Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de gevolgen van de coronacrisis op minderjarigen
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Apothekers hebben een breed bereik en treden in contact met mensen met allerlei gezondheids- en welzijnsnoden. Zij zijn dan ook een ideale partner om mensen door te verwijzen naar hulpverlening. Dit indachtig werd vorig jaar het concept van het codewoord uitgeprobeerd. Wie als bezoeker van de lokale apotheek ‘masker 19’ zou vermelden, zou een procedure starten waarbij contactgegevens worden opgevraagd en het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) in actie zou komen. In antwoord op mijn schriftelijke vraag van 14 oktober 2020 over de rol van apothekers voor mensen die melding zouden willen doen van huiselijk geweld, zei u dat verder inzetten op de bekendmaking van het codewoord, niet het meest aangewezen leek. Er zijn immers veel andere noodnummers en hulplijnen die ter beschikking staan voor de beoogde doelgroep en die sterk zijn uitgebouwd. Wel stelde u ook dat de mogelijkheden voor een versterkte samenwerking tussen apothekers en de CAW’s verder besproken zouden worden met het kabinet, de administratie, het Vlaams Apothekers Netwerk (VAN) en de CAW’s.
Recent kondigde u aan in dit kader 120.000 euro te hebben vrijgemaakt om apothekers te versterken als hefboom in het detecteren en signaleren van psychosociale noden en intrafamiliaal geweld. Zo is het onder meer de bedoeling dat apothekers onderling ervaringen en goede praktijken uitwisselen en dat er een checklist en opleidingen komen, zodat bijvoorbeeld signalen van familiaal geweld sneller opgepikt kunnen worden en dat er een vlotte en efficiënte doorverwijzing is naar de juiste hulp. Daarnaast is het belangrijk om mensen er meer van bewust te maken dat men bij de apotheker in de buurt terechtkan voor welzijnsvragen over onder meer huiselijk geweld en psychosociaal welzijn.
Hiertoe wordt, onder de noemer #CAVASa, een samenwerking opgezet tussen het VAN en de CAW’s en zullen ook het geïntegreerd breed onthaal (GBO), de OCMW’s en de diensten maatschappelijk werk erbij betrokken worden.
Minister, kunt u meer toelichting geven bij de samenwerking waar ik daarnet naar verwees? Hoe en door wie zullen opleidingen in dit kader georganiseerd worden? Hoe wordt het opstellen en het gebruik van de geplande checklist binnen dit project gezien? Op welke manier zullen goede praktijken gedeeld worden? Hoe zullen de mensen gemotiveerd worden om hun welzijnsvragen en -noden desgevallend te stellen of aan te kaarten bij de apotheker? Wordt er momenteel nog gewerkt met het codewoord? Is de procedure voor apothekers nog steeds van toepassing indien iemand het codewoord ‘masker 19’ vermeldt?
De heer Parys heeft het woord.
Na een jaar corona maakte procureur des konings Ine Van Wymersch van het parket Halle-Vilvoorde een stand van zaken op en waarschuwde ze voor de gevolgen van de coronamaatregelen voor kinderen en jongeren.
Het aantal verontrustende opvoedingssituaties is toegenomen en de situaties die worden aangemeld, zijn ernstiger en gevaarlijker dan voor corona. Een uithuisplaatsing van een kind is dan ook vaak nog de enige optie. De reden hiervoor is dat de sociale controle door de lockdowns immers zo goed als weggevallen is. Nu scholen een extra week dicht zijn, is dat des te acuter. Er zijn geen vluchtplekken meer en kwetsbare gezinnen die samen onder één dak zitten, zijn talrijker.
Mevrouw Van Wymersch vreest veel jongeren te zijn kwijtgeraakt door de isolatie die de coronacrisis met zich meebrengt. Ook het aantal jongeren dat in een gesloten instelling wordt geplaatst, neemt toe, en ook de feiten zijn vaak ernstiger. In de periode van januari tot maart 2021 werden er achttien minderjarigen in een gesloten instelling geplaatst. In diezelfde periode van 2020 waren dat er maar negen. Dat gaat over het parket van Halle-Vilvoorde.
Mevrouw Van Wymersch merkt ook op dat de gevaren van het internet om de hoek loeren. Jongeren doen haast niets anders dan op het internet te surfen, zegt zij. Hierdoor is de kans groot dat de meest kwetsbare jongeren benaderd worden met mensen met slechte bedoelingen. Het aantal dossiers van sexting groeit.
Daarnaast geeft de procureur ook aan dat het aantal gedwongen opnames van minderjarigen in de psychiatrie in 2020 verdubbeld is ten opzichte van 2019. Ook het aantal gedwongen opnames bij volwassenen is gestegen.
Het wegvallen van sociale controle is een belangrijk gegeven in het exploderen van de verontrustingscijfers. In de eerste golf deed ik een oproep om ‘masker 19’ in te voeren. Ondertussen wordt er op basis van dat project verder gebouwd en wordt een nieuw project uitgerold waarin apothekers een aanspreekpunt zijn bij welzijnsvragen. Dit is een samenwerking tussen het VAN en het CAW, die hieruit gegroeid is. Minister, dit project wordt door u ondersteund en gesubsidieerd. Kunt u hierrond wat meer duiding geven? Hoe kan dit volgens u het verschil maken in de problemen die ik net benoemd heb en de onzichtbaarheid van verontrustende situaties in kwetsbare gezinnen? Bent u van plan om binnen uw beleidsdomein nog nieuwe en extra maatregelen uit te vaardigen om een antwoord te bieden aan de problemen die ik net geschetst heb?
De stijging in het aantal gedwongen opnames, zowel bij jongeren als bij volwassenen, is zeer verontrustend. Tot en met 2017 maakte Zorginspectie jaarverslagen van het aantal gedwongen opnames in Vlaanderen. Sinds de invoering van de GDPR-wetgeving (General Data Protection Regulation) in 2018 is dit echter niet meer mogelijk, omdat de registratie- en overdrachtsmethode niet conform de nieuwe wetgeving zou zijn. Hierdoor verliezen we op Vlaams vlak een belangrijke bron aan informatie. Welke stappen zult u ondernemen gezien de toenemende cijfers om er met spoed voor te zorgen dat de overdracht van data, met inbegrip van het respect voor de GDPR-wetgeving, weer mogelijk wordt gemaakt?
Mevrouw Van Wymersch wijst ook op de stijging van het aantal dossiers rond sexting. Jongeren moeten hierrond goed gesensibiliseerd worden. Sensoa zou hierrond in de Week van de Lentekriebels, begin maart, een initiatief hebben uitgerold. Dat initiatief moedigde leerkrachten aan en ondersteunde hen om relationele en seksuele vorming te geven in de klas en dit jaar stond daarin het thema sexting centraal. Hebt u er zicht op of dit project is kunnen blijven doorgaan en wat de reacties waren?
Minister Beke heeft het woord.
De CAW’s en apothekers zullen inzetten op een versterking van die samenwerking. Het is daarbij de bedoeling dat apothekers worden versterkt in het detecteren en herkennen van signalen, tools in handen hebben om problemen met cliënten bespreekbaar te maken en naar verschillende actoren kunnen doorverwijzen wanneer ze problemen detecteren. Door deze versterkte samenwerking kunnen zowel de apothekers als GBO-partners, namelijk de CAW’s, de OCMW’s en de diensten maatschappelijk werk hun rol versterken, met als effect dat zowel de problematiek van familiaal geweld als psychosociale noden van kwetsbare burgers worden opgepikt, bespreekbaar gemaakt en aangepakt.
Het project wil in het bijzonder aandacht hebben voor kwetsbare groepen die niet altijd voldoende worden bereikt. De doelstelling van het project is daarom om zorgmijders en mensen met psychosociale problemen die vandaag nog te vaak onder de radar blijven, op een laagdrempelige manier hulp aan te reiken via de apotheker.
Om dit doel te bereiken, zal ingezet worden op een inventarisatie van de samenwerkingen die op het terrein al bestaan en een bevraging naar wat de noden en behoeften zijn van de apotheker om deze taak op een duurzame, efficiënte en kwaliteitsvolle manier aan te pakken. Er wordt voorts ingezet op het organiseren van interactieve webinars voor apotheekmedewerkers in functie van de detectie en het herkennen van signalen van familiaal geweld en van signalen van het verbergen en niet-onderkennen van psychosociale problemen op verschillende terreinen. Er wordt ook ingezet op het aanreiken van taal en tools om problemen bespreekbaar te maken en zorgmijders te ondersteunen en te motiveren om hun problemen bespreekbaar te maken, en hen daarna snel en gemakkelijk toe te leiden naar de juiste hulpverlening.
Het project zal door een academische onderzoeksgroep en een stuurgroep mee worden begeleid.
Wie zal instaan voor deze opleidingen is nog niet helemaal duidelijk. Het project is pas gestart en een kerngroep staat in voor de verdere voorbereiding en concretisering hiervan. De kerngroep bestaat uit een projectcoördinator met een wetenschappelijke achtergrond en een brede ervaring in het commerciële luik van de farmaceutische wereld en uit twee wetenschappelijk medewerkers, namelijk een apotheker verbonden aan de KU Leuven, departement Farmaceutische Wetenschappen en een doctoraatsstudente met een master in de psychologie, verbonden aan de Universiteit Antwerpen, departement Mental Health.
Het project #CAVASa is op 1 maart 2021 van start gegaan en opgesplitst in verschillende fasen. Tijdens een verkennende fase wordt geïnventariseerd welke samenwerkingen er op het terrein reeds bestaan. In een volgende fase is het de bedoeling om de apothekers breed te bevragen over hun noden en behoeften op het vlak van ondersteuning in detectie en doorverwijzing van cliënten met psychosociale problemen en die geconfronteerd worden met familiaal geweld, met het oog op het bouwen aan een kwaliteitsvolle toolbox. Het kan hierbij gaan om posters voor in de apotheek, doorverwijskaartjes, een duidelijke checklist enzovoort. De concrete uitwerking moet nog worden bepaald. Het project zal in het najaar gedurende enkele maanden proefdraaien in twee eerstelijnszones.
Op welke manier zullen goede praktijken gedeeld worden? Concreet zal dit nog verder worden bekeken. Er zijn meerdere pistes mogelijk. Men denkt er bijvoorbeeld aan dit te concretiseren aan de hand van follow-upwebinars, die lokaal zullen worden georganiseerd tussen de verschillende spelers die betrokken zijn bij het project #CAVASa, om er nadien conclusies uit te trekken en de beste praktijken te delen met de andere eerstelijnszones.
We doen, zoals ik al aangaf, een beroep op een kerngroep om te zoeken naar de meest aangewezen manier om de doelgroep te motiveren om hun welzijnsvragen en -noden aan te kaarten bij de apothekers. Ik gaf al aan dat dit zowel kan door de zorgmijder te prikkelen om toch zijn of haar vraag te stellen, maar evenzo door de apotheker een aantal tools aan te reiken om zelf het gesprek aan te gaan. Maar ik kan op de verdere vormgeving en concretisering geen verdere voorafnames doen.
Het is niet de bedoeling dat het project verder bouwt op het codewoord. Dat zal ook verder worden uitgeklaard in het project en naar de betrokken apothekers. Het verstrekken van de juiste info was meer succesvol en werd als belangrijker beschouwd dan het codewoord, wat zelden gebruikt werd. Mocht in de toekomst het codewoord ‘masker 19’ in een apotheek nog worden gebruikt, dan zou de apotheker via de communicatie en opleiding omtrent het project #CAVASa wel moeten weten wat hem te doen staat.
De coronacrisis legt inderdaad een grote druk op de Vlaamse gezinnen. Het aantal meldingen van verontrustende situaties is toegenomen. Dit werd ook recent door de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) gesignaleerd. De Vlaamse Regering trok 8 miljoen euro uit om in extra hulp te investeren. We geloven daarbij in een gelaagde en integrale aanpak, waarbij er aandacht is voor zowel de acute situatie waar ingrijpen noodzakelijk is, alsook preventie om te vermijden dat nog meer escalatie ontstaat. Tijdens de commissievergadering van 16 maart heb ik meer details gegeven bij deze extra investering, met een belangrijke focus op de aanpak van verontrusting en dossiers waarin sprake is van maatschappelijke noodzaak.
Gedwongen opname is een gevoelig en controversieel onderwerp, dat geregeld onder de aandacht komt.
Vrijheid en veiligheid behoren immers tot de fundamentele rechten van de mens. De jaarverslagen die Zorginspectie tot en met 2017 maakte van het aantal gedwongen opnames in Vlaanderen gebeurde op basis van informatie die de verschillende psychiatrische ziekenhuizen registreren.
Op die manier werd de registratieverplichting van de psychiatrische ziekenhuizen ook een zinvolle verzameling van beleidsinformatie, en dit door een gezamenlijke inspanning van de sector en de overheid. Vanuit de Vlaamse overheid willen we deze beleidsinformatie in de toekomst verder gebruiken, maar, zoals u terecht opmerkt, zijn er enkele obstakels, zoals de GDPR-wetgeving, die maken we onze huidige aanpak zullen moeten aanpassen. We streven daarbij naar een inhoudelijke en technische vereenvoudiging van de registratiesystemen, maar de werkzaamheden daaromtrent zijn nog niet gestart.
In afwachting van deze nieuwe registratiemodule blijven de psychiatrische ziekenhuizen de gegevens verder intern registreren, zodat we ze kunnen gebruiken bij de opstart van de nieuwe gegevensverzameling. In tussentijd volgen we het aantal gedwongen opnames in de psychiatrische ziekenhuizen wel op via de federale MPG-gegevens (minimale psychiatrische gegevens).
De Week van de Lentekriebels heeft inderdaad plaatsgevonden. Sensoa zag een duidelijke groei van het aantal unieke bezoekers, van 3334 vorig jaar naar 4796 dit jaar. Dat is een stijging met 44 procent. Er werden 7300 klaspakketten verspreid, waarin 2 affiches zaten over sexting, alsook een methodiek om te polsen naar de vragen van leerlingen rond sexting.
Sensoa heeft de voorbije weken 3 gratis onlinevormingen gegeven aan ouders en leraren, waar in totaal 383 mensen aan hebben deelgenomen, en die zeer positief werden geëvalueerd. Ook dit jaar zijn dus weer heel wat leraren aangespoord om rond sexting aan de slag te gaan in de klas. Dit aanbod is vrij toegankelijk en naast leraren maken er ook andere beroepsgroepen gebruik van.
Doordat de campagne gerealiseerd wordt samen met partnerorganisaties, worden zij ook aangemoedigd om aandacht aan het thema te geven. Zo heeft Joetz vzw voor het jeugdwerk een campagne over sexting gedaan, en heeft Mediawijs de Mediawegwijzer rond sexting herwerkt.
De artikels over sexting op de jongereninfosites watwat.be en allesoverseks.be werden geüpdatet, zodat jongeren en volwassenen wetenschappelijk onderbouwde informatie op hun maat kunnen vinden.
De product- en procesevaluatie van de campagne loopt de komende weken verder en zal afgerond zijn half april.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, dank u voor de verduidelijking bij het project. Een apotheker is er nog in de meeste gemeenschappen, in de dorpen, in de nabijheid, gelukkig. Een apotheker kan zeker zinvol zijn in de detectie en doorverwijzing van slachtoffers van intrafamiliaal geweld, en ook voor andere problematieken.
Ik begrijp uit uw antwoord, minister, dat momenteel heel het voortraject wordt uitgewerkt en dat het de bedoeling is om binnenkort enkele maanden proef te draaien in de eerstelijnszones. Betekent dit dat alle eerstelijnszones tegelijk van start gaan? Of gaan er enkele worden uitgekozen? Kunnen ze zich kandidaat stellen? Wordt er nadien een evaluatie gemaakt?
Is er al voorzien in een algemene evaluatie nadien? Wordt die voorbereid?
Als ‘masker 19’ inderdaad niet het verhoopte succes had en we schakelen over naar een ander project en een meer algemene vorm van detectie en doorverwijzing, is het natuurlijk zeer goed om die omslag te maken. Het is ondertussen nog wel nodig, natuurlijk, wanneer er zich toch mensen aandienen met het codewoord ‘masker 19’ dat de apotheker weet wat hem te doen staat. Die verzekering hebt u daarnet gegeven via de informatie, onder meer in de webinars.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik vind het zelf helemaal niet zo erg dat ‘masker 19’ als project op zich niet bijzonder succesvol is geweest. Het belangrijkste is dat het de basis is geweest om een bredere samenwerking op te zetten tussen apothekers en CAW's. Op die manier zorgen we dat die groep heel nabij is, en daar ben ik zeer blij mee.
Minister, u weet dat ik geen kans voorbij laat gaan om te vragen hoe het zit met het regelgevend kader van de gezinshuizen. Want als kinderen uit huis moeten worden geplaatst en ze kunnen niet terecht in een pleeggezin, dan is dat toch een tweede optie die volgens onze fractie moet worden overwogen. Hoe zit het daarmee en wanneer kan dat structureel worden geïmplementeerd in het Vlaams jeugdhulplandschap?
Minister, binnen de twee centra voor integrale gezinszorg worden pilootprojecten opgestart die een hele familie uit de context halen om hen zo intens te kunnen begeleiden. Dat is eigenlijk een uithuisplaatsing van het gezin. Jeugdhulp werkt samen met geestelijke gezondheidszorg, een voorbeeld van integrale jeugdhulp. Het eerste project loopt sinds eind 2020, het andere zou dit jaar worden opgestart. Weet u al iets van het project dat eind 2020 is opgestart? Wanneer gaat het tweede van start?
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Inzake de gedwongen opnames waarvan u de cijfers op dit moment niet kunt monitoren: is er dan wel nog een procedure, wanneer minderjarigen onder gedwongen opnamestatuut in de psychiatrie terechtkomen op een volwassenenafdeling – het gaat dan ook over kinderen jonger dan 15 jaar –, waardoor ergens een overheid wordt gealarmeerd? Het mag dan eventueel niet blijken uit officiële statistieken die u hebt, maar het is wel zo dat er een enorme toename is van het aantal minderjarigen en ook heel jonge kinderen, ook kinderen met een mentale handicap, die op crisisafdelingen voor volwassenen terechtkomen. Wordt dat ergens gemonitord? Dat zijn zeer alarmerende situaties. De K-diensten zijn zo overspoeld dat ze die kinderen niet kunnen overnemen wanneer ze voor minstens 40 dagen in de volwassen psychiatrie worden opgenomen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Apothekers kunnen een heel belangrijke rol spelen in het detecteren van problemen rond geweld, want zij zijn uiteindelijk, samen met de huisartsen, toch een zeer belangrijk aanspreekpunt. Daar passeren heel wat mensen, ook mensen die bijvoorbeeld niet bij de huisarts langsgaan.
Het is dan natuurlijk van belang dat de apothekers een goede opleiding krijgen, want we zien nu al, zelfs als hulpverleners bepaalde signalen krijgen, dat ze niet altijd weten hoe ze daarmee moeten omgaan. Er is nog altijd een drempelvrees. Dat is zo'n beetje de valkuil, ook bij apothekers. Dan is het natuurlijk van belang om dat kenbaar te maken bij de algemene bevolking, want daar is natuurlijk ook weer een drempel om melding te doen bij de apotheker.
Voor mij zijn dat altijd al twee valkuilen geweest, zowel de schroom van de hulpverleners om het juiste te detecteren, als de drempel van een patiënt om melding te maken.
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, wat de projecten in de eerstelijnszones en de apothekers betreft: daar is het de bedoeling dat we een aantal proefdraaien doen. Het is ook de bedoeling dat we samen met de apothekers heel sterk nagaan wat de signalen zijn en hoe ze te herkennen, ook als ze niet zo uitdrukkelijk herkenbaar zijn.
Het is belangrijk ook de vraag achter de vraag te willen detecteren en daar verder op in te gaan. Dat is de bedoeling met die eerste stappen.
Er zijn een aantal zeer concrete vragen gesteld, onder meer over het aantal gedwongen opnames. Daar moet ik nu het antwoord schuldig op blijven, maar ik zal het navragen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik kijk uit naar het vervolg, want ik geloof dat de apothekers een meerwaarde voor de detectie en de doorverwijzing kunnen betekenen.
De heer Parys heeft het woord.
Ik wens me daar gewoon bij aan te sluiten. Ik wens de apothekers en de CAW’s veel succes met de uitrol van dit project. We zullen het uiteraard evalueren, maar ik heb er goede hoop op.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.