Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, eind januari gaf de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) op eigen initiatief een advies betreffende kinderarbeid in de mediasector. Het advies focust grotendeels op de regelgeving inzake kinderarbeid, wat een federale bevoegdheid is. Toch ben ik er zeker van dat u, als minister van Media, dit advies met aandacht gelezen hebt.
Het accent in dit advies ligt op influencers die inkomsten verwerven door de content die ze maken. Dat er rond dit thema een en ander beweegt, is absoluut een goede zaak. Dit komt met de regelmaat van een klok aan bod in de commissie.
Op het federale niveau werkt men aan een update van de ‘aanbevelingen voor influencer-marketing’ en aan een wetsvoorstel omtrent de bescherming van minderjarige influencers. U antwoordde op een schriftelijke vraag van collega Perdaens dat u ernaar streeft om met een ‘influencer code’ naar buiten te komen tegen eind januari 2022. In december 2021 werd het ‘Content Creator Protocol’ (CCP) van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) gepubliceerd waarin de thema’s commerciële communicatie, minderjarigen en haatspraak worden behandeld.
Het advies focust op drie bezorgdheden.
Ten eerste is er de berekening van de toegelaten werktijd: dagen versus uren. De SARC pleit voor een systeem dat de werkelijk gepresteerde tijd in aanmerking neemt want door het optellen van uren in plaats van dagen is een betere spreiding en flexibiliteit mogelijk.
Ten tweede: kindvloggers en het verbod op kinderarbeid. Heel wat minderjarigen zijn aan de slag als influencer via sociale media en maken content in diverse vormen. Vaak start dit als een onbetaalde hobby maar de familie helpt hen dan vaak met het maken van foto’s en video’s. Zo wordt het een bron van inkomsten. Als dit op regelmatige en herhaalde basis tegen vergoeding gebeurt, dient een individuele afwijking aangevraagd te worden. Die wordt behandeld door de arbeidsinspectie.
Uit het antwoord op een parlementaire vraag van collega Anja Vanrobaeys in het federale parlement blijkt dat de arbeidsinspectie nog geen aanvragen voor een toelating van kinderarbeid ontvangen heeft voor vloggers en influencers op sociale media. Maar er zijn er daar toch heel wat aanwezig. Dat is opmerkelijk, zegt de SARC, en dit kan duiden op een gebrek aan kennis van het wettelijk kader in hoofde van de ouders van ‘kidfluencers’ en bedrijven die met hen in zee gaan.
Verder stelt de Arbeidswet dat het werk geen negatieve invloed mag hebben op de ontwikkeling van het kind. Hier vraagt de SARC extra aandacht voor. Er kan immers druk ontstaan bij het kind om content te maken omdat dit tot inkomsten kan leiden. Maar ook de frequentie kan tot stress leiden. Stress is een ziekmaker, zeker bij kinderen op jongere leeftijd, met alle psychologische gevolgen van dien. Dat komt hier ook vaak aan bod.
Ten derde is er het ongelijke speelveld. Er gelden verschillende wettelijke beperkingen voor kindacteurs die werken in de traditionele media. Zij functioneren ook volgens een bepaald script en dragen niet zelf de verantwoordelijkheid voor de audiovisuele inhoud. Online kunnen kinderen echter tegen betaling naar believen audiovisuele inhoud creëren. De druk en verantwoordelijkheid zijn daardoor hoger. Eventuele gevolgen voor het mentale welzijn dus ook.
Minister, hoe en op welke manier zult u de bezorgdheden geuit in dit advies meenemen in een van uw eigen beleidsinitiatieven?
Hebt u hierover een gesprek gehad met uw federale collega’s? Welke stappen zullen ondernomen worden op het federale niveau?
Volgt u het vermoeden van de SARC dat er een tekort is aan kennis van het wettelijk kader en de gevolgen voor het mentaal welzijn bij ouders en bij bedrijven die met 'kidfluencers' werken? Hoe zult u dit aanpakken?
Wanneer mogen we van u een presentatie verwachten van de 'influencer code'? Worden bovenstaande bezorgdheden hier ook in behandeld?
Zijn er cijfers aanwezig voor Vlaanderen omtrent het aantal bezoldigde 'kidfluencers', 'young influencers', leeftijdscategorieën, grootteorde van de vergoedingen die in deze sector rondgaan, aantal en type bedrijven die een beroep doen op deze jonge influencers?
Minister Dalle heeft het woord.
Er heerst nog heel wat onduidelijkheid rond het wettelijk kader van influencers en kidfluencers. Het advies van de SARC omtrent kinderarbeid in de mediasector bevat een aantal belangrijke aandachtspunten en voorstellen, rekening houdend met het veranderende medialandschap. Het heeft wel grotendeels betrekking op federale bevoegdheden inzake tewerkstelling. Dat is ook de reden waarom ik het advies onder de aandacht heb gebracht van de bevoegde federale minister van Economie Pierre-Yves Dermagne. Dat is eind vorige maand per brief gebeurd.
Uit de bevraging van Vlaamse influencers van de Universiteit Gent (UGent) en de Arteveldehogeschool die in 2021 op mijn vraag werd uitgevoerd, bleek inderdaad dat de meerderheid van de influencers onvoldoende op de hoogte is van het wettelijk kader.
Onderzoek naar de gevolgen voor het mentaal welzijn van kinderen die actief zijn als influencer is zeer nuttig. Ik weet dat de UGent momenteel onderzoek voert naar kidfluencers en de rol die hun ouders hierbij spelen. Deze onderzoekers zijn trouwens ook betrokken bij het opstellen van onze ‘influencer code’.
Specifiek rond kinderarbeid kan de influencer code naar de relevante info en partners verwijzen maar, zoals gezegd, de wetgeving zelf behoort niet tot mijn bevoegdheid.
De afgelopen maanden werden extra inspanningen geleverd om de influencers zoveel mogelijk te betrekken bij het opstellen van de code. We hebben extra initiatieven genomen ten aanzien van wat we initieel hadden voorzien. Dat maakt dat we een kleine vertraging hebben opgelopen ten aanzien van de initiële timing.
Via sociale mediakanalen werden vragen en stellingen verspreid die verband houden met de vier overkoepelende thema’s die aan bod komen: welzijn, discriminatie, informatie en privacy, geld. Dat werd via die kanalen ook voorgelegd aan de influencers zelf. Nadat voldoende input van de influencers is verzameld, zal die informatie, opnieuw in samenwerking met de relevante expertenorganisaties, verwerkt worden tot de influencer code. De code zal, door naar de relevante regelgeving en organisaties te verwijzen, handvatten bieden aan de influencers om hun activiteiten op een correcte manier uit te oefenen. Het spreekt natuurlijk voor zich dat dit proces plaatsvindt met respect voor de respectieve bevoegdheden. Ik zal ook verwijzen naar informatie over de federale bevoegdheden. Ik ben niet voor alles verantwoordelijk. Het is de bedoeling om het allemaal coherent samen te brengen in een toegankelijke code en deze de komende maanden af te ronden.
Op uw laatste vraag kan ik geen nuttig antwoord geven. Naast het lopende onderzoek van de UGent ben ik niet op de hoogte van dergelijke cijfers.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, u hebt nog geen concrete timing op die code geplakt. Wanneer mogen we hem verwachten? Ik begrijp dat u grondig te werk gaat en dat u vertragingen oploopt. Kunt u een einddatum geven? Wanneer mogen we die code in het parlement verwachten?
We moeten inderdaad allesomvattend genoeg te werk gaan en de zaken bekijken. Vorige week hadden we het hier over kinderen die geld uitgeven op platforms zoals TikTok door toedoen van ‘endorsement’. Hier gaat het over kinderen die geld verdienen en soms moeten verdienen. Dat kan soms extreme vormen aannemen. Nadat mijn vraag was ingediend, verscheen in Het Laatste Nieuws een artikel over ‘soft porn’. Dat is toch wel een heel extreme vorm om geld in het laatje te krijgen bij kinderen en jongeren, wat ik heel choquerend vind. En blijkbaar doet TikTok nog veel te weinig om dat van het platform te halen. De discussie is dus echt wel heel relevant en acuut. Die code is nodig. Ik weet niet of u door middel van gesprekken nog iets kunt doen met die platformen.
Ik weet wel dat wij niet de wereld kunnen veranderen, maar wij kunnen toch proberen om vanuit Vlaanderen onze bezorgdheden te uiten. Hebt u daar al iets mee gedaan?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Collega Meuleman heeft de terechte vragen en bekommernissen heel goed geuit. We weten dat de minister ermee bezig is. De influencer code is heel belangrijk. Maar het is ook belangrijk om vanuit Vlaanderen een signaal te geven naar die sociale netwerken als het immens populaire TikTok. Dat is belangrijk, maar uiteraard niet gemakkelijk. Toch moet het gedaan worden om paal en perk te kunnen stellen aan fenomenen als soft porn en om regels te kunnen maken.
Aansluitend, minister, heb ik deze vraag. Wanneer denkt u te kunnen landen met die influencer code? Dat zou een gigantisch verschil kunnen maken. U hebt gisteren in de plenaire vergadering verwezen naar het belang van mentaal welzijn bij jongeren en het belang van een Acid en andere influencers om dit bespreekbaar te maken. We mogen influencers zeker en vast niet alleen als een probleem bekijken, maar ook als een oplossing. Ik kijk er heel hard naar uit wanneer u ermee gaat landen om met hen goede overeenkomsten te sluiten.
Ik wens voor onze fractie aan te sluiten. Dit is een multiproblematiek in principe. Arbeidswetging zit bij de federale overheid. Dat heeft de minister aangegeven. Het is een risicovol gegeven. Collega Meuleman schetste het terecht. Er is heel wat risico op uitbuiting. Er moet oog gehouden worden voor het kader waarbinnen deze jonge influencers bezig zijn. Dus, ik denk en ik wil graag benadrukken, dat die sensibilisering heel erg nodig zal zijn. We hopen dat daar snel werk van kan worden van gemaakt. Evenzeer hopen we niet alleen dat de influencer code – we hebben het hier al vaker over gehad – er weldra zal zijn, ze moet ook degelijk zijn en enigszins, zo mogelijk, afdwingbaar.
Minister Dalle heeft het woord.
Wat de timing betreft ben ik wat voorzichtig. Het is een wat atypisch proces. Het is ook een nieuw soort activiteit voor de minister van Media. Ik heb u al eens gezegd dat de minister van Media vroeger verantwoordelijk was voor televisie, radio en kranten en tijdschriften. Nu zijn die sociale media daar bij gekomen. Ik heb de ambitie getoond om me daar actief in te mengen.
Dat maakt wel dat je niet in een klassiek regelgevend traject zit met de gekende adviesorganen. We zitten hier met influencers die niet altijd gemakkelijk te bereiken zijn. We zoeken ook naar nieuwe methoden om dat te doen. We zijn aan het bijleren, samen met de partner die die overheidsopdracht heeft binnengehaald. Ik durf daar geen strikte deadline op te leggen. De bedoeling is om de komende maanden vooruitgang te boeken. Mocht ik een deadline moeten stellen, dan zou ik zeggen dat ik het tegen de zomer klaar wil hebben, dat is eigenlijk ten laatste. Maar goed, dat is nog vrij algemeen gesteld.
Voor wat de verschillende problemen betreft op TikTok en andere over de vraag naar kinderarbeid maar ook over een aantal excessen zoals het fenomeen van 'soft porn' tegen betaling, daar hebben we twee methodieken voor om dat op te volgen. Ten eerste heb je natuurlijk het overleg met verschillende platformen. We pakken dat aan in het Europese kader met de verschillende wetgevende initiatieven in het Europees Parlement, onder meer ook richting ons voorzitterschap van de Europese Unie in 2024. En een tweede, even belangrijke methodiek, en daar hebben we in Vlaanderen wel sterke beleidsinstrumenten voor, ligt bij mediawijsheid. We moeten ook daar onze mensen, en vooral onze kinderen en jongeren, wapenen tegen dit soort fenomenen en hen wegwijs maken in de verschillende platformen en wat daar wel en niet in hun voordeel is. 'Soft porn' tegen betaling, dat is evident, dat is iets dat moet worden vermeden, al zeker bij minderjarigen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Dank u wel, minister. We kijken uit naar die code in de zomer en ondertussen denk ik inderdaad dat het een onderwerp is dat snelĀ en nog veel zal evolueren. Het zal nog veel ter sprake komen. Ik ben er vrij gerust in dat u dit zult opvolgen en anders zullen we u daar zeker bij helpen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.