Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in de krant verscheen op 22 december een berichtje ‘Burgemeesters lokken inwoners voor hoger loon’. Het bericht is gebaseerd op een recent onderzoek van de professoren De Witte van de KU Leuven en Geys van de VUB. Voor alle duidelijkheid, ik ben geen burgemeester.
Beide professoren stellen vast dat gemeenten die net onder een drempelwaarde zitten met betrekking tot hun inwonersaantal, sneller groeien qua bevolking. Die groei is volgens hen te wijten aan merkbaar meer uitgereikte bouwvergunningen, in het bijzonder voor appartementen: “Onze bevindingen suggereren dat de lokale overheid lakser wordt bij het toekennen van bouwvergunningen als een belangrijke bevolkingsgrens dichterbij komt. Zo dwingen ze een hoger loon af voor de burgemeester en schepenen.”
De studie zou aantonen dat dit doelbewust gebeurt, en vooral in het eerste jaar na de verkiezingen. Ik kan dat niet afleiden uit de studie, maar ja, ik ben dan ook geen professor.
Gemeenten worden ingedeeld in schalen die gesorteerd zijn op basis van inwonersaantallen. De verloning van burgemeesters en schepenen is gerelateerd aan die schaal en dus aan het inwonersaantal van de gemeente. Het overschrijden van de drempelwaarde betekent dus een hoger loon.
De reactie van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) bleef niet lang uit. Die betreurt de tendentieuze berichtgeving in de krant. De indruk wordt gewekt dat burgemeesters aan zelfbediening zouden doen. De VVSG twijfelt sterk aan die conclusies. Dit doet me denken aan de discussie die we hier hadden in mei 2015 naar aanleiding van vragen van de dames Pira en Van Volcem over dienstbetoon in ontvoogde gemeenten.
Minister, hoe interpreteert en evalueert u deze studie en de gemaakte conclusies omtrent de relatie tussen het aantal bouwvergunningen en het overschrijden van een drempelwaarde? Zijn er aanwijzingen dat gemeenten lakser omspringen met het toekennen van vergunningen? Dienen deze conclusies verder te worden onderzocht? De mate waarin gemeenten bijkomende inwoners kunnen aantrekken en hiervoor nieuwe woongelegenheden kunnen realiseren, is uiteraard reeds sterk aan regels in de ruimtelijke ordening gebonden. Bent u van mening dat die regels te soepel zijn?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Onze diensten en wijzelf hebben die studie gezien, maar we hebben geen indicatie dat dat zo is. Onze diensten zullen dan ook in gesprek treden met de professoren om na te gaan waar hun conclusie vandaan komt. Gemeentebesturen hebben een grote autonomie voor het verlenen van stedenbouwkundige vergunningen. Uiteraard bestaat de mogelijkheid tot toezicht dat op de juiste manier wordt uitgeoefend. Ik heb niet meteen zicht op die studie en op waar de conclusie vandaan komt. Op het eerste gezicht zeggen onze diensten dat dat bijzonder moet worden genuanceerd, maar ze zullen verder in gesprek gaan.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, ik verwijs graag naar de heer Ceyssens die in de commissievergadering van mei verwees naar de tijd dat men vergunningen op café op een bierkaartje kreeg. Gelukkig ligt die tijd achter ons. Jammer genoeg is het aantal Vlaamse cafés ook danig gedaald. Zo’n tendentieuze berichtgeving is toch moeilijk te aanvaarden als lokaal bestuurder. Het engagement van de vele burgemeesters en gemeenten bewijst hun inzet op het vlak van ruimtelijke ordening om een degelijk beleid op het terrein te voeren. Ik ben blij dat u die twee professoren zult uitnodigen om na te gaan waar die studie is op gebaseerd.
Mocht men zeggen dat het van de vruchtbaarheid van de gemeenten afhangt, zou ik nog kunnen geloven dat de ene gemeente vruchtbaarder is dan de andere, maar deze berichtgeving vind ik toch zeer tendentieus. Trouwens, het aantal vergunningen dat men krijgt, is niet alleen afhankelijk van de gemeentebesturen. Ook de provincie kan bepaalde vergunningen verlenen in het kader van beroepsprocedures enzovoort. Het lijkt dan toch kort door de bocht om dergelijke insinuaties te doen en in de pers te brengen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Mijnheer Nevens, ik maak niet meteen een vreugdesprong dat ik bij deze vraag om uitleg zijdelings word betrokken. Voor het verslag wil ik duidelijk stellen dat de opmerking die ik destijds maakte, in een totaal andere context was dan het kader van uw vraag om uitleg. Toen ik uw vraag las, dacht ik dat twee professoren een samenzweringstheorie hadden vastgesteld die begint te tippen aan het gokschandaal in het voetbal of het matchfixen in het tennis. Je moet het maar klaarkrijgen dat al die aannemers, bouwpromotoren en architecten in heel Vlaanderen nu eens gaan fixeren op de gemeenten die aan de drempel zitten van een hogere rating van de burgemeesters en schepenen. Daar gaan we onze bouwaanvragen doen, zodat die gemeenten kunnen groeien.
Ik heb hier een website over ‘spurious correlations’. Die gaat onder meer over correlaties tussen het aantal mensen die verdronken zijn in een zwembad, gecorreleerd met de films van Nicolas Cage. Er is zelfs ooit een correlatie gevonden tussen de kaasconsumptie per hoofd en het aantal mensen die stierven in bed omdat ze gewrongen zaten in de beddenlakens. Een correlatie betekent nog geen causaal verband.
De heer Tobback heeft het woord.
Die les in statistiek heeft me een beetje geprikkeld. We moeten er ons niet te gemakkelijk van afmaken met enkele grappige citaten of studies van statistiek die helemaal niets met deze aangelegenheid te maken hebben.
De correlatie in dezen is namelijk veel waarschijnlijker dan deze van kaas eten en in lakens gewrongen zitten. Er is een rechtstreeks verband, zowel inzake motive als qua opportuniteit, er is een mogelijkheid om er voordeel uit te halen. Het is dus ministens de moeite om het ernstig te bekijken. Het is immers niet voor niets dat er in Vlaanderen discussies aan de gang zijn over al dan niet gemeentelijke fusies over de manier waarop de gemeentebesturen al dan niet beleid voeren.
Minister, u maakt er zich veel te gemakkelijk van af door te wijzen op een onbestaande correlatie. U mag bewijzen dat ze niet bestaat, maar dat ze zo absurd zou zijn, gelooft u toch zelf niet.
Mevouw Pira heeft het woord.
Ik was heel verontwaardigd over de tendentieuze titel ‘Burgemeesters lokken inwoners voor hoger loon’. Ik zou willen dat die studie wordt nagekeken. Bovendien heb ik een mail gestuurd naar de redacteur van De Standaard. Als het echt gaat over meer loon, kan men beter het cumuleren van mandaten en beroepen voor burgemeesters en schepenen onderzoeken. Groen is alleszins heel kritisch omtrent de praktijken rond bouwvergunningen.
Minister, misschien moet u uw collega Homans daarover aanspreken, want er is heel veel verontwaardiging over omdat de lokale besturen in een slecht daglicht worden gesteld.
De heer Nevens heeft het woord.
Ik dank de heer Ceyssens voor het A4’tje dat hij me zal bezorgen. Dat is een bewijs dat vandaag iedereen professor kan worden en iedereen studies kan afleveren.
Ik wil toch nog eens aanhalen dat er meer is dan alleen het aantal inwoners in de gemeente als aantrekkingskracht. Er zijn gelukkig veel meer factoren dan alleen het vergunningsbeleid. Er is de werkgelegenheid, de kwaliteit van de leefomgeving, het aanwezige groen en scholen.
Gemeenten kunnen een beetje sturen via ruimtelijke planning. Maar dat besturen lakser zouden omspringen met vergunningen is voor mij larie en apekool.
De vraag om uitleg is afgehandeld.