Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater stelt dat centrale verwarmingstoestellen op gas tweejaarlijks een onderhoudsbeurt moeten krijgen en centrale verwarmingstoestellen op stookolie of vaste brandstof jaarlijks. Een onderhoudsbeurt wordt uitgevoerd door een erkende technicus en omvat onder andere de reiniging en controle van de schoorsteen of rookgasafvoer, de algemene staat van het toestel en de controle van de verluchting.
Eind september 2015 trad de Europese Ecodesignverordening in werking waarin de minimumvereisten voor verwarmingstoestellen werden verhoogd. Als een oud verwarmingstoestel wordt vervangen, dan zal dat doorgaans zijn door een condensatieketel, een hoogrendementsketel. Dat geldt ook voor ketels op stookolie.
Die hoogrendementsketels hebben natuurlijk een grotere warmteopbrengst en door de volledige verbranding in de ketel zijn er minder restdeeltjes die blijven hangen in de ketel en de buizen waardoor de noodzaak aan onderhoud lager is. In Wallonië is het onderhoud voor hoogrendementsketels op gas enkel verplicht om de 3 jaar.
Minister, staat u nog altijd achter de verplichting van een jaarlijks onderhoud van de centrale verwarmingstoestellen op stookolie of vaste brandstof en een tweejaarlijkse onderhoudsbeurt voor toestellen op gas?
Acht u het zinvol wat de periodiciteit van het onderhoud betreft, een onderscheid te maken tussen oude en nieuwe ketel – condensatie/hoogrendementsketel – in plaats van tussen gas en stookolie? Mij lijkt dat in elk geval in de huidige stand van zaken een goede keuze.
De handhaving op de uitvoering van het besluit van 8 december 2006 komt toe aan de gemeenten. Hoe evalueert u die handhaving? Hebt u cijfers over het aantal uitgevoerde controles in 2016?
Naast het verplichte onderhoud wordt een verwarmingsaudit voor centrale verwarmingssystemen met een vermogen groter dan 20 kilowatt eveneens om de 5 jaar verplicht. Hoe evalueert u de toepassing van deze verplichting?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Dat periodieke onderhoud bestaat uit een reiniging van het rookgasafvoerkanaal, een inwendige reiniging van de ketel en een verbrandingscontrole. Bij de reiniging van het rookgasafvoerkanaal wordt gecontroleerd op roetafzetting en gaat men na of de rookgassen voldoende naar buiten kunnen. Rookgassen kunnen immers schouwbrand veroorzaken en er kan ook terugslag zijn wat levensgevaarlijk is.
Bij een inwendige reiniging van de ketel wordt roetafzetting of ander residu verwijderd, wat als neveneffect een verminderde warmtewisseling kan hebben. In het geval van stookolie kan het de ketel beschadigen en zwavelvuur vormen. De ketel moet dus goed en veilig werken in het belang van de bewoners en in het belang van het klimaat. Immers, wanneer een verbrandingsketel goed werkt, zal hij ook minder verbruiken.
Ik blijf achter regelmatig onderhoud staan van alle verwarmingsketels omdat vervuiling, in zowel de ketel als het rookgasafvoerkanaal, optreedt op termijn, ook bij normaal gebruik. Daarnaast is de goede werking van een ketel afhankelijk van verschillende factoren die door de technicus maar ook door de gebruiker kunnen worden gemanipuleerd.
Aangezien de verbrandingstechnologie die wordt toegepast in condensatietoestellen zeer efficiënt is en tot een verminderde kans op vervuiling leidt in de ketel en in het rookgasafvoerkanaal, zal ik een herziening van de onderhoudsfrequentie met bijkomend onderscheid op basis van de gebruikte verbrandingstechnologie graag verder onderzoeken. Ik denk dat dat een goede suggestie is.
Er zijn geen cijfers over het toezicht op eigenaars en gebruikers van centrale stooktoestellen beschikbaar. Alle lokale besturen worden wel jaarlijks aangeschreven en herinnerd aan hun bevoegdheid over deze materie.
In 2015 is een participatief onderzoek uitgevoerd naar de kennis en de naleving van de regelgeving over centrale verwarmingsinstallaties. Daaruit bleek dat de verplichtingen over het onderhoud en de keuring relatief goed gekend zijn en ook nageleefd worden. Dat geldt niet voor de verwarmingsaudit. Om daaraan tegemoet te komen en eigenaars en gebruikers beter te sensibiliseren over hun energieverbruik zal de verwarmingsaudit voor ketels vanaf 20 kilowatt tot en met 100 kilowatt in de toekomst worden uitgevoerd, samen met het periodieke onderhoud door de ingebruikname van een geïntegreerde webtoepassing. Op die manier kunnen we ook tot een vereenvoudiging komen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, ik ben blij met uw antwoord. Ik denk dat het inderdaad goed is om te bekijken of we niet beter een onderscheid maken of de grens trekken tussen een nieuwe en oude ketel, een traditionele en een hoogrendementsketel in plaats van alleen maar naar de brandstof te kijken en daar de periodiciteit, 1 of 2 jaar, op te enten. Ik denk dat we een rationele stap kunnen zetten wanneer we dit aanpassen.
De heer Danen heeft het woord.
Als de technologie evolueert, moeten we inderdaad ook nagaan of de onderhoudsprocedures niet moeten worden bijgeschaafd. Minister, ik steun u dan ook wanneer u zegt dat u dat wilt bekijken.
Ik meen te weten dat een aantal burgers, en ik hoop dat dat de meerderheid is, dat onderhoud heel secuur laat uitvoeren, jaarlijks of tweejaarlijks, maar ik denk dat er ook een grote groep bestaat die dat nooit of bijna nooit doet. Als u zegt dat u of de gemeenten geen zicht hebben op die handhaving, maak ik me daar wel wat zorgen over. Ik heb begrepen dat u de gemeenten aanschrijft over die handhaving maar u hebt er geen zicht op of zij dat ook doen. Kunt u bekijken of dat beter of ander kan? Ik pleit helemaal niet voor een aardgaspolitie of zo, maar het zou wel goed zijn dat mensen weten dat zij, indien ze de nodige controles niet laten uitvoeren, een groot risico lopen op schouwbrand. Bovendien is het zeer asociaal: een ketel die niet regelmatig wordt gecontroleerd, stoot veel meer uit, waardoor het verwarmingssysteem ook veel minder efficiënt zal werken, wat zorgt voor meer uitstoot en een hogere kost. Minister, wilt u bekijken hoe de handhaving beter en anders kan verlopen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
We zijn het er allemaal over eens dat wanneer de technologie verandert, de regelgeving eveneens moet worden gescreend en herbekeken. We zullen dat zeker doen.
De handhaving kunnen we bekijken samen met de evaluatie van de termijnen op basis waarvan die controles moeten gebeuren. Misschien moeten we daarover eens van gedachten wisselen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), maar het is vooral de sensibilisering, het feit dat mensen weten dat ze het moeten doen, die van belang is. We moeten niet handhaven om te handhaven en zo veel mogelijk mensen te treffen, het gaat in eerste instantie over de veiligheid van mensen. Ik ben ervan overtuigd dat we vooral de nadruk moeten leggen op die veiligheid. Dat is de beste manier om resultaten te boeken.
De heer Vandaele heeft het woord.
Mensen nodeloos op kosten jagen, moeten we inderdaad nooit doen. Wanneer dat jaarlijkse onderhoud dus niet nodig is, dan denk ik dat het best is dat we dat niet eisen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.