Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Bedankt voor de gastvrijheid in jullie commissie, want ik ben hier zelf geen lid, maar ik heb een vraag die te maken heeft met een problematiek die ik wel volg in de commissie Mobiliteit, namelijk rolstoeltoegankelijk vervoer. Er was wel wat te doen rond de fiscaliteit van dergelijke voertuigen. Ik ga dat even toelichten.
Artikel 2.3.6.0.1. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit bepaalt de vrijstellingen voor de belasting op inverkeerstelling (BIV). Zo worden bijvoorbeeld ambulancevoertuigen en voertuigen die als persoonlijk vervoermiddel gebruikt worden door personen met een handicap vandaag reeds vrijgesteld. Die vrijstelling voor personen met een handicap is beperkt tot één personenauto per begunstigde.
Personen met een handicap die geen gebruik kunnen maken van een eigen wagen of van het openbaar vervoer kunnen een beroep doen op het openbaar aangepast vervoer. Sinds 1 januari 2021 is men voor de berekening van de inschrijvingsbelasting van de NEDC-norm (New European Driving Cycle) overgestapt naar de WLTP-uitstootnorm (Worldwide Harmonized Light Vehicles Test Procedure). Rolstoeltoegankelijke voertuigen zijn vaak zwaardere en hogere voertuigen, met als gevolg dat de omschakeling naar de WLTP-norm een zware financiële impact heeft op aanbieders van aangepast rolstoelvervoer. Zo steeg de BIV voor een rolstoeltoegankelijk voertuig van ongeveer 1800 euro naar een goede 11.000 euro.
Gezien de grote nood aan aangepast rolstoeltoegankelijk vervoer en de zware financiële impact die dit heeft op sociale organisaties, maar ook taxibedrijven, die zich inzetten voor het vervoer van personen met een beperking, is het voor zulke organisaties moeilijker dit vervoer aan te bieden, naarmate men nieuwe voertuigen wenst aan te kopen.
Daarom heb ik de volgende vraag voor u, minister: hoe staat u tegenover een vrijstelling van BIV voor voertuigen voor aangepast rolstoeltoegankelijk vervoer, naar analogie van de vrijstelling voor ambulancevoertuigen en voertuigen die als persoonlijk vervoermiddel dienen voor personen met een handicap?
Ik wil er meteen bij zeggen dat ik mijn vraag had ingediend op 16 maart, en dat ik er ondertussen door de collega’s op gewezen ben dat er inmiddels een voorontwerp van decreet gepasseerd is op de regering, en dat er daar wel het een en ander over in staat. Maar het is voor ons toch wel heel interessant, minister, om van u te vernemen hoe dat precies geregeld zal worden.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Brouwers. Zoals u zelf aanhaalde: het probleem krijgt al een oplossing. Uw vaststellingen komen eigenlijk overeen met wat ik vorig jaar al had opgemerkt – ik denk dat het hier ook aan bod is gekomen –: de WLTP-hervorming heeft het ongewenste effect dat de voertuigen voor het vervoer van rolstoelgebruikers in de BIV worden belast tegen een hoger tarief, omdat het meestal om zwaardere en hogere voertuigen gaat en zij dus een hoge CO2-uitstoot genereren. Die CO2-uitstoot is een belangrijke component in de berekening.
Nochtans is er voor dergelijke voertuigen inhoudelijk wel een parallel te trekken met de huidige vrijstellingen voor erkende ziekenwagens en voor voertuigen op naam van een persoon met een handicap, of diens wettelijk vertegenwoordiger of bewindvoerder, voor het gebruik als persoonlijk vervoermiddel.
Daarom hebben we eind vorig jaar al aan de administratie gevraagd om een wijziging aan de huidige regelgeving voor te bereiden. Concreet heb ik voorgesteld om een BIV-vrijstelling in te voeren voor voertuigen die specifiek worden omgebouwd voor het gemeenschappelijk vervoer van rolstoelgebruikers. De aanpassingen die moeten gebeuren aan dergelijke voertuigen betekenen immers een zware kost voor de eigenaar van het voertuig. Ik denk dan vooral aan ingrepen zoals een bodemverlaging en de installatie van een rolstoelplateaulift.
Die wijzigingen van de Vlaamse Codex Fiscaliteit worden meegenomen in een decreet met diverse fiscale bepalingen dat op 25 maart principieel werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Dat was dus na uw vraag om uitleg. We voorzien dat dit normaal gezien, als het parlement daar normale voortgang in maakt, tegen 1 januari 2023 in werking zal treden.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik denk dat we daar met z’n allen tevreden en zelfs blij over kunnen zijn. Rolstoeltoegankelijk vervoer is zeer belangrijk met de ouder wordende bevolking, maar er zijn door de vele verkeersongevallen ook heel wat jonge mensen die in rolstoelen terechtkomen.
Niet iedereen heeft zelf middelen om zo’n voertuig aan te kopen. Heel wat mensen doen een beroep op die diensten en op taxidiensten. Het is voor hen heel belangrijk dat zij in de toekomst ook nog redelijk betaalbaar die voertuigen kunnen aankopen.
Ik heb nog een bijkomende vraag. U sprak over voertuigen die speciaal worden omgebouwd. Als die nieuw worden aangekocht, vallen die daar toch ook onder? (Minister Matthias Diependaele knikt instemmend)
U bedoelt toch een nieuw aangekocht voertuig dat in die mate is omgebouwd? Je kunt die ook zelf ombouwen, dat is wat personen met een handicap vaak doen. Hier gaat het om professionele organisaties die de voertuigen zo op de markt zullen kopen en die zullen onder dat sociaal tarief vallen. Dat heb ik toch goed begrepen? (Minister Matthias Diependaele knikt instemmend)
De heer Coel heeft het woord.
Ik wil de vraag van collega Brouwers ondersteunen. Het is een goede vraag en het is goed dat de minister die positief beantwoordt.
Ik heb nog een bijkomende zorg. We begrijpen dat de vrijstelling van BIV geldt voor voertuigen die als persoonlijk vervoermiddel ingeschreven zijn op de naam van de persoon met een handicap, de wettelijke vertegenwoordiger als het gaat om minderjarigen of de bewindvoerder als het gaat om een meerderjarige over wie de vrederechter beslist heeft dat de meerderjarige onbekwaam is om handelingen te stellen. Dan zijn er de aanvullende diensten die professioneel hun voertuigenaanbod en diensten aanleveren qua vervoer. We hebben ook nog de categorie van mantelzorgers die zelf hun voertuig aanpassen omdat ze op regelmatige basis vervoer verzorgen voor een derde. Zij vallen niet onder de groep van professionelen of onder de vrijstelling voor personen die zelf een wagen hebben ingeschreven, maar die nu ook met die hogere kosten geconfronteerd worden. Komen zij in aanmerking als bijkomende categorie? Is er een manier om die ook een vrijstelling te geven?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de collega’s. Het is goed dat er een regeling wordt uitgewerkt. De bezorgdheid van collega Brouwers is terecht. Ik zie dat ook als schepen van Toegankelijkheid bij onze eigen dienst aangepast vervoer.
Het is inderdaad nuttig om te bekijken wat de exacte criteria zijn en hoe we die toepassing zo breed mogelijk kunnen maken. Er zijn inderdaad verschillende categorieën. Er zijn particulieren die zelf een aanpassing doen aan een wagen. Zij krijgen op federaal niveau al btw-vrijstelling, maar als de Vlaamse belastingen de hoogte in schieten is dat natuurlijk een slechte zaak. Dan zijn er diensten die aangepast vervoer aanbieden. Daar zijn ook nog verschillende categorieën in. Er zijn wagens die gemaakt zijn voor personenvervoer van minder mobiele mensen die geen rolstoelvervoer nodig hebben. Er zijn verder de busjes met liften en dergelijke die zo worden aangekocht. Die kun je niet achteraf verbouwen. Dat zijn verschillende soorten.
Het is goed om in de definitieve regeling goed te finetunen om dat zo breed mogelijk toe te passen, zodat iedereen die aangepast vervoer nodig heeft niet onder dat verhoogd tarief gaat vallen.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u voor de vragen. Ik heb het net voorgelezen. Het gaat over voertuigen, dikwijls van taxifirma’s, die gebruikt worden voor minder mobiele personen. Er is een inhoudelijke parallel met de huidige vrijstellingen voor erkende ziekenwagens, en voor voertuigen op naam van een persoon met een handicap of diens wettelijke vertegenwoordiger of bewindvoerder. Die vrijstelling is er vandaag al.
Met de mantelzorgers moeten we voorzichtig zijn. In welke mate is dat? Ik heb het zelf van dichtbij meegemaakt. Een aanpassing aan een wagen kan van alles zijn. Men kan bijvoorbeeld de hele stuurkolom naar de rechterkant verplaatsen, men kan daar zeer ver in gaan. Het hangt er allemaal van af. Het bestaat al voor mensen met een handicap met een voertuig ingeschreven op hun naam, die vrijstelling is er al.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, dank u voor het initiatief om dit te regelen. Maar aangezien er een voorontwerp van decreet is, zal het hier wel terugkomen. Ik reken erop dat de vaste leden van de commissie dat tot in detail bestuderen en ervoor zorgen dat er een vrij brede toepassing kan zijn zonder dat er misbruiken zouden optreden. In elk geval, heel hartelijk dank. De CD&V-fractie is absoluut zeer tevreden met uw initiatief.
De vraag om uitleg is afgehandeld.