Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, collega’s, in de erkenningsvoorwaarden voor een woonzorgcentrum is bepaald dat elke bewoner steeds een aangepast oproepsysteem moet kunnen gebruiken en dat er in elke sanitaire cel een oproepsysteem aanwezig moet zijn dat gemakkelijk bereikbaar is voor de bewoner. Bewoners moeten in een kamer bijvoorbeeld over een oproepsysteem beschikken dat bereikbaar is vanuit het bed en vanuit de zetel.
Deze alarmknoppen zijn echter voor mensen met zware dementie vaak niet te hanteren. Ze zijn zich zelfs niet eens bewust van de aanwezigheid van een alarmsysteem. Als ze in nood zijn kunnen ze dus geen alarm slaan, met soms schrijnende situaties als gevolg. Mensen vallen en liggen soms urenlang op de grond. Voor hen zou een optisch alarm een oplossing kunnen zijn.
Het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen gaf in een advies op vraag van de Woonzorglijn aan dat ze principieel geen bezwaren hebben tegen intelligente systemen, zover dat ze in eerste instantie met de bewoners en familie zijn besproken en ze het personeel niet vervangen. In het buitenland, maar ook in eigen land, zijn er woonzorgcentra die intelligente alarmsystemen gebruiken.
Mijn vraag, minister, is hoe u tegenover deze intelligente alarmsystemen staat. Hebt u zicht op welke woonzorgcentra zulke systemen gebruiken? Neemt u initiatief om ervoor te zorgen dat deze systemen in al onze woonzorgcentra gebruikt kunnen worden? Neemt u het in overweging om intelligente alarmsystemen voor mensen met dementie mee op te nemen in de erkenningsvoorwaarden?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, in uw inleiding hebt u gezegd dat een optisch alarm een oplossing zou kunnen zijn, maar optische systemen zijn systemen op basis van licht, waar bijvoorbeeld lichtverstoring een alarmmelding genereert, dus ik ga ervan uit dat u geen camera’s bedoelt. (Opmerkingen van Ann De Martelaer)
Voilà, daar wilde ik zeker van zijn. We waren niet helemaal zeker. Dat is wel van belang natuurlijk, omdat het onderscheid tussen een optisch alarm en een camera op vlak van privacy heel groot is, maar we zijn het er al over eens waarover het gaat.
Dus ik ben de ontwikkeling en het gebruik van intelligente alarmsystemen, en bij verruiming zorgtechnologische toepassingen, zeer genegen. We hebben ook in dat verband innovatieprojecten bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO).
De randvoorwaarden voor de inzet van zulke systemen zijn van belang. De bespreking en zeker ook de toestemming van de bewoner of zijn vertegenwoordiger is ook essentieel. De systemen moeten het zorgpersoneel ondersteunen en kunnen de medewerkers niet vervangen. De systemen moeten ook aan bestaande regelgevingen voldoen.
Het Departement Zorg onderzoekt op dit ogenblik of het creëren van een toekomstige decretale basis voor het gebruik van deze en andere zorgtechnologische toepassing wenselijk en juridisch betaalbaar is. Maar ik sta er dus positief tegenover, dat wil ik ook wel zeggen.
Ik heb geen overzicht van het gebruik van dergelijke systemen. Het gebruik wordt niet systematisch bevraagd of geregistreerd. Zorginspectie kan en zal altijd tijdens een inspectiebezoek het gebruik vaststellen en het toetsen aan de regelgeving waar zij voor bevoegd is.
Het is de opdracht van de woonzorgcentra om continuïteit, toezicht door zorgpersoneel en een aangepast alarmsysteem te voorzien. Woonzorgcentra beslissen zelf over de prioriteit die zij geven aan het belang van menselijk contact, toezicht en de toepassing van technologie, maar ik volg de ontwikkelingen zeer sterk.
Ik ben ook een project gaan bezoeken, en als er zulke innovaties zijn, is het voor mij vooral van belang dat we kanalen hebben die ervoor zorgen dat men de sprong maakt om ze te gebruiken. Daar knelt het schoentje nog een beetje. Vandaar dat die innovatielijn voor mij ook van belang is om goed te blijven onderzoeken.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, het inzetten van moderne technologie zal het personeelstekort niet oplossen, maar wel een aantal zaken gemakkelijker maken. Er zijn ook armbandjes die ze aan bewoners geven. We weten dat bejaarden, en zeker bejaarden met dementie, rondwandelen. Die armbandjes zorgen ervoor dat ze toegang hebben tot bepaalde deuren en andere deuren niet. Dat is ook een andere technologie.
We weten dat mensen met dementie ook ’s nachts dikwijls dwalen en eigenlijk in kamers van medebewoners terechtkomen, waar ze niet hoeven te zijn, waar ze dan ’s morgens gevonden worden. Dus mocht u optische detectoren hebben, dan zou dit probleem ook al kunnen worden voorkomen en zou men onmiddellijk kunnen ingrijpen. Ook als iemand uit bed valt, zou men onmiddellijk kunnen ingrijpen.
Het in gebruik brengen van moderne technologie, zou zeker ook de familie kunnen geruststellen. Nu worden ze vaak geconfronteerd met situaties van dwaalgedrag en vallen, waarbij het woonzorgcentrum eigenlijk niet weet hoe die persoon daar is gekomen en hoe lang die daar ligt. Dus het zou zeker een geruststelling zijn.
Ik denk dat als we vanuit de overheid ook initiatief nemen, daar ook een kostprijs aan is. Maar als u geen initiatief neemt en reageert, zouden we ook overal in de woonzorgcentra een kakofonie van systemen kunnen krijgen.
Mijn vraag is, minister, of het niet zinvol zou zijn – als we dat verder zouden installeren met een openbare aanbesteding – om ervoor te zorgen dat alle woonzorgcentra over zulke systemen kunnen beschikken en op die manier de kostprijs voor een stuk zouden kunnen drukken?
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Ik wil misschien heel kort tussenkomen. Ik was onlangs bij iemand die voor haar demente mama een zorgunit in de tuin heeft. De zorgunit werkte met een lamp met artificiële intelligentie. De lamp is uitgerust met camera's en als die persoon in kwestie valt vraagt de lamp “Bent u gevallen?” Die persoon kan daarop antwoorden en als er geen antwoord komt wordt die familie meteen verwittigd. Ik hoor van mijn collega dat het in het zorgcentrum in Bree ook wordt gebruikt. Er zijn dus wel al heel veel technieken.
Dit was in een nieuw zorgcentrum, misschien is het belangrijk dat alle nieuwe zorgcentra dit krijgen. Het is niet alleen zinvol voor mensen met dementie, elke persoon kan vallen en geen personeel bereiken. Ik denk dat het ook een veiliger gevoel geeft aan het personeel. Als ze een signaal krijgen kunnen ze meteen naar de kamer gaan. Er zijn dus al wel heel wat technieken. Misschien is het gewoon belangrijk om het kenbaar te maken en om er bij nieuwbouw extra op te letten.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik erken absoluut dat er heel veel systemen zijn, dat maakt dat de spanning, collega De Martelaer, bij een aanbesteding groot is. Met een aanbesteding ga je een beetje uniformiseren. Die innovaties halen een razend tempo op dit moment.
Ik heb ook al een systeem van een slimme lamp bezocht. Voor mij is het vooral van belang dat die ontwikkelingen een vertaling krijgen op de werkvloer. Daar wringt het schoentje soms een beetje. In woonzorgcentra zijn er normen, men zegt dat men het geld aan dit en aan dat moet besteden. Ik heb daarom gedacht aan een innovatielijn. Wie dat wil doen, die kan dat doen. Dan kun je nog altijd zeggen dat er een decretale basis komt en zo voorwaarden bepaalt. Dan voldoe je aan een aantal voorwaarden maar kan er wel een subsidielijn zijn. Dat was een beetje mijn idee: los van de financiering van de woonzorgcentra, via innovatieondersteuning steun bieden voor zij die willen investeren. We zijn nog aan het bekijken hoe we dat in kaart kunnen brengen en hoe we ervoor kunnen zorgen dat sommigen die sprong maken.
Ik heb er met mensen van de woonzorgcentrum over gediscussieerd. Dit lost wat mij betreft de personeelsproblemen niet op. Je kunt niet zeggen dat we mensen gaan wegtrekken en vervangen, maar het maakt het wel haalbaar voor iemand die bijvoorbeeld de nachtshift heeft, om de zorg uit te oefenen op een redelijk comfortabele wijze. Want als er weinig personeel is en je hebt veel kamers, dan zijn dat allemaal blinde vlekken. Dat is anders dan de technologie die je ondersteunt om je job te doen. Ik vind dus dat er muziek in zit om het meer in zwang te laten geraken.
We zijn aan het kijken hoe we dat dan moeten doen. Moeten we een regelgevend kader maken of laten we dat vrij? Moet er een aparte subsidielijn komen of niet? Ik weet dat de koepels ouderenzorg daar ook heel erg mee bezig zijn en ook inzetten op kennisverspreiding. Dat is dus ook een goede zaak.
Het is volgens mij te eng om het in een aanbesteding te steken, daar verschillen we van mening. De technologische veranderingen gaan te snel. Maar we delen dus wel hetzelfde positieve sentiment, rond de meerwaarde van dergelijke systemen.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik heb die opmerking van die openbare aanbestedingen gemaakt omdat ik meen dat het moet en dat we er niet te lang mee mogen wachten. Ik word ook gecontacteerd door mensen die bijvoorbeeld een echtgenoot of echtgenote hebben die momenteel in een woonzorgcentrum verblijven en waar geen systemen zijn. Je kunt daar niet drukken op het belletje, terwijl Zorginspectie eigenlijk alleen maar dat belletje gaat controleren, ongeacht of de bewoner dat kan gebruiken of niet. Ik denk dus dat we daar echt wel heel snel werk van moeten maken. Als u in de erkenningsvoorwaarden zet dat het oproepsysteem aangepast moet worden aan de situatie van de bewoner, dan zal het noodzakelijk zijn dat de woonzorgcentra met die optische systemen gaan beginnen werken, en anders niet. Ik kijk echt wel uit naar de volgende stappen die u daarin gaat zetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.