Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, op de Vlaamse Regering van 18 december 2015 werd de energieprestatieregelgeving voor niet-residentiële gebouwen aangepast voor projecten met een stedenbouwkundige vergunning, aangevraagd na 1 januari 2017. Naast woongebouwen, kantoren en onderwijs wordt de energieprestatieregelgeving nu dus ook van kracht voor gebouwen met een logeerfunctie, handelsgebouwen, horeca, sportinfrastructuur en gezondheidszorg.
Er is ook een Europese richtlijn die bepaalt dat er een verplichte hoeveelheid hernieuwbare energie moet zijn. Die geldt momenteel in Vlaanderen alleen nog maar voor woongebouwen, kantoren en scholen.
Mijn vraag is vrij eenvoudig. De energieprestatieregelgeving is uitgebreid naar andere sectoren zoals logeergebouwen, handelsgebouwen, horeca en sportinfrastructuur. Zou het niet nuttig zijn om de verplichte hoeveelheid hernieuwbare energie ook uit te breiden naar die groep?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Collega’s, ook niet-residentiële gebouwen zoals sporthallen en rustoorden zullen dus vanaf 2017 moeten beantwoorden aan strenge energienormen. Momenteel legt Vlaanderen al energievereisten op aan woningen, kantoren en scholen. Die normen, het E-peil, zijn door de jaren heen ook altijd strenger geworden.
Om de energiezuinigheid van ook andere gebouwen te verbeteren, worden nu ook strenge energienormen opgelegd voor niet-residentiële gebouwen, gaande van sporthallen tot rustoorden en handelszaken. Zo zullen nieuwe sporthallen vanaf 2017 moeten beantwoorden aan het E-peil 65 en operatiezalen bijvoorbeeld aan het E-peil 60. Voor een gebouw met een logeerfunctie ligt het op 80. Het is een eerste stap. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan een studie die het kostenoptimaal niveau bepaalt voor niet-residentiële gebouwen. Het is de bedoeling om ook na 2017 naar een verstrengingspad voor niet-residentiële gebouwen te gaan. In 2021 moeten alle nieuwe gebouwen immers voldoen aan bijna-energieneutraal.
Het Energiebesluit voorziet al in een aantal verplichtingen voor hernieuwbare energie in alle EPN-eenheden (energieprestatienorm) voor vergunningen vanaf 1 januari 2017. Deze verplichting wordt dus samen ingevoerd met het E-peil voor alle EPN-eenheden.
Voor alle EPN-eenheden zal gelden dat men in totaal minstens 10 kilowattuur energie per jaar energie per vierkante meter bruikbare vloeroppervlakte uit hernieuwbare energiebronnen haalt. Dit is aan de lage kant maar zal uiteraard mee evolueren met het verstrengingspad.
Belangrijk vandaag is dat er een start wordt gemaakt en dat met de ontwikkelingen die dit jaar nog moeten gebeuren aan de software en met het kostenoptimaal niveau, er veel betere inschattingen kunnen worden gemaakt over hoe de verstrengingen moeten gebeuren. Ik vind dat we ook op dat vlak ambitieus moeten zijn.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Als ik het zo mag samenvatten? U zegt dat het verplicht aandeel hernieuwbare energie geldt voor alle EPN-eenheden, dus ook voor die die nu vallen onder de energieprestatieregelgeving.
Vanaf 1 januari 2017.
Uiteraard. Dus, gebouwen met een logeerfunctie, handelsgebouwen, horecagebouwen, sportinfrastructuur, gebouwen voor gezondheidszorg en de nieuwe gebouwen zullen vanaf 1 januari 2017 moeten voldoen aan een verplicht aandeel hernieuwbare energie. Dat is dan duidelijk voor mij.
Het is de bedoeling om nog verder te verstrengen, maar nu is het een startfase. We hebben nog te weinig data. We hebben simulaties gemaakt maar op een heel beperkt aantal gebouwen. Naarmate we meer data hebben, zullen we een veel beter zicht hebben op hoe we de verstrenging vorm kunnen geven en waar we de grootste winsten kunnen halen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.