Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Gisteren of eergisteren is er een brief gestuurd naar de minister-president, naar minister Tommelein en naar u, minister Schauvliege, en alle parlementsleden in kopie, met enkele fundamentele zaken in. Een van de zaken is dat de omzendbrief 2009 over afwegingskader beoordeling vergunning voor windmolens relatief goed werkt. Men geeft heel duidelijk aan geen lokale of provinciale omzendbrieven of initiatieven meer te nemen. Men verwijst naar een trauma uit Oost-Vlaanderen dat het enorm heeft bemoeilijkt om windmolens nog te vergunnen. Men verwijst naar de provincie West-Vlaanderen die maar dertien zoekzones heeft gepland voor windmolens.
Twee weken geleden was ik zeer onaangenaam verrast door het initiatief van de provincie West-Vlaanderen om een afwegingskader te maken voor kleine windmolens. Daarin staan enkele zaken zoals het feit dat windturbines enkel op bebouwde kavels kunnen, dat energieproductie enkel voor het eigen verbruik kan zijn – dat sluit particulieren uit – dat er moet worden voldaan aan de regelgeving voor slagschaduw en dat economische rendabiliteit moet worden bewezen door een windmeting op de plaats van aanvraag te organiseren.
Ik vind dit een bovenlokaal feit. Vanuit deze commissie moeten we er alles aan doen om mogelijke belemmeringen voor procedures rond het inplanten van windmolens weg te werken. Er moet een heel duidelijke, transparante procedure zijn waarbij omwonenden en belanghebbenden in een openbaar onderzoek hun punten rechtszeker op tafel kunnen leggen en worden gehoord. Als de provincie beslist om daar een extra filter op te plaatsen, stel ik me daar vragen bij.
Minister, werd uw administratie Ruimte Vlaanderen betrokken bij de opmaak van dit initiatief? Is er een relatie tussen dit afwegingskader en de omzendbrief van 2009 en het West-Vlaamse initiatief? Is het een wettig initiatief? Kan een andere overheid bijkomende elementen opleggen via zo’n omzendbrief?
De gebieden waar windturbines planologisch kunnen worden geplaatst, worden geregeld in de geldende plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP). Nochtans sluit de provincie West-Vlaanderen kleine windturbines in woongebieden helemaal uit. Hoe staat u hiertegenover? Hoe staat u tegenover de voorwaarde dat kleine windturbines volgens de provincie West-Vlaanderen enkel mogen worden geplaatst voor eigen verbruik en aanvragen door particulieren expliciet uitsluit?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Ronse, we zijn niet betrokken bij dit initiatief. De omzendbrief van 2009 is gericht tot de lokale overheden en vermeldt uitdrukkelijk dat provincies en gemeenten hun eigen visie kunnen ontwikkelen. Het beleidskader stelt op pagina 2 dat elke gemeente haar eigen beleidskader kan opbouwen. Daarin is dus uitdrukkelijk voorzien. De gemeente kan elk document vragen dat nuttig is bij de beoordeling en kan daar dus een aantal voorwaarden aan toevoegen. Het afwegingskader is bedoeld als leidraad voor gemeentebesturen. Uiteraard moeten gemeentevergunningsaanvragen in de eerste plaats toetsen aan het decretale kader, de codex. Wanneer de aanvraag onverenigbaar is, bijvoorbeeld met stedenbouwkundige voorschriften, zal de gemeente de aanvraag moeten weigeren. Bij elke aanvraag heeft de vergunningverlenende overheid een zekere beoordelingsmarge, en daarbij kan een afwegingskader een goede hulp zijn.
Zes pilootgemeenten uit West-Vlaanderen hebben intussen ook een gemeentelijk beleidskader voor de vergunningsaanvragen van kleine windturbines. Het is me niet bekend of er nog andere bijkomende verplichtingen zijn opgenomen. Dat er op basis van zes gemeentelijke beleidskaders is gekomen tot een algemeen beleidskader, lijkt me geen probleem te zijn. Indien de provincie bindende voorschriften oplegt, zou dit wel kunnen, maar dan moeten ze een stedenbouwkundige verordening opmaken. In deze zaak is dat niet het geval.
De omzendbrief stelt dat er erg omzichtig moet worden omgegaan met de plaatsing van windturbines in uitgesproken woonomgevingen. De negatieve effecten en de impact van een snel draaiend object in de woonomgeving kunnen natuurlijk groot zijn. Anderzijds kan de plaatsing wel een goede inpassing in de omgeving zijn.
Ik heb begrepen dat elke gemeente een eigen kader opstelt. Op zich heb ik daar momenteel geen voorbehoud rond. Ik ben niet betrokken bij dat initiatief.
Uw vragen over de provincie horen eerder thuis in de provincieraad.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik vind dat we er vanuit Vlaanderen alles moeten aan doen opdat een significant deel van onze energie op hernieuwbare wijze wordt opgewekt. Kleine windmolens kunnen daartoe in een aantal gevallen oplossingen bieden. Wanneer een overheid zoals de provincie West-Vlaanderen beperkingen oplegt en een kader creëert waarbij het eigenlijk nagenoeg onmogelijk is om als particulier nog kleine windmolens te plaatsen, dan moeten we daar vanuit Vlaanderen tegen optreden. Als we echte ambities op het vlak van hernieuwbare energie koesteren, dan mogen we dat niet blauwblauw laten.
Naast kleine windmolens zijn er ook middelgrote windmolens. Op 12 april stelde ik daarover een vraag om uitleg. U gaf aan dat er met betrekking tot de gunning van middelgrote windmolens wel degelijk knelpunten zijn in de omzendbrief van 2009. U zou dit aankaarten op het overleg inzake de Fast Lane. Is dat al gebeurd? Zo ja, wat waren de resultaten?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Ronse, wat u zegt, is niet in tegenstelling met wat ik zeg. U wilt deels afstappen van de gemeentelijke beoordeling die we voor ruimtelijke ordening op tal van vlakken hebben ingevoerd. Die beweging is ingezet. We hebben rond ontvoogding gewerkt. U vraagt nu om dit te overrulen en het door de strot van de lokale besturen te duwen. Ik zal dat niet doen. Ik vind dat de lokale besturen een afweging moeten kunnen maken. Ik zal niet afwijken van wat jarenlang de lijn is geweest en waar ik nog achter sta. Ik geloof in de gemeentelijke afweging. Het is zeker niet de bedoeling om het tegen te houden, integendeel. Er zijn momenteel weinig aanvragen omdat het nog niet in alle gevallen zo rendabel blijkt te zijn. Als dit op termijn wel het geval is, zal dit meer ingang vinden.
Er is vorige week een overleg geweest over de Fast Lane. Dit is normaal gezien ook besproken. Ik zal het voor alle zekerheid nog eens navragen.
De heer Ronse heeft het woord.
Kan dit aan het verslag worden toegevoegd? Ik ben uitermate benieuwd hoe we de omzendbrief 2009 kunnen aanpassen zodat er geen misverstand bestaat over het beoordelingskader voor middelgrote windmolens en zodat lokale besturen die leiden aan het nimbysyndroom er zich niet langer achter kunnen verstoppen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.