Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Pieters heeft het woord.
De coronacrisis leidt al enige tijd tot negatieve prijzen voor elektriciteit op de kortetermijnmarkt. Het overaanbod en de overcapaciteit ten opzichte van de vraag leiden tot negatieve prijzen op de groothandelsmarkten. Producenten moeten betalen om stroom te mogen leveren. Er is veel onrust in de energiesector en volgens sommigen komt de goede marktwerking in het gedrang.
De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) volgt het gedrag van de marktspelers permanent. Er wordt vastgesteld dat de grootste marktspeler zijn nucleaire productie als gevolg van een aantal specifieke coronagerelateerde omstandigheden niet kan moduleren. Er wordt wel afgeregeld met betrekking tot het netevenwicht – dat is dan de rol van Elia – maar niet marktgerelateerd. De CREG heeft hierover nu vragen gesteld aan Electrabel. Men analyseert de feiten.
We weten dat in de toekomst de energiemarkt een en-enverhaal zal zijn. Om de groene elektriciteitsenergie die ons veel geld gekost heeft en zal blijven kosten, te laten renderen moet die ingezet worden op momenten dat ze kan renderen, namelijk wanneer er veel zon en veel wind is. Dit is tevens de zwakte van deze projecten.
De Vlaamse energiemarkt is verschillend van die van de andere landsdelen. Minister, ik stel u deze vragen ongeacht of het een Vlaamse bevoegdheid is of niet om. Onze bedrijven moeten draaien, onze energie moet verzekerd blijven. Het is de bevoegdheid van onze Vlaamse welvaart.
Bent u al op de hoogte van de analyse van de CREG? Wat is uw reactie?
Wat is de visie van Elia? Hebt u hierover al contacten gelegd?
Welk verhaal kan waterstof in dit geheel krijgen? Nederland bijvoorbeeld speelt op dat vlak een leidende rol in de wereld. Er zijn al heel wat artikels gewijd aan de cluster van Amsterdam waarbij in de vier grote havens waterstoffabrieken moeten worden opgestart. Daar wordt naar gestreefd.
Is Vlaanderen bereid om los van het federale niveau, waterstof een eigen inbreng te geven? U hebt destijds een Vlaamse energiemaatschappij opgericht. Laat die dan ook renderen en maak van de energiemarkt eventueel een Vlaamse bevoegdheid.
Minister Demir heeft het woord.
Dat is een zeer duidelijke vraag, collega Pieters. Ik kan u melden dat ik ook bezorgd ben over de impact van de huidige gezondheidscrisis op de elektriciteits- en aardgasklanten en op de bedrijven in de energiesector. Ik stel vast dat de leveranciers, producenten en gebruikers van energie geconfronteerd worden met uitzonderlijke situaties eigen aan de energiemarkt.
De Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) wisselt binnen het informele overleg van het forum van Belgische Energieregulatoren (FORBEG) informatie uit met de CREG en de andere regulatoren in verband met de impact van de COVID-19-crisis. Ook volgt de VREG de situatie van de elektriciteits- en aardgasleveranciers op de Vlaamse energiemarkt nauw op en is de VREG in overleg met de distributienetbeheerders en mijn kabinet. Het is zoals u aangeeft echter de CREG die bevoegd is voor het toezicht op de correcte werking van de elektriciteitsbeurs Belpex. De CREG doet dit in het kader van de REMIT-richtlijn (Regulation on Wholesale Energy Market Integrity and Transparency). Ik begrijp vanuit de CREG dat ze tot nog toe geen onregelmatigheden hebben vastgesteld die wijzen op manipulatie van de markt.
Wat betreft uw derde vraag, heb ik hiervoor reeds contact opgenomen met Elia. Elia herhaalt dat de prijsvorming op de elektriciteitsmarkten de wetten van vraag en aanbod volgen. Het ontstaan van deze negatieve prijzen is het gevolg van situaties waarin de vraag naar elektriciteit lager is dan het aanbod van elektriciteit. Meestal zijn dit dagen waarop de vraag naar elektriciteit bijzonder laag is en de productie hoog door veel zon, veel wind en het nucleaire park dat produceert. Door de verminderde vraag daalt de marktprijs tot een niveau dat rekening houdt met de technische beperkingen van de centrales, de kosten voor het stopzetten of het weer opstarten van deze centrales, de subsidies die zij ontvangen voor de productie, enzovoort. Op basis van deze parameters kan de marktprijs negatief zijn. Deze prijsvorming is een Europees fenomeen dat zich niet enkel beperkt tot de Belgische elektriciteitsmarkt, gezien de koppeling tussen verschillende Centraal- en West-Europese landen.
Tussen 1 mei 2019 en 1 mei 2020 zijn er op de Belpex 110 uren geweest met negatieve prijzen, of 1,25 procent van de tijd. Elektrolyse-installaties, waarin elektriciteit omgezet kan worden in waterstof, zijn dure investeringen die niet gezet worden om slechts enkele honderden uren per jaar te functioneren. In de toekomst zullen deze negatieve prijzen reeds grotendeels opgelost worden doordat er geen subsidies voor hernieuwbare energie meer gegeven worden bij negatieve prijzen, door de sluiting van een deel van de steenkoolcentrales en kerncentrales in Europa en door burgers en bedrijven te stimuleren om op die momenten meer te verbruiken door bijvoorbeeld het opladen van hun elektrische wagen, batterij of het aanschakelen van een warmtepompboiler.
Vandaag wordt waterstof al grootschalig gebruikt in de Antwerpse chemie. De grote projecten rond waterstof zoals de laatste maanden aangekondigd, zijn grotendeels gebonden aan de activiteiten in de Vlaamse havengebieden: Antwerpen, Gent, Zeebrugge en Oostende. In het interfederaal en Europees overleg rond waterstof verdedig ik natuurlijk deze belangen van Vlaanderen.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, misschien hebt u mij niet heel goed begrepen bij vraag 3: welk verhaal kan waterstof in dit geheel krijgen? Niet zozeer door de elektriciteit die daar opgewekt kan worden door waterstof, maar anderzijds door de overcapaciteit die er is. In de gedachtewisseling werd gevraagd waarom de windmolens dan stilgelegd moeten worden: omdat er overcapaciteit is. Maar als wij grote windmolenparken hebben in zee, kunnen wij deze groene waterstof produceren die mogelijk gebruikt kan worden voor de zware industrie, waardoor we het teveel aan CO2-uitstoot kunnen verminderen. De productie van groene waterstof is aan te bevelen om allerlei redenen. Ik heb ook begrepen dat de cluster die gemaakt wordt in de Antwerpse haven om waterstof eventueel met tankers naar hier te halen van nog zonrijkere en windrijkere oorden – hoewel windmolens dan te verkiezen zijn boven zonnepanelen – dan ingezet wordt om de zware industrie in Antwerpen te ondersteunen.
Zij kunnen dan op een veel groenere manier hun productie voortzetten. In welke mate – ik vergelijk dat dan met Nederland – is Vlaanderen geïnteresseerd om daar dan die waterstofproductie voor aan te wenden?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik vind de vraag van de heer Pieters een bizarre vraag, omdat de vraagstelling bijna uitsluitend federaal gericht is. Ik had eigenlijk gedacht dat u naar aanleiding van die negatieve prijzen ging kijken wat we op het Vlaamse niveau kunnen doen. Niet dus! U spreekt over de CREG, over Elia.
Ik zal u een klein beetje voorthelpen. We hebben bijvoorbeeld Moonshot, een project dat nog gelanceerd is door minister Muyters in de vorige legislatuur om waterstofprojecten bij elkaar te brengen. Er zijn daar projecten bij die in de toekomst handig kunnen zijn. Er zijn verschillende initiatieven tussen Antwerpen en Gent enzovoort, men gaat leidingen bij plaatsen, men gaat kijken waar men kan opvangen, enzovoort.
Maar ik ga niet akkoord met uw gegeven dat groene waterstof een oplossing kan bieden. Waterstof produceren doe je inderdaad met overtollige elektriciteit, en als je dan waterstof hebt, kun je verschillende richtingen uit: ofwel maak je opnieuw elektriciteit, ofwel ga je het mengen met gas, ofwel ga je het direct gebruiken als een vorm van energievergaring. Maar zo’n installatie is maar rendabel als je 6000 of 7000 uren kunt draaien. Als men maar 110 uren negatieve prijzen heeft, zou die installatie maar 110 uren kunnen draaien. Dat is totaal niet rendabel.
men zou eventueel een waterstoffabriek kunnen bouwen in Oostende, men is dat aan het onderzoeken. Ik heb er toen in de commissievergadering al voor gewaarschuwd dat we straks waterstof zouden gaan produceren, en men zou kunnen zeggen dat men met een windpark op zee uitsluitend waterstof gaat maken. Neen, want die omzetting om met die windmolens op zee waterstof te maken is veel duurder dan de elektriciteit van die windmolens rechtstreeks in het elektriciteitsnet te injecteren. Men heeft dus enkel die groene waterstof als er een overschot aan elektriciteit is. En met 110 uren per jaar heeft men geen rendabel plan. We moeten dus opletten dat we straks wegens het mooie woord ‘groene waterstof’ de goedkoopste oplossing, rechtstreekse injectie, niet meer hanteren en alles gaan omzetten via waterstof, wat uiteindelijk geen grondstof, maar een energiedrager is.
We kunnen wel de digitale meter versneld uitrollen, want dan hebben we meer flexibilisering. Dan kan men op het ogenblik dat er negatieve prijzen zijn, de mensen aanmoedigen om bijvoorbeeld aan batterijopslag te doen bij hen thuis. Als we inderdaad die negatieve prijzen willen vermijden, ben ik benieuwd of u dan ook op het groene knopje, zijnde ‘ja’ en ‘voor’, zult stemmen.
Minister Demir heeft het woord.
Er is al veel gezegd, maar omdat de heer Pieters naar Nederland verwees: Nederland heeft grote ambities om waterstof te ontwikkelen, wij volgen ook wat daar gebeurt. We stellen wel vast dat het voorlopig blijft bij het aankondigen, maar op lange termijn heeft Nederland natuurlijk zeer veel potentieel van offshore-wind, mogelijk zelfs tien keer meer dan België.
Voor de rest ga ik niet in herhaling vallen.
De heer Pieters heeft het woord.
Als ik op de heer Gryffroy mag reageren over die 110 uren: u zult het mij waarschijnlijk niet kwalijk nemen, maar we hebben ook nog nucleaire centrales. Ook daar is de elektriciteitsprijs vrij goedkoop. Ik weet dat daar niemand happig op is, en toch blijf ik daar voorstander van. Op die manier kan er alsnog groene, of laat ons zeggen blauwe, waterstof geproduceerd worden en dan vangen we ook het probleem op van de wind- of zonne-energie die we niet in de hand hebben.
Daar hebben we een probleem mee en blijven we een probleem mee hebben. Dat zal ons op die manier geld kosten. De heer Tobback heeft daar al op gealludeerd. Het zijn wel de socialisten die indertijd Electrabel verkocht hebben. Het moet gezegd worden dat die kerncentrales er zijn en kunnen produceren. Laat ze produceren en laat ze dan ook waterstof produceren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.