcasting Terrestrial (DVB-T) te stoppen. Toen werd ook gezegd: alles zit nu toch op internet. Toen is er gigantisch protest gekomen. We hebben heel veel vragen gehad en heel veel discussie over het stopzetten van DVB-T. Het protest kwam natuurlijk ook van een groep die technisch niet onderlegd is. Maar je kunt niet alles naar het internet duwen zolang niet iedereen internet – en een voldoende performant internet – heeft. Ik denk dus dat daar nog een beetje moet gekeken worden in welke mate daar begeleiding kan op volgen.
De heer Tommelein heeft het woord.
Eerst en vooral bedankt voor uw antwoorden, minister. Het is belangrijk dat de VRT effectief voor een waardig alternatief zorgt, en daarbij ook voldoende de vinger aan de pols houdt bij de Vlamingen in het buitenland zelf. U hebt cijfers gegeven van hoeveel procent in Europa zit en zo, maar vooral in die zones waar onvoldoende of geen performant internet voorhanden is, lijkt het me toch belangrijk dat we daar luisteren naar wat de Vlamingen zelf vragen.
Het is ook belangrijk om de hedendaagse gebruikers op de hoogte te brengen, en te leiden tot die nieuwe platformen. Bent u bereid, of is de VRT van plan, om daar een specifiek meldpunt te voorzien voor specifieke problemen in verband met deze problematiek?
Ik heb een bijkomende vraag: is de VRT van plan om opnieuw na te denken welk aanbod ze bij de Vlamingen in het buitenland wil brengen? Men heeft natuurlijk een specifieke opdracht als overheidsomroep. Komt er een evaluatie van het aanbod, of gaat men gewoon de programma’s die men aan BVN leverde ook leveren op de andere manier? Ik denk bijvoorbeeld aan documentaires, in het kader van de brede informatieopdracht van de VRT. Zoals u zelf al aangaf, minister, zullen we toch eens moeten kijken welke rechten hiervoor nodig zijn. Het is beter om dit op voorhand al eens te bekijken. Dank u wel.
De heer Vandaele heeft het woord.
BVN ligt mij nauw aan het hart. Ik zal u zeggen waarom. In een vorig leven was ik algemeen secretaris van het Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland. Ook collega Segers kent die club goed. Het allereerste advies dat ik destijds mocht schrijven, ging over de oprichting van BVN. Het tweede belangrijke advies was de oprichting van De Buren in Brussel. Zo komt u nog eens iets te weten over mijn verleden, in de tijd dat ik, zoals collega Tommelein het uitdrukt, nog jong en onervaren was. Het project BVN ligt mij nauw aan het hart, maar je moet toegeven dat de tijd niet stilstaat. De realiteit van vandaag is een andere dan die van twintig jaar geleden. Er zijn ook heel wat andere dragers in het medialandschap. Ik heb er geen probleem mee dat er naar nieuwe vormen en nieuwe technologieën wordt gezocht. Daar moeten wij zeker in meegaan, hoewel er nog altijd plekken zijn waar je enkel via de satelliet die boodschappen kunt brengen. We moeten wel altijd twee dingen in het oog houden. Het nieuws over de Nederlandstaligheid moeten wij wel blijven brengen in het buitenland, voor onze eigen expats maar ook voor de vele buitenlanders die op een of andere manier belangstelling blijven hebben voor Vlaanderen en het Nederlands. Belangrijk blijft ook de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen. Er is al redelijk wat op de schop gegaan, onder andere het Cultureel Verdrag zelf, en nu verdwijnt ook BVN. Ik denk toch, minister, dat wij moeten blijven inzetten op die samenwerking, al is het dan op een andere manier. Het is de hoogste tijd dat wij daarin naar een nieuwe adem zoeken, en ik denk dat collega Segers op dezelfde lijn zit. Dat geldt trouwens ook voor de Taalunie.
Tot daar mijn opmerkingen. Ik stel geen bijkomende vragen, want u hebt alle vragen beantwoord, minister.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik wil beginnen met de idee van VRT light van collega Segers. Dat wordt nu uitgewerkt door de VRT. Daarover kan ik nog niet heel concreet zijn. Het zal klaar zijn tegen 30 juni. De idee is om in eerste instantie VRT-programmatie aan te bieden in het buitenland. Dat is niet hetzelfde als de combinatie van vooral Nederlandse NPO-programma’s en een beetje VRT-programma’s. Het gaat erom om ook de VRT-content in het buitenland bekend te maken.
Dat brengt mij bij een meer fundamentele vraag. Er zijn twee zaken. Een eerste punt is onze verantwoordelijkheid vanuit Vlaanderen, en meer bepaald vanuit onze openbare omroep, om ook toegankelijk te zijn in het buitenland, voor Vlamingen maar ook voor andere belangstellenden. Een tweede punt is de samenwerking met Nederland. BVN is een heel mooi initiatief geweest in de jaren 90, waarin beide doelstellingen zijn samengebracht. Precies omdat satellietdistributie zo duur was, is geopteerd voor een combinatie van aanbod van NPO, BVN en een stuk VRT. Door de huidige beslissing worden de twee doelstellingen losgekoppeld. We gaan aan de VRT vragen om haar aanbod in het buitenland nog te versterken, via digitale kanalen. Dat is niet noodzakelijk de manier om de samenwerking met Nederland vorm te geven.
We zullen dus op zoek moeten gaan naar nieuwe vormen van samenwerking met Nederland. Die samenwerking kan relevant zijn voor Vlamingen in het buitenland. Daar investeerden we tot nu 1 miljoen euro per jaar in. Maar ik vind de samenwerking des te relevanter voor alle Vlamingen, ook zij die hier nog wonen, en er zijn zoveel mooie zaken die we samen doen, ook in het medialandschap. Ik denk bijvoorbeeld aan gezamenlijke fictieproducties. Er zijn vandaag al heel wat kwaliteitsvolle fictiereeksen, gaande van Undercover tot Red Light die Nederlandse en Vlaamse acteurs en productiecrews samenbrengen. Dat zorgt voor een interessante uitwisseling op cultureel vlak doordat alle Vlamingen, niet alleen die in het buitenland, die series kunnen zien. Dat is maar één voorbeeld. Er zijn er ook nog andere. Bijvoorbeeld op het vlak van de muziek is er de Lage Landenlijst. Zulke samenwerkingen maken dat we elkaars land beter leren kennen. Ik geloof daar heel sterk in.
Het uitzenden in het buitenland zal niet meer het vehikel als dusdanig zijn voor die sterke samenwerking. Ik sluit ook niet uit dat er via VRT NU NPO-programmatie op een of andere manier wordt meegenomen. De VRT zal moeten voorstellen of ze dat op die manier zinvol vindt. U kunt er zeker op rekenen, collega’s, dat we verder zullen werken en de gewone financiering hier zullen gebruiken om die samenwerking met Nederland te versterken. Ik voel me ondersteund door jullie, collega’s, zeker door de collega’s Segers, Vandaele en Tommelein, die daar een grote affiniteit mee hebben. Ik deel die ook.
Collega Tommelein, wat de rechten betreft, hangt het er voor documentaires van af wie die rechten heeft. Als dat buitenlandse spelers zijn, zal dat vaak niet kunnen. De VRT-klachtendienst zal het meldpunt behandelen. In de communicatie zal helder worden gesteld tot wie men zich kan richten met het telefoonnummer, e-mailadres en dergelijke meer.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor de bijkomende verduidelijking. Ik was naïef in de waan dat de oefening die er nu wordt gemaakt voor een VRT light voor Vlamingen in het buitenland, helemaal losstaat van de samenwerking met Nederland en dat die de facto al is losgelaten.
Ik dring erop aan, minister, dat NPO en de VRT samen gaan zitten om te kijken op welke manier een dergelijk kanaal mogelijk is, of het nu onder de naam VRT light is of onder een nieuwe naam. Die oefening moet vanaf het begin grondig gebeuren zodanig dat die samenwerking niet verloren gaat. Ik treed collega Vandaele bij. U zegt dat u de samenwerking met Nederland wilt versterken, maar in de realiteit hebben we het Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland en de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland afgeschaft, en nu ook BVN. De Interparlementaire Commissie verloopt moeizaam en er is het probleem met de Taalunie. De samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen staat ongelooflijk onder druk. Dit is een volgende stap. Men laat elkaar los. Ik dring erop aan dat er inspanningen gebeuren om samen die route uit te stippelen zodanig dat Vlamingen en Nederlanders in het buitenland op een kwalitatieve manier kunnen blijven genieten.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoorden. Ze voldoen op dit moment aan mijn verwachtingen. Ik sluit me ook aan bij de collega’s die aandringen op een sterke samenwerking met Nederland, niet alleen voor deze problematiek, maar ook voor andere zaken. Ik merk dat de commerciële zenders vrij vlot de samenwerking met Nederland vinden. Ik zie Legomasters op de commerciële omroepen toch hoog scoren enzovoort. Het is een aanrader om ook vanuit de VRT aan te dringen op een nauwere samenwerking met de Nederlandse collega’s. Waar is de tijd van Berend Boudewijn en Pierre van Ostade?
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.