Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de afnemende luchtkwaliteit
Vraag om uitleg over de alarmerende nieuwe gegevens inzake de luchtkwaliteit in Vlaanderen
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Als we de luchtkwaliteit niet snel verbeteren, zullen we begraafplaatsen te kort komen, vrees ik.
Minister, in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) ontwikkelde de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) een nieuw luchtkwaliteitsmodel. De kaarten die op basis van dit nieuwe model worden gemaakt, geven een beter en gedetailleerder overzicht van de luchtvervuiling Vlaanderen. Zo geven ze bijvoorbeeld ook de ‘street canyons’ weer, straten waar de vervuilde lucht tussen de huizen blijft hangen. Het nieuwe model laat zien dat de Europese grenswaarde van 40 microgram stikstofdioxide (NO2) per kubieke meter op meer plaatsen wordt overschreden dan we op basis van vorige modellen en metingen vermoedden.
Volgens IRCEL, de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu, zijn dieselwagens de grote boosdoener voor de uitstoot van NO2, een vervuilende stof met een grote impact op de gezondheid, zoals trouwens ook fijn stof.
Een en ander roept een aantal vragen op.
De resultaten van de metingen die wij rapporteren aan Europa, zijn ook vandaag niet geruststellend. Heeft het verfijnde model van VITO gevolgen voor de manier waarop wij aan Europa rapporteren?
Zo ja, hoe gaat u hiermee om? Beschouwt de regering de nieuwe methode als een vorm van ‘gold plating’ – we weten dan deze term vaak voorkomt in het regeerakkoord – waarbij we in ons onderzoek verder gaan dan Europa vraagt?
Zo niet, dan mag dat misschien toch geen reden zijn om met de nieuwe kennis die we opdoen en met de nieuwe modellen niets te doen. Welke extra maatregelen bent u van plan te nemen, uiteraard in samenwerking met uw collega’s in de Vlaamse Regering, op de korte en de middellange termijn?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, de nieuwe luchtkwaliteitskaarten tonen aan dat slechte luchtkwaliteit zich niet beperkt tot grote steden, maar dat de normen ook in kleinere steden en gemeenten vaak worden overschreden.
Stikstofdioxide of NO2 wat op de kaart in beeld wordt gebracht, dringt ons lichaam binnen via de longblaasjes. De gezondheidseffecten zijn gekend: ontstekingen van de longen en luchtwegen, kortademigheid en astma, hart- en vaatziekten maar ook vroeggeboortes en dementie. Kinderen zijn extra gevoelig. Volgens professor Tim Nawrot van de UHasselt zijn er weinig andere stoffen die zo een impact hebben op de gezondheid.
In de krant De Standaard zegt minister van Milieu Schauvliege dat ze in de binnensteden de normen voor NO2 pas in 2030 wil halen. Dit gaat over de Europese grenswaarden van 40 microgram per kubieke meter. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie liggen die normen veel te hoog en ligt de ondergrens op 20 microgram. Er moet dus een versnelling hoger worden geschakeld.
Minister, welke maatregelen wilt u bijkomend nemen? Hoe kan dieselrijden verder worden ontmoedigd? Bent u bereid om één lage-emissiezone in te voeren voor heel Vlaanderen? Welke concrete maatregelen plant u om luchtvervuiling door houtverbranding tegen te gaan? Welke initiatieven worden met minister Vandeurzen afgesproken om gezondheidsrisico’s, vooral bij kinderen, te beperken? Waarom wordt slechts op 2030 gemikt om de Europese normen te halen, die nog steeds veel te hoog liggen?
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, eigenlijk is met dat nieuwe model onze laatste troost wel wat weggeslagen, heb ik de indruk. We wisten al dat we het inzake fijn stof en zwaveldioxide niet goed deden. We hadden nog de troost dat we het voor stikstofdioxide misschien nog niet zo slecht deden. Vorig jaar liet de VMM nog weten dat de luchtkwaliteit in Vlaanderen gestaag aan het verbeteren is en dat de norm voor stikstofdioxide eigenlijk maar op twee plaatsen in Antwerpen werd overschreden. Dat ging worden opgelost door de lage-emissiezone. Ik denk niet dat dat gaat werken als je de lage-emissiezone beperkt tot een systeem waar ook de bussen en trams niet rijden en alleen nog dure auto’s binnen mogen, maar dat is een andere discussie.
In ieder geval, uit het nieuwe model dat de VMM nu hanteert en dat door VITO is ontwikkeld, blijkt dat we het, ook wat stikstofdioxide betreft, niet goed doen, in elk geval veel minder goed dan we hadden gedacht. De zones waar de luchtkwaliteit gewoon globaal slecht is, zijn veel groter dan we zes maanden geleden dachten.
Minister, de nieuwe modellering die door VITO is ontwikkeld, is dat nu de nieuwe toetssteen, de nieuwe benchmark voor het beleid? Onderschrijft u die? Is dit geen bewijs van het feit dat we niet alleen een nieuwe modellering maar vooral een veel fijnmaziger meetnet nodig hebben? De huidige zestig meetstations volstaan bijlange niet om bijvoorbeeld lokale effecten zoals ‘canyoneffecten’ en effecten van secundaire wegen, waar bijvoorbeeld bijna niet wordt gemeten, deftig in kaart te brengen en de mensen een correct beeld te geven van de luchtkwaliteit waar ze wonen en ook om correct te weten wat de oorzaak is van de lokale luchtvervuiling.
Is het een optie om bijvoorbeeld – en ik zeg dat als fiere Leuvenaar, waar een andere inwoner een systeem heeft ontwikkeld waarmee je bij bewoners lokaal en redelijk goedkoop meetpunten voor luchtkwaliteit, voor fijn stof, kan verdelen – ook burgers te laten participeren en veel fijnmaziger te meten?
Is het niet nodig om met de verschillende bevoegde ministers na te gaan hoe men drastischer kan optreden tegen deze daadwerkelijk aanwezige vervuiling en hoe men bijvoorbeeld, in samenwerking met de minister van Verkeer, het meetnet meer effectief kan laten werken voor de secundaire wegen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega's, de opdracht tot het maken van die fijnere kaarten, zijn door ons gegeven. Om een juist beeld te geven, heb ik de kaarten laten uitprinten. Er wordt nogal veel gezegd en er is nogal veel demagogie rond dit thema. Ik heb alle resultaten over de luchtkwaliteit van de voorbije jaren, met alle parameters, afgeprint. Dit is bijvoorbeeld een kaart van de PM10. U ziet dat alles in een sterk dalende lijn gaat. Dit is een kaart van PM2,5. Alles daalt. Ik zal de prints overhandigen aan de secretaris.
Het is hier niet uitdrukkelijk door jullie gezegd, maar in de schriftelijke neerslag van uw vraag staat dat de luchtkwaliteit zo verslechterd is. Dat is dus niet waar. De luchtkwaliteit is op alle parameters sterk verbeterd. Dat betekent natuurlijk nog niet dat we er al zijn en dat we dus nog bijkomende maatregelen moeten nemen. Ik heb dit meegebracht om te zeggen dat de demagogische uitspraken die worden gedaan, dat het nog nooit zo slecht is geweest, dat het dramatisch is, niet kloppen.mt nee
De nieuwe kaarten veranderen niets aan de manier waarop we moeten rapporteren aan de Europese Commissie. De Europese lidstaten moeten ieder jaar een beoordeling van de luchtkwaliteit rapporteren aan de Europese Commissie. Afhankelijk van de concentratieniveaus moet deze beoordeling volgens artikel 6 van de kaderrichtlijn Lucht gebeuren via luchtkwaliteitsmetingen op vaste meetplaatsen wanneer de concentraties boven een bovenste beoordelingsdrempel liggen, in combinatie met metingen en modelleringstechnieken en/of indicatieve metingen wanneer de concentraties lager zijn dan de bovenste beoordelingsdrempel. Wanneer de concentraties lager zijn dan de onderste beoordelingsdrempel, zijn metingen niet meer verplicht en kunnen modellerings- of objectieve ramingstechnieken worden gebruikt. Om een idee te krijgen van de ruimtelijke spreiding van de luchtkwaliteit kunnen vaste metingen, ook in het geval de concentraties boven de bovenste beoordelingsdrempel zitten, worden aangevuld met modelleringstechnieken. De ruimtelijke spreiding van de luchtkwaliteit kan met een beperkt aantal vaste metingen immers niet volledig in kaart worden gebracht. Voor de meeste polluenten en luchtkwaliteitszones zijn de concentratieniveaus hoger dan de bovenste beoordelingsdrempel en moet de beoordeling dus verplicht gebeuren via metingen op vaste meetposten.
In het geval er in een luchtkwaliteitszone overschrijdingen worden gemeten van de in de kaderrichtlijn Lucht vastgelegde grenswaarden, moet volgens artikel 23 van de richtlijn uiterlijk twee jaar na de vaststelling een luchtkwaliteitsplan worden opgemaakt. In dit plan moet onder andere worden geraamd hoe groot het gebied is waar de overschrijdingen plaatsvinden en hoeveel personen daaraan worden blootgesteld. Deze indicatoren kunnen alleen door gebruik te maken van luchtkwaliteitsmodellen, worden berekend. Met de nieuwe luchtkwaliteitskaarten kunnen deze indicatoren beter in kaart worden gebracht.
Zoals hier al vaak is gezegd, werd er, omdat er in 2015 overschrijdingen werden gemeten in de luchtkwaliteitszone ‘Antwerpse Agglomeratie’ voor stikstofdioxide en in de zone ‘Hoboken’ voor lood, einde 2017 een saneringsplan ingediend bij de Europese Commissie. In dat plan voor Antwerpen zijn de meer gedetailleerde luchtkaarten gebruikt.
De nieuwe modelkaarten zullen de indicatoren zoals die volgens de kaderrichtlijn Lucht gevraagd worden in geval van overschrijdingen van de grenswaarden, nauwkeuriger in kaart brengen. Andere EU-lidstaten gebruiken gelijkaardige modellen, weliswaar met verschillende ruimtelijke resolutie en detailniveau. De nieuwe modelkaarten geven een beter beeld tot op straatniveau van de gemiddelde jaarconcentraties van fijn stof, stikstofdioxide en zware koolstof. Voor het eerst krijgen we een zicht op de luchtvervuiling in zogenaamde street canyons: smalle straten omgeven door hoge bebouwing. Het is een bevestiging van iets wat we al wisten.
De nieuwe kaarten bevestigen dat de luchtverontreiniging daar hoger is. De nieuwe kaarten geven daardoor een beter beeld op welke locaties prioritair moet worden ingezet voor een betere luchtkwaliteit. Daar waar de bevolkingsdichtheid het grootst is en de luchtkwaliteit het grootste verbeterpotentieel heeft, kunnen we de meeste gezondheidswinst boeken.
Door het hoge detailniveau kunnen de kaarten ook worden gebruikt door steden en gemeenten. Zij kunnen ze bijvoorbeeld gebruiken om hun lokale mobiliteitsplannen daarop af te stemmen of bijvoorbeeld andere lokale maatregelen te nemen.
De kennis dat er zich in street canyons over heel Vlaanderen problemen voordoen, is absoluut niet nieuw. Dat wisten we al. Wél nieuw is dat dit voor het eerst in kaart werd gebracht. Ik verwijs naar de discussie die we hier in oktober 2016 hebben gevoerd naar aanleiding van de resultaten van CurieuzeNeuzen. Ik ben toen uitgebreid ingegaan op de modellering en de metingen van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en heb toen gezegd dat er nieuwe kaarten in opmaak waren om dat hier weer te geven op straatniveau.
Die kennis nemen wij uiteraard mee in het beleid. Dat doen we al. Het werd al gebruikt, maar we zullen dat uiteraard verder doen.
Verkeer, en in het bijzonder binnenstedelijk verkeer, draagt in belangrijke mate bij aan de hoge NO2-concentraties. Daarom focuste het NOx-plan van 2012 sterk op verkeer, en in het bijzonder op dieselverkeer.
Zoals u weet, zijn er al heel wat maatregelen genomen: de vergroening van de verkeersbelastingen heeft de ontdieseling ingezet – dat kan niet worden ontkend –, het kader lage-emissiezones werd goedgekeurd, wat geresulteerd heeft in de lage-emissiezone in Antwerpen. En nog andere steden hebben al aangekondigd te volgen.
De maatregelen van de afgelopen jaren hebben hun effect niet gemist: de luchtkwaliteit en onze gezondheid gaan erop vooruit. We zitten dus op de goede weg. We moeten die voortzetten en het verder laten dalen.
In het nieuwe plan zal de focus liggen op houtverbranding en op wegverkeer. Ik zal straks aangeven waarover het precies gaat.
De focus van het nieuwe luchtplan zal liggen op de sectoren transport en huishoudens. Daarnaast wordt ook het potentieel binnen de industriële sectoren verder in kaart gebracht. Ook voor de landbouwsector wordt het potentieel in kaart gebracht, vooral in functie van de vermestingsdoelstelling.
Voor de transportsector wordt afgestemd op het ontwerp van Mobiliteitsplan van minister Ben Weyts en op de maatregelen die nodig zijn om onze klimaatambities te halen. Dit betekent een reductie van het aantal afgelegde kilometers over de weg via mobiliteit en een sterke vergroening van het wagenpark richting zero-emissievoertuigen. Aanvullend worden maatregelen voorgesteld die de binnenstedelijke luchtkwaliteit moeten verbeteren.
Ik wil het wagenpark verder vergroenen, uiteraard door verder in te zetten op die ontdieseling. Ik streef ernaar het personen- en bestelwagenpark zo snel mogelijk te elektrificeren. De Vlaamse Regering heeft daarrond beslissingen genomen. De Vlaamse energievisie stelt dat minimaal 50 procent van de aangekochte personenwagens zero-emissiewagens zijn in 2030. Als overgang kunnen plug-inhybridevoertuigen en milieuvriendelijke wagens op aardgas of op benzine een rol spelen.
Dit betekent dat op korte termijn moet worden ingezet op een verbetering van de verbrandingstechnologie die ook in reëel verkeer lagere emissies uitstoot. Tegelijkertijd moet nu actie worden genomen in functie van een zo volledig mogelijke omschakeling naar zero-emissievoertuigen. Voor licht vervoer en openbare bussen kan de transitie snel gaan. Voor vrachtwagens en reisbussen zal de overgang vermoedelijk langer duren. Ik zie daar ook een heel belangrijke rol voor het Europese beleid, met concrete targets voor zero-emissievoertuigen.
Bij de invoering van een kilometerheffing zullen we ervoor zorgen dat deze, al dan niet in combinatie met andere financiële prikkels, voldoende stimulansen biedt voor de aankoop van milieuvriendelijke voertuigen, zodat we de weg die we zijn ingeslagen, kunnen voortzetten. Via een kader voor ultralage-emissiezones krijgen de lokale overheden de mogelijkheid om dieselwagens en bij uitbreiding alle verbrandingsmotoren te weren uit de centra. Ook de versnelde vergroening van nichevloten zoals taxi’s, bussen en minibussen, kleine laadvoertuigen voor stadsdistributie, koerierdiensten en autodeelprojecten kunnen een rol spelen.
Collega, er zijn geen plannen om een lage-emissiezone voor heel Vlaanderen in te richten. Maatwerk is vereist om lokale knelpunten, binnen de eigen lokale context, aan te pakken. Zo is een lage-emissiezone bijzonder geschikt om toe te passen in zones waar veel knelpunten voorkomen, waar veel mensen wonen en waar een sterke reductie van de verkeersintensiteiten om bepaalde redenen onmogelijk of niet wenselijk is. Op andere locaties zijn andere maatregelen, zoals de invoering van eenrichtingsverkeer of voetgangerszones, ongetwijfeld veel beter en kosteneffectiever.
Collega’s, ik zal ook een kader maken voor ultralage-emissiezones voor steden waar verdere maatregelen noodzakelijk zijn. Tot 2027 zullen de lage-emissiezones vooral een impact hebben op de roetconcentraties, maar ik verwacht ook een impact op de NOx-concentraties door de shift naar benzinewagens. We zullen de impact uiteraard goed monitoren.
Voor houtverbranding wordt verder gewerkt aan een Green Deal die binnenkort zal zijn afgerond, samen met de sector van de kachelproducenten en diverse andere sectoren. Er is daarover uitgebreid overleg geweest. Op basis van de resultaten wordt de laatste hand gelegd aan de tekst.
De Green Deal zal normaal samen met de actoren die wensen toe te treden een effect hebben en zal worden ondertekend op Batibouw. Het belangrijkste doel van de Green Deal is om op korte termijn de uitstoot van voornamelijk oude houtkachels en -ketels en open haarden drastisch te verlagen om via die weg de luchtkwaliteit te verbeteren. We zullen de impact op de mens op het vlak van gezondheid en hinder verlagen. Verder is het de bedoeling om initiatieven te ontwikkelen die ervoor zorgen dat in de toekomst vooral zeer performante toestellen op de markt worden gebracht. Dat staat ook in uw resolutie, mevrouw Meuleman.
Technologische ontwikkeling zal daarbij van belang zijn. De kwaliteit en de duurzame productie van de te gebruiken brandstoffen zal ook aan bod komen. Tot slot is het ook de bedoeling om in het kader van de Green Deal een gezamenlijke visie te ontwikkelen rond de positie van houtverbranding in de toekomst.
Samen met collega Vandeurzen wordt een ondersteuningsplatform Gezonde Publieke Ruimte opgericht. Dit platform richt zich onder andere tot luchtkwaliteit en gezondheid en kan worden gevoed door data, kaartmateriaal, wetenschappelijk inzicht, ‘good practices’ en methodieken om een integrale benadering te ondersteunen en uitwerking te laten vinden in het lokaal beleid.
Collega’s, wanneer men spreekt over kinderen, is de luchtkwaliteit in scholen zeer belangrijk. Ik zet daarom zeer gericht verder in op een gezonde luchtkwaliteit in scholen met de ontwikkeling van specifieke instrumenten en methodieken op maat van die scholen. Ik doe dat samen met collega’s Vandeurzen en Crevits. Dit kan bijvoorbeeld door slimme keuzes, langs de achterzijde van de straat, te maken bij de verluchting van gebouwen. Als je een gebouw verlucht, kan je de ventilatie vooraan, aan de straat, plaatsen, of je kunt ze achteraan plaatsen, waar er minder fijn stof binnenkomt. Dat maakt een immens verschil. Uiteraard zal ook het nieuwe luchtplan bijdragen aan een verbetering van de luchtkwaliteit en de vermindering van de blootstelling door ruimtelijke maatregelen, zoals de plaatsing van schermen en inplanting van functies.
Ten slotte stoelt een goed beleid op een onderbouwde monitoring. In het kader van het Steunpunt Milieu en Gezondheid worden zeshonderd jongeren gerekruteerd. Complementair worden dit jaar gezondheidsindicatoren van het omgevingsbeleid, inclusief luchtkwaliteit, geoptimaliseerd. Hierbij wordt afgestemd met het partnerprogramma van milieugezondheidszorg, dat werkt in opdracht van het agentschap Zorg en Gezondheid.
We mikken niet op 2030 om de Europese luchtkwaliteitsdoelstellingen te halen. We willen die zo snel mogelijk halen, mevrouw Meuleman. En geleidelijk aan zullen we die op meer en meer plaatsen ook halen.
Wat ik gezegd heb, is dat we die zonder bijkomend beleid, op de laatste plaatsen, in de laatste straten, pas in 2030 zullen halen. Op andere plaatsen halen we die veel sneller. Maar om ze overal en zeker sneller dan 2030 te halen, maak ik natuurlijk dat nieuwe beleidsplan op. Op die manier draag ik ook bij aan het benaderen van de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie, die in lijn met de langetermijnvisie van de Vlaamse Regering moeten worden behaald.
Ik wil ook benadrukken dat de luchtkwaliteit voor alle parameters de afgelopen tien tot vijftien jaar verbeterd is. Ik verwijs hiervoor naar de grafieken die ik daarnet heb overhandigd. Waar we tien tot vijftien jaar geleden de Europese doelstellingen op heel wat plaatsen niet haalden in de meetpunten, is dat nu bijna overal wél het geval. Gedetailleerde modelleringen zullen ervoor zorgen dat we dat nog gedetailleerder kunnen bijhouden.
Onderschrijf ik de resultaten van de nieuwe modellering? Uiteraard. Ik heb ze zelf besteld, dus waarom zou ik ze niet onderschrijven?
De VMM heeft dit ook aan ons toegelicht. In dit model zit de IFDM-module (Immissie Frequentie Distributie Model) die voorheen de impact van de uitstoot van bronnen op de luchtkwaliteit berekende. Hiertoe behoren ook lijnbronnen. De IFDM-berekeningen gebeuren voor meer dan 600.000 punten in heel België. De meeste punten bevinden zich langs wegen en in de buurt van industrie. Via een verdere bewerking, een interpolatie, krijgen we een gedetailleerde concentratiekaart met een hogere resolutie.
Het IFDM-dispersiemodel is echter een ‘open street’-model dat geen rekening houdt met obstakels als bomen, geluidsschermen of gesloten huizenrijen. Hierdoor onderschat het IFDM de concentraties in street canyons. In deze smalle straten is de natuurlijke ventilatie beperkt, waardoor de luchtvervuiling zich opstapelt. Het operational street pollution model (OSPM) komt hieraan tegemoet. Dit model gebruikt zeer gedetailleerde informatie over de straatconfiguratie. De berekening wordt toegepast op alle straten die als street canyons worden beschouwd.
Er is evenveel verontreiniging als voorheen, maar we kunnen de slechtere verdunning van de luchtvervuiling in deze straten in rekening brengen. We krijgen een juister beeld. Dat staat allemaal zeer goed uitgelegd op een FAQ-lijst die op de website van de VMM staat. Een model geeft een inschatting van de luchtkwaliteit. De validatie van het OSPM door echte metingen heeft aangetoond dat het volstaat. De VMM beschikt nu al over een performant en dicht meetnet voor alle polluenten en beantwoordt hiermee aan de Europese standaarden.
Voor de modellen is het belangrijk dat de verkeersgegevens ook op punt staan. Er is minder informatie beschikbaar over de uitstoot op wegen met minder verkeer. Het verkeer op die wegen wordt toegewezen aan de grotere wegen waarop de kleinere wegen aansluiten. Op de snelwegen hebben we hiervoor permanente intensiteits- en snelheidsmetingen. Voor het onderliggend wegennet beschikken we over heel wat minder metingen. De VMM is zich bewust van die beperking, die op de website vermeld staat. We overleggen met de minister van Mobiliteit over een oplossing hiervoor.
Ik ben voorstander van de samenwerking met burgers om de luchtkwaliteit te meten. Ik heb trouwens al samengewerkt met de stad Gent. We hebben burgers gevraagd om gedurende zes maanden op vijftig locaties de effecten van street canyons op de luchtkwaliteit in kaart te brengen. De resultaten van deze meetcampagne zijn gebruikt om de nieuwe modelkaarten te valideren.
De VMM zit ondertussen niet stil. In 2017 is de VMM op een twintigtal locaties in Antwerpen een meetcampagne met passieve samplers gestart. De meetresultaten hiervan zullen ook worden gebruikt voor de modelkaarten.
Uit de analyses blijkt duidelijk waar de prioriteiten van de te nemen maatregelen moeten liggen, namelijk wegverkeer en houtverbranding. Zoals ik al eerder heb vermeld, stemmen we de concrete uitwerking af op het in ontwikkeling zijnde Mobiliteitsplan Vlaanderen. Het administratief overleg is lopende. De Vlaamse Regering zal het nieuwe luchtplan bespreken. Na advies door de adviesraden en het stakeholdersoverleg zal het ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, ik was al heel de tijd benieuwd naar de inhoud van uw roze mapje. Het waren dus kaartjes voor onze commissiesecretaris, die heel blij was toen u ze hem overhandigde. Hij is dan ook blij met een dode mus, die commissiesecretaris van ons.
U hebt uitgelegd hoe wordt gemeten en min of meer uitgelegd hoe wordt gerapporteerd. U hebt echter geen rechtstreeks antwoord gegeven op mijn vraag of die nieuwe inzichten gevolgen hebben voor de wijze waarop wij aan de Europese Commissie rapporteren. Volgens u zijn het dezelfde resultaten in een andere verpakking. Ik neem aan dat er geen gevolgen zijn.
Ik heb u ook gevraagd of het als gold plating zou worden beschouwd indien we meer zouden doen dan we moeten doen. U hebt hier niet echt op geantwoord. Ik kan uit uw antwoord echter afleiden dat het antwoord negatief is.
U hebt het tevens over de lage-emissiezone gehad. Tijdens het weekend heb ik anderen horen voorstellen dat heel Vlaanderen een lage-emissiezone moet worden. Ik vraag me af wat hen bezielt. Dat lijkt me toch iets anders. We kunnen beslissen de normen voor heel Vlaanderen te verstrengen, maar het lijkt me iets anders van heel Vlaanderen een lage-emissiezone te maken. Een lage-emissiezone heeft een heel speciaal werkingsveld en doel. U had blijkbaar dezelfde reactie hierop als ik.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We kijken natuurlijk uit naar het luchtplan waar u al een aantal keren naar hebt verwezen. Zodra dit op tafel ligt, denk ik dat we de puzzel helemaal in elkaar zullen kunnen voegen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, eerst en vooral vind ik het hallucinant hoe u het probleem telkens minimaliseert. Telkens we hierover een actuele vraag of een vraag om uitleg stellen, wilt u eerst een goednieuwsshow brengen en minimaliseert u het probleem. Volgens u zijn we goed op weg en verbetert de luchtkwaliteit. Indien dat echt het geval is, vraag ik me af waarom in de kranten staat dat u wordt gedagvaard door burgers en door Greenpeace. Met de huidige saneringsplannen zult u tegen 2030 niet eens overal de Europese normen halen. Dat zijn niet de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Die normen liggen nog veel te hoog. Dit houdt nog gezondheidsrisico’s in voor mensen met ademhalingsproblemen en zeker voor kinderen. Indien u dat tegen 2030 niet kunt halen, vraag ik me af hoe u kunt blijven vertellen dat we goed bezig zijn en dat we het probleem niet mogen opkloppen. De normen van de Wereldgezondheidsorganisatie zijn een pak strenger.
Ik heb daarnet voorgelezen wat professoren over de impact van de luchtvervuiling hebben verklaard. Weinig andere stoffen hebben een dergelijke impact. Op uw vraag heeft de VMM de recente kaarten publiek gemaakt. Blijkbaar beperkt het probleem zich niet tot Antwerpen, waarvoor u een niet-ambitieus saneringsplan hebt waartegen de burgers in opstand komen. Het probleem is er in heel Vlaanderen. U hebt meer nodig dan telkens weer een opsomming van maatregelen.
Minister, volgens mij is Greenpeace heel duidelijk. We hebben een urgentieplan voor heel Vlaanderen nodig. We volgen dat volledig. Er moeten heel duidelijke maatregelen en een heel duidelijk tijdsschema komen. Het moet duidelijk zijn wat de impact van uw maatregelen zal zijn en hoe u de stikstofdioxide in de lucht concreet zult laten dalen.
Mijnheer Vandaele, zeker met betrekking tot mobiliteit en verkeer zullen we maatregelen moeten nemen die zich niet tot de steden beperken. We zullen die maatregelen voor heel Vlaanderen moeten invoeren. Een lage-emissiezone hoort daarbij, maar we zullen tevens een pak andere maatregelen veel sneller moeten implementeren. Ik denk dan aan een echt ambitieus luchtactieplan.
Minister, we hebben een urgentieplan nodig. U lijkt nog steeds niet te beseffen dat er een probleem is. U pakt telkens weer uit met de mededeling dat het de goede richting uitgaat. Ik weet niet wat er nodig is om u ervan te overtuigen dat er veel drastischere maatregelen nodig zijn.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, ik denk dat ik wel weet wanneer ik aan demagogie doe. Ik zal niet ontkennen dat het soms gebeurt, maar volgens mij heb ik dat nu niet gedaan. Ik voel me dan ook niet aangesproken.
Ik zal niet ontkennen dat u gelijk hebt met uw roze mapje. De situatie is een stuk beter dan 20 of 30 jaar geleden. Daar is geen discussie over. De discussie gaat erom dat we ondanks al die geweldige verbeteringen van de voorbije twintig jaar nog steeds worden geconfronteerd met het probleem dat we op veel plaatsen de Europese normen overschrijden. Volgens deskundigen volstaan die normen zelfs niet om een gezond leven te garanderen. Onze kennis hiervan is de afgelopen twintig jaar ook geëvolueerd. We hebben vastgesteld dat de effecten veel negatiever zijn dan we toen dachten.
Hoe dan ook heb ik niet geprobeerd u de zwartepiet toe te spelen en u de schuld van alles te geven. Het is niet allemaal uw schuld. Alles is de schuld van de socialisten. Het is de schuld van de socialisten dat alle mensen tegenwoordig een auto kunnen betalen. Ik accepteer dat. We zullen echter meer moeten doen.
Mevrouw Meuleman, wat de opsomming van voertuigen met lagere emissies en dergelijke betreft, sluit ik me bij u aan. Een gedeelte daarvan valt overigens niet onder onze verantwoordelijkheid in Vlaanderen. Dat is op dit ogenblik echter duidelijk niet genoeg. De ongerustheid van nogal wat mensen over de luchtkwaliteit en de gezondheidsgevolgen neemt stelselmatig toe.
Minister, het siert u dat u de metingen verfijnt en de mensen op die manier nog ongeruster maakt. U hebt gelijk. We moeten de daad bij het woord voegen. We moeten een aantal drastische maatregelen onderzoeken of zelfs onmiddellijk nemen.
Een groot deel daarvan ligt bij de minister van Verkeer. Als we echt willen dat minder mensen een auto hebben, dan moet je niet alleen lage-emissiezones hebben, dan moet je ook maken dat er een alternatief is voor die wagen. De Vlaamse Regering mag dat wel doen, want als het gaat over aantoonbare negatieve gezondheidseffecten, dan mogen de Europese normen zijn wat ze willen, je kunt nooit aan gold plating doen als je probeert de gezondheidsnormen zo strikt mogelijk na te leven en de gezondheid van de inwoners zo strikt mogelijk te beschermen. Dat kan toch in godsnaam nooit gold plating zijn, wat er ook in uw regeerakkoord staat. Je kunt nooit uitleggen dat je niet het maximale doet om aan de gezondheid van uw bevolking tegemoet te komen, in elk geval niet volgens mij.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, het is natuurlijk een klassieke tegenstelling. Als minister stelt u dat de luchtkwaliteit in de afgelopen decennia is verbeterd. Dat klopt natuurlijk. De oppositie verwijt u dat het eigenlijk niet voldoende is, dat de gezondheidsnormen voorgesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie, niet worden gehaald. Dat klopt natuurlijk ook.
Als politici moeten we vooral eerlijk zijn in deze zaak. Het laaghangend fruit is geplukt. Ofwel nemen we vergaande maatregelen, zoals het op korte termijn bannen van diesel, het aanpakken van de open haarden, de allesbranders, de oude houtkachels, om het fijn stof echt te laten zakken, ook in de landelijke gebieden. Dat zal het op korte termijn ook verbeteren.
Ofwel volgen we de weg van de geleidelijkheid, en dat is de weg die u verdedigt, minister. Dat gaat dan over zaken als het aanpassen van de verkeersfiscaliteit, die dan wel een impact heeft op de aankoop van dieselwagens. Dat heeft natuurlijk geen revolutionaire impact op het dieselwagenpark in het algemeen. Hetzelfde voor de Green Deal als het gaat over houtverbranding. Ik sta daar zeker achter, maar we mogen daar ook geen spectaculaire effecten van verwachten op korte termijn.
De weg van de geleidelijkheid is natuurlijk een politiek legitiem traject dat u voorstelt, maar dan moeten we natuurlijk ook eerlijk zijn dat er daarmee in de komende tien, twintig of misschien wel dertig jaar geen zuivere lucht zal zijn in Vlaanderen. Dat is wel de impact ervan. Het betekent ook dat de Vlamingen nog heel wat vervuilde lucht zullen inademen en dat nog heel wat ziektes zullen worden veroorzaakt door die vervuilde lucht. Die eerlijkheid moeten we dan ook wel aan de dag leggen.
De heer Danen heeft het woord.
Wat de nieuwe kaarten ons leren, is dat op het vlak van een aantal parameters zoals stikstofdioxide en black carbon, de lucht die we effectief inademen vuiler is dan we altijd hebben gedacht. Experts zeggen dat ze dat altijd al wisten, maar dat het erger is dan ze altijd hadden gedacht.
Minister, u zegt dat de luchtkwaliteit de goede kant opgaat. Dat zou er nog aan mankeren. De laatste jaren hebben we inderdaad gezien dat de impact van luchtvervuiling veel erger is dan we hadden gedacht. Het aantal kinderen dat lijdt aan astma en aanverwante aandoeningen, is nog nooit zo groot geweest als vandaag. Op dat vlak kunnen we nooit ambitieus genoeg zijn.
Minister, we hebben dringend nood aan een echte, betere en geloofwaardigere controle op de effectieve uitstoot van auto's. Ik heb begrepen dat Vlaanderen daarin een bevoegdheid heeft. Ik wil u echt vragen om die ten volle uit te oefenen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, ik heb effectief gezegd dat dit niet de nieuwe rapportering zal zijn omdat dat niet wordt gevraagd en dat ook niet de bedoeling is van die kaarten. Dat zal niets veranderen aan de manier waarop we rapporteren.
Het klopt dat Greenpeace de intentie heeft om ons te dagvaarden. Ze hebben ons in gebreke gesteld. De dagvaarding zelf is nog niet uitgestuurd. Ze hebben dat ook al in verschillende andere Europese lidstaten gedaan, onder andere in Nederland. Daar is de eis van Greenpeace door de rechtbank afgewezen. Greenpeace viseert dus niet alleen Vlaanderen, mevrouw Meuleman.
Dat is de essentie van wat hier allemaal is gezegd. We hebben een Europees luchtbeleid, net omdat lucht grensoverschrijdend is. Sommigen zeggen dat we drastische maatregelen moeten nemen. Als je van vandaag op morgen alle problemen wil oplossen en een perfect zuivere lucht wil, dan is dat zo. Dan moeten we direct drastische maatregelen nemen. Dan is de vraag hoe we dat praktisch gaan doen.
Maar we leven ook niet op een eiland. Er zullen ook nog vrachtwagens en auto's ons land binnen moeten als we economisch nog iets willen doen. Het is niet zo vanzelfsprekend om dat op een eiland in Europa te beslissen. Stel dat we met alle activiteiten stoppen, dat we onze fabrieken stilleggen, dat we geen auto's meer laten rijden, dat we geen hout verbranden in Vlaanderen, dan zal er nog luchtvervuiling zijn, want het komt over de grens. Het komt vanuit Frankrijk, Duitsland en Nederland. We leven niet op een eiland en het is iets wat Europees moet worden aangepakt. We moeten daar ook eerlijk in zijn.
Collega Meuleman, ik weet dat de waarheid kwetst. Ik minimaliseer niets, maar het heeft ook geen zin om demagogisch te gaan dramatiseren. Dat is wat me soms stoort aan de manier waarop u hierover communiceert, zeker als ik kijk naar uw daden. U hebt inderdaad een voorstel van resolutie ingediend, en ik heb heel goed gezien welke maatregelen u daarin voorstelt. Wel, het zijn maatregelen die waarschijnlijk grotendeels in mijn fijnstofactieplan zullen worden uitgewerkt. Als u denkt dat u met de maatregelen die u in uw voorstel van resolutie schrijft, in Vlaanderen morgen de Wereldgezondheidsorganisatienormen zult halen, dan hebt u het fout. Tenzij u mij anders kunt aantonen en u modellen hebt die het omgekeerde tonen.
Het zal stap voor stap gaan. We moeten vooral Europees blijven hameren op het feit dat dat wagenpark Europees sneller moet vergroenen, dat daar die verplichtingen sterk zijn. We hebben zelf gestuurd waar we kunnen met die vergroening.
Wat de effectieve uitstoot betreft, collega Danen, u hebt gelijk. Het behoort niet tot mijn bevoegdheid, maar het klopt natuurlijk dat we goed moeten weten wat auto's uitstoten om te kunnen sturen. Dat moet op verschillende fronten, ook op het Europese, worden aangepakt, want alleen voor onze markt worden geen auto's gefabriceerd.
Collega’s, de luchtkwaliteit is drastisch verbeterd, maar we zijn er nog niet. Ik wil dat nog eens herhalen. We zullen bijkomende maatregelen moeten nemen. Het klopt dat het laaghangend fruit geplukt is. Het zijn niet altijd evidente en makkelijke beslissingen die we moeten nemen. We hebben dat gedaan.
We hebben dat trouwens samen met Groen gedaan in Gent. De Gentse Kanaalzone is een zone waar we extra inspanningen hebben moeten doen. We hebben met de bevoegde schepen van Groen samengewerkt om een luchtactieplan op te maken. Dat is een Vlaams plan dat samen met de stad werd opgemaakt. Er zitten tal van maatregelen in die we op dit moment uitrollen. U ziet dat we stappen vooruitzetten. Het goede is dat we daar resultaten mee halen.
We moeten vooral stoppen met de zaken te dramatiseren en te doen alsof niets helpt. Daar worden de mensen moedeloos van. De inspanningen die we met ons allen leveren, hebben resultaat. Laat ons daar verder op inzetten.
We kunnen inderdaad niet toveren. We kunnen niet vragen dat elke Vlaming … Ook de Vlaming die het minder goed heeft, met een oude dieselwagen rijdt en de middelen niet heeft om een hybride Porsche te kopen bij manier van spreken, moeten we mee hebben. Daarvoor moeten we geleidelijk aan werken, zorgen voor een draagvlak en de sociale component meenemen. Daar moet de Vlaamse Regering oog voor hebben.
Minister, de vervuiling komt ook van over de grens, dat is waar. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat wij nog altijd meer exporteren dan importeren.
Mijnheer Tobback, inzake ‘gold plating’ deel ik uw standpunt. Als u het derde lid van mijn vraag leest, zult u dat ook zien. Ik wou alleen weten of de regering – en met name de minister – er ook zo over denkt.
Mevrouw Meuleman, u hebt het over de strengere normen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Als ik me niet vergis, is dat 20 microgram in plaats van 40 per kubieke meter, dat is inderdaad wat strenger. Ik blijf erbij, collega, dat het uitroepen van Vlaanderen tot één grote lage-emissiezone geen zin heeft. Dat is niet wat een lage-emissiezone behelst en bedoelt. Ik begrijp dat u die normen voor heel Vlaanderen wilt veranderen en verstrengen. Dat is iets anders. Maar zeggen dat heel Vlaanderen een lage-emissiezone moet worden, dat is een ander instrument.
Minister, het zal duidelijk zijn, na het weekend ook, dat die luchtkwaliteit voor mijn partij een echt speerpunt is, iets wat we bijzonder belangrijk vinden. Die propere lucht, dat is een mensenrecht. Het is een recht voor kinderen om gezond te leven, een recht voor mensen om buiten te kunnen komen en te sporten. Op dit moment is dat in Vlaanderen te weinig aan de orde.
Dan hebben we hier een voorstel van resolutie voorgelegd dat verder gaat dan uw huidige actieplannen, zeker op het vlak van mobiliteit. Als u zegt dat uw nieuw plan dat u volgt, overeenkomt met ons voorstel van resolutie, dan ben ik daar zeer blij om.
U hebt gelijk: op Vlaams niveau alleen kunnen we niet alles oplossen. Daarom zetten we op federaal niveau heel hard in op de vergroening van de fiscaliteit. Daarom proberen we dat Europees aan te pakken. Volgende maand zal ik in mijn gemeenteraad vragen om een lokaal luchtkwaliteitsplan op poten te zetten. Ik denk dat we op alle niveaus heel wat zaken kunnen doen en dat we dan sneller dan de 2030 die u vooropstelde, properder lucht zullen krijgen en de normen veel beter zullen kunnen halen.
Ik zal op die nagel blijven kloppen, minister. Ik hoop dat dat geen probleem zal zijn, want u zult nog van mij horen daarover.
Minister, ik onderschrijf uw bekommernis dat niet alleen iemand die zich een hybride Porsche kan permitteren, zich nog zou mogen verplaatsen in de toekomst. Ik wil er wel op wijzen dat dit natuurlijk grotendeels in de handen van de Vlaamse Regering ligt om daar alternatieven te bieden en in plaats van te besparen op het openbaarvervoersaanbod, dit uit te breiden. In de lage-emissiezone in de stad Antwerpen rijdt de helft van de bussen met moeite rond. Er is dus nog wel wat werk aan de winkel dat door de Vlaamse Regering echt kan worden gedaan.
De tweede sociale bekommernis zou moeten zijn dat wonen in een gezonde en kwalitatieve omgeving niet het voorrecht mag zijn van degenen die het zich kunnen permitteren van te gaan wonen waar het nog gezond is, terwijl de rest langs de steenweg mag stikken in het stof. Ik zeg niet dat u dat beweerd hebt, maar ik denk dat die twee sociale bekommernissen even belangrijk zijn. Minstens.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.