Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Veys heeft het woord.
Voorzitter, de laatste vraag gaat vaak over een zeer belangrijk thema, ook deze vraag.
Caritas Vlaanderen publiceerde onlangs haar rapport ‘Dubbel taboe: Menstruatie-armoede in Vlaanderen.’ De conclusies zijn heel duidelijk: menstruatiearmoede is absoluut geen randfenomeen in Vlaanderen. Het gaat over jonge vrouwen die niet de middelen hebben om menstruatieproducten te kunnen kopen, toch wel een basisproduct. 12 procent van de jonge vrouwen geeft aan weleens niet genoeg geld te hebben gehad om de nodige menstruatieproducten te kopen. Bij meisjes en jonge vrouwen die leven in materiële deprivatie en armoede, loopt dit zelfs op tot 45 procent.
Het rapport doet enkele beleidsaanbevelingen, waaronder een project in de secundaire scholen. De invloed op jonge meisjes is niet te onderschatten: 5 procent van de jonge meisjes en vrouwen bleef al weg van school omdat ze geen geld hadden om menstruatieproducten te kopen. Dat komt neer op ongeveer een meisje per twee klassen. Ongeveer 4 procent van de Vlaamse meisjes past haar vrijetijdsplannen hierdoor aan door gebrek aan geld om menstruatieproducten te kopen. Het proefproject zou inhouden dat deze gratis worden aangeboden in toiletten van secundaire scholen. Mijn fractie is te vinden voor zo'n project. Het zou niet enkel het schoolverzuim kunnen tegengaan, maar ook een impact hebben op de vrije tijd.
Minister, erkent u dat menstruatiearmoede en geen vrije toegang hebben tot menstruatieproducten kansen van jonge meisjes en vrouwen beknot?
Welke acties zult u nemen naar aanleiding van het rapport? Bent u op de hoogte van het rapport? Hebt u het doorgenomen?
Bent u bereid om een proefproject op te zetten in samenwerking met uw collega van Onderwijs zodat elke leerling in Vlaanderen toegang heeft tot gratis menstruatieproducten?
Is er een mogelijkheid om dit binnen het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA) te doen? Er wordt daarin over heel veel projecten gesproken.
Voor vrouwen die dak- of thuisloos zijn, is de toegang tot menstruatieproducten zeer problematisch. Wordt menstruatiearmoede mee opgenomen in het actieplan Dak- en Thuisloosheid?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, het rapport van Caritas Vlaanderen wijst terecht op een belangrijk probleem, dat daarenboven voor de betrokken kinderen en jongeren vaak een moeilijk bespreekbaar probleem is. Het rapport kan helpen om de problematiek ook verder bespreekbaar te maken. Want ik ken en erken uiteraard de bevindingen van het rapport, waar het de negatieve effecten beschrijft op het vlak van welzijn, onderwijs, vrijetijdsbeleving enzovoort.
Het moet onze bedoeling zijn dat in Vlaanderen niemand drempels ervaart om deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Iedereen moet in staat zijn om een menselijk leven te kunnen leiden. Een goede toegang tot menstruatieproducten lijkt me evident een element te zijn om menswaardig te kunnen leven.
Caritas formuleert vijf aanbevelingen. Zorg voor extra middelen via de OCMW’s, omdat OCMW’s een directe lijn hebben met veel burgers die in armoede leven. Installeer automaten met gratis maandverband in secundaire scholen. Ga naar 0 procent belastingtarief voor menstruatieproducten. Zorg voor een terugbetaling van menstruatieproducten via de sociale bescherming. En verhoog inkomens en uitkeringen tot boven de Europese armoedegrens.
Het is duidelijk dat de aanbevelingen rond het belastingtarief en het verhogen van de inkomens federale bevoegdheden zijn. De aanvullende steun die door OCMW’s gegeven wordt, is een lokale bevoegdheid. Ik wijs er wel op dat in 2018 de btw-tarieven al verlaagd zijn van 21 naar 6 procent. De Federale Regering nam die beslissing op vraag van verschillende sociale organisaties en vanuit de bekommernis dat die producten basisproducten zijn. Ook de terugbetaling van menstruatieproducten door de ziekteverzekering is een federale materie, waarvoor de federale collega voor Volksgezondheid bevoegd is.
Ten slotte is er ook de aanbeveling om in scholen automaten te voorzien met gratis menstruatieproducten. Daarbij wil ik toch opmerken dat dat een zeer omvangrijke operatie zou zijn met een heel grote kostprijs, waarbij je vanzelfsprekend onmogelijk een onderscheid kunt maken tussen meisjes die het nodig hebben om financiële redenen en anderen. Het is met andere woorden een weinig gerichte maatregel als ondersteuning voor die kwetsbare groep.
Het niet kunnen kopen van de nodige hygiënische producten is een gevolg van weinig middelen. Het lijkt me dan inderdaad ook beter om ervoor te zorgen dat de middelen toereikend zijn, veeleer dan in te spelen op de gevolgen van het niet kunnen voorzien in de basisnoden. De voorziene verhoging van de uitkeringen valt daaronder.
Graag wijs ik op de verschillende noodhulpinitiatieven die de voorbije jaren naast de klassieke voedselhulp ook ingezet worden bij het ter beschikking stellen van hygiëneproducten.
De projectoproep is aanvullend op het VAPA en inspelend op de actuele situatie die armoedeorganisaties en mensen in armoede signaleren, onder meer via de taskforce kwetsbare gezinnen. De beschikbare projectmiddelen zijn bedoeld voor projecten die het sociaal isolement van mensen in armoede, ontstaan of vergroot door corona, proberen te doorbreken en hen helpen opnieuw aansluiting te vinden bij de samenleving en de bestaande hulp- en dienstverlening. Als het ter beschikking stellen van hygiënische producten past in dergelijke initiatieven en trajecten, dan komt dat zeker in aanmerking voor subsidiëring. Ik bepaal als minister uiteraard niet de inhoud van de projecten die ingediend worden. Dat kon nog tot 10 oktober. Op dit ogenblik worden de projecten beoordeeld.
De toegang tot hygiënische producten is op dit ogenblik geen specifieke focus binnen het ontwerp van globaal plan ter voorkoming en bestrijding van dak- en thuisloosheid. De focus van dat plan ligt immers op het behouden of verkrijgen van een kwalitatieve huisvesting voor dak- en thuislozen. Dat neemt niet weg dat er wel degelijk aandacht is in de hulpverlening van dak- en thuislozen om te zorgen voor noodhulp die inspeelt op hun precaire situatie. Hygiëneproducten maken daar deel van uit, niet enkel voor menstruatie, maar ook ruimer voor persoonlijke hygiëne, net zoals het ter beschikking stellen van bijvoorbeeld wasmachines in opvangcentra en inloopcentra.
De heer Veys heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Dit is voor mijn fractie echt wel een belangrijk thema. Het rapport zegt in de titel dat het een dubbel taboe is, en dat klopt ook, maar voor ons gaat het hier ook om een dubbele ongelijkheid. Er is de ongelijkheid tussen man en vrouw. Een vrouw kan het nu eenmaal niet helpen dat ze menstrueert. Dus daar willen wij graag iets aan doen. Maar er is ook de ongelijkheid tout court. Vrouwen in armoede hebben het net zo moeilijk. We hadden het daarnet over de cijfers uit het rapport.
U citeert allemaal beleidsaanbevelingen. Heel veel daarvan zijn federaal. Het is ook daarom dat ik specifiek de vraag stel over die ene waar u voor bevoegd bent of bevoegd kunt zijn. Aangezien u minister bent van Gezondheidspreventie, Armoedebestrijding en Welzijn, leek het ons nogal logisch om u hier deze vraag te stellen. U gaat niet concreet in op de vraag of u daar met minister Weyts zelfs maar over wilt spreken. U verwijst ernaar dat dat een grote kost zou zijn. Het voorstel gaat over automaten. Ik denk dat dat project niet zo omvangrijk hoeft te zijn en dat het goedkoper kan dan overal een automaat te plaatsen. De scholen hebben pedagogische diensten en kennen hun leerlingen en infrastructuur. Ik denk dus dat we met een heel beperkt budget echt wel een verschil zouden kunnen maken. Ik zeg niet dat u niet wilt, maar ik wil toch nog eens expliciet vragen of u daarover het gesprek wilt aangaan met minister Weyts.
U verwees naar federale maatregelen. De btw is inderdaad verlaagd van 21 naar 6 procent. Maar om dat even in perspectief te plaatsen: het heeft verdorie elf jaar geduurd voordat het zover was. Ik hoop dat we vanuit Vlaanderen toch iets sneller op dit probleem gaan ingrijpen. Het was een inschatting van minister Van Overtveldt, dus misschien moeten we het met een korreltje zout nemen, maar dat kostte de begroting toen 10 miljoen euro. Ik denk dat we met Vlaanderen, als we daar een fractie van dat budget tegenover kunnen zetten, echt al heel veel kunnen doen. Wilt u met minister Weyts dat gesprek aangaan?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Ik vind dit een heel terechte vraag van de collega. Ik vind het ook heel mooi werk van Caritas. We hebben het heel regelmatig over menstruatiearmoede in verre landen, maar zij hebben er nu de nadruk op gelegd en het zichtbaar gemaakt dat het ook bij ons een groot probleem is.
Minister, ik vind het ook een vrij raar antwoord. U kunt prima de maatregel nemen om mensen een budget voor menstruatieproducten ter beschikking te stellen. En inderdaad, het beschikbaar stellen van menstruatieproducten op school kan ook prima. Uw antwoord daarop vond ik echt een beetje cynisch. Wij geven onze kinderen op school toch ook schriftjes en pennen en gommen? Die krijgen toch ook zeep en toiletpapier? Wij zeggen daar toch ook niet van dat ze dat stelen of dat ze toiletpapier meenemen naar huis? Als een kind haar maandverband vergeten is, mag ze dat toch hopelijk ook gebruiken als een school dat ter beschikking stelt?
Ik ben er ook niet van overtuigd dat dat zo'n enorm budget zou moeten zijn. Het is bovendien een basisproduct. Vlaanderen heeft terecht een maximumfactuur ingevoerd. Een kind hoort toch niet weg te blijven van school omdat het menstruatieproducten mankeert? Het is logisch dat dat niet weer ergens in een of ander aanvraagformulier wordt weggestopt, maar dat het gewoon voorhanden is op scholen.
Een kleine aanvulling: de gemiddelde leeftijd bij de menarche, wanneer de menstruatie begint, is de laatste jaren ontzettend gezakt in Vlaanderen, van vijftien naar twaalf jaar, als ik mij niet vergis. Maar er zijn ook al meisjes van acht jaar die beginnen te menstrueren. Laten we dat dus ook beschikbaar stellen in lagere scholen.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de collega's. Het is terecht dat de problematiek hier wordt aangekaart. Menstruatieproducten zouden een basisproduct moeten zijn, maar voor heel veel jonge meisjes en vrouwen is dat gewoon geen basisproduct, wat heel jammer is.
We hebben het gehad over de aanbevelingen van Caritas. Als ik dan specifiek kijk naar de beleidsaanbevelingen die relevant zijn voor Vlaanderen, denk ik dat een lokale aanpak via de OCMW’s wel een heel interessante piste zou kunnen zijn. Minister, hoe staat u tegenover het idee om de OCMW’s te sensibiliseren rond dit thema en hen aan te sporen en te motiveren om daar de nodige beleidsaandacht aan te geven?
Minister Beke heeft het woord.
De vraag was of het kan worden aangeboden via automaten in de scholen. Wij zullen die vraag overbrengen aan minister Weyts, want hij is bevoegd voor Onderwijs. We zullen die vraag zeker overmaken.
De heer Veys heeft het woord.
Ik ben tevreden dat de minister het aan minister Weyts zal vragen, maar wat de strijd tegen menstruatiearmoede betreft, denk ik dat we er nog lang niet zijn.
Mevrouw Verheyen, ik versta de piste van de OCMW's, maar we zeggen heel vaak dat we niet iedereen via die weg kunnen bereiken. Veel meer meisjes gaan wel naar de secundaire scholen. Als het gaat over 5 procent van de leerlingen, is dat niet weinig. Ik denk dus dat we er toch beter werk van zouden maken.
Mijn fractie zal het opvolgen. Ik dank de minister alvast voor het feit dat hij het aan zijn collega wil vragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.