Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Vanaf 1 januari 2016 is het in principe voor elke werknemer die oud genoeg is, mogelijk om een raming van de pensioendatum te krijgen. De federale diensten zijn naar eigen zeggen ook bezig met een systeem waarmee het pensioenbedrag zal kunnen worden opgevraagd. De combinatie van beide gegevens is specifiek voor werknemers in het Vlaamse onderwijs een service waarvan ze gebruik kunnen maken om af te wegen of ze hun vroegst mogelijke pensioendatum al dan niet zullen gebruiken.
Concreet moeten we toch vaststellen dat net de personen die er baat bij hebben, geen gebruik kunnen maken van dit systeem. Dat het pensioenbedrag nog niet kan worden berekend voor personeelsleden die nog jaren te gaan hebben, is uiteraard geen probleem, maar voor wie per 1 september 2016 zou willen uittreden, is het toch wel interessant dat hij dat pensioenbedrag kan berekenen.
Ook voor de berekening van de P-datum worden de mensen die er het meest baat bij hebben, in de steek gelaten. Voor wie constant voltijds heeft gewerkt, lijken er geen problemen, maar vooral voor vrouwelijke personeelsleden met een deeltijdse carrière blijken er onoverkomelijke problemen te zijn. Personeelsleden die op 1 september 2016 als laatste cohort gebruik kunnen maken van een jaar terbeschikkingstelling voorafgaand aan het pensioen, krijgen daar in sommige gevallen nog geen uitsluitsel over, omdat hun P-datum niet wordt berekend.
Op de website van de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) staat een hele uitleg, die ik in mijn vraag heb weergegeven, maar die ik niet zal voorlezen. Het komt er eigenlijk op neer dat gesteld wordt dat ofwel de private werknemer, ofwel de overheid hun niet de juiste gegevens bezorgt om de pensioendatum en/of het pensioenbedrag te kunnen berekenen. De pensioendatum zou in principe mogelijk zijn vanaf 1 september 2016, het pensioenbedrag vanaf 2017.
Welke gegevens van het Agentschap voor Onderwijsdiensten ontbreken nog bij PDOS zodat de P-datum van sommige personeelsleden met geboortejaar 1957 nog steeds niet kan worden berekend?
De ontbrekende P-data lijken vooral voor te komen bij mensen met een deeltijdse carrière en met dienstonderbrekingen. Toch is sinds 2012 bekend dat ook een jaar waarin deeltijds gewerkt werd, meetelt voor de berekening van de P-datum. Zijn er ondertussen veranderingen doorgevoerd in de berekening van de anciënniteit bij periodes van deeltijdse arbeid? Zo ja, welke, en met welke motivering?
Kunt u er bij uw federale collega van Pensioenen op aandringen dat personeelsleden ten laatste in het jaar van hun P-datum ook een raming van het bedrag kunnen krijgen?
Minister Crevits heeft het woord.
Mensen zin doen krijgen om hun P-datum te onderzoeken, klinkt fout, nietwaar? (Gelach)
De vraag is echter wel relevant, mijnheer De Meyer, maar mijn 50 minuten waren voorbij en ik moest mij even kunnen ontspannen.
Voor de RSZ, waarvan de PDOS deel uitmaakt, wordt de gesubsidieerde onderwijssector beschouwd als de grootste werkgever van het land. Daarom was het erg belangrijk dat de uitvoering van het project Capelo, de uitbouw van het elektronisch pensioendossier, goed verloopt. De Vlaamse agentschappen voor het onderwijs hebben zich van bij het begin van het project sterk geëngageerd om het tot een goed einde te brengen, vooral omdat er voordelen uit voortvloeien voor de personeelsleden in het onderwijs en de scholen. Niet alleen was de samenstelling van het pensioendossier al langer een belangrijke factor van administratieve lasten, de nieuwe pensioenregeling, met een individueel vast te stellen pensioendatum, maakte deze informatisering nog meer noodzakelijk.
Tussen juni 2012 en 2015 bezorgden onze onderwijsdiensten het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) en het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS) de historische loopbaangegevens tot en met 31 december 2010 van alle 174.000 personeelsleden uit het onderwijs aan PDOS. Deze overdracht gebeurde in het kader van het Capeloproject. Het project werd succesvol afgerond eind 2015.
De beide agentschappen hebben dit project gerealiseerd dankzij de automatisering van de overdracht van de gegevens, maar ook en vooral dankzij de inzet van alle ambtenaren die werken in de sector onderwijspersoneel, AgODi en AHOVOKS. Bij de start van Capelo, in 2012 en 2013, hebben zij 18.400 dossiers volledig handmatig ingebracht. Het betrof personeelsleden die vlak voor hun pensioen stonden. 140.000 dossiers werden automatisch opgemaakt en zonder probleem doorgestuurd. Ten slotte hebben AgODi en AHOVOKS nog 27.000 automatisch opgemaakte dossiers manueel bijgewerkt vanwege de hoge complexiteit. Ik wil hen hiervoor expliciet bedanken.
Tijdens het volledige proces stonden beide agentschappen permanent in contact met PDOS en de informaticadiensten, Sigedis, waarmee PDOS samenwerkt. Samen klaarden zij de knelpunten uit.
De automatisering heeft 1 miljoen euro gekost, maar het nieuwe systeem kan in de toekomst gebruikt worden voor andere vormen van gegevensoverdracht naar externe instanties.
De loopbaangegevens vanaf 01 januari 2011 worden met DFMA-aangifte aan PDOS bezorgd. Hiervoor werden de wijzigingen in DMFA geïmplementeerd eind 2011. De gegevens over 2011 werden met terugwerkende kracht ingestuurd. Sindsdien worden per kwartaal automatisch dergelijke gegevens doorgegeven. Hiermee beschikt PDOS over alle loopbaangegevens waarop AgODi en AHOVOKS zicht hebben. Ook voor de personeelsleden geboren in 1957 beschikt PDOS dus over alle elementen om de P-datum te berekenen.
Alle dienstonderbrekingen in het onderwijs zijn via Capelo als basisgegevens doorgegeven aan PDOS. In het kader van het Capelo-project overlegden PDOS en Onderwijs hoe bepaalde dienstonderbrekingen aan PDOS dienen doorgestuurd te worden. Maar het is PDOS die bepaalt welke gegevens en welke dienstonderbrekingen in aanmerking genomen worden voor de berekening van de pensioendatum en welke niet.
Het is mij niet bekend dat PDOS een gewijzigd standpunt heeft ingenomen in verband met de in aanmerkingneming van jaren waarin deeltijds werd gewerkt. Mogelijk heeft de vraag betrekking op personeelsleden die ook buiten het onderwijs prestaties hebben verricht in het stelsel van het werknemerspensioen. In dat geval moeten de loopbaanelementen aangeleverd worden door andere instanties.
De mogelijkheid om via ‘Mypension’ niet alleen de P-datum te kunnen raadplegen, wat inmiddels mogelijk is gemaakt sinds vorige maand, maar ook het bedrag van het pensioen te simuleren, maakt deel uit van de planning van PDOS in de verdere uitrol van hun informatiseringsproject.
Ik zal via een brief bij mijn federale collega van Pensioenen de vraag onder de aandacht brengen om een raming te maken van de pensioenberekening voor de personeelsleden met geboortedatum in het jaar 1957, als die personeelsleden daar tenminste om vragen.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, het is nuttig dat u die informatie geeft.
Ingevolge de wijziging van de federale pensioenwetgeving is het begrijpelijk dat mensen zich zorgen maken over hun pensioen. Ze willen een en ander raadplegen, maar zijn gefrustreerd dat de instrumenten die voorhanden zijn niet optimaal werken.
Ik kreeg enkele bezorgde mensen uit het onderwijs over de vloer en heb geprobeerd samen met hen de website te raadplegen. Spijtig genoeg kregen we geen antwoord op onze vraag. Maar misschien werkt het systeem intussen optimaal.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik sluit me aan bij collega De Meyer. Er is veel onzekerheid over het recht op pensioen en de pensioendatum, maar ook over de hoogte van het pensioen.
Onlangs ontving ik een mail van een directeur die zegt dat er in zijn school heel wat leerkrachten zijn die tussen 1959 en 1965 geboren zijn. Twee jaar geleden werd hen meegedeeld dat het TBS55+ vervangen werd door TBS58+. Nu wordt aan dezelfde mensen duidelijk gemaakt dat ze niet op 60 jaar kunnen stoppen met werken. De directeur zegt dat er vaak wenende juffen in zijn bureau komen vragen hoe lang het nog zal duren voor er duidelijkheid komt in verband met hun pensioen. Er is voornamelijk een probleem voor de categorie leerkrachten die de data de voorbije jaren steeds hebben zien opschuiven.
De mogelijkheid die via MyPension wordt gecreëerd, is niet altijd even transparant. Sommigen krijgen het bericht minstens te moeten werken tot 64 of 65 jaar. In vier jaar tijd bijna tien jaar langer moeten werken, dat vinden die collega’s blijkbaar heel onrechtvaardig. Het is een oproep om effectief duidelijkheid te creëren, ook met de federale minister van Pensioenen, en rust te brengen in het onderwijsveld.
Het kadert natuurlijk ook in het loopbaandebat. We hebben echter de indruk dat er vanuit de Federale Regering torpedo’s worden afgevuurd die niet zonder gevolg blijven voor het Vlaams onderwijs.
Minister, hoe kunt u ervoor zorgen dat die transparante informatie ook effectief bij de leerkrachten komt?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik zal een brief sturen met de suggestie van collega De Meyer.
Mevrouw Gennez, het zou goed zijn als u me de brief of de mail waarnaar u verwijst, bezorgt. In principe zou het nu mogelijk moeten zijn om de datum te berekenen. Alles is geautomatiseerd. De informatie is sinds vorige maand voor iedereen beschikbaar via MyPension.
Ik heb hier drie mails: een van 2 februari, een van 28 januari en een van 18 februari.
Dat zou in theorie opgelost moeten zijn. Desnoods maakt u dat anoniem, maar we geven zeker die zorgen door, want dat zou in orde moeten komen.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, ik zal niet discussiëren over de vraag of dit al dan niet in orde is. Ik zal nog even de proef op de som nemen voor de mensen waarvoor ik dit heb gedaan.
Heel wat beslissingen zijn natuurlijk federaal genomen, maar hebben zware repercussies voor de onderwijssector. Ik wil u alleen nog meegeven – maar u weet dat – dat veel mensen uit de onderwijssector hopen dat u dit debat toch wel verder op de voet blijft volgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.