Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, op 5 november stelde ik u in deze commissie een vraag om uitleg over de uitbetaling van de selectieve participatietoeslag voor de leerling, beter gekend als de schooltoeslag. Dat deze voortaan automatisch wordt toegekend, en dat daardoor effectief substantieel meer gezinnen worden bereikt, is een goede zaak. Dat hebt u de vorige keer ook gezegd, en ik wil dat volledig onderschrijven. Ik heb, voor alle duidelijkheid, ook veel respect voor het werk van de administratie. Ik kan mij voorstellen dat het een huzarenstukje is om dat voor de eerste keer in orde te krijgen. Maar – en dat zal hier wel worden beaamd – dat wil uiteraard niet zeggen dat we bij de methode van uitbetaling en bij de timing geen kritische vragen mogen stellen, om het systeem in de toekomst nog te verbeteren.
Begin november vroeg ik u onder meer of het klopt dat de meest kwetsbare gezinnen, mensen met vervangingsinkomens en een leefloon, achteraan in de rij stonden bij de uitbetaling. U verzekerde mij toen in uw antwoord dat die bewering nergens op gebaseerd was. Al snel moest u echter in de pers toch toegeven dat er wel degelijk een probleem was met de uitbetaling voor sommige groepen van rechthebbenden. Qua timing zei u dat het de bedoeling was om tegen half november zo goed als iedereen met recht op schooltoeslag uit te betalen.
Recent stelde ik een schriftelijke vraag over dit thema. Uit het antwoord daarop blijkt dat in de uitbetaling wel degelijk categorieën zijn gedefinieerd en dat de gezinnen die de allerhoogste nood hebben aan de schooltoeslag, het laatst uitbetaald zijn. Gezinnen met minstens één inkomensverstrekker met een zware handicap – het gaat om 57.374 kinderen – kregen de uitbetaling pas vanaf midden november. Bij gezinnen met minstens één inkomensverstrekker met een leefloon – het gaat om 26.364 kinderen – was dat pas eind november. Gezinnen die bij uitstek deze schooltoeslag al in augustus nodig hebben omdat dan de meeste schoolkosten er zijn, hebben die dus pas ten vroegste drie maanden later ontvangen. Intussen bereiken ons nog steeds verhalen van mensen die nog steeds op hun toeslag wachten of deze pas begin januari ontvangen hebben. Het gaat soms over gezinnen die moeten lenen of op krediet een aantal dingen moeten aankopen omdat ze hun toeslag niet ontvingen wanneer ze deze verwachtten, met alle gevolgen van dien.
Minister, in uw antwoord op mijn schriftelijke vraag gaf u aan dat eind november 97 procent van de populatie onderzocht werd en dat de rechthebbenden uitbetaald zijn. Zijn alle dossiers intussen onderzocht en behandeld? Zo ja, wanneer zijn de laatste uitbetalingen gedaan? Zo nee, om welke redenen is dit nog niet het geval?
Plant u een evaluatie van het systeem om situaties zoals hierboven beschreven te voorkomen?
Welke maatregelen zult u bij de volgende uitbetalingsronde nemen om ervoor te zorgen dat de gezinnen met de grootste nood niet langer achteraan, maar vooraan de rij komen te staan bij de toekenning van de schooltoeslag?
Ik heb begrip, want het was dit jaar de eerste keer. Daarom zijn mijn vragen opbouwend bedoeld, in de hoop dat het tegen volgend jaar anders kan. Kan de uitbetalingsprocedure versneld worden, zodat alle uitbetalingen voortaan ten laatste in augustus of september gebeuren, wanneer de schoolkosten het hoogst zijn?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, bedankt voor uw opbouwend bedoelde vragen. Dat is altijd zeer constructief. Maar u hebt de indruk gewekt alsof bepaalde categorieën van personen te laat hun selectieve participatietoeslag zouden hebben ontvangen. Op 5 november heb ik inderdaad al meegegeven dat 283.000 kinderen een schooltoeslag effectief hadden ontvangen. Wij kunnen u de toestand meegeven van 7 januari en u bevestigen dat op dat ogenblik 433.000 kinderen een schooltoeslag hebben ontvangen.
Vorig schooljaar was op dat ogenblik het onderzoek voor 185.000 kinderen afgerond. Nog nooit werd in Vlaanderen aan zo veel kinderen op zo korte termijn een schooltoeslag toegekend. Met de invoering van het groeipakket hebben in januari net significant meer mensen hun schooltoeslag ontvangen. Ook vroeger waren de betalingen van de schooltoeslag pas mogelijk vanaf de laatste maandag van augustus. Vorig schooljaar werden in augustus 6000 schooltoelagen uitbetaald en in september 49.000. Met het groeipakket werden er in september 204.000 toeslagen uitbetaald. Bovendien is er altijd gecommuniceerd dat de toekenningsperiode liep van september tot november voor gezinnen zonder kinderen boven 18 jaar en tot december voor gezinnen met kinderen boven 18 jaar.
We verwezen u in november ook al naar het feit dat we voor de automatische rechtentoekenning afhankelijk zijn van gegevensbronnen. We zullen u kort een inzicht bieden in wat dat allemaal betekent. In het groeipakket zijn er zo’n 1,6 miljoen kinderen die recht hebben op gezinsbijslagen. Ongeveer 1,2 miljoen kinderen volgen kleuter-, lager of secundair onderwijs. Voor al die kinderen moeten de inkomsten van het gezin opgevraagd worden. Dat betekent dat we meer dan 3 miljoen actoren moeten ondervragen om hun inkomsten te kennen. Daarbij zijn we afhankelijk van externe gegevensbronnen die die informatie moeten aanleveren. En die gegevensbronnen kennen hun beperkingen. De gegevens van het aanslagbiljet bijvoorbeeld zijn vanaf juli voldoende stabiel om te kunnen beginnen opvragen. Databanken kunnen ook niet 3 miljoen aanvragen in één keer verwerken. Dus ook de doorlooptijd van al die actoren moet in rekening worden gebracht. Je kunt ook niet de databanken van het leefloon en de inkomensvervangende tegemoetkoming bevragen met 3 miljoen actoren, terwijl je er slechts enkele tienduizenden in zult terugvinden. Die databanken zouden een dergelijk volume ook nooit kunnen verwerken binnen een redelijke tijd.
Dus, zoals reeds in november aangegeven, leidt de combinatie van gegevensbronnen tot een bepaald tijdsverloop. Allereerst zijn de gegevens van het aanslagbiljet en het kadaster verzameld. Die databanken vormen de grondslag voor de inkomensbeoordeling en zijn ook capabel om de volumes te behandelen die het groeipakket vraagt. Uit die bevraging kunnen we afleiden dat personen een handicap hebben of geen inkomensgegevens. Dat zijn onontbeerlijke gegevens om dan verder de databanken van het leefloon en de inkomensvervangende tegemoetkoming te kunnen bevragen.
Er was dus geen groot plan om kwetsbare categorieën achteraan de lijst te plaatsen, zoals u leek te suggereren. Maar ik ben blij dat dat niet zo was, want dat is absoluut niet het geval. Er is wel een afhankelijkheid van externe bronnen waarmee we werden geconfronteerd. De volgorde waarin de dossiers behandeld zijn, werd bepaald door het tempo om de uitbetaling technisch te realiseren, niet door een bepaalde categoriale indeling. Dat de gegevensinzameling in sommige dossiers technisch moeilijker was dan in andere, en dat dat zeker het geval was wanneer inkomens moeilijker te bepalen waren, en dat de timing daardoor is beïnvloed, is wel het geval. En dat geldt voor alle mensen, dus ook voor mensen in sommige groepen die u aanhaalt. Dat zal ik niet ontkennen.
Het groeipakket is sinds 1 januari 2019 in werking. Daarbij zijn er volledig nieuwe IT-applicaties ontwikkeld, die de betaling mogelijk maken van de gezinsbijslagen met sociale toeslagen en zorgtoeslagen, de kinderopvangtoeslag, de kleutertoeslag en ook nog de selectieve participatietoeslag. Die applicaties kunnen dit jaar ook pas voor de eerste keer aan de slag gaan met de nieuwe beschikbare inkomensgegevens, binnen de nieuwe inkomensbegrippen en nieuwe feitelijke begrippen in het groeipakket. En die zijn niet gelijk aan die van de federale kinderbijslag, noch die van de vroegere schooltoelagen. Tal van praktische en regelgevende innovaties werden ingevoerd om de automatische rechtentoekenning van de selectieve toeslagen van het groeipakket voor elk Vlaams gezin mogelijk te maken. We konden dus niet vertrekken van historische gegevens om ons op te baseren. Alle gegevens dienden een eerste keer verzameld te worden.
Dat brengt mij tot de concrete antwoorden. Alle dossiers zijn inderdaad onderzocht en behandeld. Er kunnen natuurlijk dossiermatige interventies zijn gebeurd door dossierbeheerders vanwege dossiereigen gegevens. We worden natuurlijk ook geconfronteerd met ontbrekende gegevens, ofwel omdat ze niet beschikbaar zijn in een authentieke bron, ofwel omdat het gewoon onmogelijk is om het gegeven te hebben zonder dat mensen het zelf aanleveren – denk bijvoorbeeld aan buitenlandse inkomsten.
We hebben al in november 2019 aangegeven dat we de doorlooptijd van dossiers voor volgend schooljaar zullen verkorten. Het feit dat we beschikken over de gegevens van dit schooljaar zal daarbij helpen. We hoeven voor sommige categorieën niet te wachten tot de bevestiging van het aanslagbiljet om, op basis van wat we na deze eerste uitbetaling weten, de betrokken gegevensbronnen te consulteren. Dit zal er zeker toe leiden dat een aantal inkomensgroepen die nu moeilijker te behandelen waren, waaronder zeker mensen in sommige precaire groepen, in de volgende toekenningsperiode naar voren kunnen worden getrokken in de berekening.
Collega, het zal nooit mogelijk zijn om alle dossiers in september te hebben betaald. Sommige gegevens zijn gewoon niet beschikbaar in de maand september. We zullen de punten van de leefeenheid van gezinnen waar ook studenten hoger onderwijs in zitten, nooit kunnen finaliseren in september, omdat die gegevens op dat moment niet of niet voldoende gestabiliseerd en kwalitatief beschikbaar zijn. Maar waar het mogelijk is, streven we er absoluut naar om alle kinderen reeds in september hun selectieve participatietoeslag toe te kennen. Dat blijven we herhalen en benadrukken. Ik heb begrepen dat in deze commissie perfectie de maat is.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de verduidelijking. Ik wil helemaal niemand van moedwil beschuldigen. Toen ik u hierover in november vorig jaar ondervroeg, ontkende u eigenlijk dat het zo was dat mensen met een leefloon of een uitkering op het einde van de rij kwamen. Uit deze informatie begrijp ik nu wat de reden is. Er moet inderdaad eerst bepaalde informatie worden opgevraagd en pas dan kunnen de berekeningen op die manier gebeuren. Dat is voor mij nieuws. Ik ben blij met die uitleg.
Ik ben ook blij dat u zegt dat het volgend schooljaar wellicht sneller kan. Het gaat echt wel om schrijnende gevallen. Het gaat over mensen die andere jaren begin september hun uitbetaling al kregen omdat ze het zelf snel in orde wilden brengen. Ze zijn leningen aangegaan waarvan de schulden dan zijn opgelopen omdat de uitbetaling pas in januari is gekomen. Ik heb in mijn mailbox verschillende gevallen zitten en daarom wou ik de vraag hier opnieuw stellen.
Nogmaals, dat er in september al veel mensen zijn uitbetaald, veel meer dan andere jaren, kan ik alleen maar toejuichen, maar het ging me echt alleen om die meest kwetsbaren die effectief heel lang hebben moeten wachten op de uitbetaling van hun schooltoeslag. Ik hoop echt dat het vanaf volgend jaar sneller kan.
Een beetje sneller.
De vraag om uitleg is afgehandeld.