Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Voorzitter, als kind was ik al supergeïnteresseerd in ruimtevaart en ik blijf dat meedragen. Minister, begin februari stelde ik u een aantal vragen waarop ik wel tijdig een antwoord heb gekregen. Het is dus geen rode draad.
In die vraag had ik het over de ESA-middelen (European Space Agency) die naar Vlaanderen komen. Ik had terzijde ook aangehaald dat er al een tijdje een advies was van de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen (VARIO) om een taskforce Ruimtevaart op te richten. Als we hebben gezien wat er in de laatste maanden allemaal in de ruimtevaart is gebeurd, dan klinkt dat een beetje spannend. Die taskforce is op 9 juni ook opgericht, wat heel goed is.
In die taskforce zal er een langetermijnstrategie worden uitgetekend over hoe Vlaanderen ruimtevaart wil gebruiken, niet alleen om in te investeren en onze centjes in te steken, maar ook om na te gaan welke voordelen we eruit kunnen halen voor onze brede economie. Ruimtevaart is een katalysator die gebruikt kan worden voor allerlei toepassingen. Uiteindelijk is het goed voor iedereen. Minister, hoe is de taskforce Ruimtevaart samengesteld? Welke opdracht heeft de taskforce?
Een van de aanbevelingen van VARIO was dat de Vlaamse overheid van de ruimtevaart gebruik zou kunnen maken als ‘early adopter’, een beetje naar het voorbeeld van de Verenigde Staten waar de overheid zelf de eerste gebruiker is van allerlei toepassingen uit de ruimtevaart. Voor Vlaanderen denk ik bijvoorbeeld aan datatoepassingen die in coronatijden plots heel pertinent werden. Daar zijn ook goede maatregelen genomen. Kan de Vlaamse overheid die ‘early adopter’-rol op zich nemen?
VARIO pleitte ook voor het uitwerken van een langetermijnstrategie voor Vlaanderen. Hoe ziet u dat? Welke concrete stappen zult u nemen?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik ben blij dat sommige schriftelijke vragen toch wel op tijd zijn beantwoord. Mijn mensen hebben me ondertussen laten weten dat er wegens corona uitstel was van het beantwoorden tot 1 juli en dat dit vermoedelijk een van de vragen is die er weken geleden al door is geglipt vooraleer ik beslist heb om toch de aanpassing te doen. Het antwoord is dan niet meer aangepast. Ik herinner mij echt het moment dat ik het bij mij kreeg en dacht om het toch aan te passen. Wellicht stond mijn handtekening er al op en is het antwoord toch doorgestuurd. We bekijken het. Het bijzonderste is de richting die we uitgaan. Als dat de juiste is, is dat ook al iets.
Over de taskforce Ruimtevaart hebt u in het verleden al vragen gesteld, net als mevrouw Sleurs. Die taskforce is samengesteld uit vertegenwoordigers van bedrijven, koepelorganisaties zoals Agoria, het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) en de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO), universiteiten zoals KU Leuven, Universiteit Antwerpen en VUB, en onderzoeksinstellingen zoals de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Vanuit mijn administratie nemen het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) deel. Ook de adviesraad VARIO is vertegenwoordigd.
Ik zal als bijlage bij de vraag de samenstelling bezorgen. Die samenstelling is altijd voorlopig, dus als u suggesties hebt, mag u die gerust meegeven.
Een gemeenschappelijk kenmerk van de leden van de taskforce is het feit dat zij vertrouwd zijn met hightechinnovatie en -onderzoek en dit zowel op Vlaams, federaal als Europees niveau. Een eerste kennismakingsvergadering vond plaats op 9 juni via videoconferentie. Ik was daar zelf ook bij en we hebben ons daar gedurende anderhalf uur aan elkaar voorgesteld. Veel mensen kenden elkaar, maar zijn niet gewoon om samen met de Vlaamse overheid te vergaderen. In die zin was dat wel een uniek moment.
Tegen het einde van de legislatuur willen we, voortbouwend op wat al bestaat, duidelijke stappen hebben naar een duurzaam model voor de ruimtevaarteconomie in Vlaanderen. Ik vind dat trouwens een heel mooi woord. We vragen ons vaak af hoe we jongeren kunnen stimuleren om wetenschap en techniek te volgen, welnu, het woord ruimtevaart spreekt sowieso tot de verbeelding van heel veel jongeren. Het gaat dan zowel om aspecten van financiering als om structuren. Alle deelnemers vroegen om toch zeker niet te verzanden in een pure discussie over hoe er geld kan worden binnengehaald maar eerder over hoe we die ruimtevaarteconomie vorm kunnen geven. Het is de taak van de taskforce om die ambitie mee vorm te geven.
De aanbevelingen van VARIO zaten al in een eerdere vraag om uitleg. VITO heeft momenteel een tiental projecten lopen. Het gaat om technologische verkenningen en zogenaamde ‘proof of concept’-projecten op terreinen zoals waterkwaliteit, landbouw, bosbeleid en stabiliteit van wegen. Voor elk van deze projecten is er overleg met bevoegde administraties.
Wanneer die projecten succesvol blijken te zijn, biedt de toepassing van deze projecten een direct voordeel voor de Vlaamse overheid. Tegelijk mag men niet onderschatten dat dergelijke projecten ook ambassadeur voor de hele Vlaamse ruimtevaarteconomie zijn, zij maken die ruimtevaarteconomie tastbaar, en dat is net wat we vandaag nog een beetje missen in Vlaanderen.
Het uiteindelijke doel dat VARIO vooropstelt, is de uitbouw van een Vlaamse ruimtevaarteconomie die aansluit op het Europese niveau. Het innovatief bedrijfsnetwerk IBN Space 4.0 is het bewijs dat de actoren van de sector zich hiervoor inzetten. Momenteel werkt IBN aan de tien trajecten die onderscheiden werden in het VARIO-advies.
Deze initiatieven geven richting aan de uitbouw van de Vlaamse ruimtevaart. Een van de taken van de taskforce bestaat er ook in om iets verder in de tijd te kijken en na te gaan welke elementen in de huidige aanpak nog ontbreken of eventueel aangepast en versterkt moeten worden. We doen dit altijd binnen het bestaande federale en Europese kader.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben het volledig met u eens dat het niet enkel een heel mooi woord is maar ook echt iets waarmee we jongeren kunnen enthousiasmeren voor wetenschap en de relatie tussen beide.
Ik heb nog een klein bijvraagje. U hebt gezegd dat we niet moeten kijken naar de centen, dat is waar, maar centen doen er soms wel toe en in dat opzicht zou ik willen vragen hoe wij ons aandeel in ESA-middelen (European Space Agency) kunnen vergroten. Nu zou op Belgisch niveau 55 procent van die middelen naar Vlaamse ondernemingen moeten worden gehaald maar we halen dat streefcijfer niet en daardoor krijgen we eigenlijk 25 miljoen euro middelen te weinig. … (onverstaanbaar) … Veel bedrijven zullen in het Brusselse gesitueerd zijn, maar ik denk dat we er toch werk van moeten maken om het juiste aandeel uit die ESA-middelen te krijgen. Kunt u daar nog bijkomende informatie over geven?
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de heer Vande Reyde, in eerste instantie wanneer het gaat over de ESA-middelen. Het is natuurlijk belangrijk dat we de juiste Vlaamse return hebben. Maar ik wil ook mijn tevredenheid uiten dat de taskforce inderdaad van start is gegaan.
Het is inderdaad nog maar een kennismaking geweest, maar het is het tastbaar maken van de ruimtevaarteconomie, een mooi woord zoals u zegt, maar het is veel meer dan een mooi woord. Ruimtevaart is veel breder.
In deze crisis speelt ook nog eens de droogte een rol. VITO heeft zoveel technologie in huis om zulke zaken te kunnen opmeten, maar ook naar oplossingen te kunnen gaan. Het is belangrijk dat we van dichtbij die taskforce kunnen opvolgen, dat we weten wat er gaande is, en dat we daardoor niet alleen de economie maar heel het veld van innovatie dat erachter zit, kunnen activeren. U hebt alvast mijn appreciatie voor het feit dat de taskforce inderdaad van start is gegaan, hopelijk kunnen we daar extra werk van maken.
Ik sluit me aan bij collega Vande Reyde in verband met de ESA-middelen. Het is een strijd die we al lang voeren. Misschien kunnen we iets bereiken via de taskforce. U als minister moet daar blijven op drukken, het is een belangrijke economische tak voor de Vlaamse ontwikkeling.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u voor de appreciatie. Ik had beloofd dat we zo’n taskforce zouden oprichten. Dat was bijzonder interessant, net zoals je een groep van wetenschappers zou samen zetten. Het is ook interessant om hun overleg te horen.
Het is, denk ik, de federale overheid die programma’s binnen ESA selecteert die relevant zijn voor Vlaanderen. Daarom is het nuttig om nu samen te zitten met een groep om te zien welke opportuniteiten er zijn voor onze bedrijven om op in te spelen en dus ook zo de return binnen te halen.
Het viel me in de eerste kennismakingsronde op dat men zei dat we ons daartoe niet mochten beperken. Dat is dus niet weg, integendeel. De bedoeling van het forum is uiteraard om te zoeken hoe het een meerwaarde kan zijn, ook inzake het binnenhalen van middelen. Men wil ook dat er aandacht aan de ruimtevaarteconomie besteed wordt as such, niet alleen ESA-gewijs, maar ook om maatschappelijk duidelijk te maken wat het belang van die hele economie is voor Vlaanderen en hoe we nog meer op opportuniteiten kunnen inspelen.
Ik heb gezegd: ‘niet alleen’. Dat neemt natuurlijk niet weg dat het wel een belangrijk iets is. Mensen zeiden: ‘laat ons niet zuiver focussen op dat budget’. Iedereen gaf wel aan dat het terecht is. Iedereen weet dat dat een van de redenen is waarom ik die taskforce opgericht heb.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Een kleine correctie: mijn medewerker zit mij te bestoken met berichten dat het antwoord op de schriftelijke vraag waar ik het net over had, al is binnengekomen op 3 juni, niet vanochtend, zoals ik eerst zei. Hij heeft het me vanochtend geforward. Ik heb verkeerd gekeken. U berichtte er in de pers over op 12 juni.
Ik krijg net ook een heleboel mails, want ik had kwaad gevraagd hoe dat toch mogelijk was. Ik heb net de chronologie doorgekregen.
Ik ben dus van gedacht veranderd. De vraag lag bij mij en één of twee dagen later hebben we beslist om dat echt wel te doen. Ik zou ze niet doorgestuurd hebben en u later een antwoord bezorgd hebben, maar het was al gepasseerd. Dat was niet vandaag, zeggen mijn mensen mij.
Oké, ‘case closed’. Voor mij zijn er geen fouten gemaakt, maar als over dergelijke zaken vragen gesteld zijn en er een debat over gehouden is, zijn volgens mij de primeurs voor het parlement. Dat geldt voor veel zaken. Ik weet dat dat ‘zagerig’ overkomt. Ik blijf bij het standpunt dat dat belangrijk is.
Ik begrijp dat bij dezen het geluksniveau gestegen is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.