Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik heb een eerder korte vraag en een vervolgvraag.
In het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA) is een actie opgenomen rond het nemen van maatregelen om verdere schuldopbouw te voorkomen. We hebben in het verleden vastgesteld dat de oorspronkelijke schuldenlast vaak verhoogd wordt door herhaalde, bijkomende invorderingskosten, en dit elke keer wanneer een gerechtsdeurwaarder actie onderneemt om een schuldenaar de schulden te laten betalen. Om verdere schuldopbouw te voorkomen, werd er vooropgesteld een protocol af te sluiten met de koepels en de federaties van invorderaars. Een werkgroep zou aan een gedragen tekst van dit protocol werken tegen begin dit jaar.
We hebben begin dit jaar ook een bijsturing gehad van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding, en toen gaf u aan, minister, dat het protocol tegen de schuldopbouw in een eindfase zat, en dat de ontwerpteksten afgerond waren en beschikbaar zijn voor de verschillende partners.
Minister, wat is op dit moment de stand van zaken van deze actie? Zijn de ontwerpteksten effectief al afgerond? Zo ja, wat is de uitkomst en hoe gaat het nu concreet verder? Zo nee, wanneer zullen de teksten dan afgerond worden?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega De Rudder, de ontwerptekst van het protocol tot beperking of vermijding van overbodige invorderingskosten is inderdaad gefinaliseerd in de werkgroep. Dat kan ik nogmaals bevestigen. Ik heb daarom aan de verschillende leden van de werkgroep gevraagd deze tekst te laten valideren door de bestuursorganen van hun organisaties. Doordat die bestuursorganen niet altijd zeer frequent samenkomen, gaat hier wel wat tijd overheen. Ik verwacht heel binnenkort de eventuele opmerkingen en aanvullingen van de laatste leden te ontvangen.
De volgende stap is dat ik de protocoltekst ook voorleg aan de Vlaamse Regering. Het is mijn intentie dit op korte termijn te doen, om vervolgens over te gaan tot een formele ondertekening van het document door de partijen.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Bedankt, ik denk dat dat een heel duidelijk antwoord is. Laat ons in ieder geval uitkijken naar het vervolg, want ik denk dat dat toch het belangrijkste is: dat we tot die protocoltekst kunnen komen, en dat die goedgekeurd wordt door de Vlaamse Regering, in het belang van al onze mensen met schulden. Op die manier kunnen die voorkomen dat er extra schulden bij komen. Ik kijk dus uit naar de goedkeuring van deze tekst.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Een tijdje terug heb ik de ontwerpteksten al eens kunnen bekijken. Op zich is dit een evenwichtig document, wat op zich al een verdienste is. Er is voldoende nadruk gelegd op het maximaal vermijden van de schuldopbouw en het verder aangroeien van de schuldenmassa.
Ik heb ook wel twee bedenkingen.
Ten eerste betreft het een herenakkoord. Dat wil zeggen dat het niet afdwingbaar is. Maar op zich zijn er genoeg herenakkoorden die uitermate goed functioneren, dus daar krijgt de tekst van mij wel het voordeel van de twijfel.
Mijn tweede punt is de rol van die incasso-ondernemingen. En dat is iets waar ik mij wel zorgen over maak. Die incassobureaus hebben soms een slechte reputatie. Ik weet niet of dat al dan niet terecht is, dus dat laat ik in het midden, maar ze gaan vaak als cowboys te werk. De beroepsvereniging neemt, in tegenstelling tot de gerechtsdeurwaarders, die veel strenger en veel beter gereguleerd zijn, geen echte concrete engagementen in het protocol om zelf mogelijke wanpraktijken door incassobureaus aan te pakken. Mocht de beroepsvereniging nu meeluisteren, dan geef ik graag de suggestie mee om hun audit op de naleving van hun deontologische code eventueel beschikbaar te stellen, kwestie van de transparantie te verhogen, maar ook om misschien wat te werken aan hun kwalijke imago. Ik geef het graag mee. Ik weet niet hoe u daar zelf tegenover staat, minister.
Minister Dalle heeft het woord.
Op een moment dat nog niet alle reacties binnen zijn, is het moeilijk om al inhoudelijk de discussie te voeren. We gaan dat sowieso grondig bekijken.
Voorlopig zijn de reacties op de tekst die we hebben binnengekregen, positief. Maar ze zijn nog niet allemaal binnen, en daarom, uit respect voor het proces bij de andere partners, moeten we nog even wachten om dat echt al vrij te geven.
Wat incasso betreft: aangezien we weinig bevoegdheden rechtstreeks hebben ten aanzien van incasso, is dat wat we kunnen doen. We hebben zelf wel initiatief genomen om de incassosector mee te nemen. Dit is effectief een essentiële sector wanneer het gaat over de invordering van schulden. Die sector zit anders in elkaar dan de sector van de gerechtsdeurwaarders. Zij hebben bijvoorbeeld geen tuchtprocedures en dergelijke. Maar ze willen wel mee in het verhaal als sector, dat hebben ze bevestigd. En we gaan hen inderdaad ook moeten wijzen op hun cruciale verantwoordelijkheid in deze sector. Ik denk dat het ook terecht is om dat hier op te merken.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Net zoals collega Verheyen had ik ook nog wel een paar inhoudelijke vragen, maar ik heb ze nog niet gesteld omdat er inderdaad nog een aantal reacties moeten binnenkomen van de bestuursorganisaties. Maar ik ga er wel van uit, of ik veronderstel, dat zodra de tekst ook is goedgekeurd door de Vlaamse Regering, we dan misschien nog eens een nieuwe vraag kunnen stellen in de commissie, om daar dan nog eens verder op in te gaan of er inhoudelijk een aantal vragen over te stellen. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.