Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Zowel bij onthaalouders als bij groepsopvang is er een maximum aantal kinderen dat tegelijkertijd aanwezig mag zijn. Eigen kinderen worden eveneens in rekening gebracht. Bij groepsopvang en samenwerkende onthaalouders worden eigen kinderen en kleinkinderen voor de berekening meegerekend tot en met de lagere school, dat wil zeggen: als ze aanwezig zijn. Voor alleen werkende onthaalouders worden de kinderen die deel uitmaken van het gezin – dus eigen kinderen, kinderen van de partner en pleegkinderen – in rekening gebracht als ze aanwezig zijn en dit tot en met de kleuterklas. Kleinkinderen worden in rekening gebracht tot het einde van de lagere school. Vriendjes van de eigen kinderen worden tot en met de lagere school meegerekend tenzij er een andere volwassen persoon aanwezig is die zich met hen bezighoudt.
Minister, wat is de ratio legis met betrekking tot het verschil in leeftijd tussen onthaalouders en groepsopvang/samenwerkende onthaalouders dat gehanteerd wordt voor de berekening van het maximum aantal aanwezige kinderen ? Is het niet wenselijk om te komen tot een gelijke regeling voor de verschillende opvangvormen en alleen kinderen tot en met de kleuterklas te laten meetellen voor het maximum aantal kinderen dat mag worden opgevangen?
Minister Beke heeft het woord.
Hoewel het hier gaat om kinderopvang van baby’s en kleuters, is het niet verboden ook kinderen die al naar school gaan, in dezelfde kinderopvangvoorziening op te vangen. In het geval dat dit gebeurt, worden de aanwezige kinderen van de kleuterschool en lagere school echter ook meegeteld in het aantal kinderen dat tegelijk aanwezig is. Kinderen die naar de kleuter- en lagere school gaan, hebben nog in belangrijke mate toezicht en begeleiding nodig. Hun aanwezigheid vormt met andere woorden ook een extra taak voor de begeleider. Het is dus logisch dat die kinderen meetellen en we willen dat ook zo houden, in functie van de kwaliteit van de opvang en in het belang van de opgevangen kinderen.
Eigenlijk is dat de basislijn voor alle types van opvang, zowel voor groepsopvang als voor gezinsopvang. Enkel voor de gezinsopvang is er een uitzondering gemaakt voor de eigen kinderen. Het is dus een afwijking van een algemene regel. Eigen kinderen zijn kinderen die deel uitmaken van het gezin. Met kinderen die deel uitmaken van het gezin, bedoelen we de inwonende kinderen. Dat kunnen eigen kinderen zijn, kinderen van de partner of pleegkinderen. Die eigen kinderen tellen mee als ze effectief aanwezig zijn in de ruimtes die voor kinderopvang worden gebruikt, tot en met het einde van de kleuterschool. De uitzondering is dus gemaakt voor de eigen kinderen die naar de lagere school gaan. Waarom? Omdat die gezinsopvang doorgaans georganiseerd wordt in de eigen woning, en die kinderen daar dus na schooltijd of tijdens vakanties sowieso aanwezig zijn. Het zou niet correct zijn om deze kinderen altijd mee te tellen. De impact op het aantal andere kinderen – baby’s, peuters en kleuters – dat de onthaalouder nog kan opvangen, zou te groot zijn.
Voor groepsopvang is de uitzondering voor eigen kinderen van de lagere school er niet. Groepsopvang vindt doorgaans plaats in ruimtes die specifiek voor kinderopvang zijn ingericht, en dus niet in de eigen woning. Bovendien zijn eigen kinderen in de groepsopvang moeilijker te definiëren, aangezien er met meerdere kinderbegeleiders tegelijk gewerkt wordt. Aangezien de samenwerkende onthaalouders beschikken over een vergunning groepsopvang, worden zij op dezelfde manier behandeld als de andere groepsopvang.
Het is dus te motiveren om die uitzondering voor eigen kinderen van de lagere school enkel te beperken voor gezinsopvang, als gevolg van de specifieke context dat opvang plaatsvindt in de eigen gezinswoning. We zien momenteel dan ook geen reden om deze uitzondering door te trekken naar de andere opvangvormen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Persoonlijk vind ik het absurd dat het bij de ene vorm tot 6 jaar is en bij een andere vorm tot 12 jaar. Het zou logisch zijn dat dit wordt doorgetrokken tot dezelfde leeftijd, en daarbij denk ik eerder aan 6 dan aan 12 jaar. Dat ook de vriendjes van eigen kinderen worden meegerekend tot de lagere school, betekent dus dat een kind eigenlijk geen vriendjes mag uitnodigen tenzij er nog een volwassene aanwezig is. Ik vind dat nogal absurd en vandaar mijn pleidooi voor een gelijkschakeling en om de vriendjes niet mee in rekening te brengen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Mevrouw Saeys, ik denk dat u een terechte vraag stelt. Ik heb recent kennis mogen maken met twee onthaalouders in eigen huis die dan samen zijn gegaan, waarna de regels plots veranderden. Minister, u hebt de regels goed geschetst, maar de uitleg die daar dan bij hoort, dat bij de ene iemand zorg nodig heeft tot 12 jaar terwijl dat bij de andere niet zo is, vind ik toch wat moeilijk.
Mevrouw Saeys had het ook over kinderen die komen spelen. Een aantal onthaalouders hebben een speeltuin of groepsopvang. Of daar nu een kind meer rondloopt in de tuin, een eigen kind of een vriendje…We zijn vooral op zoek naar opvang. Wanneer een eigen kind meer wordt geboren terwijl men groepsopvang organiseert, dan kan dat problematisch worden omdat er eentje bij komt. En dan verliezen we dus eigenlijk plaatsen omdat er een kind wordt geboren. Moeten onthaalouders, die het al niet gemakkelijk hebben, dan aan geboorteplanning doen in het kader van hun inkomen? Wij denken dan ook dat het belangrijk is dat de groepsopvang en de gezinsopvang op dezelfde manier worden behandeld.
Minister, tot de leeftijd van het kleuteronderwijs valt er wel iets voor te zeggen inzake toezicht enzovoort, maar verder moeten we toch proberen beide opvangen op dezelfde manier te bekijken omdat het toch over extra plaatsen kan gaan.
Minister Beke heeft het woord.
Iets op dezelfde manier bekijken, kan op twee manieren. Men kan zeggen dat de uitzondering waar vandaag in voorzien is voor de gezinsopvang wordt weggehaald, maar dan wordt het nog rigider. Dat is een uitzonderingssituatie om de redenen die ik heb geschetst. Het gaat immers om een thuissituatie waarbij mensen kinderen opvangen. In het andere geval is het een andere situatie en dus geldt die uitzondering niet. Dat is de filosofie achter deze regel.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik blijf bij mijn stelling dat het absurd is, afhankelijk van het type opvang, dat de leeftijd daarin verschilt. Een gelijkschakeling op 6 jaar zou veel beter zijn. Hetzelfde geldt voor de vriendjes van eigen kinderen. Het zou toch absurd zijn dat er bijvoorbeeld tijdens de vakantieperiode geen vriendjes zouden mogen komen spelen zonder dat er nog een andere volwassene aanwezig is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.