Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de te betalen dossiertaks bij het aantekenen van beroep tegen een beslissing binnen het zorgbudget
Vraag om uitleg over de zorgpremie en het zorgbudget
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Anaf heeft het woord.
Voorzitter, op 19 maart 2021 heeft de Vlaamse Regering definitief beslist dat wie beroep wil aantekenen tegen een beslissing over het zorgbudget, voortaan 75 euro dossierkosten moet betalen. We hebben dat al eerder in deze commissie besproken, ook omdat een aantal adviezen hiertegen ingaan. We hoopten dat de Vlaamse Regering alsnog rekening zou houden met deze adviezen of dit voorstel zou intrekken of remediëren.
Het zorgbudget is een maandelijkse tegemoetkoming voor mensen die veel zorg nodig hebben. Zij zullen voortaan moeten betalen als ze het niet eens zijn met een negatieve indicatiestelling, een administratieve schrapping of een terugvordering van hun zorgbudget. In de motivering wordt gesproken over een noodzakelijke, maar billijke drempel. De Vlaamse Regering wil vermijden dat mensen automatisch beroep aantekenen tegen een negatieve beslissing.
Ik heb vorige keer al verklaard dat ik het op zich een positieve zaak vind dat wie terecht beroep heeft aangetekend, dat geld ten laatste twee maanden na de bijsturing renteloos zal terugkrijgen. Wie al recht op een verhoogde tegemoetkoming heeft, betaalt de helft, namelijk 38 euro. Mensen met een leefloon, mensen in schuldbemiddeling en ouderen met een gewaarborgd inkomen behouden het recht gratis beroep aan te tekenen. Dat is een goede zaak.
Met deze beslissing laat de Vlaamse Regering uitschijnen dat het te gemakkelijk is om beroep aan te tekenen, zodat veel te veel mensen beroep aantekenen. Dat wordt echter totaal niet door de cijfers ondersteund. Vaak zijn het trouwens niet die mensen zelf, maar professionele organisaties en begeleiders die vinden dat er grond is om beroep aantekenen. In 2019 is op een totaal van 159.730 aanvragen voor zorgbudgetten voor zwaar zorgbehoevenden 2306 keer beroep aangetekend. Het gaat dus om 1,4 procent van de gevallen. Dat de verhoging van de drempel met 75 euro absoluut nodig is om te vermijden dat gratuit beroep wordt aangetekend, wordt niet door de cijfers gestaafd. Bovendien is een op de vijf beroepen in 2019 als gegrond aangezien. Een aantal jaren geleden was dat zelfs een op de drie. Het gaat vaak om complexe dossiers waarin fouten langs beide kanten mogelijk zijn. Het moet volgens ons te allen tijde mogelijk zijn tegen een dergelijke beslissing beroep aan te tekenen. De invoering van een drempel met die dossiertaks staat haaks op dat principe.
Minister, bent u het ermee eens dat de dossiertaks voor sommigen een bijkomende drempel zal vormen om beroep aan te tekenen? Kiest de Vlaamse Regering bewust voor het signaal om de drempel te verhogen? Wat maakt die beslissing volgens u noodzakelijk? Op basis van welke argumenten hebt u de adviezen hieromtrent terzijde geschoven? Bent u alsnog bereid met de sociale partners en de belangenorganisaties in overleg te gaan? Vorige week hebben heel wat middenveldorganisaties een open brief verstuurd met stevige argumenten die tegen deze bijkomende drempel pleiten.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Ik had dezelfde vraag als collega Anaf. Ik ga de argumenten niet helemaal herhalen.
Ik heb in mijn vraagstelling ook de adviezen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) opgenomen. In zijn advies van 30 november 2020 stelt de SERV dat het instellen van een administratief beroep gelijkstaat aan een vraag voor een tweede opinie, op basis van afgebakende feitelijke en/of juridische argumenten. Dat recht moet te allen tijde voor iedereen toegankelijk blijven. Als er een som of taks betaald moet worden, haken bepaalde groepen af, al dan niet noodgedwongen. De aangekondigde mogelijkheid voor het instellen van sociale correcties kan daar slechts ten dele aan tegemoetkomen. Op die manier maakt u de beroepsprocedure nog complexer, zeker voor kwetsbare groepen.
Ook de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin bevestigde in zijn advies van 12 maart 2021 dat ze het niet eens zijn met een dossiertaks. De raad vindt het vragen van een tweede inschaling een recht en dus is het onaanvaardbaar om daarvoor een financiële drempel op te werpen.
Minister, onder het motto 'de meeste mensen deugen': op basis van welke gegevens gaat u ervan uit dat het overgrote deel van de mensen beroep zal indienen?
De invoering van deze dossiertaks gaat voor veel bijkomende administratieve rompslomp zorgen. De taks moet worden betaald, er moet door de administratie nagekeken worden of die inderdaad betaald is, als er terecht beroep werd aangetekend, moet dit bedrag teruggestort worden. Hoe kadert u dit binnen de administratieve vereenvoudiging? En denkt u dat de kosten en baten in evenwicht zijn?
Waarom legt u de adviezen van de SERV en de Vlaamse Raad WVG naast u neer, maar ook de kritiek van heel wat middenveldorganisaties? Waarom gaat u niet in op het voorstel van de Vlaamse Raad WVG om de praktijk gedurende twee jaar te monitoren en eventueel na deze monitoring en een grondige evaluatie objectief te bekijken of een ontradingsbeleid nodig is?
Hoe gaat u de transparantie verhogen van de beslissingen van de gemachtigde indicatiestellers? Dit gebeurt nu nog te weinig. Burgers die bij de zorgkassencommissie terechtkunnen voor bijkomende motivering van een beslissing, kunnen deze informatie gebruiken om beter te kunnen afwegen of een beroep al dan niet wenselijk is.
Gaat u extra maatregelen nemen om de objectiviteit van een beroep te waarborgen?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Alle inwoners van Vlaanderen die ouder zijn dan 25 jaar, betalen elk jaar verplicht een zorgpremie, die voor de meeste mensen 54 euro bedraagt. Enkel voor mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming, is die premie lager. Met dat geld worden de bijna 300.000 zorgbehoevenden versterkt met een zorgbudget. In 2020 kregen 37.300 mensen een boete omdat ze hun zorgpremie niet tijdig betaalden. De boete bedraagt 250 euro, behalve dan voor de 5800 mensen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming, zij betalen minder boete, zij betalen 100 euro boete. Opvallend is dat het aantal boetes jaar na jaar stijgt. We zien eigenlijk een verdubbeling van het aantal boetes ten opzichte van 2014. We zien enerzijds dat die zorgpremie serieus gestegen is. In 2001 bedroeg de zorgpremie 10 euro, in 2014 bedroeg de zorgpremie 25 euro, ondertussen bedraagt die zorgpremie 54 euro. Die stijgt dus alsmaar. Onlangs is ook de voorwaarde om een boete te krijgen verstrengd. Het zou daar dus mee te maken kunnen hebben. Maar ik had daar graag meer uitleg over.
Daarnaast gaat het over de ontvangers. Er zijn mensen met ernstige gezondheidsproblemen of een handicap die recht hebben op een zorgbudget van 130 euro per maand, of voor mensen met een handicap van 300 euro. Dat zijn serieuze middelen waarmee zij hun zorg kunnen organiseren. Maar, zoals de collega’s hiervoor ook uitgelegd hebben, is onlangs op de ministerraad van 19 maart beslist dat mensen voortaan moeten betalen als zij beroep willen aantekenen. Door bijna alle instanties wordt geadviseerd om geen factuur te geven voor mensen die beroep willen aantekenen. Er is ook geen enkel argument dat er misbruik gemaakt zou worden van het feit dat mensen momenteel geen factuur moeten betalen om beroep aan te tekenen. Mijn vraag is dan ook of u het zinvol acht om die taks of die kosten niet te vragen voor een beroep.
Ik ga nog even mijn vragen overlopen, om ze geordend te brengen. Welke oorzaken ziet u voor het hoge aantal boetes dat jaarlijks wordt uitgeschreven voor het niet of onvolledig betalen van de zorgpremie? Welke maatregelen zult u nemen om ervoor te zorgen dat het aantal boetes bij het niet of onvolledig betalen van de zorgpremie de komende jaren zal afnemen in plaats van verder toenemen? Waarvoor wordt het geld gebruikt dat wordt geïnd uit de boetes voor de zorgpremie? Uit het jaarverslag van de Vlaamse sociale bescherming van 2019 blijkt dat 68 procent van de boetes geïnd wordt via de Vlaamse Belastingdienst, dus via de gerechtsdeurwaarder. Hoe verklaart u dit hoge cijfer? In 2019 werd er 2306 keer beroep aangetekend, op een totaal van 159.730 aanvragen van een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, ofwel slechts in 1,44 procent van de gevallen. Vindt u dat het hier gaat om het zogenaamd systematisch vragen van een second opinion? Vreest u niet dat mensen door de invoering van de dossierkosten net systematisch geen bezwaar meer zullen indienen tegen de beslissingen omtrent hun zorgbudget? De SERV en de Vlaamse Raad WVG, samen met heel wat middenveldorganisaties en de vakbonden, veroordeelden in al hun adviezen uitdrukkelijk het vragen van dossierkosten. Waarom hebt u besloten om in te gaan tegen deze adviezen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, bij een bezwaar tegen de score van een gemachtigde indicatiesteller dient de gebruiker een beroep in bij de administratieve beroepscommissie. Vervolgens geeft de administratieve beroepscommissie aan de Zorgkassencommissie de opdracht om een tweede indicatiestelling uit te voeren bij de betrokkene. Zo’n tweede indicatiestelling met huisbezoek biedt de beste garantie op een kwaliteitsvolle inschaling.
Als in deze procedure geen drempels worden ingebouwd, bestaat het gevaar dat elke gebruiker bij een negatieve beslissing van de gemachtigde indicatiesteller systematisch om zo’n second opinion vraagt. Daarom is er geopteerd voor het invoeren van een beperkte dossiertaks. Die taks wordt voor personen die ressorteren onder het statuut ‘verhoogde tegemoetkoming in het kader van de ziekteverzekering’ nog eens gehalveerd. Voor specifieke groepen, zoals personen in een collectieve schuldenregeling of personen met het recht op de inkomensgarantie voor ouderen, geldt zelfs een vrijstelling.
Daarenboven wordt de taks ook terugbetaald als de second opinion positief blijkt te zijn voor de betrokkene die een bezwaar indiende.
Gelet op de uitzonderingen die ik al aangaf, met voor een aantal groepen een halvering of een volledige vrijstelling, is het bedrag niet van dien aard dat er hier onoverkomelijke drempels worden ingebouwd.
Het advies van de Vlaamse Raad WVG van 12 maart 2021 is mij uiteraard bezorgd, maar ik denk dat we de raad met de voorgestelde tegemoetkomingen al een flink eind tegemoetkomen.
De administratieve verwerking van de dossiertaks zal bovendien ook gedigitaliseerd verlopen, waardoor de impact voor het Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming beperkt is. Er is dan ook niet echt sprake van bijkomende administratieve rompslomp.
Met de invoering van de BelRAI-screener zet de Vlaamse overheid in op kwaliteitsvolle indicatiestellingen, waarbij de gelijke behandeling maximaal wordt gegarandeerd.
Daartoe neemt het Kwaliteitscentrum voor Diagnostiek een overkoepelende coördinerende en sturende rol op en wordt een getrapt systeem van ‘train the trainer’ uitgewerkt en wordt er ingezet op opleiding en intervisie.
Er is in het decreet Vlaamse sociale bescherming een onverenigbaarheid ingeschreven voor leden van de Zorgkassencommissie. Zij mogen geen deel uitmaken van de zorgvoorziening. De applicatie waarmee de Zorgkassencommissie werkt, zal ook niet toelaten dat eerdere indicatiestellingen kunnen worden geraadpleegd. Dit zijn voorwaarden om de maximale garantie op een tweede indicatiestelling te garanderen.
Er zijn meer dan 4,6 miljoen bijdrageplichtigen van de Vlaamse sociale bescherming. Daarvan hebben ongeveer 37.000 personen in 2020 een boete gekregen omdat ze de zorgpremie niet betaalden. Verhoudingsgewijs is dat slechts 0,8 procent van alle leden, en dus een relatief beperkte groep.
Het is wel zo dat door een decreetwijziging sedert 2019 een boete wordt opgelegd aan personen die de zorgpremie twee keer niet betaalden, en dat was voorheen drie keer.
Dat verklaart de significante stijging van het aantal boetes in 2019 ten opzichte van de jaren voordien.
Wie de zorgpremie van een bepaald kalenderjaar niet betaalt, ontvangt van de zorgkas nog hetzelfde jaar een herinnering. Het jaar nadien wordt opnieuw de achterstallige premie opgevraagd. Wie na drie uitnodigingen de zorgpremie nog steeds niet betaald heeft, wordt met een aangetekend schrijven nog een laatste keer aangemaand om dit te doen. Gelet op het feit dat er dus al vier keer in de mogelijkheid wordt voorzien om de premie te betalen, lijkt mij in dit geval tijdig betalen de beste maatregel om een boete te vermijden.
De ontvangsten van de administratieve geldboetes worden ingeschreven in de begroting van de Vlaamse sociale bescherming.
Een gerechtsdeurwaarder wordt pas ingeschakeld als de persoon die de boete verschuldigd is, niet ingaat op het verzoek van het Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming om de boete te betalen. Een belangrijk deel van de personen met een boete laat helaas ook na veelvuldig aansporen na om spontaan over te gaan tot betaling.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik denk dat we weten hoe de second opinion werkt, maar de vraag is of het billijk is dat daar een dossiertaks voor wordt ingeschakeld. Beweging.net, Decenniumdoelen, het steunpunt Mens en Samenleving, Welzijnszorg, de Socialistische Mutualiteiten, het Vlaamse ABVV, ACV, ACLVB, het Netwerk tegen Armoede geven allemaal aan dat dit niet billijk is, net zoals de SERV en de Vlaamse Raad WVG dat ook in hun adviezen hebben aangegeven.
U zegt dan – en dat vind ik frappant – dat het gevaar ontstaat dat men systematisch om een second opinion zal vragen. Ik heb u daarnet tijdens mijn vraagstelling de cijfers voorgelegd, waaruit blijkt dat in 2019 1,4 procent van de mensen een second opinion heeft aangevraagd, of 2306 keer op 159.730. Vindt u het dus billijk dat als maar 1,4 procent van de mensen een second opinion aanvraagt – waarbij dan nog heel vaak blijkt dat ze gelijk hadden –, die dossiertaks wordt ingevoerd? Of gaat het puur om een ideologische keuze? Willen jullie effectief een extra drempel inbouwen zodat mensen hun rechten niet op een goede manier kunnen laten gelden?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Het is soms goed om als volksvertegenwoordiger ook in de praktijk dingen mee te maken. In het voorjaar 2019 heb ik beroep aangetekend omdat voor mijn vader, die zwaar zorgbehoevend was en thuis woonde, het zorgbudget was geweigerd. Hoe heb ik dat moeten doen? Ik heb gekeken of de procedure ondertussen is veranderd, maar die is nog altijd dezelfde. Ik heb dat beroep online ingediend. Ik heb alle attesten die ik had of kon vinden van artsen en zorgverleners online bijgevoegd. Ik heb dan erg lang moeten wachten eer ik iets hoorde van de beroepscommissie.
Ik had ook gevraagd om gehoord te worden. Hoe is dat gegaan? Ik heb mij via de telefoon kunnen verdedigen. Er is geen tweede indicatiestelling gebeurd. U repliceert dat dat geld nodig is voor de tweede indicatiestelling, maar die gebeurt niet. Ik heb als indiener van het beroep alle attesten moeten toevoegen en heb dat beroep verloren.
Ondertussen was ik ook slimmer geworden, had ik door welke attesten ik moest toevoegen en heb ik opnieuw een aanvraag ingediend. Mijn vader was op dat moment zeer zwaar zorgbehoevend en wij als mantelzorgers waren heel erg belast. We hebben dan toch het zorgbudget van 130 euro gekregen.
Blijft u bij uw repliek dat die 75 euro nodig is voor een tweede indicatiestelling, ook al gebeurt die niet in de praktijk? Vindt u het geen discriminatie ten opzichte van ouderen met dezelfde zorgzwaarte die naar een zorgcentrum gaan en wel onmiddellijk dat zorgbudget krijgen? Maar voor ouderen die ervoor kiezen om thuis te blijven en omringd zijn door mantelzorgers wordt de opstap om een zorgbudget te krijgen zo hoog gelegd.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Er wordt een Vlaamse sociale bescherming gestart, maar soms lijkt het een asociale bescherming. Minister, u beslist dat mensen 75 euro moeten betalen als ze beroep willen aantekenen. U zegt dat het beperkte dossierkosten zijn. 75 euro van een ministerloon zullen beperkte dossierkosten zijn, maar voor heel veel mensen zijn dat serieuze kosten. 75 euro zijn serieuze kosten.
U vindt dat terecht. Heel het Vlaamse middenveld, van vakbonden, over Beweging.net en welzijnszorg, tot het netwerk tegen armoede, dat komt niet elke week voor, schrijft op 23 maart een open brief over uw voorstellen, namelijk dat die niet sociaal zijn. 75 euro vragen om beroep te kunnen aantekenen is niet sociaal. Het is manifest onjuist dat dat zou zorgen voor een systematische indiening van een beroep, want dat is niet zo. 1,44 procent van de gevallen die beroep aantekenen, dat is toch niet systematisch? Dat meent u toch niet serieus? Van de weinigen die beroep indienen, is een op de vijf gegrond, in 2017 was zelfs een op drie van de bezwaren gegrond. Dit is puur asociaal.
De boetes komen niet vaak voor en de mensen krijgen vier keer de kans om te betalen. Uit de cijfers blijkt wel dat steeds meer mensen een boete moeten betalen en dat ze een deurwaarder aan de deur krijgen daarvoor. Dan moet er toch iets mis zijn? Hoe komt het dat de mensen die boete niet willen betalen? Ik wil nog even inbrengen dat de mensen ondertussen nog hun belastingen betalen. We dragen allemaal bij tot de federale sociale zekerheid. Nu is er een Vlaamse sociale bescherming bij gekomen. Die premie is ondertussen gigantisch gestegen: ze is vervijfvoudigd, van 10 naar 54 euro. Steeds meer mensen hebben moeite om die boete te betalen. Vindt u dat geen probleem dat ze dat niet betaald krijgen? Hoe gaat u dat verhelpen? Hoe gaat u voorkomen dat er elk jaar meer mensen zo’n boete moeten betalen?
De heer De Reuse heeft het woord.
De dossierkosten zijn een eenzijdige beslissing, minister, die u oplegt. Iedereen, ook uw eigen Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, zet er grote vraagtekens bij. Dit is iets dat we niet zouden moeten doen. Onzes inziens heeft iedereen recht om beroep aan te tekenen, om een tweede mening te vragen. Een inschaling is altijd een momentopname waar men om bepaalde redenen nadien vragen over kan hebben en waarvoor een beroepsprocedure mogelijk moet zijn.
Voor u is dat bedrag niet van dien aard dat het een drempel wordt. Waarom doet u het dan? Ik veronderstel dat u met die 38 of 75 euro de dossierkosten kunt betalen. Het is van alles iets en van niets iets. Ik heb daar vragen bij. Het is sowieso een bijkomende werklast. U zult het automatiseren, maar er moet nog altijd opvolging gebeuren. Wij vinden dat alvast geen goede zaak en zetten daar grote vraagtekens bij.
Er worden boetes gegeven als zorgpremies niet betaald worden. Dat is een sociale bijdrage, die moet betaald worden. Dan vinden we het normaal dat er boetes worden uitgeschreven. Wie moet betalen, moet solidair zijn en moet dat doen. Het is een kleine bijdrage op jaarbasis en die is inderdaad vervijfvoudigd tegen de beginbijdrage. In vergelijking met de mogelijke return is dat nog altijd heel weinig.
De werklast door de inning van de zorgpremie kan wel wegen. We spreken over administratieve vereenvoudiging en werklastvermindering. Waarom laten we dat niet innen door Vlaanderen zelf? Waarom moet dat via de zorgkas? Als er niet betaald wordt, is dat een hele werklast. Dat moet over en weer gaan. Is dat nodig in het kader van de administratieve vereenvoudiging? De burger zou dan heel goed weten aan wie hij betaalt en van wie hij ervan kan genieten. Wanneer zal Vlaanderen deze zorgpremie zelf innen?
De heer Parys heeft het woord.
Wat ik wel belangrijk vind, is dat de PVDA daarnet heeft gezegd dat dit de Vlaamse asociale bescherming is, maar ik daag het geacht lid van onze commissie toch wel uit om eens op zoek te gaan naar een land in de wereld waar je voor 54 euro per jaar – dan heb ik het over het hoogst mogelijke tarief – een heleboel rechten opent, zowel op geestelijke gezondheidszorg, op een zorgverzekering, als op revalidatietegemoetkomingen binnenkort. Dat is vrij ongezien: de kostprijs versus wat je ervoor terugkrijgt. Om dat de Vlaamse asociale bescherming te noemen, dat vind ik eerlijk gezegd een brug te ver.
Ik heb ook gehoord dat mevrouw Vandecasteele het hele Vlaamse middenveld heeft vernoemd. Dat is dan Beweging.net, de vakbonden, de Socialistische Zorgkas en de Decenniumdoelen. Ik dacht dat het Vlaamse middenveld iets rijker geschakeerd was dan dat. Maar goed, het zal aan mij liggen.
Wat ik wel belangrijk vind, is dat heel veel mensen vergeten te betalen omdat de uitnodiging op een heel onduidelijke manier komt. Kunt u daaraan tegemoetkomen? In essentie gaat het over het feit dat, als je de administratieve beroepsprocedure hebt doorlopen, je vroeger naar de arbeidsrechtbank ging, en dan verviel dat. De taks vervalt en wordt teruggegeven als het beroep gegrond is. Met andere woorden, de niet-gegronde beroepen worden gefilterd en preventief ontmoedigd, en wie een sterk dossier heeft, zal zijn beroep ook binnenhalen.
Als je naar de cijfers van 2019 kijkt, dan zie je dat 72,2 procent van de beroepen als ongegrond worden aangemerkt. Het klopt dus helemaal niet dat de overheid zich verrijkt op de kap van de mensen die een fout willen rechtzetten. Wie een gegrond beroep heeft, krijgt gewoon de taks terug. Dat blijft mogelijk, en het blijft ook mogelijk met een heel aantal kwijtscheldingen, dus mensen die de taks niet moeten betalen wanneer ze in beroep gaan. Dat heeft de minister daarnet heel duidelijk opgesomd. De aanvraag voor het zorgbudget blijft op zich wel gratis.
Mevrouw Vandecasteele, het moet natuurlijk ook werkbaar blijven. Wanneer we een heel aantal extra rechten voor diezelfde 54 euro inkantelen in de Vlaamse sociale bescherming, dan is het natuurlijk belangrijk dat, als je een beroep hebt, dat ook goed, snel en correct kan worden behandeld, en dat je ontmoedigd wordt wanneer je geen recht hebt om iets aan te vragen of wanneer je niet in beroep hoeft te gaan.
Wat dit betreft, ben ik het geheel oneens met het geachte PVDA-parlementslid.
Minister Beke heeft het woord.
Collega Parys, u hebt al een paar belangrijke elementen aangebracht die ik zelf ook wilde aanbrengen. De Vlaamse sociale bescherming is een volksverzekering met rechten en plichten, waaraan je een relatief bescheiden bijdrage doet als je dat afzet tegenover de rechten die je opbouwt en waarvan je kunt genieten als je in een bepaalde situatie verkeert.
Bij de volksverzekering fungeren de erkende zorgkassen als uniek loket. Hun leden kunnen terecht bij de zorgkassen met vragen over financiële tegemoetkomingen, maar ook voor de toeleiding tot zorg in natura en een aantal andere zaken.
Collega Anaf, er zit wel een billijkheid in. Er is inderdaad een dossiertaks van 75 euro, gelijk aan de kosten van de indicatiestelling. Als men gelijk krijgt, dan wordt dat terugbetaald. Dat betekent dat het dan helemaal geen kosten zijn.
Dat is geen ideologische keuze. De bedoeling is vooral dat we de toelating tot het budget zo objectiveerbaar mogelijk maken. Dan zijn beroepen sowieso ook minder nodig. De beroepscommissie was administratief zeer omslachtig. Collega De Martelaer heeft dat zelf ook aangegeven. We willen daar een aantal aanpassingen aan doen.
We willen vanaf 1 juni 2021 de BelRAI-screening voor de indicatiestelling introduceren. Dat is een nieuwe situatie na de basiseerstelijnsschaal (BEL-schaal) en het is logisch dat we maatregelen nemen met betrekking tot het indienen van een beroep. Dit past in een nieuwe logica die we willen introduceren.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, wie ergens nood aan heeft en recht op heeft, moet zijn rechten kunnen uitputten. Als na de eerste beslissing de idee ontstaat dat iets niet klopt, moet hij in beroep kunnen gaan. Dat hij 75 euro of 38 euro moet betalen, mag geen rol spelen. Dat zal een aantal mensen tegenhouden.
Ik heb nog altijd geen motivering gehoord met betrekking tot de cijfers op basis waarvan is gekozen een dossiertaks in te voeren. Nu gaat 1,4 procent van de mensen in beroep. Als 50 procent in beroep zou gaan en als uiteindelijk zou blijken dat slechts 1 procent terecht in beroep is gegaan, zou u cijfers in de hand hebben om die dossiertaks te motiveren. Nu werpt u meer drempels op voor mensen die recht hebben op een bepaalde sociale bescherming. Dat is een ideologische keuze waar ik niet achter sta.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, ik heb duidelijk gesteld dat er tot nu toe in het geval van een beroep geen tweede indicatiestelling is. Ik kan uit uw antwoord afleiden dat u misschien van plan bent om vanaf juni 2021 bij een beroep wel een tweede indicatiestelling uit te voeren. Tot nu toe is er geen tweede indicatiestelling.
Ik heb eigenlijk weinig antwoorden gekregen. Als iemand in beroep gaat, is het belangrijk dat hij transparante informatie krijgt. Als iemand van de Vlaamse Zorgkas een negatieve beslissing krijgt, is het niet duidelijk waarom de aanvraag is geweigerd. Er staat dat niet voldoende punten zijn bereikt. Het beroep moet online worden ingediend. Het is voor veel mensen een ongelooflijke stap om te begrijpen wat ze online moeten doen, waartegen ze in beroep kunnen gaan en hoe ze dat moeten motiveren. De diensten maatschappelijk werk doen dat niet voor hen. Ze moeten dat meestal zelf doen. Ik vind dat u eigenlijk weinig tot geen antwoorden op mijn vragen hebt gegeven.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, ik ben zeer teleurgesteld. Ik herhaal dat ik het asociaal vind een taks of een premie te vragen aan mensen die in beroep willen gaan. Volgens de heer Parys, die jammer genoeg is vertrokken, is het de bedoeling mensen te ontmoedigen om onterecht beroep aan te tekenen. Wie beroep aantekent, weet echter niet op voorhand of zijn beroep terecht of onterecht is. Het is goed dat mensen die denken of weten dat ze gelijk zullen krijgen, beroep kunnen aantekenen. In de open brief wordt overigens verduidelijkt dat het vaak om professionele organisaties gaat. De begeleiders vinden dan dat beroep moet worden aangetekend. Het is asociaal te voorkomen dat mensen beroep kunnen aantekenen en dat het van de dikte van iemands portefeuille zal afhangen of hij beroep zal aantekenen.
Vlaanderen is gelukkig nog geen land. Ik hoop dat het nooit een land zal worden. Het is een regio en het is dan ook moeilijk een land te vinden waarmee we Vlaanderen kunnen vergelijken.
Het gaat om bijna het hele middenveld. De heer Parys zou eens moeten optellen hoeveel mensen de organisaties vertegenwoordigen die deze brief hebben geschreven. Dat zijn onder meer de vakbonden, Beweging.net en het Netwerk tegen Armoede. Dat is een serieus deel van onze samenleving. Hij mag me dan eens tonen hoe vaak die organisaties allemaal samen een oproep hebben gedaan om iets aan het beleid te veranderen. Ik vind het jammer dat zo denigrerend met die middenveldorganisaties wordt omgegaan.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.