Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Slootmans heeft het woord.
Zoals u weet kondigde bpost afgelopen maand aan dat er een overnameovereenkomst gesloten was met het gokbedrijf Golden Palace, waarbij de verkoop geregeld werd van 170 of 175 krantenwinkels met als gevolg dat binnenkort het gokbedrijf ongestoord gokactiviteiten zal kunnen ontplooien aan stations, ziekenhuizen, schoolomgevingen, enzovoort.
De verkoop van die krantenwinkels laat bij heel wat mensen natuurlijk een bijzonder bittere en wrange nasmaak na, aangezien bpost tot nader order voor de helft in overheidshanden is. Wettelijk gezien valt het momenteel onder de wet op de autonome overheidsbedrijven. In die context is het natuurlijk moeilijk te vatten dat net een dergelijk overheidsbedrijf verantwoordelijk is voor het verlagen van de drempels voor toch een maatschappelijk destructief gegeven als gokken.
Die drempelverlaging gaat natuurlijk niet alleen over de strategische locaties. Het gaat ook over het feit dat de controles om de gokkers te weigeren op basis van de elektronische databank EPIS (Excluded Persons Information System) veel minder streng zijn in dergelijke krantenwinkels en gokkantoren dan bijvoorbeeld in casino’s – wat op zijn beurt een vorm van concurrentievervalsing is, maar dat is uw winkel.
In de pers gaf u al aan dat dat diametraal botst met de doelstellingen van zowel de Vlaamse als de Federale Regering. Anderzijds stoorde me daarbij dat uw partij natuurlijk lid is van de Federale Regering die via de bestuursraad het mandaat gegeven heeft aan het management van bpost om de verkoop te gaan regelen. Ik verdenk u er zeker niet van dat u met twee tongen spreekt. We hebben allemaal uw verontwaardigde reactie gezien in het nieuws. Die was geloofwaardig, lijkt me. Het blijft wel een feit dat uw partij er op zijn minst deels voor verantwoordelijk is dat binnenkort sociaal zwakkeren en misschien ook middenklassers, maar vooral ook jongeren in de malaise gestort zullen worden als gevolg van dergelijke gokkantoren.
Wat de verkoop betreft: naar wat ik begrijp en lees is het kalf al verdronken en ziet het ernaar uit dat er gewoonweg geen weg terug is. Minister, hierdoor rijst de vraag welke flankerende maatregelen u, zowel vanuit uw bevoegdheid Media, maar zeker ook vanuit de bevoegdheid Jeugd zult nemen om de maatschappelijke schade, die er toch zeker en vast zal komen, van deze overeenkomst alsnog te beperken en ervoor te zorgen dat deze krantenwinkels geen laagdrempelige veredelde goktenten worden.
Plant u een overleg met minister De Sutter en eventueel met minister Van Quickenborne in functie van het volgende beheerscontract tussen bpost en de Belgische staat, om te bekijken of dergelijke deals in de toekomst vermeden kunnen worden?
Collega Slootmans, bedankt voor de vraag. U hebt inderdaad kunnen vaststellen dat ik kritisch reageerde op het feit dat een federaal overheidsbedrijf als bpost zijn krantenwinkels verkoopt aan een gokbedrijf waardoor de gokindustrie 170 verkooppunten verwerft in metro- en treinstations, winkelstraten, shoppingcentra, op plaatsen die strategisch, laagdrempelig en zeer toegankelijk zijn voor kinderen en jongeren.
Dat een deal hoegenaamd mogelijk is in een bedrijf waar de overheid het merendeel van de aandelen heeft, vind ik redelijk stuitend, net op een moment dat we gokverslaving sterker willen aanpakken vanuit de federale en de Vlaamse overheid. Die reactie kwam er natuurlijk vanuit een buikgevoel, dat geef ik toe, maar ook uit mijn bevoegdheden Jeugd en Media. Als minister van Jeugd is het mijn zorg om te vermijden dat jongeren en kinderen gokverslaafd worden. Dat is evident ook een prioriteit voor de hele Vlaamse Regering, in het bijzonder ook van minister Beke, die onder meer de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) ondersteunt om dat precies aan te pakken.
Ook als minister van Media ben ik natuurlijk bezorgd over gokverslaving. In dat verband verwijs ik naar het plan dat de VRT uitgewerkt heeft en dat hier ook is toegelicht in uitvoering van de beheersovereenkomst om gokreclame tot een minimum te herleiden de komende jaren en om meer aandacht te hebben voor sensibilisering tegen gokken. De openbare omroep moet daarbij een voortrekker zijn in ons medialandschap. Ik hoop trouwens ook dat de private omroepen daar nog verder gaan. Ze zetten ook al een aantal stappen, maar ik hoop dat ze ter zake nog verder gaan.
Wat betreft de situatie bij bpost, heb ik begrepen dat het gaat over een beslissing van het management dat zei dat het het mandaat dat gegeven werd door de raad van bestuur uitgevoerd heeft. Diezelfde dag heb ik nog contact gehad met minister De Sutter, die zoals u ook hebt kunnen lezen, mijn zorgen ter zake deelde. Ze heeft ook aan het management laten weten dat dat voor wat haar betreft niet door de beugel kon, dat dat niet voor herhaling vatbaar is. Zij volgt dat ook verder nauwgezet op.
Wat mij betreft, vind ik dat voor elk overheidsbedrijf zou moeten gelden dat het minimaal niet de doelstellingen van diezelfde overheid tegenwerkt. Dat lijkt me nogal essentieel te zijn. In het overheidsbedrijf waar ik politiek verantwoordelijk voor ben, de VRT, wordt dat soort afspraken in de beheersovereenkomst gemaakt. Bij bpost is er ook een beheerscontract. Het is een ander soort bedrijf. Ik verwijs nog even naar de discussie daarnet met collega Coenegrachts, over de ideologische vraag bijvoorbeeld rond liberalisering of gedeeltelijke privatisering van overheidsbedrijven. Dat komt af en toe ook wel eens terug. De VRT is 100 procent eigendom van de Vlaamse overheid. Bpost is sinds ruim tien jaar ook voor 49 procent afhankelijk van een Scandinavisch privaat bedrijf. Dat heeft ook een impact op de governance en daar zijn blijkbaar andere regels.
Minister De Sutter heeft bijvoorbeeld geen regeringscommissaris in de raad van bestuur, wat ik wel heb. Dat maakt dat er ook andere regels gelden. Nogmaals, voor mij zou het principe moeten zijn dat elk overheidsbedrijf ook gehouden is om de overheidsdoelstellingen minstens niet tegen te werken. Dat lijkt me het absolute minimum. In dit concrete dossier is dat wel het geval geweest. Ik betreur dat. Ik vind het ook jammer dat er niet op teruggekomen kan worden, maar ik kan daar voor het overige alleen maar akte van nemen.
De oplossing om tegen te gaan dat die 170 verkooppunten ook verkapte gokkantoren zullen worden ligt in de federale wetgeving rond gokken. Ik heb daar ook al eerder een gesprek over gehad met federaal collega Van Quickenborne. Mijn kabinet heeft toevallig morgen een meeting ingepland rond die problematiek. Het is duidelijk dat de federale gokwetgeving aangescherpt moet worden. Het is natuurlijk ook een bredere problematiek dan de krantenwinkels van bpost. We moeten daarin een sterk geïntegreerd beleid hebben dat gokken en gokverslaving tegengaat. Ik verwacht ook dat de aanscherping van de federale wetgeving er snel kan komen en dat die ook garanties kan bieden dat die de nadelige gevolgen van de jammerlijke verkoop van die winkels van bpost kan milderen.
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik geloof u oprecht wanneer u zegt dat u deze verkoop betreurt. Maar inderdaad stelt zich de vraag hoe die afkeuring zich zal vertalen in concrete maatregelen die toch vermijden dat die krantenwinkels uitgroeien tot veredelde gokkantoren en de nodige sociale ellende zouden gaan genereren. U verwijst dan naar het overleg met de Federale Regering dat er morgen blijkbaar aankomt. We vernemen ook van die hoek dat men nu werkt aan nieuwe regelgeving waarbij een krantenwinkel niet meer als krantenwinkel aanschouwd zou worden wanneer bijvoorbeeld 80 procent van zijn omzet gerealiseerd wordt met gokactiviteiten en dus de facto geen krantenwinkel meer is.
De vraag stelt zich natuurlijk of dat voldoende zal zijn en of er geen bijkomende fiscale of drempelverhogende maatregelen nodig zullen zijn die u dan eventueel samen met minister Crevits, bevoegd voor Economie kunt nemen. Dat lijkt me voor jongeren een absolute noodzaak. Het is ook al gezegd dat in die gokkantoren en in die krantenwinkels de gokspelletjes niet gecontroleerd worden via een EPIS-databank. In dat kader lijkt het me wel opportuun om daar eventueel, als het op federaal niveau niet gebeurt, vanuit onze economietak toch bijkomend instrumentarium voor te leveren.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Collega Slootmans, dit is absoluut een pertinente vraag. Ik ben blij met het antwoord van de minister. Maar dat hadden we ook al via de pers vernomen. Ik ben het er volmondig mee eens. Alle collega’s weten dat ik ook al in de vorige legislatuur op deze nagel heb geklopt en dat ik echt wil komen tot een compleet verbod op gokreclame.
U wees erop dat het niet kan dat overheidsbedrijven andere dingen doen dan wat de doelstellingen zijn van de regeringen. Inderdaad, op Vlaams niveau hebben wij al aan de VRT gevraagd om de gokreclame af te bouwen. Nu komt het eropaan om tot een absoluut verbod te komen. Ik heb dat de vorige legislatuur geprobeerd, maar dat bleek toen een federale materie te zijn. Ik denk dat we nu met voldoende zijn om daar aan de kar te trekken. We weten dat gokreclame een heel sterke trigger is voor mensen die kampen met een verslaving of die ex-gokverslaafde zijn. Het is een onmiddellijke trigger.
Reclame is één zaak. En dat de VRT zich daar engageert, is zeker goed. Maar wanneer nu ook blijkt dat laagdrempelige krantenwinkels op strategische plaatsen de facto gokkantoren zullen worden, dan gaan echt wel alle alarmbellen af. Dus, minister, ben ik blij dat we de regels zullen verstrengen. Dat gaat volledig in lijn met de resolutie die we kamerbreed hebben goedgekeurd om gokverslaving aan te pakken. Dit verwoest letterlijk levens en families. Ik ben zeer regelmatig in contact met ex-gokverslaafden of met mensen die een relatie hadden met gokverslaafden en die hun hele hebben en houden, tot en met hun huis, zijn kwijtgeraakt als gevolg van de verslaving van hun partner. We moeten dat aanpakken.
Op federaal niveau moet er veel werk gebeuren, maar we kunnen ook in Vlaanderen veel doen. Brussel heeft voor de MIVB een verbod uitgevaardigd om op de bussen en in de stations gokreclame te tonen. Wij kunnen dat in Vlaanderen ook voor De Lijn doen. Een andere piste lijkt mij die van de lokale besturen. Zij hebben vaak overeenkomsten voor reclameborden met bedrijven als Clear Channel. Men zou de lokale besturen kunnen oproepen om die contracten enkel af te sluiten met outdoor reclamebedrijven die zich engageren om geen reclame van gokbedrijven te plaatsen. Dat is natuurlijk heel moeilijk, want dat zijn net de grootste adverteerders.
Er ligt dus nog heel veel werk op de plank. Minister, ik wil u en de Vlaamse Regering oproepen om te bekijken wat we vanuit Vlaanderen nog meer kunnen doen.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
De beslissing van bpost is natuurlijk een puur commerciële beslissing, die op zich in een commerciële logica te begrijpen is. Krantenwinkels zijn een uitstervend ras. Het is een steeds meer verlieslatende sector. Ik weet waarover ik spreek: ik ben opgegroeid in een krantenwinkel. Mijn ouders hebben er nog een – een echte, collega Slootmans, ook als de definitie wordt aangepast. Dat is inderdaad niet zo makkelijk. Ik onderschrijf dat het gevaar bestaat dat een aantal zeer strategisch gelegen en zeer laagdrempelige winkels worden omgevormd tot… Ja, het zijn hier ‘gokpaleizen’ genoemd. Je kunt het niet anders noemen. Dat is een gevaar waarvoor we aandachtig moeten zijn.
Minister, ik steun uw uitlatingen in de pers ten volle. Ik heb begrepen dat de minister van Justitie wel degelijk aan zaken werkt die verstrengingen zullen inhouden. Het gaat dan niet alleen om wat wel of niet een krantenwinkel is. Ze zullen met onder meer identiteitscontroles minderjarigen of mensen die een gokverslaving hebben gehad identificeren en op die manier de drempel om te gokken verhogen.
We kunnen hier veel tegen elkaar zeggen, maar de mogelijkheden binnen Vlaanderen zijn op dat vlak beperkt. We mogen en kunnen inderdaad opnieuw op het federale niveau rekenen. Ook daar is elk duwtje in de rug goed meegenomen. Ik denk dat men daar ook wel overtuigd is van de noodzaak. Het zal inderdaad daar moeten gebeuren. Wij hebben daarvoor uiteraard alle vertrouwen in de minister van Justitie.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Slootmans, mijn eerste inschatting is dat sterkere controles en dergelijke behoren tot de bevoegdheid van de federale inspectie. In elk geval, de definitie van wat een krantenwinkel is, behoort niet tot mijn Mediabevoegdheid. Maar ik wil zeker eens bekijken of er binnen de Vlaamse bevoegdheden aanknopingspunten zijn. Op het eerste gezicht was mijn indruk dat dit vooral een federale aangelegenheid is. Maar we zullen dit zeker bekijken.
Mevrouw Segers, ik ben niet op de hoogte van de stand van zaken met betrekking tot de bussen van De Lijn. Ik weet dat Koen Geens, toen hij federaal minister van Justitie was, het standpunt heeft ingenomen dat hij het beter vond dat er op de bussen van De Lijn geen reclame voor gokken zou te vinden zijn. Maar ik moet toegeven dat ik de laatste stand van zaken niet ken. Ik zal dat nakijken. Maar natuurlijk, een en ander wordt wel zonder voorwerp als we een algemene regelgeving hebben op federaal niveau. Dat is wat wij proberen te doen met de federale collega Van Quickenborne, namelijk de aanpassing van de federale wetgeving. Dat is wel belangrijk.
Als minister van Media moet ik signaleren dat gokreclame ook een deel van de reclame-inkomsten van mediabedrijven uitmaakt. Dat speelt in het businessplan van bedrijven een rol. Ik pleit er wel mee voor om gokreclame strikt te beperken, op voorwaarde dat er een ‘level playing field’ is tussen alle sectoren en alle bedrijven. Het kan bijvoorbeeld niet dat de mediasector beperkt wordt in zijn mogelijkheden en dat men in andere sectoren nog veel meer mogelijkheden heeft. Dat kan voor mij ook niet. Ik dring dus aan op een strenge regeling ten aanzien van gokreclame, maar ook op een regeling die een gelijk speelveld tussen de bedrijven en de sectoren garandeert. Dat is voor mij een heel belangrijk punt.
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, ik begrijp, zoals de heer Coenegrachts aangaf, dat uw instrumentarium beperkt is en dat u hiertegen niet in een-twee-drie een dam kunt opwerpen. Het zijn vooral in zekere zin vijgen na Pasen. We moeten elkaar wat dat betreft geen Liesbeth noemen. Maar dat betekent natuurlijk niet dat we bij de pakken moeten blijven zitten. We moeten er alles aan doen om de schade te beperken. Dat kan inderdaad gaan om campagnes over de gevaren van gokken. Maar dat kan ook gaan om fiscale maatregelen ten aanzien van dergelijke bedrijven. Daar is niet op ingegaan. Indien het federale niveau zijn werk niet doet, waarom dan geen Vlaamse wetgeving in functie van onze bevoegdheid Economie die de drempels naar dergelijke gokspelletjes verhoogt? De suggesties van mevrouw Segers lijken in dat verband zeker nastrevenswaardig. Mits enige wil zijn er zeker doortastende maatregelen mogelijk. De vraag is alleen of die wil aanwezig is. We zijn het er allemaal over eens dat dit toch een bijzonder destructief maatschappelijk gegeven is waartegen we als overheid een vuist moeten maken.
Daarmee mag ook weer niet gezegd worden dat we het gokken moeten criminaliseren. Dat pad moeten we ook niet opgaan. Maar gokverslaving, het aanzetten tot gokken en het verlagen van drempels tot gokken: daar moet je natuurlijk wel een rode lijn trekken. Ik denk dat iedereen het wat dat betreft toch wel eens is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.