Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Vandenhove heeft het woord.
Het is een vraag die op de grens ligt van deze commissie en de commissie Natuur. Maar het gaat over het onroerenderfgoedrichtplan voor Haspengouw en Voeren rond de hoogstamboomgaarden. Uw voorganger Geert Bourgeois, die toen ook minister-president was, had daar nogal wat aandacht voor.
Hij is in juni 2017 officieel in Limburg komen aankondigen dat dat erfgoedrichtplan een voorbeeld zou zijn om hoogstamboomgaarden in Zuid-Limburg beter te beschermen. Dat ministerieel besluit dateert van 24 mei 2019. Dat is dus vrij recent. In Zuid-Limburg en Haspengouw zijn we relatief snel in gang geschoten, onder andere onder invloed van vzw Regionaal Landschap, waarbij alles in kaart is gebracht voor de verschillende gemeenten.
Maar nu we zover zijn, en de analyse eigenlijk rond is, maken de gemeenten zich nogal wat zorgen over het Vlaamse engagement, in die zin dat het belangrijk is om gemeenten en organisaties daarrond te mobiliseren. Maar op het ogenblik dat er concrete acties moeten gebeuren, moet er uiteraard geld tegenover staan.
Wat is de stand van zaken van dit erfgoedrichtplan op Vlaams niveau? Ik stel die vraag zowel inhoudelijk als financieel: zijn daar inhoudelijke of financiële stappen in genomen?
Wanneer zal die stand van zaken gecommuniceerd worden naar de betrokken gemeenten en naar Regionaal Landschap, die dat voor de gemeenten doet?
Mijn vierde vraag gaat over een van mijn stokpaardjes. Het heeft natuurlijk pas zin om een erfgoedrichtplan op te stellen als er voldoende handhaving is. Ik heb dat ook altijd gezegd bij ons in Zuid-Limburg, ook toen ik nog voorzitter was van Regionaal Landschap. Want na elke storm worden er wel wat hoogstamboomgaarden gekapt, zogezegd vanwege het veiligheidsaspect, hoewel dat natuurlijk maar een drogreden is om nog wat oude bomen om te hakken.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijn voorganger Geert Bourgeois heeft inderdaad in mei 2019 het onroerenderfgoedrichtplan voor de hoogstamboomgaarden in Haspengouw en Voeren goedgekeurd en meegedeeld aan de Vlaamse Regering. Zoals u weet was dit geen eindpunt. Het is nu zaak om de doelstellingen om te zetten in ambitieuze maar haalbare acties en die acties vast te leggen in een actieprogramma.
Onze administratie bereidt het actieprogramma momenteel voor. Ze doet dat in samenspraak met alle partijen die ook bij de opmaak van het onroerenderfgoedrichtplan betrokken waren. Ze organiseerde het voorbije jaar een drietal workshops om de mogelijkheden en instrumenten voor het behoud en beheer van de hoogstamboomgaarden te verkennen. Het actieprogramma kan een brede waaier aan instrumenten inzetten, maar anderzijds stellen we vast dat er nauwelijks instrumenten voorhanden zijn die specifiek gericht zijn op hoogstamboomgaarden. Dat hoeft ook niet te verwonderen: het is natuurlijk iets nieuws, er is dus grondig onderzoek en creatief denkwerk nodig. En we werken aan innovatieve pistes. Dat vergt opnieuw enige tijd.
De meest recente workshop over het actieprogramma vond plaats op 14 oktober 2019 en resulteerde in heel wat voorstellen en ideeën, waaruit nu concrete acties kunnen worden gedistilleerd. De voorstellen zijn divers en beslaan een rijk palet. Dat gaat van het inventariseren van hoogstamboomgaarden, het voeren van een gepast vergunningen- en handhavingsbeleid, het opzetten van gepast beheer, over het valoriseren van de maatschappelijke functies van de boomgaarden, tot acties met betrekking tot oogst en productie. En het gaat ook over educatie en sensibilisering. Onze administratie verfijnt deze voorstellen nu in dialoog met elke partner.
Het is u niet ontgaan dat de opmaak van een onroerenderfgoedrichtplan van dit allooi tijd vergt. Omdat Haspengouw en Voeren een grote regio vormt en het geheel behapbaar en betaalbaar moet blijven, zullen we in eerste instantie focussen op twee deelgebieden, waarbij synergieën kunnen ontstaan met andere lopende Vlaamse projecten.
In deze gebieden willen we een deel van de prioritaire acties die naar voor kwamen in de workshop van 22 februari 2019 op kleine schaal toepassen om een idee te krijgen van de omvang, de tijdsinvestering en de financiële noden. Na evaluatie van deze proefprojecten kunnen we Vlaamse structurele maatregelen voor de hele regio vormgeven. Ik kan u trouwens een lijst geven van wie er allemaal betrokken is in het participatief project, en dat is behoorlijk indrukwekkend. Het gaat over negen Vlaamse overheidsinstanties, agentschappen, departementen, onderzoeksinstellingen, de provincie Limburg, Toerisme Limburg, vijftien Haspengouwse gemeenten, twee intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten, Regionaal Landschap en de Nationale Boomgaardenstichting. U begrijpt dat het op zich al een huzarenstukje is om die allemaal samen te krijgen.
Ik ga in antwoord op uw tweede vraag wat dieper in op de inhoudelijke aspecten. Het eerste proefproject situeert zich in Borgloon, waar het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren momenteel twee onroerenderfgoedbeheersplannen opstelt voor het beschermde cultuurlandschap rond Kuttekoven en de beschermde abdijsite van Kolen-Kolenberg. De hoogstamboomgaarden maken van beide beschermde landschappen een belangrijk onderdeel uit. Hier willen we voor een iets ruimer gebied – ongeveer 500 hectare – een studie laten uitvoeren waarbij we een vijftigtal hoogstamboomgaarden in detail onderzoeken.
Volgende aspecten worden meegenomen. Het geïntegreerd inventariseren van de hoogstamboomgaarden met waardering vanuit verschillende invalshoeken zoals erfgoed, natuur, landbouw, omgeving en toerisme. Deze oefening moet leiden tot een handleiding ‘Inventariseren en waarderen van hoogstamboomgaarden’ waarmee lokale verenigingen en besturen aan de slag kunnen. Het uitwerken van een beheersvisie en daaraan gekoppeld de beheersmaatregelen voor de verschillende types hoogstamboomgaarden. Deze oefening zal de opmaak van de twee beheersplannen door het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren voeden en het resultaat ervan kan ook worden gebruikt om een instrumentenafweging op te maken. Het uitwerken van een afwegingskader voor het beoordelen van vergunningsaanvragen, dat lokale besturen ondersteunt in hun omgang met verschillende types hoogstamboomgaarden.
Het tweede proefproject situeert zich in de gemeente Voeren, die de hoogste concentratie hoogstamboomgaarden van Haspengouw telt. In het Gulpdal biedt het lopende Interreg-project BioGov (Celebrating Biodiversity Governance) kansen om twee nieuwe financieringsinstrumenten uit het decreet Landinrichting in te zetten voor het behoud en beheer van de typerende hoogstamboomgaarden. In het kader van het BioGov-project wil de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) de instrumenten beheerovereenkomsten en dienstenvergoedingen sectoroverschrijdend inzetten voor het behoud en het beheer van de Voerense graslanden. Dit is bij uitbreiding ook mogelijk voor de hoogstamboomgaarden. Dit initiatief is een mooie illustratie van wat met transversale landschapszorg beoogd wordt.
De Vlaamse overheid voorziet de nodige middelen om deze proefprojecten uit te voeren.
Wanneer zal de stand van zaken worden gecommuniceerd naar de gemeenten en verenigingen? Wij appreciëren ten zeerste dat de gemeenten en andere partijen intussen al actief aan de slag zijn gegaan. Het betekent dat het richtplan in feite zijn werk doet en engagement bij de betrokkenen aanwakkert. Onze primaire partner, het Regionaal Landschap, speelt daar ook een erg actieve rol in. Alle lof daarvoor. De communicatie van de stand van zaken zal plaatsvinden op de algemene vergadering van het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren op 9 maart aanstaande. Na deze mondelinge toelichting worden de projectpartners en belanghebbenden ook nog schriftelijk ingelicht van de stand van zaken en te nemen vervolgstappen. Ik verwijs ook graag naar de projectwebsite www.hoogstamdroomgaard.be, waar de vorderingen in de opmaak van het actieprogramma kunnen worden opgevolgd.
Uw vierde vraag is natuurlijk evident. Het Departement Omgeving werkt concreet mee aan het afwegingskader voor de beoordeling van vergunningsaanvragen in de gemeente Borgloon. Wij geven dus ook steun.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Het is goed dat men op het terrein iets gaat merken van wat is aangekondigd. U hebt in uw antwoord ook gezegd dat het iets nieuws is, maar het is helemaal niets nieuws, het is iets heel oud.
Het klinkt misschien heel simpel: hoogstamboomgaarden behouden is één zaak, maar hoogstamboomgaarden op strategische toeristische plaatsen opnieuw aanplanten zodat ze over een aantal jaar opnieuw hoogstamboomgaarden zijn, zou een belangrijk onderdeel van het hele gebeuren moeten zijn.
Wat de transversale landschapszorg betreft, ben ik het ermee eens om alle partners te betrekken. We moeten natuurlijk wel opletten dat, door zoveel partners erbij te betrekken, het niet immobiel wordt zodat er relatief weinig gebeurt.
Voor de handhaving zou ik toch willen vragen dat de Vlaamse administratie samen met de gemeente nagaat hoe dat meer kan gebeuren. Zoals op veel andere terreinen gebeurt de handhaving veel te weinig. Het is een typeantwoord dat wordt gegeven, maar het is echt noodzakelijk dat we een aantal van die hoogstamboomgaarden handhaven, want anders moeten we er binnenkort overal nieuwe planten.
– Katja Verheyen treedt als voorzitter op.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, u hebt het in uw beleidsnota over het evalueren van die proefprojecten en het opmaken van tools. Hebt u er een idee van tegen wanneer die eerste projecten zullen worden geëvalueerd? Zal er een verduidelijking komen over hoe de participatieve trajecten zullen worden begeleid in uw groenboek?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Vandenhove, toen ik zei dat het nieuw was, gaat het natuurlijk over de toepassing van die onroerenderfgoedrichtplannen voor die hoogstamboomgaarden, niet over de hoogstamboomgaarden zelf.
Mevrouw Van Werde, we zijn voor twee thema’s bezig met die actieplannen: voor de mergelgroeven en de hoogstamboomgaarden. Die actieplannen zouden in het najaar rond moeten zijn, pas dan kunnen we ze evalueren. Het is niet de bedoeling dat die worden opgenomen in het groenboek.
De vraag om uitleg is afgehandeld.