Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
In januari 2021 openen drie nieuwe Kruispunten voor eerste hulp bij psychische en sociale problemen hun deuren. Een Kruispunt is laagdrempelig en mensen kunnen er terecht voor eerste hulp bij psychische en sociale problemen. Kruispunten zijn intersectorale samenwerkingen, waarbij een Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW), een lokaal bestuur en een partner binnen de geestelijke gezondheidszorg steevast de partners zijn. De andere partners kunnen variëren naargelang de regionale context en noden.
Er bestaan momenteel al Kruispunten in Kalmthout, de wijk Luchtbal, Schilde en Mortsel. Zo kun je bij een Kruispunt terecht als je met zorgen of vragen zit over jezelf, je relatie, contacten met anderen enzovoort. Met de coronacrisis wordt duidelijk dat steeds meer mensen nood hebben aan dit aanbod.
Minister, kunt u de werking van het Kruispunt wat nader toelichten? Waarin verschilt een Kruispunt van de reguliere onthaalfunctie van het CAW? Waar in het geestelijk gezondheids- en onthaallandschap moeten we de Kruispunten situeren en wat is het belang ervan? Zijn er plannen om de Kruispunten, die op het eerste gezicht vooral een Antwerps fenomeen lijken, in de rest van Vlaanderen uit te rollen? Zo neen, is dit wenselijk? Zo ja, op welke manier gaat u dit ondersteunen?
Minister Beke heeft het woord.
Kruispunten zijn intersectorale samenwerkingen, waarbij de partners kunnen variëren in functie van de regionale contacten en noden. Onder meer CAW’s, de centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG’s) en in sommige regio’s ook ziekenhuizen, andere voorzieningen uit de geestelijke gezondheidszorg en VAPH-voorzieningen (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) zijn bij deze samenwerkingsverbanden betrokken.
Mensen kunnen bij de Kruispunten terecht voor eerste hulp bij psychische en sociale problemen. Kruispunten bieden een laagdrempelig onthaal met screening en vraagverduidelijking en een kortdurend hulptraject of gepaste verwijzing, indien langdurige of specialistische zorg is aangewezen. De essentie is dat de persoon die hulp zoekt, snel perspectief krijgt.
Ook voor verwijzers zijn er voordelen. De verwijzer kan zijn cliënt naar één centraal punt sturen, waar professionals met verschillende expertises onderzoeken welke vorm van hulp er nodig is. De verwijzer hoeft op die manier zelf die triage niet te doen. De verwijzer krijgt zo ook een duidelijk aanspreekpunt in zijn regio voor advies en consult inzake psychische en sociale hulpvragen.
Het unieke van de Kruispunten is de intersectorale samenwerking en de samenwerking tussen eerstelijnsactoren en het meer gespecialiseerde aanbod. Dit maakt dat verschillende expertises gebundeld ingezet worden. Het welzijns- en gezondheidszorglandschap is ingewikkeld. De drempel naar de hulpverlening komt lager te liggen wanneer de vraagverheldering meteen gezamenlijk vanuit verschillende expertises en organisaties kan gebeuren. Voor heel wat vragen of problemen volstaat één of enkele gesprekken om de betrokkene weer op weg te helpen en moet er geen langdurig traject opgezet worden. Tegelijkertijd laat de intense samenwerking tussen diverse partners toe om bij meer complexe problemen sneller naar het juiste aanbod te schakelen of om gericht advies in te winnen waar nodig.
Kruispunten situeren zich, zoals de naam het zegt, op het grensgebied waar zowel de geestelijke gezondheidszorg, het welzijnsaanbod op de eerste lijn als andere actoren opereren en waar hun werking en doelpubliek ook vaak raakvlakken vertoont. Sociale problemen gaan vaak hand in hand met psychische problemen. Door de krachten te bundelen en integraal en geïntegreerd te werken waarbij de cliënt centraal staat, worden mensen beter en sneller voortgeholpen. Kruispunten zijn een illustratie van de kracht van intersectoraal samenwerken waar de voorbije jaren sterk op is ingezet. Denk bijvoorbeeld ook aan andere ontwikkelingen, zoals het geïntegreerd breed onthaal, Housing First met de inzet van ‘dedicated teams’, de samenwerking binnen 1Gezin1Plan enzovoort.
De Kruispunten in deze vorm krijgen nu ten volle een uitrol in de Antwerpse regio. Daar zijn Kruispunten al langer actief of net startende. Schilde, Kalmthout, Mortsel, Brasschaat, Deurne, Antwerpen Centrum en Luchtbal kennen een Kruispunt en er is een Kruispunt in voorbereiding op het Kiel. Ook in andere regio’s krijgen dergelijke samenwerkingen vorm en worden vergelijkbare initiatieven opgestart. In Limburg zijn er in Bilzen, Genk, Maasmechelen en Tongeren Kruispunten die een vergelijkbare werking hebben.
Uiteraard onderschrijf ik deze evolutie en zetten wij ten volle in op de afstemming en samenwerking tussen de verschillende zorg- en welzijnsvoorzieningen. Dat is een continu aandachtspunt in de gesprekken met de betrokken sectoren en ook op beleidsniveau.
Zo wordt bijvoorbeeld in het kader van het actieplan ‘Zorgen voor Morgen’ een actieve afstemming tussen CAW’s en CGG’s gevraagd in het kader van extra dienstverlening aan mensen met een psychosociale kwetsbaarheid.
De meeste Kruispunten zijn recentelijk opgestart. We willen nu in de eerste plaats hun werking en ervaringen opvolgen en zullen daarover ook in overleg gaan met de initiatiefnemers. De netwerken geestelijke gezondheid voor volwassenen in Vlaanderen volgen de uitbouw van de Kruispunten in sommige regio’s met veel interesse. De netwerken stellen lokaal en intersectoraal georganiseerde geïntegreerde zorg centraal. Deze goede praktijken kunnen mogelijk in elk netwerk een gepaste vertaling krijgen. We gaan ook verder op het niveau van de netwerken in dialoog om deze evoluties op te volgen en na te gaan hoe we volgende stappen kunnen realiseren.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Minister, met mijn vraag om uitleg heb ik niet de bedoeling om opnieuw in discussie te gaan over de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg. Omdat die Kruispunten zo toegankelijk en laagdrempelig zijn, kunnen ze deels tegemoetkomen aan de wachtlijsten als ze wat breder kunnen worden uitgerold, zeker binnen de geestelijke gezondheidszorg.
Als het werkt, kan het ook iets structureels zijn, ook op de langere termijn. Net zoals er OverKop-huizen zijn voor jongeren, kunnen de Kruispunten er zijn voor volwassenen.
Minister, ziet u die Kruispunten passen in het hele GBO-verhaal (geïntegreerd breed onthaal)? Er zijn wel wat overeenkomsten, ook regionaal. Hebt u zicht op het aantal aanmeldingen? Zijn de aanmeldingen al in kaart gebracht bij de Kruispunten die er nu al zijn? Is dat een succes? Worden daar mensen mee bereikt?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik wil me graag aansluiten bij deze interessante vraag om uitleg van collega Verheyen, niet het minst omdat ik een heel groot vertrouwen heb in en nieuwsgierig ben naar de verdere werking van die Kruispunten. Ze komen tegemoet aan wat we in de commissie binnen de geestelijke gezondheidszorg (ggz) proberen te brengen: laagdrempelige initiatieven waar mensen gemakkelijk de weg naartoe vinden, waar ze met een aantal contacten of gesprekken een perspectief krijgen of op de juiste weg worden gezet.
In Limburg ken ik een aantal van die Kruispunten van dichtbij. Bij sommige speelt het OCMW een grotere rol, bij andere speelt het CAW een grotere rol. Ik vind het wel tof dat mensen kunnen nagaan wie plaats en tijd kan vrijmaken, wie expertise in huis heeft, hoe ze zich kunnen organiseren. Als je de ruimte geeft aan het werkveld, komen daar goeie dingen uit.
Minister, ik kan me indenken dat de Kruispunten onder het GBO kunnen vallen, maar ik denk ook aan 1Gezin1Plan. Dat zijn ook samenwerkingsverbanden, en u hebt ook al terecht verwezen naar de netwerken. Hoe kunnen we dat stroomlijnen? We moeten opletten dat we de verschillende samenwerkingsverbanden voldoende ruimte geven, maar ook goed op elkaar afstemmen. Daarom ben ik benieuwd naar uw opvolging van dat initiatief. U gaat ook in overleg met de initiatieven zelf om na te gaan wat de knelpunten zijn en wat er beter kan. Hebt u al een zicht op de timing of op een verdere aanpak van die volgende stappen, zodat we kunnen kijken hoe die Kruispunten op de best mogelijke manier een plekje krijgen in ons rijke ggz-landschap?
Minister Beke heeft het woord.
Verschillende van die Kruispunten zijn pas opgestart. Dus wij kunnen op dit ogenblik nog niet in kaart brengen welke meldingen er zijn geweest of hoeveel het er zijn geweest. De CGG’s zijn niet als een vaste partner opgenomen in het geïntegreerd breed onthaal. De GBO's hebben drie kernpartners: het lokale bestuur, de CAW's en de diensten maatschappelijk werk (DMW’s). De CGG's zitten daar niet rechtstreeks in, dat is geen een-op-eenverband.
Maar het geheel past natuurlijk wel in een visie om verschillende diensten samen te laten werken aan de kwaliteit van de dienstverlening. Ik denk dat we maar een zicht gaan krijgen op de aanmeldingen als we dat expliciet zullen opvragen bij de betrokken centra.
Nog een laatste opmerking. We hebben ook de samenwerkingsverbanden 1Gezin1Plan, die als uitgangspunt de eerstelijnszones hebben en ook een belangrijk instrument van afstemming kunnen zijn.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Er is nog niet echt een goed zicht op de aanmeldingen. Dat is nog niet in kaart gebracht. Ik geloof daar zelf ook heel erg in. Neem gewoon het feit dat we de welzijnspartners hebben. We hebben de partners uit de geestelijke gezondheidszorg en het lokaal bestuur. Er gebeurt een eerste inschatting. De mensen worden niet meer van het kastje naar de muur gestuurd. Ze worden ook eerder gericht doorverwezen. Dat kluwen is nu voor de cliënten die met iets zitten veel toegankelijker en laagdrempeliger. Ze moeten zelf niet gaan uitzoeken welk probleem ze hebben en waar ze naartoe moeten om geholpen te worden.
Zorgmijders worden hier verder bij betrokken. Er zijn er wel een aantal. Van hieruit kan er voor die zorgmijders aanklampender gewerkt worden. Op termijn kunnen zij beter opgevolgd worden.
Ik ben dus zeker voorstander van die Kruispunten. In Limburg zijn er ook een aantal initiatieven bezig, of ze staan klaar om te worden uitgewerkt – ook bij mij. Minister, ik hoop dat u op termijn goed zult onderzoeken of een Vlaanderenbrede uitrol mogelijk is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.