Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, minister, deze vraag staat in het teken van de Week tegen Pesten. Helaas blijft pesten actueel, collega’s. Uit een grootschalige bevraging bij 9566 leerlingen van het vijfde leerjaar basisonderwijs tot het laatste jaar van het middelbaar, blijkt dat 19,3 procent van de Vlaamse leerlingen minstens één keer in twee maanden tijd gepest wordt.
Hoewel het aantal leerlingen dat systematisch pest de voorbije jaren licht daalde, is pesten nog steeds een te grote plaag. Als jongeren zelf tussenbeide komen, zich uitspreken tegen het pestgedrag dat ze bij anderen waarnemen of zelf bemiddelen in een conflict tussen andere jongeren, lijkt dat een bijzonder gunstig effect te hebben in de strijd tegen pesten.
We hadden het hier al eerder over in discussies, minister, maar ook in de meest recente discussie met de kinderrechtencommissaris hadden we het over de ‘peer mediation’. Hoe faciliteert u die? Op welke wijze zorgt u als minister voor meer regie in het antipestbeleid?
Minister Crevits heeft het woord.
Op 21 januari 2016 hebben we in deze commissie ook een bespreking gehad over pesten. Collega Celis, ik kijk nu naar u, niet om u te pesten, maar omdat u daarover meestal vragen stelt.
Ik ben ervan overtuigd dat het overlegplatform welbevinden, preventie en aanpak van pesten op school, dat bestaat uit de onderwijskoepels, de Vlaamse Scholierenkoepel, ouderkoepels, vakbonden, lerarenopleiding en experten (cyber)pesten, een belangrijke katalysator moet en zal zijn om scholen aan te zetten tot actie.
Het overlegplatform heeft als centrale missie ertoe bij te dragen dat scholen warme leer-, werk- en leefplekken zijn waar leerlingen en personeel zich mentaal goed voelen. Het spreekt voor zich dat dit een schoolklimaat is waarin kinderen en jongeren ook de zorg voor elkaar durven op te nemen.
Daarnaast is het van belang dat ook buiten onderwijs dezelfde boodschappen worden gegeven. Hiervoor werkte ik samen met mijn collega’s van Welzijn, Jeugd en Sport aan een mededeling Integriteit, die op 29 januari op de ministerraad werd geagendeerd. In deze mededeling engageren we ons onder andere om een kennisplatform op te starten. Het gaat dus over een horizontale samenwerking tussen mezelf, collega Vandeurzen, collega Gatz en collega Muyters om op dat vlak informatie te delen. We moeten dit nog operationeel maken, maar we zijn het erover eens dat een duidelijke regierol vereist is en dat het best een samenwerking is tussen de verschillende expertisecentra, zoals Tumult, het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ) en Internationaal Centrum Ethiek in de Sport vzw (ICES) op het terrein. Pesten kun je immers niet in een hokje steken: dat is niet alleen onderwijs, of alleen sport. We moeten de krachten bundelen om meer slagkracht op het terrein te krijgen.
Het departement Onderwijs en Vorming organiseerde op 15 december 2015 een studiedag rond peer mediation. Daar is een publicatie op gevolgd: ‘Werken aan een verbindend schoolklimaat. Hoe reageert jouw schoolteam doeltreffend op pesten?’. In deze publicatie is een volledig hoofdstuk gewijd aan de methodiek van leerlingenbemiddeling binnen de volledige schoolaanpak.
Daarnaast sloot ik een overeenkomst met de Vlaamse Scholierenkoepel, die reeds van start ging met haar project ‘de Conflixers’ – ze hebben trouwens gevraagd om niet meer te spreken over peer mediation, maar over de Conflixers, zodat de term ingeburgerd geraakt. De Vlaamse Scholierenkoepel zal leerlingenbemiddeling ruim bekijken en allerlei methodes van peer-to-peer support onder de loep nemen.
Concreet heeft de Vlaamse Scholierenkoepel de volgende stappen ondernomen: het opmaken van een werkboek en filmpjes voor de website; het voeren van verkennende gesprekken of geven van workshops voor geïnteresseerde scholen, leerlingenraden, ouderraden, personeelsvergaderingen, schoolraden, directies of schoolbesturen; het geven van inspiratieworkshops over de Conflixers op studiedagen en conferenties, bij pedagogische begeleidingsdiensten, op pedagogische studiedagen, bij steden en gemeenten; het opmaken van een checklist voor de scholen waarmee ze kunnen nagaan of ze voor leerlingenbemiddeling klaar zijn. Ten slotte wordt de al bestaande webpagina aangevuld met informatie over hun project.
De afgelopen maanden kreeg de VSK al meer dan veertig vragen binnen van scholen en CLB’s die met de Conflixers aan de slag willen.
Het thema leeft dus op het terrein. Ik was een paar weken geleden samen met de koningin in de Sint-Guidoschool in Anderlecht. Daar waren niet alleen de mensen van Sint-Guido in Anderlecht aanwezig, maar ook een aantal andere projecten. Daar hebben we schitterende voorbeelden gezien van de manier waarop scholen gebruik maken van de kracht van kinderen om een schoolklimaat te creëren waarin geen plaats is voor pesten. Dat was bijzonder boeiend. Ik geloof dus echt in datgene waarmee de Vlaamse Scholierenkoepel nu aan de slag is. De Scholierenkoepel in secundair onderwijs heeft mij wel gevraagd erop toe te zien dat ook gebruik gemaakt wordt van de talenten van jongeren in het lager onderwijs. De school in Geel is daar onder andere zeer actief mee bezig. We gaan nu na wat we daarrond nog extra kunnen doen.
De heer De Ro heeft het woord.
Collega Gennez heeft met haar vraag terecht de aandacht gevestigd op preventieve en deels curatieve maatregelen en het inschakelen van kinderen zelf. Dat is het belangrijkste dat gedaan kan worden.
Ik heb nog twee opmerkingen. Misschien moeten we opleidingen geven rond bemiddeling, zowel bemiddeling waarin leerkrachten en mensen van het CLB een rol spelen als leerlingen zelf. We moeten nagaan of de bemiddelaars die in de gemeenten aangesteld zijn in het kader van de GAS-wetgeving, die naar mijn aanvoelen zeer veel ervaring hebben en ook zeer veel problemen oplossen, een deel van hun ervaring kunnen doorgeven. Nascholing op dat terrein is immers niet zo wijdverspreid.
Misschien kan het voor directies, die nu met de handen in het haar zitten bij heel zware pestgevallen waarvan vaak leerlingen of volwassenen van buiten de school aanstokers zijn, een oplossing bieden dat de toekomstige federale wetgeving bepaalt dat niet alleen de gepeste een klacht kan indienen bij het parket, maar ook mensen uit de vertrouwensomgeving. Misschien moeten we dat opvolgen zodat nadien het ministerie daarover kan communiceren met de groepen in het onderwijs die daarmee geconfronteerd worden.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Ik had de voorbije weken het geluk aanwezig te mogen zijn bij de uitreiking van een prijs die een school in Geel gekregen heeft voor de methodiek die daar gebruikt wordt. Gie Deboutte was daar aanwezig om een aantal zaken te kaderen.
Vorige week was er in Turnhout, ook in aanwezigheid van Gie Deboutte, een infomoment rond pesten. We moeten daar inderdaad blijvend aandacht voor hebben. Wat me daar opviel, is dat niet alleen de methodiek die scholen hanteren om het probleem binnen de school aan te pakken fundamenteel is in het verhaal, maar dat er een hele organisatie en een hele werking verder uitgetekend werd, toegelicht door Gie Deboutte, samen met de ouders. Het is eigenlijk een breder verhaal dan een pestproblematiek die zich uiteraard voor het grootste gedeelte afspeelt binnen de school, maar die zeker wat het cyberpesten betreft, 24 uur op 24 en ook in het weekend sterk doorgaat. Dan wordt het niet alleen verhaal van de jongere, maar ook van de ouders.
Buiten het feit dat er heel wat tips en richtlijnen werden gegeven op het vlak van het plan van aanpak, wil ik benadrukken dat ook binnen de school peer mediation zeker zijn voordelen zal hebben voor de leerlingen. Het is zeer belangrijk dat er ondersteuning is van leerkrachten, van zorgleerkrachten, met andere woorden van volwassenen. Het kunnen terugvallen op volwassenen is volgens het Kinderrechtencommissariaat belangrijk om de problematiek een beetje onder controle te krijgen.
Dat is fundamenteel in het verhaal en ik zou het jammer vinden dat we dat uit het oog zouden verliezen. Het feit dat we hier in de commissie geregeld de thematiek ter harte nemen en dat er geregeld vragen om uitleg over worden gesteld, betekent dat we blijvend aandacht hebben voor deze problematiek. Daar kan ik alleen maar heel tevreden mee zijn.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik heb van collega Celis vooral aanvullende opmerkingen gehoord, maar geen extra vragen. Ook niet van collega Gennez en collega De Ro.
Ik had het berichtje van deredactie.be mee 'pesten vervolgen kan binnenkort zonder rechtstreekse klacht'. Het wetsvoorstel is nu eenparig goedgekeurd in de Kamercommissie. Zodra het een feit is, zullen we snel scholen, ouders en al wie met de problematiek bezig is verwittigen dat niet langer het slachtoffer zelf een klacht moet indienen. Ik heb begrepen dat u dit ook vraagt. We zullen dat zeker doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.