Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, vorig jaar werden ruim 4700 ongevallen waarbij iemand gewond raakte of stierf, gevolgd door een vluchtmisdrijf. Dat is 12,6 procent van alle ongevallen en het hoogste cijfer in tien jaar. Bij een op de acht ongevallen kiest de pleger er dus voor om te vluchten. Dat blijkt uit cijfers van Verkeersinstituut Vias. Voetgangers en fietsers zijn het vaakst slachtoffer van ongevallen met vluchtmisdrijf. Zo werd een op de vijf fietsers na een ongeval slachtoffer van vluchtmisdrijf. Bij voetgangers gaat het om een op de zeven.
Het overgrote deel of 85 procent van de plegers van vluchtmisdrijf wordt achteraf wel geïdentificeerd. Dat is aanzienlijk meer dan in 2013, toen ging het nog om 76 procent. Dat komt vooral door het gebruik van camera’s, zowel publieke als private, voor opsporing. Vias stelt voor om de strijd tegen rijden onder invloed en onverzekerd rijden op te voeren om zo de kans op vluchtmisdrijf aan te pakken. Ook bewustwording is hierbij cruciaal.
Hoe staat u tegenover de resultaten van het onderzoek van Vias die duidelijk aantonen dat bij een op de acht ongevallen de dader de vlucht neemt, het hoogste cijfer in tien jaar?
Volgens Vias is bewustwording rond vluchtmisdrijf en de gevolgen ervan cruciaal bij de aanpak. Overweegt u in de rijopleiding meer aandacht te besteden, onder andere aan stressbeheersing bij een ongeval? Zo ja, hoe zal dit concreet geïmplementeerd worden?
Neemt u contact op met uw federale collega om de pakkans te verhogen bij vluchtmisdrijf?
Zult u extra bewustmakingscampagnes voeren om deze problematiek onder de aandacht te brengen en mensen te sensibiliseren hieromtrent?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Lambrecht, voor uw vraag.
Een op de acht ongevallen waar de dader de vlucht neemt, dat is angstaanjagend. Als men die cijfers hoort, kan men dit kaderen in een paniekreactie of misschien is het bewust wegvluchten. Ik weet niet wat daar juist aan ten grondslag ligt, maar het is alleszins zeker iets waar we alle aandacht voor moeten hebben. Een slachtoffer aan zijn lot overlaten is uiteraard absoluut niet tolereerbaar. Wat dat betreft, is het goed dat we daar aandacht aan besteden, zodat we eens te meer oproepen tot burgerzin van onze weggebruikers. De voornaamste prioriteit blijft natuurlijk ongevallen voorkomen door volop in te zetten op veilige infrastructuur en op het gedrag. Anderzijds moeten we de weggebruiker blijven wijzen op zijn verantwoordelijkheid. Als er een ongeval gebeurt, is het uiteraard ten zeerste ongepast om dan de vlucht te nemen.
U doet de suggestie om daaromtrent een aantal elementen te doen, eventueel bewustmakingscampagnes en stressbeheersing bij de rijopleiding. Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) geeft aan dat men dit veeleer vanuit een bredere context moet benaderen. Wat is de reden waarom men eigenlijk vluchtmisdrijf pleegt? Is het een paniekreactie, uit schaamte, angst of schuldbesef? Dat is het eerste aspect dat men moet gaan bekijken. Bij de vluchters speelt er meestal angst. Ze beseffen dat ze zwaar in de fout zijn gegaan en dan komt de angst voor de potentiële gevolgen. Vaak ziet men dat men zich na een vluchtmisdrijf toch nog komt aanmelden. Als er natuurlijk alcohol of overdreven snelheid aan de basis ligt, is dat absoluut niet goed te praten.
Of dat aspect bij de rijopleiding moet worden opgenomen, is niet zo zeker. Men weet uit de rijopleiding dat men geen vluchtmisdrijf kan plegen, dat kan tout court niet, maar ik denk dat het niet de jongere mensen en de nieuwe chauffeurs zijn. Het is vooral belangrijk dat we daar als norm moeten stellen dat het absoluut not done is, dat het niet kan. De persaandacht die het via Vias gekregen heeft, zal op zich ook al wel goed zijn, maar we moeten nog meer werken om die verkeersmentaliteit aan te scherpen. Vluchten kan absoluut niet. Je kunt door het feit dat men een slachtoffer aan zijn lot overlaat de ernst van het ongeval nog doen toenemen.
Inzake de pakkans om het vluchtmisdrijf te verhogen zijn er studies gevoerd die eens te meer bevestigen dat er steeds meer plegers van vluchtmisdrijf finaal alsnog worden gevat. Laat ons dan ook hopen dat het feit dat die pakkans alsmaar groter wordt, mensen doet nadenken en de burgerzin aanwakkert. Naar aanleiding van de resultaten van de studie die daaromtrent werd gevoerd, zullen we dit zeker verder bespreken met onze federale collega’s om zodoende die pakkans nog te verhogen. Finaal, als straks ons rijbewijs met punten komt, zal dat ook op dat vlak een meerwaarde kunnen geven.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Een op de acht ongevallen, dat is inderdaad angstaanjagend.
Ik heb van u begrepen dat u het niet zo’n goed idee vindt om het in de rijopleiding te integreren. Ik deel die mening niet. Met stress omgaan zou net een heel belangrijk facet van de rijopleiding kunnen zijn.
U hebt het over angst, maar je krijgt net angst doordat je stress hebt. Wat nu niet is, kan ooit nog komen.
U hebt wel niet geantwoord op mijn vraag of u nog extra bewustmakingscampagnes voor deze problematiek zult uitrollen.
De heer Keulen heeft het woord.
De collega heeft een heel interessante vraag gesteld. Het is een symbool van een veel breder probleem. Ik geef een klein voorbeeld, minister en goede collega’s. Sinds het begin van dit jaar hebben wij samen met Maasmechelen trajectcontroles in onze politiezone. In de beginfase, tijdens de eerste tweeënhalve maand, gebeurden die in vier of vijf straten. Van de voertuigen waarmee te hard werd gereden op een 50 kilometerweg – maar minder dan 20 kilometer te hard, want anders gaat dat naar het parket – bleken meer dan driehonderd voertuigen niet te zijn gekeurd.
Er is dus toch een bepaald fenomeen op de Vlaamse wegen. De relatie van een Vlaming met zijn wagen is soms, en iets te vaak, toxisch. Tijdens de controle op vier of vijf wegen waar je normaal gezien maar 50 kilometer per uur mag rijden, bleken van de voertuigen die werden betrapt op het rijden tussen 57 en 76 kilometer per uur, meer dan driehonderd niet te zijn gekeurd. Ik heb het dan nog niet over de grote massa op de weg. Dat verhaal is een symbool. Goede collega Lambrecht, ik denk dat het te maken heeft met een combinatie van drank en drugs. Ze rijden zonder keuring en zonder verzekering.
Collega’s, volgens mij heeft vluchtmisdrijf minder te maken met stress, maar is het vaak een bewuste daad om zich uit de voeten te maken omdat men weet dat men zwaar in de fout gaat. Berouw komt na de zonde. Er moet worden gewerkt aan de mentaliteit, dat hufterige gedrag.
Verder moet de pakkans worden verhoogd, via de politie, maar vooral via de technologie, want dat helpt. Op alle mogelijke manieren moet tegen dat cowboygedrag dat zich in tal van fenomenen uit en niet te minimaliseren valt – het voorbeeld dat ik geef, is toch spraakmakend op dat vlak – worden opgetreden en moet het worden gesanctioneerd.
De heer Bex heeft het woord.
Ik wil zeer kort een bezorgdheid meegeven. Je kunt het benaderen vanuit de angst en de hufterigheid van de betrokkenen. Maar eigenlijk verlenen zij geen hulp aan een persoon in nood en dat is voor mij het ergste aan zo’n vluchtmisdrijf. Ze worden wellicht een dag of een week later van hun bed gelicht en opgepakt, maar ondertussen krijgt iemand de cruciale hulp die misschien wel zijn leven zou kunnen redden, tien of vijftien minuten te laat. Dat element zou je in de rijopleiding of op andere momenten, bijvoorbeeld in campagnes, een rol kunnen laten spelen, zodat er bewustzijn wordt gecreëerd. Mensen zullen daar misschien nog gevoeliger aan zijn dan aan de elementen die al aan bod zijn gekomen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Blijkbaar is het aantal vluchtmisdrijven in Vlaanderen het hoogst in de provincie Antwerpen en de stad Antwerpen. Het zouden vooral jonge mannen zijn die vluchtmisdrijf plegen. 86 procent was man. Dat is een twijfelachtige eer voor ons. Meer dan 50 procent daarvan was jonger dan 25 jaar op het ogenblik dat ze het vluchtmisdrijf pleegden. 42 procent van die ongevallen gebeurde onder invloed van alcohol en/of drugs, 16 procent reed zonder geldig rijbewijs of verzekering. De meeste van die jonge bestuurders mochten niet rijden tijdens de weekendnachten omdat ze te jong waren om hun rijbewijs te halen. Dat zijn significante cijfers.
Minister, het lijkt mij dan ook ideaal om daar in die rijopleiding aandacht aan te besteden of eventueel tijdens het verplichte terugkommoment, wanneer men al enige ervaring op de weg heeft. Een aantal van die vluchtmisdrijvers blijkt immers toch ook vaak notoire veelplegers te zijn inzake onveilig rijgedrag.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Ik wil toch even benadrukken dat er verschillende onderzoeken gebeurd zijn naar de reden waarom mensen vluchtmisdrijven plegen. Het komt vaak voor omdat ze inderdaad gedronken hebben, drugs gebruikt hebben, niet in orde zijn met hun verzekering. Dat is zeker zo. Ook Vias Institute heeft het daarover. Dat gaat ongeveer over 56 procent van de gevallen. Maar voor die andere 44 procent van de gevallen zou het inderdaad best kunnen dat het gaat om een puur menselijke reactie. Ik wil dat zeker niet goed praten, maar ik vind het altijd erg om de reacties op sociale media te lezen omdat soms iemand niet bewust een vluchtmisdrijf pleegt.
Er is een hoogleraar aan de Universiteit Gent (UGent) die daar een onderzoek naar gevoerd heeft. Het is ook een kwestie van de ‘fight, flight, freeze’-reactie die wij hebben. Dat is een soort overlevingsmechanisme dat optreedt. Hoe dichter, hoe onverwachter het gevaar is, des te groter de kans dat ons lichaam die reactie gaat aannemen. Zelf heb ik vele jaren geleden, gelukkig niet met een persoon maar met een dier, aan de hand gehad dat ik een overstekende kat raakte. Ik besefte dat niet meteen. Mijn eerste reactie was gewoon doorrijden. Tien minuutjes later dacht ik, ja, maar ik heb wel een kat geraakt. Ik ben teruggereden. Ik heb die naar de dierenarts gebracht. Ik wil maar zeggen dat ik dat zelf ook meegemaakt heb dat mijn lichaam het even overnam en dat ik niet meteen besefte wat ik deed.
Het is wat de heer Bex zegt: je laat wel een persoon liggen die veel meer overlevingskansen heeft als die meteen hulp krijgt. Maar we mogen niet uit het oog verliezen dat de mensen die onbewust op de vlucht slaan ook wel slachtoffer zijn. Minister, u hebt zojuist aangehaald dat heel veel mensen nadien nog terugkeren naar de plaats van het ongeval of zich gaan aangeven, net omdat ze dan beseffen wat ze eigenlijk gedaan hebben. Nogmaals: ik wil het niet goedpraten. Zeker voor de slachtoffers is het enorm erg. Maar er kan ook een menselijke reactie aan de oorzaak liggen van een vluchtmisdrijf.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de vele tussenkomsten.
Ik heb daarstraks ook gezegd wat de heer Bex nog eens extra benadrukt: een vluchtmisdrijf plegen kan de ernst van het ongeval enorm doen toenemen. Als je een persoon raakt en die persoon raakt een berm en die raakt daar onderkoeld, dan is de ernst van het ongeval veel erger dan wanneer men onmiddellijk hulp had kunnen bieden.
Moeten we daar dan bijkomende campagnes voor doen? Daar moet ik opnieuw benadrukken dat men een aantal campagnes over killers in het verkeer doet. Dat zijn sowieso onze afleiding, alcohol en drugs en overdreven snelheid. We hebben daarstraks al gezegd waarom men een vluchtmisdrijf pleegt. Als men niet gevoeld heeft dat men iets geraakt heeft, dan is dat ook niet echt moedwillig, maar als het uit schrik is voor de sanctie dat men gepakt wordt omdat drugs, alcohol of overdreven snelheid de oorzaak van het ongeval is, dan vertrekt men wel degelijk moedwillig en verhoogt men zodoende de ernst van het ongeval.
Onze administratie zegt ook duidelijk dat we vooral focussen op de burgerzin dat alcohol, overdreven snelheid en afleiding allemaal not done zijn en we zetten voldoende in op die mentaliteitswijziging. Als we anderzijds kijken naar de cijfers: ik neem aan dat het bij een terugkommoment zeker ter sprake komt. Men focust ook altijd op de killers in het verkeer. We zullen kijken of er misschien nog wat meer gefocust moet worden op het feit dat het absoluut niet kan, maar eigenlijk past dat ook weer in het totaalplaatje van burgerzin en dat de pakkans daar het best zo hoog mogelijk moet zijn.
In die zin: laat ons hopen dat al deze debatten echt zorgen voor een andere verkeersmentaliteit en dat zeker ook die daling in vluchtmisdrijfaantallen zich moet kunnen manifesteren door tal van acties, maar we kunnen niet voor elk item een aparte actie gaan opzetten. De reden van vluchtmisdrijf is meestal toch wel drugs, alcohol of overdreven snelheid. Daar moeten we dan ook vooral op blijven focussen. De focus die we daarop leggen, moet tegelijk tot minder ongevallen aanzetten en dan hoeft er ook geen vluchtmisdrijf te zijn.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik volg u zeker dat die killers het meeste aan bod moeten komen, zonder twijfel. Uit wat we hier ook gehoord hebben van sommige collega’s over de reacties als er iets gebeurt, denk ik toch dat het wijs is dat dat in de rijopleiding, niet alleen tijdens het terugkeermoment, aan bod kan komen. Een op de acht ongevallen is echt wel veel te veel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.