Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) is lid van zowel de Agency for the Cooperation of European Regulators (ACER) als van de Council of the European Energy Regulators (CEER). De Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) is daar volgens ons opzoekwerk momenteel geen lid van. Ik kan begrijpen dat de VREG er vroeger geen behoefte aan had om daar lid van te zijn, want hij had een zeer beperkte functie. Maar nu ligt dat wel anders, want nu is hij ook bepalend voor de tarieven. En dus denk ik dat het wel nuttig zou zijn dat de VREG lid zou worden van die internationale regulatorenverenigingen, om zo internationale ervaringen te kunnen uitwisselen met andere landen.
Kunt u dat instrueren, zonder dat u daarmee de VREG tegen u in het harnas jaagt? Ze zijn immers nogal gevoelig voor aanduidingen vanuit de politiek. Ik zou het toch wel nuttig vinden dat de VREG daar lid van wordt. Het kan ook zijn dat dat intussen gebeurd is. Of is er misschien een juridisch probleem, bijvoorbeeld doordat enkel de nationale regulatoren lid kunnen zijn en een regulator van een regio niet?
De heer Schiltz heeft het woord.
Dit is wederom een excellente vraag van collega Gryffroy. Nu de bevoegdheden over energie in ons land herschikt zijn, en meer in het bijzonder naarmate decentrale productie belangrijker wordt, kunnen we er niet aan voorbij dat kleinere, lokale energieproductie-eenheden en het distributienet van belang worden in een Europese energiepolitiek. In die zin is er misschien wel mentale ruimte om niet alleen de grote nationale regulatoren, maar ook een aantal meer regionale regulatoren toegang te verschaffen tot de Europese instellingen.
Ik weet dat het niet evident is, want de nadruk ligt op interconnectie en bevoorradingszekerheid, wat vooralsnog een nationale bevoegdheid is in de meeste lidstaten. Toch wil ik graag eens peilen hoe u dat ziet, minister. Hebt u al contacten gehad met de VREG en eventueel met uw federale collega Marghem over deze problematiek? In welke mate is er ruimte voor regionale regulatoren om toe te treden tot de Europese organisaties?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik zie mij nu genoodzaakt om ook te zeggen dat ik dit een excellente vraag vind en dat ik die ten volle ondersteun. (Gelach)
Minister Turtelboom heeft het woord.
Collega’s, de VREG is op Europees niveau actief op drie vlakken: bij de ACER, de CEER en de Association of Issuing Bodies (AIB). De Europese energieregulator ACER wordt mee bestuurd door een raad van regulatoren, waar de nationale energieregulator van elke lidstaat deel van uitmaakt. Voor België is dat de CREG. De VREG is dus geen lid en kan geen lid worden van die Europese energieregulator.
De activiteiten van de Europese regulator raken vooral aan de federale energiebevoegdheden. Meer en meer komen echter ook activiteiten inzake distributie in beeld. Binnen het overleg van de Belgische energieregulatoren, FORBEG, is daarom in 2014 de werkgroep Europa opgericht, waarin de CREG de regionale energieregulatoren brieft over de activiteiten van de Europese regulator en, indien nuttig, lopende activiteiten voorbereid worden. De essentie van de werkgroep is informatie-uitwisseling en coördinatie. De VREG zegt mij dat die samenwerking momenteel volstaat.
Naast de Europese regulator bestaat ook de CEER. Dat is een non-profitorganisatie waarin de Europese nationale toezichthouders van elektriciteit en aardgas in vrijwillige samenwerking ijveren voor de bescherming van de belangen van de energieafnemers en bijdragen tot een enkele, concurrerende en duurzame interne markt voor gas en elektriciteit in Europa. Binnen de CEER zijn verschillende werkgroepen actief, elk met een eigen focus. Opnieuw is de CREG lid van de CEER, als nationale energieregulator.
Ook hier is het feit dat de VREG geen lid kan worden van CEER in de praktijk geen probleem. Vanuit FORBEG is de VREG gemandateerd om de werkzaamheden van de Europese energieregulatoren inzake consumenten en retailmarkten op te volgen voor België. Ook hier verloopt de voorbereiding en informatieverlening over de activiteiten van de CEER via de werkgroep Europa van FORBEG.
De VREG is wel lid van de AIB, een internationale vzw van organisaties die bevoegd zijn om garanties van oorsprong uit te reiken voor hun land of regio. Levering van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen moet in Vlaanderen worden gestaafd aan de hand van de voorlegging van garanties van oorsprong. Om een betrouwbaar, fraudebestendig mechanisme te gebruiken voor de overdracht van garanties van oorsprong, is de VREG sinds 2006 actief lid van AIB. Via de hub van AIB kunnen garanties van oorsprong elektronisch in- en uitgevoerd worden tussen de leden van AIB.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dat antwoord is duidelijk. We zitten dus met legale problemen om de VREG lid te maken van de Europese associaties. Ik zou toch voorstellen dat we dat verder opvolgen en kijken of er bij informele contacten misschien een mogelijkheid is om de regionale regulatoren daarin te betrekken. België staat daarin immers niet alleen. Dat is in sommige andere landen ook zo. Nu gaat de CREG bijvoorbeeld samenzitten met de Duitse regulator. De CREG is niet meer bevoegd voor het distributieniveau, enkel nog voor het transportniveau. Op die manier mist men in internationale contacten dus het volledige distributieniveau, dat bij de regio’s zit.
Ik weet dat het legaal niet simpel is, maar we zouden toch moeten kijken, desnoods via samenwerking met FORBEG, of men daar toch geen stem kan krijgen bij die Europese regulatoren.
De heer Schiltz heeft het woord.
Ik heb natuurlijk begrip voor de juridische situatie. We moeten ook opletten dat Europese organisaties geen ratjetoe worden. In die zin is er wel nood aan een zekere inhoudelijke samenwerking. Het systeem van de werkgroepen kan daar soelaas bieden. Dan is het vooral zaak om te bekijken in welke mate de VREG er op een meer informele manier, met de CREG en met FORBEG, voor kan zorgen dat zij voor de relevante beleidsdomeinen hun stem kunnen laten horen en hun expertise aan tafel kunnen brengen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.