Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Deze vraag is opgesteld voor duidelijk was dat de cijfers echt wel de hoogte in zouden gaan. Morgen is er een Overlegcomité. Ik denk dus dat de context van deze vraag ook wat veranderd is, maar ik wil ze toch stellen. Ik zal mijn vraag een beetje aanpassen aan die nieuwe context.
Heel recent trok de sector van de jeugdverblijfcentra aan de alarmbel. ‘Zonder extra maatregelen dreigt het einde voor diverse verblijven,’ luidt het. In West-Vlaanderen zijn er heel wat bedrijven gericht op jongeren en daarom stel ik deze vraag. Dit zou een verarming betekenen omdat deze bedrijven niet alleen gericht zijn op jongeren vanuit onderwijs, maar ook op het jeugdwerk an sich.
Alhoewel de voorbije zomer redelijk goed is verlopen, is er nu toch grote bezorgdheid voor wat komt. Eind augustus werd in de huidige draaiboeken voor het secundair onderwijs vastgelegd dat extra-murosactiviteiten alleen toegelaten kunnen worden in code groen. Daar zijn we nog helemaal niet. Logischerwijs heeft dit een heel grote impact op de jeugdverblijfcentra, die nu helemaal geen perspectief hebben.
Minister Dalle maakte eind augustus een eindbalans van de jeugdwerkzomer op en we hoorden daar mooie resultaten. Ondertussen heeft hij ook extra maatregelen moeten nemen, maar we moeten kijken naar wat er deze zomer is gebeurd en hoe dat is georganiseerd.
Minister, bent u bereid om in overleg te gaan met de logiessector? Bent u van plan, eens de cijfers beter zijn, te kijken wat mogelijk is op het vlak van extra-murosactiviteiten? Deze ochtend werd aan de minister van Cultuur een vraag gesteld over schoolvoorstellingen. Als men in een bubbel naar die activiteiten kan gaan en als men in een bubbel activiteiten buiten de school kan doen, dan moeten we daar misschien toch over nadenken. Bent u bereid om hieromtrent in gesprek te gaan met de onderwijsverstrekkers? Ik denk allicht van wel, gelet op uw bijna dagelijkse contacten met uw onderwijsclub.
Minister Weyts heeft het woord.
De start van het schooljaar in de code geel kwam er na onderhandelingen met virologen, vakbonden, onderwijsverstrekkers, centra voor leerlingenbegeleiding (CLB's), de Vlaamse Scholierenkoepel enzovoort. Dat zorgt ervoor dat er soms een prijs betaald moet worden, en een van de prijzen die we hebben moeten betalen, is op het vlak van extra-murosactiviteiten, ook in ruil voor enkele versoepelingen. Herinner u dat we bij de start van het schooljaar in code geel onmiddellijk versoepelingen hebben verkregen, namelijk dat de aanvankelijk vooropgestelde vier dagen op school omgezet konden worden naar vijf dagen en dat de eerste graad van het secundair onderwijs altijd open zou kunnen blijven, ook in code oranje.
We hebben dus een prijs moeten betalen, onder andere met betrekking tot de mondmaskerplicht, de toegang van derden tot de onderwijsinstelling en de extra-murosactiviteiten. Dit geldt alleen voor het secundair onderwijs en niet voor het basisonderwijs. We hebben dat toen onmiddellijk opgevat als een tijdelijke maatregel voor het eerste semester. We wilden voor het tweede semester perspectief bieden en we bekijken nu al met de virologen wat er dan mogelijk zal zijn. Ik had daarover zelfs een vergadering belegd met de Risk Assessment Group (RAG), niet te verwarren met Celeval, GEES, de Risk Management Group (RMG), Sciensano of nog andere organen. Die vergadering was gepland op 13 oktober, maar gelet op de pandemische situatie is die geannuleerd door de experten. Dat zegt op zich ook natuurlijk ook iets.
Ik zal proberen dat opnieuw samen te roepen. Maar ook in dit verhaal is timing alles. Het heeft weinig zin om die nu samen te roepen en enige souplesse te verwachten van experten-virologen. Het komt erop aan het goede moment aan te grijpen en dan te schakelen. Dat is des mensen. Op bepaalde momenten staat men veel meer open voor bepaalde perspectieven dan andere, zeker vandaag. We staan aan de vooravond van ongetwijfeld opnieuw wat maatschappelijke verstrengingen. De timing is dus niet zo goed. Maar zodra ik de opportuniteit zie, zal ik klaarstaan om wat perspectief te kunnen bieden en enige lichtpuntjes in het verschiet te kunnen leggen.
Want dat zijn natuurlijk wel de zaken waarnaar men in het secundair onderwijs uitkijkt. Dat zijn de momentjes die worden aangekruist in het anders vrij lineaire schoolse curriculum, en die een sterk ventiel kunnen zijn. Het is daarom wel spijtig. Ik hoop echt dat we dat perspectief in het tweede semester wél zullen kunnen bieden.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb er alle begrip voor dat we nog niet duidelijk kunnen zijn over wat de toekomst brengt. Maar ik noteer in elk geval dat u ook bereid bent om op zoek te gaan naar lichtpuntjes, om een perspectief te bieden. Ik kan alleen maar benadrukken – ik ervaar het thuis met mijn zoon die nu in het eerste jaar secundair zit – dat het echt wel een grote druk geeft op leerlingen om naar school te gaan met een mondmasker.
We weten allemaal dat de psychosociale druk van corona op onze leerlingen en leerkrachten heel groot is. De groepsactiviteiten, zoals een aantal dagen samen verblijven in een jeugdverblijf, kunnen het groepsgevoel alleen maar verbeteren. In de schoolcontext is dat heel belangrijk.
Minister, ik heb nog twee vragen. Hebt u zicht op activiteiten die dan toch buiten de school doorgaan in het basisonderwijs? Want ik ervaar toch dat er ongelooflijk veel angst is om zaken te laten plaatsvinden. Ik ervaar als schepen ook dat men heel sterk op de rem gaat staan. Ook als we aangeven dat we schoolvoorstellingen coronaproof kunnen organiseren, haken scholen soms af uit angst.
Twee, bent u bereid om in overleg te gaan met uw collega bevoegd voor Toerisme, om te zien wat er mogelijk is voor de jeugdverblijven? Want in West-Vlaanderen is men toch wel heel sterk onder de indruk van het feit dat de Britse groepen zijn weggevallen. Sommige bedrijven hebben een verlies van 100 procent, zij hebben nul inkomsten. En het ziet er niet naar uit dat het snel zal beteren.
De heer Daniëls heeft het woord.
Mevrouw Vandromme, een terechte vraag en een vraag waar vele scholen mee zitten, is: wat doen we? Dit is echt een ‘wat doen we’-vraag, zowel voor de collega's, de leerkrachten, leerlingen, de ouders als diegenen waar men al dan niet mee samenwerkt of bij geboekt heeft voor die extra-murosactiviteit.
Collega's, in alle eerlijkheid: ik vind het moeilijk om vanop onze stoel hier te zeggen dat alles moet kunnen of dat alles niet moet kunnen. De minister zegt dat de scholen daar wijs mee kunnen omspringen. Maar om nu als school te zeggen dat je niet meer naar de gemeentelijke sporthal gaat om te sporten omdat je dan over de straat loopt en dat extra muros is? We moeten toch opletten dat we niet zo streng worden dat zelfs dát niet meer kan of dat scholen daarover zouden beginnen te twijfelen. Dat is één.
Er is iets dat voor onze fractie echt belangrijk is – ik heb het gisteren ook gebracht in de plenaire vergadering. Wij willen namelijk absoluut dat de scholen kunnen openblijven én dat kinderen fulltime naar school kunnen blijven gaan. Minister, komende maandag staan er debatten op de agenda met alle onderwijspartners. Als men daar vraagt om meer zekerheid en om de tijd maximaal in de gecontroleerde veilige omgeving die de school is te kunnen doorbrengen, tja, dan is dat zo, collega’s. Dan kunnen we dat misschien betreuren, maar dan is dat zo.
Ik zou daar nu niet te veel op vooroplopen. Er is morgen een overlegcomité. Maandag zit u ook nog samen met de onderwijspartners. Daar zal het motto zijn: ‘Als het kan, laat het doorgaan.’ Maar als er andere risico’s dreigen door alle leerlingen naar school te laten gaan en de scholen te openen, dan moeten we, met deze cijfers die zich buiten de scholen voordoen, realistisch zijn.
Minister Weyts heeft het woord.
Je kunt natuurlijk zeggen: ‘better safe than sorry’. Maar sommigen schieten echt in een kramp. Ik heb al enkele keren moeten tussenkomen wanneer onderwijsinstellingen, ook in het secundair onderwijs, zegden dat een boswandeling niet mag omdat het extra moeilijk is. Dat is een letterlijke interpretatie van het begrip extra moeilijk. Zo zal alles wat zich buiten de schoolmuren bevindt niet gaan: naar de kerk gaan of een bos- of natuurwandeling. Ik denk niet dat er veel virologisch gevaar uitgaat van de champignons.
Sommigen zeggen dat het niet zal gaan om naar de sporthal of naar het sportterrein van de gemeente, dat even verderop ligt, te gaan omdat dat extra muros is. Ik kan niet alles in regeltjes vatten, niet alle uitzonderingen of uitgangspunten. Soms moeten we het gezond verstand een handje helpen of activeren. Dat is altijd met de beste bedoelingen. Daar proberen we een praktische, pragmatische invulling aan te geven.
We weten allemaal wat de bedoeling is van die maatregel: meer veiligheid. Als je buiten de muren gaat zonder dat daar enig risico wordt gelopen, ja, dan speelt dat toch ook niet en kan dat perfect. Maar ik denk dat men soms wat bevreesd is voor eventuele negatieve reacties van ouders. Dat is een kwestie van wat gezond verstand maar ook van wat steun van de kant van de ouders vanuit het onderwijsveld.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. We moeten inderdaad wachten op de adviezen en richtlijnen die er morgen komen. Voor CD&V is het in elk geval duidelijk dat de laatste poort die we willen sluiten die van de school is, en dat we er alles moeten aan doen om waar mogelijk de scholen open te houden. Als we andere zaken moeten laten staan, doen we dat heel graag. Ik hoop in elk geval, samen met u, dat we de scholen en de jeugdverblijfinstellingen het perspectief kunnen geven dat het binnenkort misschien toch wel weer mogelijk is om in een bubbel op groepsactiviteit te gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.