Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Minister, het Meldpunt eetproblemen in topsport is in 2012 ontstaan. Topsporters kunnen er terecht met hun vragen en bekommernissen. De hulpvrager wordt doorgestuurd naar een provinciaal team, waar het probleem verder bevraagd en concrete hulp aangereikt wordt. Vanaf 2014 is er geen afzonderlijk budget meer vrijgemaakt voor het Meldpunt.
Sedert 2014 is er ook de website www.eetproblemenindesport.be. Naast een breed gamma aan informatie is er ruimte voor een driedelige doorverwijzing op de website: er staat contactinformatie van sportpsychologen en sportdiëtisten ter beschikking, met daarnaast een verwijzing naar Eetexpert vzw als kenniscentrum inzake eet- en gewichtsstoornissen. Dit centrum valt binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG).
Minister, ter ondersteuning van het ethisch sporten doet u een beroep op het Internationaal Centrum Ethiek in de Sport (ICES). Dit treedt op als kenniscentrum om de sportsector waar nodig te begeleiden en te ondersteunen. Zijn website www.ethischsporten.be wijdt een segment aan eetproblemen in de topsport, met een vermelding naar eetproblemenindesport.be. Dat behoort op zijn beurt toe aan het beleidsdomein Werk, Economie, Innovatie en Sport (WEIS).
‘Preventie’ is het sleutelwoord. Dat betekent zelf de stap zetten naar sporter en coach om proactief te informeren en sensibiliseren. Uit mijn schriftelijke vraag van april 2016 bleek dat slechts een viertal topsportfederatiewebsites eetproblemenindesport.be vermelden.
Minister, plant u verdere acties om de bekendheid van de website te verhogen? Hoe kunnen we sportfederaties doorgaans nog meer gaan betrekken dan nu het geval is? Flyers en posters werden in het verleden uitgedeeld ter bekendmaking van het Meldpunt eetproblemen in topsport. Voorziet u aanvullende en hernieuwde acties?
Eetproblemenindesport.be bevat heel wat relevante informatie voor verscheidene doelgroepen. Daarnaast hebben ze een sectie gewijd aan doorverwijzing. Op het Meldpunt eetproblemen in topsport kan men eveneens doorverwezen worden naar experten ter zake. Beide vervullen dus een gelijkaardige functie. Zijn deze instanties voldoende op elkaar afgestemd of betreft het een overlappende werking? Is het Meldpunt eetproblemen in topsport nog voldoende actueel in verhouding tot het recentere eetproblemenindesport.be? Dient de nood zich aan te bepalen waar we verder op inzetten en waar niet?
Het ICES wordt op regelmatige basis betrokken bij de trainingen die gegeven worden door de Vlaamse Trainingschool (VTS). Daar krijgt het de ruimte voor een uiteenzetting over ethisch sporten. Wordt Eetexpert al geraadpleegd om inzake eet- en gewichtsproblemen een relevant kader aan te bieden tijdens dergelijke vormingen? Zo niet, acht u het opportuun om de expertise van Eetexpert in de toekomst te betrekken bij het vormingsaanbod?
Vermoedt u dat er met betrekking tot eet- gewichtsstoornissen binnen de topsport en de sport nog blinde vlekken, onduidelijkheden of opportuniteiten aanwezig zijn die beter in kaart kunnen worden gebracht? Is er in dit verband nood aan bijkomend onderzoek?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Godderis, het is heel duidelijk dat preventie een cruciale parameter of manier van werken is. Coaches, trainers, maar ook de omkaderende staf en de medeatleten moeten zich allemaal bewust zijn van mogelijke risicofactoren en ook kunnen omgaan met eventuele signalen.
Met de website www.eetproblemenindesport.be geven we uitvoerig en op een zeer goede manier informatie. We moeten niet direct actie ondernemen om dat kenbaar te maken. Zeker de actie met de affiches op zichtbare plaatsen in clubs en federaties lijkt mij een goede manier van werken. Als je dat combineert met een goede website, met links naar een aantal federaties, is dat alles bij elkaar een goede manier. Ik geloof dat een rechtstreekse link vanaf een affiche naar een website een betere manier van werken is dan nog iets bij te plaatsen op de website van een federatie. Als je op het internet zoekt op ‘eetproblemen’ en ‘sport’, kom je op de website waarover ik het al had.
Het Meldpunt eetproblemen in de sport werd in het leven geroepen in 2012. In 2014, bij de lancering van eetproblemenindesport.be, ging het meldpunt mee op in de contactpersonen die zijn aangegeven in de sectie ‘Hulpverlening’. Op die manier hebben we die twee initiatieven in elkaar geschoven, zoals dat moet gebeuren.
Gezond sporten is een item dat in het hele vormingsaanbod voorkomt. In alle trainerscursussen, van initiator tot en met trainer A, wordt altijd aandacht besteed aan voeding, maar ook aan mentale aspecten, ethiek en gezondheid. Daarnaast is er ook een permanente bijscholing. In 2014 werd een sessie georganiseerd over gezonde sportvoedingspatronen tijdens de Dag van de Trainer. Er werd ook aandacht besteed aan eetproblemen in de campagne ‘Is kiezen verliezen?’. Deze campagne werd door de VTS uitgewerkt, in samenwerking met het ICES. Ten slotte zijn er op dit moment gesprekken bezig tussen de VTS en Eetexpert, om nog een vervolg te breien aan het net vermelde initiatief, in het kader van het vormingsaanbod VTS+, dat toegankelijk zou zijn voor alle trainers.
Zowel qua aanbod als qua werking van de opleidingen besteden we echt wel aandacht aan voeding en alles wat daarmee in verband staat.
Er is een goed onderzoek geweest in 2014 door professor Laurens Claes van de KU Leuven. Hij bracht de situatie in Vlaanderen in beeld. Daar kunnen we mee verder. Er zijn sinds 2014 geen fundamentele wijzigingen in dat geheel. We moeten nu niet opnieuw onderzoeken doen, tenzij we ergens signalen in die zin zouden opvangen.
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Minister, dank u. Ik spreek regelmatig met de Eetexpert. Voor hen is het wel heel belangrijk om met die coaches te werken en hun ook verder werk te geven. Ik vraag me soms af of die trainers genoeg aan preventie doen. Worden ze hierin goed begeleid? U zegt van wel. Alvast is het een niche om dat op te volgen. Maar naar mijn mening is er toch nood aan een concreter onderzoek.
Ik noteerde nog een paar bedenkingen bij dat onderzoek van de KU Leuven. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de sporten, bijvoorbeeld ethische sporten en sporten met gewichtsklassen. Studies uit meerdere landen tonen verschillende kwetsbaarheden in de verschillende sporten aan. Er wordt ook geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten eetstoornissen.
Ik geef opnieuw een voorbeeld: anorexia en boulimie. Anorexia kom je waarschijnlijk vaak tegen bij wielrenners, bij dansers en danseressen. Boulimie zie je vaker bij judoka’s. De ene keer moeten ze 60 kilogram wegen, dan moeten ze tussen 65 en 70 kilogram wegen. Dat is boulimie. Ze eten veel om aan dat gewicht te geraken. Het onderzoek laat toe symptomen te meten van een eetstoornis, maar niet of er een diagnose kan worden gegeven.
Ten slotte worden de diverse en algemene groepen van topsporters vergeleken met de specifieke groep van jongeren die allemaal worden gediagnosticeerd met die eetstoornissen. Zo zal de zwaarte van eetproblemen bij topsporters vanzelfsprekend lager uitvallen. De vergelijking gaat niet op.
Mensen die problemen hebben met eten terwijl ze aan topsport doen, blijven daarmee kampen als ze stoppen met topsport. Ze zijn het al jaren gewoon om te letten op hun eten en blijven in dat stramien, dus met eetstoornissen zitten. Dat moet toch extra worden gecontroleerd.
Mevrouw Godderis, ik neem uw opmerking zeker mee. Eetstoornissen die voorkomen na de sport, moeten we niet controleren, maar sensibiliseren. We moeten niet controleren of die mensen goed eten. Dat is niet de rol van een minister van Sport of zijn inspectie. Maar ik begrijp wat u bedoelt. Ik neem uw opmerkingen mee en geef ze door. Dan bekijken we of er extra onderzoek nodig is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.