Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Verheyden heeft het woord.
Sedert september 2018 kennen we in dit land de museumPASSmusées waarmee je mits eenmalige betaling van 50 euro toegang krijgt tot een 160-tal Belgische musea. Ongeveer 80 daarvan bevinden zich in Vlaanderen en nog eens een 35-tal in Brussel. De uitgave van de pas wordt beheerd door de cvba-so museumPASSmusées, die is opgericht door vier organisaties: de Brusselse Museumraad, het Vlaams Museumoverleg, de International Councils of Museums (ICOM), Belgique/Wallonie-Bruxelles/Musées et Société en Wallonie en publiq vzw.
Toenmalig minister Gatz sprak bij de voorstelling de hoop uit dat de pas hetzelfde succes zou kennen als de Museumkaart die in 1981 in Nederland – overigens zonder subsidies – werd geïntroduceerd door de Stichting Museumkaart van de Nederlandse Museumvereniging. Voor een bijdrage van 64,90 euro verschaft de kaart toegang tot liefst vierhonderd musea. Er zijn nog opmerkelijke verschillen. In tegenstelling tot Nederland is de Belgische pas alleen beschikbaar voor personen met een domicilie in dit land, dus niet voor toeristen. De Nederlandse Museumkaart kan voor kinderen in Nederland aan een voordelige prijs worden aangeschaft, in dit land is dat vooralsnog niet het geval.
Dit lijken me een aantal elementen te zijn die het succes van de pas in de weg staan. In dat verband had ik graag een kijk gekregen op het al dan niet succes van de museumpas na één jaar werking.
Minister, beschikt u over cijfers aangaande het aantal passen dat door Vlamingen werd aangevraagd? Voldoet het cijfer aan de verwachtingen? Is het de bedoeling om alsnog aanpassingen aan te brengen, zoals de mogelijkheid voor toeristen om de kaart aan te schaffen en/of kortingen te voorzien voor kinderen?
Het is me niet bekend in hoeverre de Vlaamse Regering een inbreng heeft gehad in het initiatief van vorig jaar, maar acht u het gezien het grote aantal Nederlanders dat Vlaanderen jaarlijks bezoekt en het aantal Vlamingen dat geregeld naar Nederland trekt, maar ook in het licht van onze culturele verbondenheid, niet aangewezen om het project uit te breiden of te vervangen door een gemeenschappelijke museumkaart voor Vlaanderen en Nederland? Zijn er ter zake al contacten geweest? Ziet u mogelijkheden in dit verband?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Verheyden, ik geef eerst wat cijfers. Het totale aantal museumpassen – dit getal dateert van 20 september van dit jaar – bedroeg op dat moment 69.303. De doelstelling was om 50.000 museumpassen in 1 jaar te halen en die doelstelling is dus ruimschoots overtroffen.
Uit de verkochte passen kan de organisatie niet onmiddellijk afleiden waar de mensen wonen die de pas aankochten, wel op basis van de verplichte registratie van de pas. Je kunt hem dus kopen, maar daarna moet je je registreren en op basis van die registraties weten we dat 42.983 mensen hun pas registreerden met een adres in Vlaanderen. Er zijn dus 70.000 passen uitgereikt waarvan 43.000 in Vlaanderen, naast 3490 Nederlandstalige Brusselaars. Dat is een totaal van 46.473 Vlamingen op een totaal van bijna 70.000 passen. Museumpas kan daarmee na één jaar mooie cijfers voorleggen en overtreft de vooropstelling in aantal musea, pashouders en bezoeken met die pas.
Kunnen er nog aanpassingen gebeuren? De museumpas is beschikbaar voor iedereen. Ook toeristen kunnen momenteel de museumpas aankopen in België, en dat gebeurt ook. Een 500-tal mensen met een museumpas hebben zich geregistreerd op een buitenlands adres. Iets minder dan de helft betreft adressen in Nederland. De rest komt uit alle mogelijke landen. Daarnaast kan er zeker verder worden gezocht naar afgeleide formules op maat van toeristen, en dit in overleg met de deelnemende musea en de collega’s uit de toeristische sector. Er is nu geen specifiek op toerisme gerichte promotie of formule, het is de formule die voor iedereen geldt. Daar zijn er al vijfhonderd van verkocht, maar we kunnen er zeker over denken om dat nog meer op toeristen te enten.
Een formule voor kinderen en jongeren, al dan niet in familieverband, is momenteel in onderzoek. Wegens tijdsgebrek en beperkte middelen was dit geen prioriteit bij de lancering. Er is dus niet gewacht tot dat er ook in zat, het is gelanceerd, maar de organisatie bekijkt momenteel of er nog mogelijkheden zijn om dat op kinderen en gezinnen te enten.
De huidige, zeer verscheiden prijspolitiek bij de musea – het aanbod, de regionale spreiding, stad per stad – voor deze doelgroepen vraagt inspanning om een gepaste formule te ontwerpen. Er zijn heel veel variaties mogelijk van een aanbod voor jeugd en kinderen. De opportuniteit van nieuwe prijsformules dient ook in samenspraak met de deelnemende musea te gebeuren.
Heeft Vlaanderen een inbreng gehad en zijn er plannen met Nederland? De cvba museumPASSmusées werd opgericht door de museumverenigingen in samenspraak met publiq vzw. MuseumPASSmusées werkt op basis van een businessplan waarin geen structurele overheidssubsidies werden gepland. Publiq vzw kon in het kader van de opstart en in functie van de huidige functionele uitbreidingen aan zijn platform, voortbouwend op UiTPAS, wel rekenen op een eenmalige ondersteuning van de vorige Vlaamse Regering van 300.000 euro. Evenzo kregen het Vlaams Museumoverleg en de Franstalige zusterorganisatie Musées et Société en Wallonie (MSW) een eenmalige projectsubsidie van 20.000 euro in het kader van interregionale initiatieven.
De cvba heeft een permanent, zeer constructief contact met de Nederlandse Museumvereniging. Aan het startpunt van het traject met betrekking tot de ontwikkeling van de Museumpas is de vraag toen al gesteld aan Nederland om de Museumkaart naar Vlaanderen uit te breiden. De collega’s in Nederland achtten dit echter niet wenselijk om economische, maar ook vormelijke en inhoudelijke redenen.
Desalniettemin kunnen de goede contacten uitgroeien tot een intensere samenwerking, eventueel zelfs tot een aantal gemeenschappelijke marketingacties. Het Europees Parlement nam recent het initiatief voor een onderzoek naar een Europese kaart. Samen met de collega’s uit Nederland en Finland zal museumPASSmusées daar alvast actieve medewerking aan verlenen. Ik zal ook zeker in mijn contacten met Nederland bekijken of we dat kunnen intensifiëren. Eventueel dezelfde kaart voor de Lage Landen zou mooi zijn, denk ik.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister-president, dank u voor het uitvoerige antwoord. Ik stel vast dat er inderdaad nog mogelijkheden zijn om het systeem uit te breiden, eventueel aan te passen. Ik denk toch wel dat dat nodig is, want u zegt inderdaad dat de pas na één jaar een succes is, maar in Nederland hebben ondertussen 1,4 miljoen mensen reeds een Museumkaart, dus ik denk dat er nog heel veel werk aan de winkel is. Heel wat van die maatregelen die kunnen bijdragen tot het succes daarvan, zijn nu reeds in Nederland actief, zoals bijvoorbeeld acties echt specifiek gericht op kinderen en hun ouders en grootouders. Men heeft daar ook een MuseumkaartMatch, een onlinedienst speciaal voor Museumkaarthouders waar men gelijkgestemde museumliefhebbers samenbrengt voor gemeenschappelijke museumbezoeken en dergelijke meer. Ik denk dus dat er nog wel uitbreidingsmogelijkheden zijn.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Dank u wel voor de vraag, en uiteraard ook voor het antwoord, minister-president. Wij hebben de museumpas altijd alle kansen gegeven, maar hebben ons altijd ook wel een beetje terughoudend opgesteld, in die zin dat we in Vlaanderen natuurlijk wel heel wat passen hebben. We hebben de UiTPAS, we hebben de pas voor toerisme in het kader van onze Vlaamse Meesters. We willen toch ook wel zien of de doelstellingen daadwerkelijk zijn bereikt. Ik denk dat de eerste doelstelling was meer Vlamingen te laten participeren qua museumbezoek. Minister-president, vandaar mijn bijkomende vraag: wordt ook dat doel daadwerkelijk bereikt? We hebben immers wel ongeveer 70.000 passen, waarvan een heel deel Vlamingen, maar zijn dat mensen die vroeger eigenlijk ook al regelmatig musea bezochten en nu dankzij de kaart tegen een goedkoper tarief die musea kunnen bezoeken? Zien we dat diezelfde mensen toch nog meer musea bezoeken? Of boren we echt een nieuw publiek aan dankzij die museumpas? Het lijkt me absoluut belangrijk dat we dat eens in kaart brengen. Een jaar is natuurlijk kort, maar misschien is het wel goed om in de loop van deze legislatuur daarover eens een diepgaande evaluatie en bevraging op te starten.
Daarnaast heb ik nog een aantal vragen. Kunt u een inschatting geven van het aandeel gratis uitgedeelde passen bij de passen die tot eind september werden verkocht? Het eerste jaar is immers natuurlijk ook een opstartjaar. Er is promotie geweest ter zake. Dan is de vraag natuurlijk in welke mate die mensen ook de volgende jaren verder zullen deelnemen. In welke mate wordt die pas ook daadwerkelijk gebruikt? Het eenmalig aankopen is immers één ding, maar de vraag is natuurlijk ook in hoeverre die wordt gebruikt.
Wat we toch ook in kaart zouden moeten brengen, is hoeveel van die museumpassen tegen een kansentarief werden aangekocht, en bijkomend, of er ook sprake is van een samenwerking tussen bijvoorbeeld de cvba en het Steunpunt Vakantieparticipatie, dat erop toeziet dat ook mensen die het moeilijk hebben, recht hebben op vakantie, en dat kan evengoed een daguitstap naar een museum zijn.
In hoeverre zijn er ook gesprekken met publiq en Herita? In de beleidsnota van de vorige minister was er immers ook sprake van de integratie van de Open Monumentenkaart in deze museumpas. Zal er ook op die piste worden voortgewerkt in deze legislatuur?
De heer Pelckmans heeft het woord.
Minister-president, dank u voor uw antwoord. We zijn blijkbaar op zoek naar extra wingewesten voor deze kaart, die een succes is. We kijken daarvoor naar Nederland, maar we kijken blijkbaar niet naar onze Waalse vrienden, en al helemaal niet naar de federale instellingen, die blijkbaar op dit moment nog niet zijn aangesloten bij die pas. Er zijn duidelijk nog wat problemen op te lossen.
Bij dezen wil ik u dan ook vragen of u daaromtrent een initiatief wenst te nemen, want ik denk dat het voor de gebruikers van de museumpas handig zou zijn als ook die musea mee ingecalculeerd zijn. Ik was deze zondag nog in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, waar heel veel mensen rondliepen die het zeker zouden appreciëren als die korting ingecalculeerd zou worden.
Minister Jambon heeft het woord.
Mevrouw Coudyser, al die getallen die u mij vraagt over de bezoekersaantallen zitten bij mij niet echt ‘top of mind’, moet ik zeggen, maar misschien geef ik u toch een voorproefje van mijn antwoord en ik zou u dan willen uitnodigen om voor het resterende deel van het antwoord een schriftelijke vraag in te dienen, zodat we wel exacte getallen brengen.
Ik denk dat het heel moeilijk is om te gaan inschatten of mensen die nu een museumpas gebruiken, vroeger ook musea bezochten dan wel of het om nieuwe bezoekers gaat. Daar zou u al een enquête moeten gaan uitvoeren. Vroeger zijn die namen niet geregistreerd, dus je kunt dat moeilijk gaan meten.
Wordt de pas gebruikt? Ik heb daarstraks in mijn antwoord aan de heer Verheyden gezegd dat de doelstellingen van jaar 1 zowel in aantal bezoekers, aantal verkochte passen als aantal aangesloten musea overtroffen werden. We kunnen dus wel stellen dat de pas gebruikt wordt. Ik heb in mijn antwoord ook gezegd dat het de bedoeling is het toepassingsgebied van de kaart nog uit te breiden, niet alleen territoriaal, maar ook in termen van een fusie met andere passen die daar dicht bij aanleunen. Dat moet zeker mogelijk zijn.
Mijnheer Pelckmans, wat de federaal beheerde musea betreft, denk ik inderdaad dat mensen niet echt zullen nagaan of een museum nu door de federale overheid of door de gemeenschappen beheerd wordt, als ze in Brussel een museum bezoeken. Zodra er een federale regering is en er ook een minister bevoegd voor de federale instellingen is, wil ik dat gesprek zeker op gang trekken, zodat we kunnen nagaan of er op dat vlak iets mogelijk is, tenzij we natuurlijk tot de conclusie komen dat ook de federale instellingen naar de gemeenschappen overgeheveld worden. Dan is het evident dat we die instellingen inkapselen in de museumpas.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, het stemt mij in ieder geval hoopvol dat u bereid bent om de uitbreidingsmogelijkheden van de pas nog te bekijken, niet alleen op territoriaal vlak, maar ook inzake bepaalde formules. Dat zoiets nuttig kan zijn voor de financiën tonen de Nederlandse cijfers aan. In 2018 hebben de musea daar voor 60 miljoen euro ontvangen via de Museumkaart. Uit onderzoek blijkt dat de sector zonder die kaart in 2017 bijna 30 miljoen euro entreegeld minder ontvangen zou hebben. Bovendien spenderen de Museumkaarthouders ook nog eens extra bedragen in de musea zelf. Al bij al draagt de Museumkaart in Nederland toch wel substantieel bij tot het verdienvermogen van de musea en ik denk dat dat ook een opsteker zou kunnen zijn hier in Vlaanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.