Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Een ‘Pediatric intensive care unit’ (PICU) is een intensieve zorgunit voor ernstig zieke kinderen. Het gaat hierbij om kinderen waarbij vitale functies, denk aan ademhaling, bedreigd zijn, waarbij orgaanfuncties ernstig verstoord zijn of die intensieve monitoring nodig hebben. Studies uit het buitenland tonen aan dat ernstig zieke kinderen die behandeld worden op een PICU-afdeling, hogere overlevingskansen hebben dan kinderen die behandeld worden op een gewone afdeling voor intensieve zorgen.
Momenteel is het zo dat er in België geen specifiek wettelijk kader bestaat rond de organisatie van kinderintensieve zorg. Desondanks zijn er een aantal gespecialiseerde eenheden opgericht voor kinderintensieve zorg. In de praktijk worden daardoor in Vlaanderen veel kritiek zieke kinderen behandeld op een PICU, hoewel er dus geen wetgeving rond is. De Belgische Vereniging voor Kinderintensivisten (Be-Pics) is al een tijd vragende partij voor een nieuw en aangepast zorgprogramma pediatrie. Zij willen dat de zorg voor kritiek zieke kinderen gecentraliseerd wordt op PICU’s, met 24/7 medische en verpleegkundige zorg door speciaal daarvoor geschoold personeel.
Op een vraag om uitleg – of zoals het aan de overkant heet: een mondelinge vraag – hierover van Nathalie Muylle aan federaal minister van Volksgezondheid Vandenbroucke, gaf deze laatste aan dat de gemeenschappen sinds 1 juli 2014 bevoegd zijn voor de bepaling van erkenningsnormen voor zorgprogramma’s.
Bent u op de hoogte van de problematiek omtrent het ontbreken van een wettelijk kader voor kinderintensieve zorg? Hadden u of uw administratie hierover al contact met de Belgische Vereniging voor Kinderintensivisten? Is het uw ambitie dat er een erkend zorgprogramma komt voor de behandeling van kritiek zieke kinderen, zodat zij de garantie hebben op de best mogelijke zorgen en overlevingskansen? Kan Vlaanderen binnen de eigen bevoegdheden een PICU-zorgprogramma erkennen, of zijn hierrond afspraken nodig met de federale overheid?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik ben op de hoogte dat er geen wettelijk kader is voor een zorgprogramma pediatrische intensieve zorg (PICU).
Even ter situering: Op 2 april 2014 werd het ‘Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan het zorgprogramma voor kinderen moet voldoen om erkend te worden’ afgekondigd. Dit zorgprogramma bestond uit een basiszorgprogramma – ambulante zorg –, gespecialiseerd zorgprogramma – hospitalisatie – en tertiair zorgprogramma – PICU –.
Dit koninklijk besluit werd vernietigd door de Raad van State in het arrest van 8 december 2016 vanwege het niet-respecteren van de verplichting om een advies van de Federale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen in te winnen, toen nog de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen.
Sinds de zesde staatshervorming is het uitwerken van erkenningsnormen een bevoegdheid van de gemeenschappen, met uitzondering van de organieke regelgeving. De federale overheid behoudt daarnaast ook de bevoegdheden inzake de programmatie van ziekenhuisactiviteit en de financiering van de ziekenhuiswerking.
Ik ben voorstander van een erkend zorgprogramma voor de behandeling van kritiek zieke kinderen. Dit wordt idealiter voorzien binnen een kader van ruimere aanpassingen met betrekking tot het zorgprogramma voor kinderen, zoals ook in 2014 de intentie was.
Er dient daartoe eerst in het kader van de federale bevoegdheid inzake organieke erkenningsnormen bepaald te worden dat een zorgprogramma voor pediatrische intensieve zorg opgericht kan worden in de ziekenhuizen.
Op basis van wijzigingen die de federale overheid recent heeft doorgevoerd in bepaalde normen met betrekking tot de ziekenhuisactiviteit en de adviezen van de Raad van State daarover, kunnen we afleiden dat het concept ‘organieke wetgeving’ een ruime interpretatie kan krijgen. De niet-organieke regelgeving kan vervolgens door Vlaanderen worden uitgewerkt.
Voorlopig is het dus niet mogelijk om het PICU-zorgprogramma te erkennen, omdat er geen erkenningsnormen bestaan.
Vanuit de Be-Pics werd er een brief verzonden aan onder meer de secretaris-generaal van het Departement Zorg. De brief is besproken op de interfederale interkabinettenwerkgroep (IKW) ziekenhuizen. Hier werd door het federale kabinet Sociale Zaken en Volksgezondheid aangegeven dat er aan de wetenschappelijke vereniging van intensivisten gevraagd is een eerste voorstel op te stellen. Zo mogelijk zal er nog deze legislatuur in een koninklijk besluit regelgeving worden voorzien.
Het is een beetje een technisch antwoord, maar uw vraag was dat ook.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Het is inderdaad een technisch antwoord, maar toch ook wel belangrijk. Ik denk dat we allemaal wel de ambitie hebben om de best mogelijke zorg te kunnen garanderen in onze ziekenhuizen. Dat is zeker zo wanneer het aankomt op zeer zieke kinderen. Dan zie je dat we ook hier weer te maken hebben met ingewikkelde bevoegdheidsregels. Waar het eerdere antwoord van minister Vandenbroucke aan collega Muylle liet uitschijnen dat we als Vlaanderen nu de stappen zouden kunnen zetten, leid ik uit uw antwoord af dat dat nog niet zo is, want dat er eerst erkenningsnormen opgemaakt moeten worden op het federale niveau, waarna Vlaanderen dan effectief verder aan de slag kan. Ik denk dat het goed is dat het is opgenomen op de interfederale IKW en ik kan alleen maar met u hopen dat er zo snel mogelijk werk gemaakt wordt van die erkenningsnormen, zodat we ook hier die zorgprogramma’s kunnen uitwerken en erkennen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.