Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Warnez heeft het woord.
Straks zullen we in 94 vaccinatiecentra in Vlaanderen massaal vaccineren. We zijn daarbij afhankelijk van de vaccins, maar ook van de vele handen die nodig zijn om dit werk te verrichten. Meer dan ooit zullen de lokale besturen een beroep doen op vrijwilligers. De minister gaf reeds aan dat heel wat vrijwilligers zich al aandienen bij de vaccinatiecentra.
De lokale besturen zullen niet alleen in de vaccinatiecentra een beroep doen op vrijwilligers, ook daarbuiten zullen zij cruciaal zijn. We denken daarbij aan het vervoer tussen de woonplaats van een minder mobiele burger naar het vaccinatiecentrum. Heel wat mensen zullen straks met hun privéwagen vrijwillig hun buur of iemand anders naar het vaccinatiecentrum willen brengen. Ook steden en gemeenten zijn nu bezig met vrijwilligers te zoeken om het lokaal vervoer te organiseren. We zullen hen broodnodig hebben. Als we de vaccinatiegraad zo hoog mogelijk willen, moeten we iedereen tot bij de vaccinatiecentra krijgen.
Net als in de eerste golf zullen opnieuw heel wat burgers zich dus inzetten uit solidariteit voor buren en kwetsbaren. Toen werd de gratis vrijwilligersverzekering bij het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk (VSVW) uitgebreid naar alle burgers. Vrijwilligers zorgen voor anderen maar het is belangrijk dat wij ook voor hen zorgen. Daarom enkele vragen.
Voor welke taken zal men in en rond de vaccinatiecentra een beroep doen op vrijwilligers? Hoe ondersteunt Vlaanderen de lokale besturen en de eerstelijnszones in hun zoektocht naar vrijwilligers?
Zullen de onkosten van vrijwilligers die in vaccinatiecentra aan de slag gaan, vergoed worden via een vrijwilligersvergoeding?
Zullen vrijwilligers die straks met hun privéwagen iemand tot bij een vaccinatiecentrum brengen, opnieuw verzekerd worden door een Vlaamse collectieve verzekering?
Minister Somers heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Warnez, voor uw vraag. Een vraag die begrijpelijkerwijze van u komt, want u bent eigenlijk de vader van de vrijwilligersverzekering in de eerste golf. Dat was uw idee, dat u toen gelanceerd hebt, om die mensen te verzekeren. We hebben toen op basis van uw idee dat ook uitgerold. Ik wil graag erkennen dat u daar de geestelijke vader van bent en dan is het normaal dat u voortgaat op dat mooie succes, een positief succes en een mooie bijdrage tot het beleid.
We hebben 95 vaccinatiecentra, er is er eentje bijgekomen, in Brabant-Zuid. Eerst was daar het idee om met z’n allen naar de Brabanthal te gaan, maar men heeft het toch opgesplitst. We zitten dus met 95 vaccinatiecentra.
Er zijn ongelooflijk veel mensen die vrijwilliger willen zijn. Dat is in deze moeilijke tijden, waar er heel veel somberheid hangt, ongelooflijk verheugend. Duizenden mensen hebben zich al opgegeven, bij lokale besturen vaak honderden. Bij ‘Help de helpers’ denk ik dat we al aan de tienduizend zitten; de laatste keer dat ik het van collega Beke gehoord heb, was het meer dan achtduizend, en dat is al een tijdje geleden. Het is toch wel ongelooflijk hoeveel solidariteit en bereidheid er is om mee te werken aan de oplossing. Daar moeten we ons ook aan warmen in deze moeilijke tijden, dat die wil van de mensen om mee te werken echt aanwezig is, overal, overal. Mensen melden zich bij lokale besturen, bij de eerstelijnszones en bij de vaccinatiecentra.
U weet dat er een website helpdehelpers.be bestaat. Die is opgericht tijdens de eerste golf om vrijwilligers in contact te brengen met welzijnsverenigingen, zorgvoorzieningen, lokale besturen, om met vrijwilligers de maatschappelijke noden die er toen waren, op te vangen. Die is nu omgevormd tot een platform waar mensen zich ook kunnen melden om in een vaccinatiecentrum in de buurt te werken. Via een persoonlijke profielpagina kunnen personen hun persoonsgegevens, opleiding, voorkeuren en beschikbaarheid ingeven en beheren. Personen die nu al een profiel hebben bij helpdehelpers.be zullen een bericht krijgen om hun profiel aan te passen en zich eventueel kandidaat te stellen om te helpen in een vaccinatiecentrum. Dat is wat we gedaan hebben. Verschillende profielen kunnen zich aanmelden: medisch geschoolde profielen, administratieve profielen, profielen voor onthaal en toezicht, stewards, en ook profielen voor logistieke ondersteuning.
Zullen hun onkosten vergoed worden? Ja, dat kan. De middelen zijn daarvoor voorzien. De vergoeding zal worden uitbetaald door de entiteit waarmee de vrijwilliger een overeenkomst sluit. Voor de niet-medische vrijwilligers zal dit hoofdzakelijk gebeuren door lokale besturen. Dit maakt deel uit van de compensatie die lokale besturen ontvangen via de subsidies die de Vlaamse Regering vorige vrijdag goedgekeurd heeft voor de praktische organisatie van vaccinatiecentra.
Uit het feit dat ik geen vragen gekregen heb over de omvang van die vergoeding, leid ik voorzichtig af dat die relatief goed gevallen is bij de lokale besturen en dat het Belfortprincipe hier op een correcte manier is toegepast. Het gaat om 200 miljoen euro. Ik heb van verschillende burgemeesters gehoord dat ze er zeker mee gaan toekomen of dat het wel gaat lukken. Over het algemeen heb ik tot nu toe nog niemand gehoord die tegenspreekt dat we een eerlijke inspanning hebben gedaan om het Belfortprincipe te respecteren. De vrijwilligersvergoeding zit daarin.
Maar nogmaals, het is het lokale niveau dat daarover beslist. Sommigen zeggen: ‘Zou je dat nu wel doen?’, omdat er ook vrijwilligers zijn die geen vergoeding willen, die dat echt uit een eerlijk engagement doen en die die vergoeding niet nodig hebben. Daar heb ik heel veel respect voor, maar ik heb evenzeer respect voor mensen die zeggen: ‘Kijk, ik kom hier ettelijke uren werken, een kleine vergoeding helpt mij toch wel om me gemotiveerd te houden.’ Dat kan ik ook goed begrijpen.
Voor de medische vrijwilligers wordt alles in detail uitgewerkt door collega Beke. Daar is collega Beke mee bezig, omdat dat natuurlijk een specifieke groep is, die medische vrijwilligers.
Zullen vrijwilligers die straks iemand met hun privéwagen tot bij een vaccinatiecentrum brengen, opnieuw verzekerd worden via een Vlaamse collectieve verzekering, zoals tijdens de eerste golf? We hebben dat toen gedaan, omdat er geen entiteit was die een vrijwilligersverzekering kon afsluiten. Dat ging toen om vrijwilligers die op alle mogelijke manieren werkten en toen hebben we geopteerd voor een collectieve verzekering. Nu is de situatie helemaal anders. We hebben uw idee echt grondig opnieuw bekeken, maar nu zijn het de lokale besturen en de vaccinatiecentra die het beheer en de regie van de vrijwilligers op zich nemen.
De inzet van vrijwilligers moet nu passen in de ruimere hr-strategie voor de organisatie van het vaccinatiecentrum. Dat gebeurt decentraal, binnen de vaccinatiecentra. Het is dus op dat niveau dat het beheer in handen moet worden genomen. Lokale besturen weten hoe ze hiermee aan de slag moeten gaan en ik heb er het volste vertrouwen in dat ze dit goed zullen doen. We hebben daar in onze webinars trouwens ook aandacht voor. We zeggen tegen onze lokale besturen: “Sluit voor uw vrijwilligers zo’n verzekering af. Dat kunnen jullie als lokaal bestuur.” Veel lokale besturen hebben al zulke verzekeringen en kunnen die extra vrijwilligers heel gemakkelijk in hun bestaande polissen inpassen. Wij vragen daarom aan de lokale besturen om dat te doen via die vrijwilligersverzekeringen die lokaal worden uitgerold.
Ook hier bekijkt collega Beke in welke mate daarbovenop een Vlaamse ondersteuning moet worden uitgewerkt voor het medisch personeel. Dat is een specifieke situatie, waarbij beroepsaansprakelijkheid een heel belangrijk element vormt. Dat begrijpt u. Dat is een specifieke situatie.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, u weet dat vrijwilligers mij nauw aan het hart liggen. Daarom wilde ik het zeker nog eens naar voren brengen. Ik ben u ook dankbaar om tijdens de eerste golf in te gaan op mijn idee; heel veel mensen hebben er gebruik van gemaakt.
Ik wilde die mogelijkheid nog eens naar voren brengen. U brengt het nu terug naar de lokale besturen: zij moeten het bekijken. De vraag is dan – maar misschien moeten we dat per eerstelijnszone bekijken – hoe we een collectieve verzekering mogelijk kunnen maken zonder al te veel paperassen en administratie. Maar het is zeker iets wat we lokaal moeten bekijken.
Ik ben ook blij te horen dat er meer dan tienduizend vrijwilligers zouden zijn bij ‘Help de helpers’, want dat zou betekenen dat er heel wat handen aanwezig zijn. Hebt u zicht op het aantal benodigde handen om de hele operatie tot een goed einde te brengen?
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord.
U haalde het al aan: als we ooit op deze tijd terugkijken, dan zal het vrijwilligerswerk dat zich massaal heeft gemanifesteerd, als een van de weinige mooie en positieve zaken van deze crisis overblijven.
Mijnheer Warnez, die vraag naar een verzekering is een heel goed initiatief. We zullen dat in elk geval lokaal bekijken, hoe we de mensen kunnen verzekeren die zich, straks, wanneer het druk zal worden in onze vaccinatiecentra, waarschijnlijk dagelijks zullen aanbieden om te helpen. Hier wordt het al uitgerold.
Ik heb net als de minister enig voorbehoud als het gaat om vergoedingen. We moeten daar heel voorzichtig mee zijn. De minister gaf ook al aan dat heel veel mensen zich aandienen. Bij ons hadden binnen enkele dagen, voor de 160.000 mensen die we moeten vaccineren, al meer dan 750 mensen zich aangediend. We moeten heel zorgvuldig met dat geld omgaan. Het mag, denk ik, niet de bedoeling zijn om die mensen te vergoeden voor de uren die zij zullen presteren in de diverse vaccinatiecentra. Ze vragen daar zelf ook niet om.
Ik had dezelfde vraag als de heer Warnez. Hebben wij eigenlijk een idee hoeveel mensen wij zullen moeten inzetten per 100.000 of per 10.000 mensen die zich zullen aanbieden? Wij proberen het wat te gidsen. Het is heel moeilijk om tegen iemand die zich aanbiedt te zeggen: ‘Mijnheer of mevrouw, wij hebben u niet nodig.’ Minister, hebben wij er een idee van tegen welke mensen wij misschien toch neen zullen moeten zeggen? We kunnen niet elk uur van ploeg wisselen.
De heer Brouns heeft het woord.
De inzet van vrijwilligers zal inderdaad uitermate cruciaal zijn om die grote operatie tot een succes te maken. Het is goed dat er drempels worden ingebouwd, omdat het nodig is dat al diegenen die in vaccinatiecentrum gaan werken, bij voorbaat gevaccineerd zullen worden. Ik begreep dat achttien uur per week naar voren is geschoven als het aantal uren dat vrijwilligers moeten presteren. Daarop kregen wij de reactie dat dat vrij veel is. Zit er nog speling op die drempel? Kan men daar lokaal een andere invulling aan geven?
De heer Tommelein heeft het woord.
Vrijwilligers hebben de voorbije maanden inderdaad een belangrijke rol gespeeld: in crowdcontrol, in winkelstraten, op alle mogelijke manieren. Ze zullen dat blijven doen. Wij zien ook massaal veel vrijwilligers die zich aanmelden voor de vaccinatiecentra. Dat was al het geval voor de triagecentra en de woonzorgcentra. Het wordt natuurlijk een hele uitdaging om die vaccinatiecentra zeven op zeven open te houden. In het begin zijn er altijd vrij veel sterke motivatoren. Naarmate de vaccinatie zal vorderen, zal dat misschien wat lastiger worden. We gaan dus heel veel vrijwilligers nodig hebben. Ik volg collega Warnez volledig: de vrijwilligers moeten correct en gratis verzekerd worden. Als dat op het Vlaamse niveau zou zijn, is dat meegenomen. Maar sowieso zullen wij dat op het lokale niveau doen, zoals wij dat ook in de voorbije maanden hebben gedaan voor onze vrijwilligers.
Minister, hoeveel vrijwilligers zullen er in totaal nodig zijn, als we dat uitrekenen? Als we dan toch eventueel te weinig vrijwilligers zouden hebben, welke oplossingen zijn er dan?
De heer De Loor heeft het woord.
Collega’s, ik beloof dat ik de vraag die nu net al drie keer is gesteld, niet meer zal herhalen.
Minister, ik vind het goed dat zeer veel vrijwilligers zich al hebben aangemeld. Het is een van de positieve zaken die we van deze coronapandemie kunnen onthouden. Zij zijn gemotiveerd. Zoals collega Tommelein zei, is het zaak hen gemotiveerd te houden. De vaccinatie zal een werk van lange adem zijn.
Ik had een vraag over het aantal uren, maar ze is al gesteld door collega Brouns. Ik ga die vraag dus niet herhalen.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Ik heb nog een paar vragen. Eerst en vooral wil ik de minister danken voor de beslissing van vorige vrijdag. Ik denk dat we allemaal heel erg tevreden zijn over het Belfortprincipe, dat dat 100 procent wordt nageleefd en dat we per vaccinatiecentrum toch wel een mooie enveloppe hebben gekregen. Eerlijk gezegd was ik nogal gerustgesteld toen ik zag dat vorige week in de belangrijkste stad van mijn regio de burgemeester snel de koe bij de horens vatte en het heel professioneel aanpakte, en ook toen ik de belofte van het Belfortprincipe hoorde door de minister van Binnenlands Bestuur. Toen ik die twee samenbracht, ging ik ervan uit dat we dus een gevulde enveloppe gingen krijgen en dat is ook gebeurd. Minister, dank u wel, want daar geniet uiteindelijk heel Vlaanderen van.
Ik heb ook nog de bekommernis die collega Brouns daarnet al heeft geuit. Ik begrijp het wel. We hebben hier in Puurs ondertussen voor 50.000 mensen meer dan 800 vrijwilligers op een paar dagen tijd. Die doen allemaal hun best, maar je moet dat toch een beetje managen. Dan is het belangrijk dat ze, een, toch een beetje een minimale opleiding hebben en twee, dat ze ook voldoende aan bod komen. Ik denk niet dat het een goed management is dat iedereen daar een paar uurtjes komt. Achttien uur per week vind ik ook relatief veel. Ik denk dat we daar misschien nog wat vrijheid aan het lokale bestuur moeten geven. Verder is er ook nog de vergoeding. Daar woedt in veel vaccinatiecentra de discussie omdat de meesten dat niet hoeven, maar sommigen misschien wel, als motivator. Daar is het misschien goed dat Vlaanderen een aantal handvatten geeft net zoals voor de vaccinatie, want ik hoor dat sommigen zeggen dat elke vrijwilliger gevaccineerd kan worden. Ook daar is het natuurlijk moeilijk om dat bij iedereen te doen als er honderden zijn. Misschien kan Vlaanderen daar handvatten bieden met een beetje respect voor de lokale autonomie.
Minister Somers heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de betrokkenheid bij het thema van de vrijwilligers. Misschien eerst en vooral over het minimum aantal uren. We hebben dat vandaag nog in de kern afgesproken en we gaan dat in de regering formaliseren. Tot nu toe was er gecommuniceerd dat er minimum achttien uur gerealiseerd moest worden per week om als vrijwilliger in aanmerking te komen. We gaan daarvan afstappen. We hebben daar zelf opnieuw over nagedacht en de regel zal zijn dat er geen minimum wordt bepaald. We laten dat over aan de wijsheid van de lokale besturen, mijnheer Van den Heuvel, en we willen de lokale autonomie laten spelen. Maar we zeggen er wel heel uitdrukkelijk bij dat je als lokaal bestuur of binnen het vaccinatiecentrum of de eerstelijnszone wel eens goed moet nadenken of je zelf geen minimum bepaalt. Want je mag een minimum bepalen omdat je als vrijwilliger dan wordt gevaccineerd. Je moet ook opletten dat mensen niet zeggen: ik ga vrijwilliger worden voor een uur om mijn vaccin te krijgen. Dat is geen gezonde situatie.
Ik denk dat je zelf eens in eer en geweten moet nadenken wat een juist aantal minimumuren is dat je van iemand verwacht om te presteren. Dat zal van regio tot regio en van lokale situatie tot lokale situatie verschillend zijn. Ik kan me inbeelden dat je zegt: ‘Iemand die zich engageert om hier twee maanden lang vier uur per week of een halve dag te komen werken, is voor mij een heel waardevolle vrijwilliger.’ Het zal ook toelaten om het emotionele engagement te scheiden van het duurzame engagement, als je begrijpt wat ik wil zeggen. Er zijn mensen die ook op een impulsieve manier graag iets bijdragen, maar als ze dan verder kijken, kunnen ze praktisch niet vanwege hun agenda en dergelijke meer. Of hun engagement is langdurig. Maar ik denk dat je daar zelf in de eerstelijnszorg eens moet kijken hoeveel mensen zich aandienen, wat je nodig hebt enzovoort.
Dat is dus heel duidelijk: lokale autonomie. Je bepaalt zelf het minimumaantal, maar je houdt er rekening mee dat het minimumaantal in correlatie staat met het feit dat je ingeënt wordt. En je houdt ook rekening met de organisatiemoeilijkheden die het met zich meebrengt om mensen maar twee of drie uur te laten meedraaien, zoals daarstraks ook werd gezegd. Om het goed te laten functioneren moet je daar een minimum aantal uren werken om dat ook te kunnen.
Dat is het eerste. Twee, hoeveel mensen ga je maximaal nodig hebben? Dat is onmogelijk te zeggen. Dat hangt af van vaccinatiecentrum tot vaccinatiecentrum, hoe die zich organiseren.
Dat hangt af van de hoeveelheid vaccins die beschikbaar zijn. Ik hoop dat we op een bepaald moment ook minstens in twee ploegen zullen moeten werken, en in het weekend. Dat zal het aantal vrijwilligers vergroten of verkleinen. In de financiering van de vaccinatiecentra en de eerstelijnszones hebben we voorzien in een budget voor de aanwerving van een hr-verantwoordelijke die mee die planning en de korte opleiding die voor sommigen nodig is, organiseert.
Er zal nu overal een dry run of oefening worden georganiseerd om na te gaan of het systeem goed werkt. Sommigen zullen dat doen in dry run met hun vrijwilligers. Op die manier slaan zij twee vliegen in één klap: de vrijwilligers komen voor de eerste keer naar het vaccinatiecentrum en ze kunnen uittesten of het vaccinatiecentrum op een goede manier is opgebouwd.
Ook de vergoeding behoort tot de lokale autonomie. Wij zullen dus niet zeggen dat die vergoeding moet worden betaald. Er is een wettelijk maximum, 35 euro per dag, maar ik heb alle begrip voor lokale besturen en vaccinatiecentra die vinden dat vrijwilligers dat vanuit een engagement moeten doen. Er wordt vaak gepleit voor lokale autonomie. Lokale besturen moeten daar dan ook gebruik van maken wanneer ze die krijgen en daar op een verstandige manier mee omspringen. Dat zal opnieuw maatwerk zijn. Ik denk dat in een stad als Gent, Antwerpen, Mechelen en Leuven vrijwilligheid zich in de praktijk anders kan vertalen dan in een meer landelijke omgeving.
Mijnheer Warnez, of was het mijnheer Van Miert, u zegt dat er op een bepaald moment misschien heel veel vrijwilligers zullen zijn en dat het niet zo aangenaam is om die mensen teleur te stellen. Ik wil een oproep doen om na te denken over het eventueel heroriënteren van sommige vrijwilligers. Het lijkt me een uitdaging, en ik zal daar de volgende dagen ook zelf over nadenken, om na te gaan hoe we iets kunnen doen aan de eenzaamheid, de depressies, de moedeloosheid, ook bij jonge mensen die het gevoel hebben niets te hebben gehad aan hun jeugd. Er zijn al oproepen geweest voor wandelbuddy’s en dergelijke meer. Ik wil nadenken hoe vrijwilligers vanuit de lokale besturen een rol kunnen spelen in die zachte psychologische ondersteuning, die welzijnsondersteuning waarbij ze proberen mensen uit hun isolement te halen. Ik denk dat dat opnieuw acuut op de agenda staat.
We kunnen naar de klassieke welzijnsinstellingen kijken maar ook de lokale besturen kunnen hier een wereld van verschil maken. En wanneer zich dan toch heel veel vrijwilligers aandienen, zoals nu gebeurt, kan het een idee zijn om een aantal van die mensen een klein beetje te heroriënteren. Niet iedereen zal dat willen want velen zullen gefocust zijn op het zetten van die vaccins. Mijnheer Van Miert, het kan dus een piste zijn om daar iets mee te doen. Ik zal daar ook zelf nog over nadenken.
Een belangrijke vraag is ook wat we doen als er niet genoeg vrijwilligers zijn. Wanneer we draaien – minister Beke heeft dat berekend – hebben we 1600 vte’s nodig in heel Vlaanderen. Wanneer er niet voldoende vrijwilligers zijn, zal men naar andere dingen moeten grijpen en misschien vanuit de administratie tijdelijk mensen moeten detacheren. We zullen dan een beroep moeten doen op andere organisaties. Maar tot nu toe ben ik daar nogal gerust in. Ik was vooral ongerust over de medische component, of we wel voldoende verpleegkundigen zouden vinden, mensen die mogen inenten. Uit de steekproef die ik heb gedaan, blijkt dat er bijvoorbeeld in Lint 200 mensen waren en in Willebroek, toch geen grote gemeente, 60 mensen. Ik ben dan ook gerustgesteld door de feedback die ik heb gekregen van de lokale besturen.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, u hebt het over 1600 vte’s die nodig zijn, maar dat gaat dan over het totaal.
Ik dank u voor uw afdoende antwoord. Het is duidelijk dat Vlaanderen voorziet in voldoende middelen en ondersteuning voor de lokale besturen zodat zij op hun beurt de vrijwilligers kunnen waarderen en ondersteunen. We hebben alle vertrouwen in de lokale besturen dat zij dat zullen doen.
Tot slot wil ik vanuit Vlaanderen de oproep ondersteunen van collega Steven Matheï om op het federale niveau het fiscaal statuut van die vrijwilligers aan te passen. De vrijwilligers en de lokale besturen zijn er klaar voor. Enkele weken geleden werd nog moord en brand geschreeuwd dat ze niet klaar zouden zijn. U hebt samen met minister Beke gezorgd voor ondersteuning en de lokale besturen hebben getoond dat ze slagkrachtig zijn om dat toch te doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.