Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, De Lijn lanceert een nieuwe bewustmakingscampagne met het verzoek om hun medewerkers met respect te behandelen en de toenemende agressie tegen te gaan. Dit naar aanleiding van nieuwe cijfers waaruit blijkt dat chauffeurs van De Lijn vorig jaar te maken kregen met 1255 gevallen van verbale agressie en 134 gevallen van fysieke agressie. Alles samen werd ruim een vijfde meer feiten opgetekend dan in 2021.
De campagne zal worden gevoerd op 170 voertuigen, via advertenties op sociale media en de communicatiekanalen van De Lijn en brengt de boodschap dat de medewerkers van De Lijn meer zijn dan hun job door getuigenissen van medewerkers te verspreiden over wat hen drijft in hun vrije tijd.
Directeur-generaal Ann Schoubs is duidelijk, zij zegt dat de medewerkers hun job onder optimale omstandigheden moeten kunnen uitvoeren. Dat betekent dat zij in een veilige en aangename omgeving willen werken en recht hebben op respect. Ook u, minister, maakt duidelijk dat men van de medewerkers afblijft, en u ondersteunt als voogdijminister elk initiatief dat bijdraagt aan een veilige werkomgeving voor de medewerkers van De Lijn. Aandacht voor de waardigheid van de chauffeurs en controleurs hoort daar zeker bij.
Uiteraard hebben zowel u, minister, als directeur-generaal Schoubs het bij het rechte eind. De vraag is echter of de zoveelste campagne veel effect zal hebben op de overlast- en geweldplegers zelf. In het verleden zijn er nog dergelijke campagnes geweest zonder veel effect, en de cijfers bewijzen dat nu. Daarom heb ik enkele vragen voor u, minister.
Kunt u het opzet van deze campagne toelichten? Waarom denkt u dat deze campagne een positief effect zal hebben op de agressie tegen personeel van De Lijn? Wat is de kostprijs van deze campagne?
Hoe ver staat u met de onderhandelingen met uw federale collega van Justitie rond het lik-op-stukbeleid?
Zet u in op een snellere uitrol van beschermingsmaatregelen tegen geweldplegers, zoals afgesloten stuurhutten in de oudere voertuigen en de snellere uitrol van camera’s in de bussen?
Wanneer zullen de aangekondigde bodycams effectief kunnen worden gedragen door de controleurs?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Verheyden, voor uw vraag. Ik denk dat de materie zeker niet nieuw is. We hebben het er nog uitgebreid over gehad in de commissievergadering van 29 maart toen we de opzet van deze campagne al geduid hebben. Het feit is en blijft natuurlijk altijd hetzelfde: agressie is absoluut onaanvaardbaar, het is asociaal gedrag en we roepen daar met z’n allen een halt toe.
Samen met De Lijn kiezen we alleszins voor een totaalaanpak om onze mensen maximaal te beschermen. We denken aan sensibiliseringscampagnes, opleidingen, uitwisselingen van de nieuwe bussen met de afgesloten stuurposten, monitoringssystemen waar de agressie plaatsvindt, camera’s op de voertuigen, alsook het gericht inzetten van de controleurs en de samenwerking met de politie bij de controleurs.
De campagne is eigenlijk een vervolg van de campagne die we vorig jaar met de andere entiteiten en de vakorganisaties hebben uitgerold. Dat heb ik ook op 29 maart al gezegd. De boodschap is heel duidelijk: behandel onze mensen met respect. Als daarmee een agressor nadenkt, en niet handelt ten aanzien van onze mensen, dan is de campagne reeds geslaagd. We willen de chauffeur als mens brengen, en zo de reiziger en chauffeur dichter bij elkaar brengen. Zodoende willen we het respect afdwingen. Voor heel deze campagne heeft De Lijn een budget van 100.000 euro voorzien. Ik denk dat het goed is dat we die campagne opnieuw hebben opgezet.
Wat de onderhandelingen met mijn federale collega rond meer veiligheid betreft, staat mijn kabinet uiteraard in nauw overleg met het kabinet van Justitie. Wij hebben ook een schrijven gericht naar minister Verlinden over de bodycams. Intussen heeft ook minister Van Quickenborne laten weten dat een proefproject met bodycams voor De Lijncontroleurs zeker ondersteund wordt. Men had in eerste instantie vanuit het kabinet-Verlinden laten weten dat daaromtrent regelgeving moest worden aangepast, en dat men eerst het proefproject wilde afwachten bij de politie. Ik denk dat het toch goed is dat we dat dossier warm houden, en dat we blijven aandringen op een proefproject bij De Lijn. We kijken ook daar naar de evaluaties die nog verderlopen. Tegelijkertijd moet ik ook meegeven dat de aanpak die men onder andere in Kortrijk gedaan heeft, recent nog in de pers kwam. Daarbij heeft men onmiddellijk een busverbod opgelegd aan mensen die onaanvaardbaar gedrag vertoonden.
Wanneer het over de afgesloten stuurhutten in de bussen gaat, moet ik ook herhalen wat ik al diverse keren gezegd heb. De Lijn is bezig met de uitrol van een aantal projecten op korte termijn, dat zijn er al een driehonderdtal. De raad van bestuur van De Lijn heeft vorig jaar beslist dat zij weldra een bedrag van 2,8 miljoen euro uittrekken om er maximaal voor te zorgen dat die stuurposten kunnen worden afgesloten, ook bij de oudere bussen. Men vraagt om dat ook bij de pachters te doen, maar ik denk dat zij daar ook zeker al mee willen op ingaan.
Op de interministeriële conferentie (IMC) hebben wij, samen met de collega’s die bevoegd zijn voor de NMBS en de MIVB, ook regelmatig de agressieproblematiek besproken. Ook daar heeft minister Gilkinet al aangekondigd dat zij in overleg gaan met de andere federale collega’s om daar verder werk van te maken richting handhaving en dergelijke meer.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoorden. Het is goed om te horen dat er van die handhaving en een eventueel strenger beleid, werk wordt gemaakt. De vraag is waarom het altijd zo lang moet duren. Wij hebben dat hier in de commissie en in de plenaire al herhaaldelijk aan de man gebracht en daar gaat telkens heel veel tijd over. De reizigers en chauffeurs die dagelijks kampen met overlast, zijn daar het slachtoffer van en die mensen schreeuwen om snelle maatregelen. Ik hoop dan ook dat u volop uw collega’s zult aanporren om daar snel werk van te maken. Dit mag niet blijven aanslepen, want het heeft natuurlijk zijn gevolgen. Niet alleen voor het fysieke, maar ook de mentale weerbaarheid van mensen die dagelijks met geweld en overlast te maken krijgen. Het heeft ook te maken met het aantal reizigers dat De Lijn of ander openbaar vervoer de rug toekeert. Daar moet absoluut werk van worden gemaakt, en ik hoop dan ook dat u dat snel zult doen.
Wat dat lik-op-stukbeleid betreft: u zegt dat er nauw contact is met de andere collega’s, maar het moet meer zijn dan nauw contact. Mijn vraag is welke concrete stappen u nu reeds hebt gezet naar uw collega van Justitie om werk te maken van een veel strengere aanpak van dat lik-op-stukbeleid. Wanneer gaat die angst nu eindelijk van kamp veranderen?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Het is een dossier dat ons natuurlijk heel nauw aan het hart ligt en dat vooral – en dat is het belangrijkste – heel erg leeft bij het personeel van De Lijn. Dat is iets waar de chauffeurs en alle andere personeelsleden zeer bezorgd over zijn, en terecht. Het gaat om hun veiligheid en het heeft ook een grote impact als zij daar slachtoffer van worden. We hebben het er inderdaad nog niet zo heel lang geleden in de plenaire over gehad. Toen hebt u verwezen naar die 2,8 miljoen euro om die stuurpost af te sluiten, alsook naar die tien extra inspecteurs. Begrijp ik het goed dat die 2,8 miljoen euro volstaat om de stuurpost van alle bussen van De Lijn die we zelf in beheer hebben, af te sluiten? Hoe zit het met die extra inspecteurs? Zijn daar al bepaalde stappen gezet?
De heer Keulen heeft het woord.
Alles komt terug. Dit is ook weer een zoveelste symptoom van een maatschappij die verruwt. Dat zit ook op het niveau van vluchtmisdrijf en wat dat betreft gaat het ook een beetje van kwaad naar erger. Minister, naar aanleiding van dat debatje in de plenaire veertien dagen geleden, heb ik een voorstel geopperd naar analogie met wat bestaat bij politieagenten, inspecteurs en geüniformeerden. Als zij met geweld worden geconfronteerd, krijgen zij gratis rechtsbijstand vanuit de politiezone om zich ook te verweren en te verdedigen voor de rechtbank en zo ook de overtreders en de geweldenaars te laten vervolgen en berechten. Is dat nog een van de pistes waarover wordt nagedacht voor chauffeurs en ander bedienend personeel op onze bussen en trams van De Lijn, om hen op die manier te ondersteunen? Een busverbod vind ik ook een heel goede maatregel, dat is net zoals een stadionverbod bij het voetbal, maar de vraag is alleen hoe je dat controleert. Meestal heb je in een stadion wel stewards die hun pappenheimers kennen, namelijk de vaste supporters. Ik vind het een krachtig signaal, maar hoe kun je dat door controle ook hard maken?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen. Inderdaad, zoals de bedenking van de heer Keulen, kan een busverbod opgelegd worden via een burgemeesterbesluit. Misschien om te verduidelijken, daar is ook een begeleidingstraject aan gekoppeld. Dat ging over een jongere die in overleg met de school en De Lijn een begeleidingstraject kreeg. Dat moet hem ertoe aanzetten dat hij beseft dat hij een laakbaar gedrag vertoond heeft en dat hij dat niet meer gaat doen. Het is een bestuurlijke maatregel, een besluit dat in Kortrijk genomen is in overleg met De Lijn, de politie en de burgemeester. Het strekt misschien tot voorbeeld voor anderen als men geconfronteerd wordt met gevallen van agressie.
U zegt dat het allemaal veel sneller moet, mijnheer Verheyden. Ik kan geen federale regelgeving in het Vlaams Parlement doen goedkeuren. Ik kan ook geen handhavingsmaatregelen nemen, dat is ook federale materie, ik denk dat u dat wel weet. U moet de vraag stellen aan de andere kant van de straat. Alleszins hebben we veel overleg en is er een proefproject lopende rond bodycams bij politiediensten. Ik zou dat liefst zo snel mogelijk uitgerold zien bij onze lijncontroleurs.
Wat betreft het verhaal van de stuurpost, mevrouw Robeyns: voor alle bussen onder de tien jaar wil men die stuurpostafsluiting voorzien, in de mate van het mogelijke. Men heeft daar nu een bedrag van 2,8 miljoen euro voorzien. Elk ander bustype kan wel een andere stuurpostafsluiting moeten hebben, maar alleszins denkt men daar ruim 1230 bussen mee te kunnen uitrusten, wat het veiliger maakt voor de chauffeur. Op het moment dat men zich uitgedaagd voelt en de cabine verlaat, is het natuurlijk niet meer zo veilig. Ik denk dat het een en-en-enverhaal is en dat we daar allemaal moeten rond werken. Het eerste wat we moeten doen, is te rade gaan bij de mensen die een laakbaar gedrag vertonen – gelukkig zijn het er maar enkelen – en hen overtuigen dat dergelijk laakbaar gedrag niet kan. Ik denk dat dit kan door te bestraffen, door de pakkans te vergroten en tal van andere facetten. Dat kan via de bodycams, en ook door de burgerzin te verhogen waardoor men niet wegkijkt als dergelijke zaken gebeuren.
De heer Verheyden heeft het woord.
We zijn ons allemaal bewust dat u geen federale wetgeving kunt laten goedkeuren, maar u kunt wel uw federale collega’s blijven aanporren om het probleem niet te laten liggen en het snel aan te pakken. Want het is inderdaad een maatschappelijk probleem. Wees gerust, mijn collega’s aan de andere kant van de straat herinneren uw collega’s er inderdaad aan dat er werk van moet worden gemaakt. Ik geef hier in het Vlaams Parlement het signaal dat we beter sneller dan te laat met de zaken beginnen. Ik vind het bijzonder jammer dat we het resultaat moeten afwachten van die proefprojecten rond bodycams. Ik denk dat er in het buitenland voldoende voorbeelden zijn dat bodycams nuttig zijn en hun werk doen.
Minister, we gaan u blijven aanporren om werk te maken van deze problematiek om de aanpak van geweld bij de horens te vatten. Wees er zeker van dat we hier nog op terugkomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.