Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Pira heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik had mijn vraag eerst ingediend bij minister Homans, maar voor de organisatie van de klimaattop, verwees men mij naar de minister van Leefmilieu.
Tijdens de klimaattop van 19 april 2016 gaf gedeputeerde Ludwig Vandenhove namens de vijf Vlaamse provincies een pleidooi voor meer interbestuurlijke samenwerking rond klimaat. De vijf Vlaamse provincies werken al jaren rond klimaat, duurzame ontwikkeling en biodiversiteit. Zo bijvoorbeeld ondertekenden in juni 2014 57 Vlaams-Brabantse gemeenten onder leiding van Luc Robijns en later Tie Roefs, het Europees Burgemeestersconvenant. Het was de eerste keer in Europa dat zo’n grote groep gemeenten het Burgemeestersconvenant ondertekende. En het is duidelijk dat ook op andere plaatsen in Vlaanderen de provincies als regiobestuur een onmisbare motor geworden zijn voor het behalen van de gemeentelijke klimaatambities.
Nu Vlaanderen het Vlaamse beleid daarrond verder vorm wil geven, vragen de gedeputeerden Klimaat en Milieu aan de Vlaamse overheid om dat samen met hen te doen. Interbestuurlijke samenwerking is vanuit het standpunt van de Vlaamse provincies een grote uitdaging, maar biedt vooral veel kansen. Door een goede interbestuurlijke samenwerking kunnen de Vlaamse provincies een hefboom vormen voor het Vlaamse klimaatbeleid. Minister, u weet ook dat de realisatie van het klimaatbeleid vooral afhangt van het lokale bestuur.
Minister, erkent u de rol van de provincies als motor in het behalen van de gemeentelijke klimaatambities? Bent u bereid om op de vraag van de provincies in te gaan om het Vlaamse klimaatbeleid mee vorm te geven? Bent u bereid tot een interbestuurlijke samenwerking met de verschillende beleidsniveaus in Vlaanderen en/of een interbestuurlijk klimaatakkoord?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega Pira, ik geloof zeker in de provincies. Zij ondersteunen al heel veel jaren de gemeenten bij het voeren van een duurzaam lokaal milieu- en klimaatbeleid.
De pionier was eigenlijk de provincie Limburg. In 2011 nam de provincie het voortouw om het Burgemeestersconvenant in Vlaanderen bekend te maken. Het was de eerste provincie waarin alle gemeenten vrijwillig het Burgemeestersconvenant hebben ondertekend. Vier van de vijf provincies zijn intussen ook erkend als territoriaal coördinator. Ik ga dus absoluut akkoord dat de provincies en de gemeenten belangrijk zijn in het klimaatbeleid.
Er zijn ook andere actoren. Ik denk bijvoorbeeld aan de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) als trekker van het Vlaams Netwerk Burgemeestersconvenant. Zij hebben ook de pioniers bij elkaar gebracht, samen met intercommunales, om klimaatplannen op te maken.
Tijdens de Vlaamse klimaattop van 19 april is ook vaak aangegeven dat de provincies belangrijke facilitators zijn en stimulators van het klimaatbeleid.
Ik ga graag in op het verzoek van de provincies om het klimaatbeleid verder mee vorm te geven. In de verschillende rondetafels die worden georganiseerd, worden ook de provincies betrokken. Dat is dus in ieder geval ook gepland.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw zeer duidelijk antwoord. Ik vraag me af of ik van de andere minister zo’n duidelijk antwoord zou hebben gekregen.
Hoe zult u dat concreet vormgeven? Misschien ging u wat te snel en heb ik het niet kunnen noteren. U zei dat u graag bereid bent om op het verzoek in te gaan om de provincies het klimaatbeleid mee vorm te laten geven. Hoe zult u dat concreet vormgeven? Kunt u daarover meer details geven?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Pira, elk beleidsdomein organiseert rondetafels voor de verdere invulling van maatregelen in het klimaatbeleid. Ook de provincies worden daarop uitgenodigd.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Dat volstaat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.