Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Ik moest even denken aan Gary Numan’s ‘Are ‘Friends’ Electric?’. Maar goed, dat is al heel lang geleden. ‘Mijn wagen, mijn vriend’, dat is toch ook al langer geleden. Maar goed, vanuit het beleid worden toch enorme inspanningen geleverd om de overstap naar elektrisch rijden mogelijk te maken. Dat is een goede zaak, daar zijn we het er allemaal over eens.
De uitrol van laadpalen, laadinfrastructuur is volop aan de gang. Bedrijven worden gestimuleerd om hun wagenpark elektrisch te maken en ga zo maar door. Maar niet alle problemen zijn weggewerkt. Volgens Touring blijft de prijs van een elektrische wagen het grootste obstakel. Ook de Vlaamse Automobilistenbond (VAB) deelt die bezorgdheid.
We hebben toch even een aantal zaken nagevraagd. We kijken bijvoorbeeld even naar Duitsland, ons buurland. Daar ligt de gemiddelde ‘vanaf’-prijs, dat betekent de prijs van goedkoopste uitvoering – en ik ga het exacte cijfer geven – van de top tien maar liefst 21.766 euro lager dan de gemiddelde ‘vanaf’-prijs van de top tien in Vlaanderen. Concreet: de gemiddelde prijs voor een volelektrische wagen in Duitsland is 28.502 euro, de gemiddelde prijs voor een volelektrische wagen in Vlaanderen is 60.268 euro.
Nu, er is een verklaring. De buurlanden scoren in dezen beter dan wij. Ik heb nu Duitsland aangehaald, ik kan nog andere voorbeelden geven. Een verklaring kun je voor een stuk vinden in de stimulering die men aanbiedt in de aankoop van dergelijke wagens. Wat hebben ze gedaan in Nederland, Duitsland en Frankrijk? Daar paste men zo’n subsidie voor de aankoop voor elektrische wagens toe, maar tot een bepaald bedrag. Voor duurdere elektrische wagens verviel die stimulering. Nu is men overal wel subsidies aan het afbouwen, voor alle duidelijkheid, maar het heeft er wel voor gezorgd dat de gemiddelde aankoopprijs van zo’n auto naar beneden werd gehaald.
Dus, een subsidiëring van goedkopere wagens zorgt ervoor dat die later, als die afgeschreven zijn – na vier of vijf jaar, vermoed ik – en op de tweedehandsmarkt komen, ook betaalbaarder zijn voor mensen met een lager budget, lees de doorsnee Vlaming.
Nu, de Belgische subsidiëring – dat betekent 100 procent aftrekbaarheid voor bedrijven, zonder plafond – heeft als effect dat men duurdere wagens zal aanschaffen – ik denk aan de Porsches, ik denk aan de Jaguars, ik denk aan de Tesla’s – die daarna moeilijker een koper zullen vinden op onze tweedehandsmarkt. Als die duurdere wagens op de markt komen, gaan die niet plotseling voor ‘peanuts’ verkocht worden.
Daarom heb ik de volgende vragen voor u, minister. Hoe beoordeelt u het verschil in prijs? Bent u in overleg met de federale collega’s om deze probleemstelling vanuit de federale wetgeving aan te kaarten? Hoe evalueert u het aanbod van elektrische wagens en plug-inhybrides op de tweedehandsmarkt?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw heel interessante vraag, mijnheer Meremans. We maken ons inderdaad zorgen over het verhaal van de elektrische wagens, specifiek voor de particulieren. U verwijst naar de omliggende landen en zegt zelf dat het prijsverschil voor een groot stuk te maken heeft met de stimuleringsmaatregelen die er zijn in Frankrijk, Duitsland en Nederland. U zegt er ook bij dat andere landen die afbouwen. Ik weet niet of u de communicatie van Nederland gisteren gezien hebt. Nederland heeft in het kader van zijn energie- en klimaatplannen een bedrag van 690 miljoen euro op tafel gelegd om specifiek te zorgen voor premies voor zero-emissievoertuigen en voor laadinfrastructuur.
Dat is waar ik persoonlijk ook voorstander van ben. Als je de markt van de elektrische voertuigen wilt stimuleren, dan kun je verschillende dingen doen. Je kunt dat via fiscaliteit doen. En dat doet men op federaal niveau, specifiek voor wat de bedrijfswagens betreft. Daar is er de verhoogde aftrek op de vennootschapsbelasting. Die zorgt ervoor dat de elektrische wagens aantrekkelijker worden in aankoop. Voor de particulieren hebben we louter en alleen een vrijstelling op de belasting, maar die is minimaal en maakt geen verschil inzake de aankoop. Daarom ben ik zelf vragende partij om een premie in te voeren voor het kleinere segment van elektrische wagens, een premie die mensen aanmoedigt om niet te kiezen voor een nieuwe wagen met een verbrandingsmotor, maar voor een zero-emissievoertuig, omdat er daar vaak nog een prijsverschil is van enkele duizenden euro’s. Ik zou ook voorstellen om die premie lineair af te bouwen.
Ik ben ook voorstander van een premie voor de tweedehandsvoertuigen, ook daar voor het kleinere segment, omdat we ook weten dat straks x-aantal tweedehandsbedrijfsvoertuigen op de markt komen. Als de omliggende landen een subsidie geven voor de aankoop van die tweedehandswagens, denk ik dat wij niet moeten achterblijven. Anders worden die wagens allemaal uitgevoerd naar Frankrijk, Nederland en Duitsland, waar men wel een premie geeft voor die tweedehandswagens.
Zoals ik gisteren al gezegd heb, ben ik wel degelijk een believer van een premie voor de zero-emissiewagens en denk ik dat dat de aankoop van zero-emissiewagens kan faciliteren. Ik ben dus blij met uw steun hieromtrent in deze commissie. Ik hoop dat ik die op alle banken krijg van de collega's hier.
De heer Meremans heeft het woord.
Een premie betekent dat u subsidie gaat geven. Daar komt het eigenlijk op neer. Maar u zegt zelf dat de subsidie eindig in de tijd zal zijn. Dan is de vraag of dat de juiste weg is. Of kunnen we de fiscale aftrekbaarheid federaal anders gaan regelen? Dat zijn de zaken die ik hier op tafel leg. Want vergeet niet dat een premie eigenlijk subsidiëren betekent. Dat is oké. Dat is tijdelijk. We zijn met de commissie op bezoek geweest in Scandinavië. Daar bouwt men die subsidies af.
Dus wat gaan we doen? We gaan subsidies geven, maar we weten al dat het tijdelijk is. Ik weet niet of dat de juiste weg is. Ik spreek me daar niet over uit. Ik denk dat we dat moeten onderzoeken. Maar op federaal niveau aan fiscale aftrekbaarheid doen, ongeacht de prijs van de auto, lijkt me ook niet goed. Ik zie bijvoorbeeld dat in Duitsland duidelijk goedkopere elektrische stadswagens worden gekocht, van het type Fiat 500, Volkswagen Up, Volkswagen ID.3 en Dacia Spring. De range van de prijs gaat van 20.990 euro tot 47.155 euro. Als ik het goed gelezen heb in de kranten, was de Vlaming bereid om tot ongeveer 29.000 à 31.000 euro te gaan.
Hoe we het doen, dat laat ik in het midden. Ik weet niet of subsidie de juiste vorm is. Misschien kun je ook fiscaal, via de belastingen op federaal niveau, op een andere manier te werk gaan. Wat we wel moeten vermijden, is dat we naar een systeem gaan waarbij het enkel zal zijn voor ... Niet iedereen heeft een vrij beroep. Niet iedereen heeft een bedrijf dat zo groot of zo multinationaal is dat het gewoon de wagen gratis geeft. Nu ja, gratis, dat is dus een salariswagen, neem me niet kwalijk. Dat zijn zaken om in het oog te houden.
De manier waarop, daar ga ik mij niet over uitspreken. Maar het is toch wel een feit dat hier volgens mij het best ook eens met de federale overheid over van gedachten wordt gewisseld.
De heer Bex heeft het woord.
Ik vind het een ontzettend boeiende discussie en ook ontzettend boeiend welke standpunten er worden ingenomen. Ik dacht dat collega Meremans minister Peeters zou steunen in haar strijd met minister Demir om die subsidie voor elektrische wagens te verwerven, maar dat blijkt toch niet zo eenduidig te zijn.
Ik ben wel blij, collega Meremans, met uw standpunt dat dat federale beleid om bedrijfswagens te gaan subsidiëren en daar heel veel subsidies voor te geven – als we dat geld allemaal zouden kunnen gebruiken voor mobiliteitsbeleid, zouden we nogal eens een modal shift kunnen bewerkstelligen – geen goed beleid meer is. Ik hoop dat het ook in de toekomst mogelijk zal zijn om daar met u en uw partij samen te werken om dat af te bouwen en mensen loon te geven in plaats van een auto voor het werk dat ze leveren.
Bij de cijfers die u hebt aangehaald, dacht ik eerst dat 20.000 euro lager dan in Vlaanderen mij heel groot verschil leek, maar ik begrijp nu dat dat komt omdat er in Duitsland gemiddeld kleinere wagens worden verkocht en die minder kosten, wat zijn effect heeft. Het is niet zo dat diezelfde auto 20.000 euro goedkoper zou zijn in Duitsland dan in België. Ik begrijp het nu beter.
Minister, fundamenteel is dat wij het met Groen absoluut geen goed idee zouden vinden wanneer we onze buurlanden achternagaan in die subsidie van elektrische wagens. Wat gaat u doen als u wilt concurreren met Nederland, dat nu blijkbaar 600 miljoen euro daarvoor gaat uittrekken? Dan zult u ook aan een enorm bedrag aan subsidies moeten geraken, een enorm bedrag dat eigenlijk zeer hoog is in verhouding tot andere domeinen van uw mobiliteitsbeleid waaraan u geld kunt geven. We gaan toch geen 50 procent van het geld dat we vrijmaken voor ons openbaar vervoer besteden aan subsidies voor elektrische wagens? Hoe zijn we dan bezig met die modal shift?
Met Groen vinden we het wel absoluut belangrijk om de Vlaming te helpen bij de switch naar die elektrificatie. Ik denk dat het daarbij heel belangrijk is dat u vanuit uw beleid benadrukt dat de ‘total cost of ownership’ voor elektrische wagens eigenlijk al voor de meeste, behalve voor de kleinste, voordelig uitvalt voor wie vandaag een elektrische wagen koopt. De vraag is dan hoe je voor die hoge aankoopprijs de stap kunt helpen zetten. Daar denken wij – ik hoop samen met onze collega Maurits Vande Reyde – dat een subsidie niet de juiste weg is, maar dat we moeten helpen met een vorm van sociale leasing om mensen die dat bedrag niet onmiddellijk op tafel kunnen leggen, op een goedkope manier, misschien met een renteloze lening, over die hindernis te helpen stappen. We denken dat zo’n beleid veel efficiënter is dan de subsidies die u nu voorstelt.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, u weet dat onze partij nooit echt voorstander is om zo maar in het wilde weg subsidies toe te kennen, ook niet voor elektrisch rijden. We hebben destijds gezien waartoe de saga met de zonnepanelen geleid heeft. We willen zo’n verhaal zeker niet meer meemaken.
Trouwens, toen wij onlangs nog in de Commissie Vlaams Energie- en Klimaatplan polsten naar mogelijke subsidies voor vrachtwagens omdat men vreest dat transportbedrijven zullen uitwijken naar Nederland omdat men daar veel meer subsidies geeft voor nieuwe elektrische vrachtwagens, stond u daar eerder afkerig tegenover. Nu zou men ineens zomaar subsidies gaan rondstrooien voor dat kleine segment.
Ik noem dat trouwens een discriminatie, want er zijn heel veel mensen die met een middenklassenwagen rijden die geen subsidies zouden kunnen krijgen. Ik denk dat u dan evengoed nog eens de sector van de synthetische brandstoffen subsidies kunt geven. Wanneer men morgen massaal synthetische brandstoffen kan tanken, zou de uitstoot al serieus verminderen. Ook wij stellen ons dus serieuze vragen bij uw plannen om eventueel een subsidie toe te kennen.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Minister, ik wilde toch ook even wijzen op de mogelijke gevaren of beperkingen in verband met subsidies of premies. We zien dat sommige auto’s misschien ook wel duurder gaan worden. Dan gaat de subsidie niet rechtstreeks naar de koper, maar wel naar de fabrikant. Men haalt hier ook aan dat de wagen eerst betaald moet worden, en je dat achteraf via de belastingen terug kunt krijgen, maar het blijft wel zo dat de aankoopprijs eerst betaald moet worden. Pas anderhalf jaar later krijg je dan een bedrag terug. Ik zie daar dus toch nog wel een aantal beperkingen in.
In de commissievergadering van januari hadden we het ook over die tweehandsvoertuigen, en dat we ervoor moeten zorgen dat die hier blijven. U gaf aan dat daar een studie over liep, en die zou in april afgeleverd worden. Mijn vraag is of die studie er inmiddels al is, of wanneer die verwacht wordt.
Collega Meremans, u bent een zeer gewaardeerde collega, maar ik vind uw gedachtegang in dezen toch een beetje vreemd, om te pleiten voor een subsidie. (Opmerkingen van Marius Meremans)
Ik heb gisteren in de commissie Energie nog een zeer goed gesprek gehad met minister Demir. Zij is nu al een jaar aan het strijden voor de knip in de groenestroomcertificaten, dat is een andere subsidie uit het verleden die we nu allemaal meedragen, en ons meer dan 1,2 miljard euro extra kost in de energiefacturen van de gezinnen. Minister Demir probeert die nu al een jaar te vernietigen, en dat lukt maar niet. Nu pleit u eigenlijk voor een bijna gelijkaardig principe, maar dan met de aankoop van elektrische wagens.
Ik snap eigenlijk niet waarom er zo vaak wordt gezegd dat we die moeten subsidiëren, want er wordt altijd gezegd dat zo’n elektrische wagen geweldig is. Maar als iets geweldig is, dan zouden we toch verwachten dat de mensen vanzelf zullen overstappen en we dat toch niet zouden moeten subsidiëren. We zitten hier niet meer met een Nokia 3310. Dat was goedkoper, dat was stevig, je moest hem maar één keer per week opladen. Wij zitten hier nu allemaal met een duurdere smartphone die niet is gesubsidieerd. Toch hebben we allemaal die overstap gemaakt. Maar bij elektrische wagens gaat het bij veel mensen niet alleen over de prijs, het gaat ook over het gebruiksgemak dat er nog niet is. Die technologie staat voor veel mensen gewoon nog niet op punt.
Veel van die wagens worden bovendien gewoon niet bij ons gemaakt, zelfs niet in Europa. Dat we daar dan subsidies aan geven, en dat we rechtstreeks centen jagen in de ‘pocket’ van Elon Musk of in de zakken van China, lijkt mij toch vreemd en strategisch niet de beste optie.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, ik val hier van de ene verbazing in de andere. De partij die zich altijd de partij van de auto noemt, is nu tegen premies om een auto aan te laten kopen door particulieren. De partij die zich altijd de partij van de auto noemt en die beducht is dat niks naar het buitenland mag gaan, is tegen een premie voor een tweedehandsvoertuig. Terwijl uit de studie – waar al naar werd verwezen – die wij hebben laten doen naar de tweedhandsvoertuigenmarkt net blijkt dat, als we een premie geven zoals de omliggende landen doen, die tweedehandsvoertuigen ook hier zullen blijven. Ik vind het een klein beetje vreemd dat de partij van de auto, zoals ze zichzelf noemen, hier nu helemaal tegen is.
Collega’s, wij zitten met immense uitdagingen rond het klimaat. Wij hebben ambitieuze doelstellingen op tafel gelegd om de CO2-reductie door te voeren. Men heeft mij gevraagd om een aantal voorstellen op tafel te leggen voor een CO2-reductie rond transport. Ja, ik heb, zoals ik gisteren heb gezegd, daar een aantal maatregelen voor laten uitwerken. Enerzijds zijn dat een aantal maatregelen die het zero-emissierijden faciliteren, niet alleen voor particuliere personenwagens, maar ook voor het vrachtvervoer, bestelbussen en het openbaar vervoer. Daarnaast heb ik andere fiscale maatregelen op tafel gelegd. Als we kijken naar het segment van de tweedehandsmarkt: uit die elementen uit de studie blijkt duidelijk dat wanneer je tot een bepaalde grens een premie op tafel legt voor de tweedehandsvoertuigen, dat ertoe zal leiden dat die tweehandszero-emissievoertuigen hier bij ons blijven rondrijden.
Sommigen zeggen dat ze absoluut niet in een premie geloven. Collega’s, we hebben een CO2-reducerende maatregel ingevoerd voor het wonen. We hebben daar tal van premies op tafel gelegd om woningen energiezuiniger te maken, en om mensen aan te moedigen de woning niet met een fossiele verbrandingsketel te verwarmen, maar met een warmtepomp. Collega’s, daar leggen we premies voor op tafel. Je kunt dat doen voor wonen, maar het kan absoluut niet voor transport. Dan vraag ik opnieuw om mij dan te zeggen welke maatregelen we wel op tafel kunnen leggen om de CO2-reductie, die binnenkort 30 procent moet bedragen, door te voeren.
Je hebt niet oneindig veel mogelijkheden. Je kunt opnieuw sturen via fiscaliteit, of via een premie. Ik wil uiteraard het water niet naar de zee dragen, ik zeg dat het alleen een premie voor particulieren is, die ook geldt voor deelmobiliteit, en dat het een beperkte premie is, die ook in de tijd afbouwt. Kom mij hier niet zeggen dat omliggende landen dat afbouwen, want dan refereer ik opnieuw aan Nederland, dat niet langer dan gisteren heeft aangekondigd dat het het zero-emissierijden wel volop wil faciliteren, en dat het wel extra steun gaat geven richting particulieren en tweehandsvoertuigen. Daarom val ik hier van de ene verbazing in de andere.
Een CO2-reductie voor wonen kunnen we wel met premies doen, maar een CO2-reductie voor transport mag niet met premies. Sorry, ik vind dat een vreemde redenering, zeker als uit studies blijkt dat men het bij de buurlanden wel allemaal doet. Waarom moeten wij dan achterblijven, of willen we die CO2-reductie niet? Als we dat niet willen, dan moeten we ook eerlijk zijn. Als jullie die ambitieuze doelstelling niet willen halen, zeg het dan ook. Het zijn alleszins vreemde zaken die ik hier hoor.
Voorzitter, hier vandaag aankondigen dat de technologie voor de elektrische voertuigen nog niet op punt staat: ik weet niet waar u die kwakkel hebt gehoord, maar dat is echt je reinste onzin. Mijn man rijdt al twee jaar met een elektrisch voertuig. Ik rij ook sinds kort met een elektrisch voertuig. Ik doe daar heel wat kilometers mee. Kom mij nu niet zeggen dat de technologie nog niet op punt staat. Ik vind dat u een zeer vreemd standpunt inneemt. Die technologie staat wel degelijk op punt. Voor het kleinere segment is de aankoopprijs vandaag voor velen nog net iets te hoog om de beslissing te nemen en de stap te zetten richting zero emissie. Wel, daarin wil ik faciliteren. Ik wil zorgen dat die mensen wel die stap nemen en dat we zo onze klimaatdoelstellingen effectief kunnen bereiken. Ik hoop dat dit iets is wat iedereen in deze commissie ook absoluut wil.
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, nochtans horen wij bij diverse partijen toch andere meningen. U mag niet alles op een hoop gooien, want een premie geven voor een wagen, betekent dat u een premie gaat geven voor een gebruiksvoorwerp. Ik denk dat je dat niet 100 procent kunt vergelijken met energiezuinige maatregelen voor een woning. Dat is nogal een verschil.
Waar je moet voor zorgen, is dat die markt meer gaat inzetten op de verkoop van de goedkopere wagens, en dat kun je doen met fiscale maatregelen. We hebben gezien in Noorwegen, Zweden en Duitsland dat men de subsidie verlaagt. Want wat gaat er gebeuren? Het is altijd hetzelfde: men geeft een premie maar men zegt dat die tijdelijk is. En wat gebeurt er dan nadien? Wat dan? Dan werk je beter met iets dat duurzamer is en dat de mensen blijven voelen. Dat kan via fiscale maatregelen, en die zitten federaal. Ik denk dat dat een betere manier is.
Je moet er, ook bij stimuleringsmaatregelen voor bedrijven, voor zorgen dat die meer gaan inzetten op de goedkopere modellen, waardoor die op de tweedehandsmarkt komen, waar dan opnieuw de prijzen gaan zakken. Misschien kunnen we de studie van de tweedehandsmarkt ook eens in onze commissie bespreken.
We moeten gaan – ik blijf daarvan overtuigd – naar de betaalbare elektrische auto. Over de weg ernaartoe verschillen de inzichten. Volgens mij ligt de knoop voor een stuk bij fiscale maatregelen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.