Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in het kader van het Algemeen Waterverkoopreglement zijn de waterexploitanten en drinkwatermaatschappijen verplicht jaarlijks te rapporteren aan de Vlaamse Milieumaatschappij over een aantal zaken. Onlangs werden de statistieken van 2015 gepubliceerd. Het is een interessant document.
Uit de cijfers blijken heel wat positieve evoluties ten opzichte van 2014. Zo daalde het aantal aanvragen tot betalingsuitstel met 15,2 procent en daalde het aantal aanvragen voor een afbetalingsplan met 5,8 procent.
Het aantal toegestane afbetalingsplannen dat niet correct werd nageleefd, daalde lichtjes van 47 procent in 2014 naar 41 procent in 2015. De lokale adviescommissie (LAC) legde in 2015 10.290 afbetalingsplannen op, waarvan 66,9 procent niet nageleefd werd. Het aantal afsluitingen steeg met 10 procent ten opzichte van 2014.
Minister, kunt u de voornaamste resultaten van de waterstatistieken toelichten? Hoe interpreteert u deze resultaten? Plant u naar aanleiding van deze statistieken bepaalde acties? Ondanks een lichte daling ten opzichte van 2014 ligt het cijfer van het aantal toegestane afbetalingsplannen dat niet correct werd nageleefd, hoog. Ook 66,9 procent van de afbetalingsplannen die opgelegd werden door de LAC, werd niet nageleefd. Wat is volgens u de oorzaak van het hoge aantal afbetalingsplannen dat niet correct wordt nageleefd? Plant u concrete stappen? Zo ja, welke en op welke termijn? Hoe verklaart u de stijging van het aantal afsluitingen? Plant u concrete stappen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, dit rapport is al gepubliceerd en is vrij beschikbaar. Het staat ook online.
Wat zijn de belangrijkste opvallende resultaten van het onderzoek? Ik heb een hele oplijsting mee, die ik hier even zal overlopen. De exploitanten ontvingen 61.387 aanvragen tot betalingsuitstel. Tussen 2012 en 2014 was er een stijging; daarna is het aantal gedaald. In totaal ontvingen 173.259 klanten ten minste 1 ingebrekestelling. Ook dat is een daling, met 20 procent. In totaal zijn 55.487 afbetalingsplannen aangevraagd, waarvan 99,7 procent werd toegestaan. Het aantal aangevraagde afbetalingsplannen steeg sterk tussen 2012 en 2014, maar is dus opnieuw gedaald in 2015.
Het percentage van het aantal aangevraagde afbetalingsplannen dat niet correct werd nageleefd, bedraagt 41 procent. Wat de door de LAC opgelegde afbetalingsplannen betreft, bedraagt het percentage 66,9 procent. 294 gemeenten hebben een actieve LAC-werking. In totaal zijn 30.772 dossiers naar een LAC doorgestuurd. Het aantal positieve LAC-adviezen tot afsluiting is gestegen. Ten opzichte van het aantal beslissingen is het een stijging van 19 procent in 2014 tot 22,6 procent in 2015. Ook het aantal negatieve adviezen is gestegen, met 141,1 procent, tot 7600. In 29 procent van de gevallen werd een negatief advies gegeven en mag er niet afgesloten worden.
In 2015 werden alle aanvragen tot afsluiting wegens een weigering tot toegang tot de ruimte waar de watermeter is opgesteld, positief geadviseerd. Ook de aanvragen tot afsluiting wegens een weigering tot naleven van de procedures voor tegensprekelijke overname of voor een vernieuwde indienststelling, werden bijna altijd positief geadviseerd. Bij aanvragen tot afsluiting wegens weigering of wegens het niet nakomen van de betaling van de factuur, werd in 5 procent van de gevallen positief, in 35,7 procent van de gevallen negatief en in 59 procent van de gevallen voorwaardelijk geadviseerd door de LAC’s. In totaal zijn 3900 klanten zonder ondernemingsnummer effectief afgesloten van de watertoevoer. Het aantal effectieve afsluitingen blijft ongeveer constant.
Ik heb de drinkwatermaatschappijen en de OCMW’s verantwoordelijkheid gegeven in het gewijzigde beleid, dat erop gericht is om wanbetaling op een sociaal aanvaardbare manier op te volgen en om afsluiting van de watertoevoer maximaal te vermijden. De vaststellingen en trends die ik net heb overlopen, geven aan dat dit beleid op het terrein werkt en dat het is doorgetrokken. Ik stel een verhoogde inzet van instrumenten vast, zoals het uitstel van betaling, een afbetalingsregeling en een LAC-werking. Toch lijken verschillende parameters erop te wijzen dat betalingsproblemen geregeld blijven voorkomen en dat vooral de niet-vrijstellingsgerechtigde klanten daar kwetsbaar voor zijn.
Over de specifieke acties hebben we het hier al gehad op 11 oktober. Ik heb toen onder meer verwezen naar het project Water en Armoede. Er is ook het project rond lerende netwerken, dat op dit moment georganiseerd wordt. Een ander dossier waar ik werk van maak, is een doorlichting van het algemeen waterverkoopreglement. Ook dat heb ik op 11 oktober grondig uiteengezet.
Er zijn verschillende elementen die bij de afbetalingsplannen belangrijk zijn. In de eerste plaats is het zo dat mensen in armoede structureel een ontoereikend inkomen hebben. Het tijdig betalen van de waterfacturen of de afbetalingsplannen is vaak moeilijk. Een tweede element is dat afbetalingsplannen, zowel de plannen die door de exploitanten worden toegestaan, als de plannen die door de LAC worden opgelegd, niet steeds voldoende op maat opgesteld worden, ook al leert navraag bij OCMW’s en drinkwatermaatschappijen ons dat de hoogte van het afbetalingsbedrag niet noodzakelijk een determinant blijkt van de mate van naleving. Niettemin is dit natuurlijk een hoog cijfer. We bekijken hoe we dat verder kunnen oplossen via het reeds vermelde project Water en Armoede. De goede praktijk rond afbetalingsplannen die de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) heeft opgesteld, kan daarbij eventueel ook een inspiratie zijn.
Dan kom ik tot uw vijfde vraag. Daar spelen verschillende elementen mee. Een eerste is uiteraard de verhoging van het aantal op de LAC behandelde dossiers, dat serieus is gestegen. Een verhoging van het aantal dossiers brengt een verhoging van het aantal uitspraken met zich mee. Een ander element is dat vastgesteld kan worden dat de LAC’s in deze dossiers vaker positieve of negatieve adviezen formuleren, en minder voorwaardelijke. Dat brengt met zich mee dat er meer afsluitingen zijn, maar ook dat er veel meer expliciet negatieve weigeringen zijn. Ik wens er ook op te wijzen dat uit het rapport blijkt dat het aantal afsluitingen stagneert, al ben ik het er uiteraard mee eens dat elke afsluiting er een te veel is, mevrouw Taeldeman. Daarom werken we ook verder aan nieuwe oplossingen, om te bekijken hoe we dat in de toekomst nog kunnen verminderen.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Bedankt voor de toelichting bij de statistieken van 2015, minister. Ik ben het volledig met u eens dat er op het terrein resultaten zichtbaar zijn van het gewijzigde beleid, dat is gericht op het opvolgen van de wanbetaling op een sociaal aanvaardbare manier en het vermijden van een afsluiting van de watertoevoer. Het gevoerde beleid kent inderdaad zijn doorwerking. Het jaarlijkse rapport is leerrijk voor ons allemaal. De rapporten wijzen ons op een aantal tendensen. De statistieken van 2015 wijzen op een aantal positieve tendensen, maar we moeten ook voorzichtig zijn, zeker wat betreft de afbetalingsplannen die niet correct worden nageleefd. We zijn allemaal van oordeel dat een afbetalingsplan een krachtig instrument is om waterarmoede en afsluitingen van de watertoevoer verder te beperken.
Ik ben het ook met u eens dat er moet worden gekeken naar een manier om meer op maat te werken en meer naar haalbare afbetalingsplannen te gaan, zodat die cijfers wat betreft het niet correct naleven van afbetalingsplannen naar beneden gaan. Ik begrijp dat er gewerkt wordt aan een code van goede praktijken rond die afbetalingsplannen en dat dat mee opgevolgd wordt in het algemene waterverkoopreglement.
De heer Beenders heeft het woord.
We moeten de cijfers allemaal wat in hun perspectief plaatsen. De Watergroep heeft vorig jaar immers gedurende een aantal maanden geen cijfers kunnen doorgeven, doordat ze hun facturatiesysteem hebben moeten aanpassen. We moeten daar rekening mee houden, aangezien dat toch de grootste drinkwatermaatschappij is.
Het is goed om tendensen te zoeken in de cijfers, maar we weten ook dat een heel aantal mensen hun gedrag dusdanig veranderen om niet in die cijfers terecht te komen. Die mensen gaan elke dag heel spaarzaam met water om, misschien zelfs ten koste van hun hygiëne, om ervoor te zorgen dat ze niet in die statistieken komen.
We hebben hier een hele discussie gehad over de sociale correcties, omdat we gezien hebben dat een heel aantal mensen die vandaag onder de armoedegrens leven, nog geen recht hebben op sociale correcties, terwijl dat ervoor zou zorgen dat hun factuur betaalbaarder zou worden en ze misschien iets comfortabeler zouden kunnen leven. Er is toen gezegd dat er door deze regering een evaluatie zou gebeuren om de sociale correcties over de beleidsdomeinen heen op eenzelfde manier te behandelen. Zijn daar al stappen in gezet? Welk perspectief kunnen we die mensen, die vandaag recht zouden kunnen hebben op een sociale correctie, geven dat ze dat wel krijgen voor hun drinkwaterfactuur?
De heer Danen heeft het woord.
De LAC’s beslissen inderdaad autonoom wanneer en om welke reden er afgesloten wordt, natuurlijk binnen het wettelijke kader. Hebt u er zicht op of er grote verschillen zijn tussen de verschillende LAC’s? Worden er maatregelen genomen om een meer objectieve aanpak te genereren? Dat is hier ooit al aan bod gekomen, maar ik wil die vraag nog eens stellen, omdat het wel van belang is.
Een woning zonder water lijkt mij heel moeilijk leefbaar, maar een woning zonder elektriciteit is dat ook. Als het water wordt afgesloten, is het dan vaak zo dat ook elektriciteit en gas afgesloten worden of zijn? Is er een correlatie tussen de beide armoedeparameters?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Het is goed dat we die statistieken hebben. Vroeger hadden we geen gegevens en konden we niets vergelijken en dus ook geen tendensen ontdekken. Het is goed dat die cijfers er nu wel zijn en het is ook de bedoeling dat het beleid op basis daarvan kan worden bijgestuurd.
Ik herhaal ook dat de drinkwaterprijzen in Vlaanderen in vergelijking met die van Brussel en Wallonië en van onze buurlanden, bij de goedkoopste zijn. Dat is ook na de hervorming van de waterfactuur nog het geval. Het is niet zo dat wij de waterprijzen de hoogte in hebben gejaagd en nu tot de duurste drinkwatermaatschappijen zouden behoren.
Er is wel degelijk een verschil tussen de LAC’s onderling. We stellen vast dat daar op een andere manier mee wordt omgegaan, vandaar de code goede praktijk. De LAC’s behoren tot de bevoegdheid Welzijn. Zij moeten ook nog andere beoordelingen doen. Ik weet dat men eraan werkt om dat op een gelijkvormige en uniforme manier te laten gebeuren.
De sociale correcties zijn bezig. Zij vallen onder het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA) en worden getrokken door minister Homans.
Mijnheer Danen, ik kan u niet zeggen of er een correlatie bestaat tussen personen die van water worden afgeschakeld en personen die van elektriciteit worden afgeschakeld. Ik zal nagaan of we die cijfers naast elkaar kunnen leggen. Ik vrees eigenlijk wel dat er daar een gelijklopende tendens is.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Mijnheer Danen, het zou interessant zijn om na te gaan of er een correlatie bestaat tussen wie van water en wie van elektriciteit of gas wordt afgesloten.
Minister, ook interessant was uw vergelijking van de drinkwaterprijzen tussen Vlaanderen enerzijds en Brussel en Wallonië anderzijds. Ik zou het appreciëren indien we die vergelijkende drinkwaterfactuur op papier zouden kunnen krijgen via de commissiesecretaris.
Ik kijk ook uit naar de evaluatie van alle Vlaamse sociale correcties die we tegen eind 2017 mogen verwachten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.