Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de aanhoudende wachtlijsten in jeugdwelzijn
Verslag
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, er is marge in de budgetten voor Jongerenwelzijn, zo zei u, toen bleek dat u budget nodig had voor enkelbanden en u uitkwam bij het budget voor Jongerenwelzijn. U legde uit dat u daar wat marge had. Minister, blijft u bij die woorden, nu u weet en uw administratie heeft bevestigd dat 7500 kwetsbare kinderen en jongeren hulp nodig hebben en die niet krijgen? Blijft u bij die woorden nu u weet dat 800 kinderen zich in een acute noodsituatie bevinden die onmiddellijk hulpverlening vereist en toch die hulp niet krijgen? Het gaat over een op vier kinderen in nood. Blijft u bij uw woorden dat u marge heeft in Jongerenwelzijn, dat u daar gerust 250.000 euro kunt missen, terwijl u eigenlijk tientallen miljoenen euro te weinig hebt om de noden te lenigen?
Ik vraag u al maanden om een plan van aanpak naar voren te schuiven. Hoe gaat u ervoor zorgen dat elk kind in Vlaanderen, een welvarende regio, de hulp krijgt waar het recht op heeft? Ik vraag u ook om een amendement in te dienen – doe het gerust zelf – op uw eigen begrotingscontrole, waarbij u geld weghaalt van die kwetsbare jongeren om het door te schuiven naar uw budget voor enkelbanden. Het minste wat u kunt doen, is erkennen dat u niet één centiem marge hebt op dat budget en het budget onmiddellijk terugzetten. Minister, gaat u dat doen? (Applaus bij sp.a en Groen)
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
7427 kinderen: zoveel staan er op de wachtlijst, kinderen die zorg nodig hebben. Het gaat om kinderen met emotionele problemen of gedragsstoornissen. Het gaat om kinderen met een handicap. Het gaat om kinderen die thuis misschien niet het warme nest hebben waar ze recht op en nood aan hebben. Het gaat om kinderen die soms een misdrijf hebben gepleegd. Het gaat om kinderen en jongeren die stuk voor stuk onze aandacht en onze zorg nodig hebben. Het gaat om kinderen en jongeren met grote noden en met grote problemen. Welk antwoord geeft deze regering aan deze kinderen? Een wachtlijst. Op die wachtlijst mogen maar nul kinderen staan, maar er zijn er 7427 te veel.
Minister, u hebt ook de jeugdrechters gehoord die schrijnende verhalen vertellen als gevolg van plaatsgebrek. U hebt ook de jeugdpsychiaters gezien die met tranen in hun ogen zeggen dat ze niet de tijd hebben om echt te werken met kinderen, om echt aan de slag te gaan met kinderen. U hebt ook de brief van de centra voor leerlingenbegeleiding gehad waarin staat dat ze er met deze bezetting niet komen. U hebt brieven gehad van instellingen die zeggen dat het niet lukt, dat er wachtlijsten zijn die hartverscheurend zijn. U hebt de ouders gehoord, de centra algemeen welzijnswerk (CAW). Ongeveer iedereen die van dichtbij of veraf betrokken is bij jeugdwelzijn, zegt hetzelfde: dit is niet houdbaar.
Minister, mijn vraag is eenvoudig: kom met een noodplan waarin u oplossingen geeft, waarin u zorgt dat de centra voor geestelijke gezondheidszorg worden uitgebreid, de caw’s, de eerstelijnshulp, de tweedelijnshulp waarin de instellingen worden ondersteund. Er zijn overal tekorten. Er is geen enkel deeldomein binnen jeugdwelzijn waar geen tekort is. Zorg voor een noodplan om die tekorten morgen aan te pakken.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega’s, ik geef enkele punten als reactie. Uiteraard realiseren wij ons allemaal dat er nog altijd een aantal belangrijke noden zijn als het gaat over zorgvragen van jongeren. Ik ben de laatste om dat te ontkennen. We moeten daarvoor blijven werken en blijven investeren. Het jaarverslag van het Agentschap Jongerenwelzijn is op dit moment een belangrijk ijkpunt omdat het de eerste keer is dat intersectoraal in beeld is gebracht welke de vragen van jongeren zijn. Tot dan toe kon men – en ik zeg dat niet met fierheid, integendeel – in die jaarverslagen lezen hoeveel jongeren er op de centrale registratielijst van de sector personen met een handicap stonden, hoeveel jongeren er bij bijzondere jeugdzorg bekend waren enzovoort.
We hebben gekozen voor een geïntegreerde aanpak. Het is de eerste keer dat die vragen allemaal op een centrale manier zijn geregistreerd. Het zal ook de eerste keer zijn dat we de kans zullen hebben om de trajecten van de jongeren op een goede manier op te volgen, meer bepaald wat het resultaat is van de ondersteuning uit welke hoek die ook komt. Het is en blijft een heel moeilijke situatie. Het gaat om kinderen en jongeren. Ik ben er mij absoluut van bewust dat bepaalde zaken moeten gebeuren.
Daarnaast hebben we een aantal grote hervormingen opgezet, precies om de jeugdhulp beter te maken. U kunt van alles zeggen en het zal in de commissie ook nog aan bod komen in het debat over de integrale jeugdhulp, maar het feit dat we naar één centraal uniek systeem gaan met alle kinderziektes en pijnpunten die er zijn, is een strategische oefening die belangrijk is en waarvan op termijn zal blijken dat het de juiste weg is. Het is de bedoeling om de juiste mensen een diagnose te laten stellen, de jongeren rechtstreeks of minder rechtstreeks toegankelijke hulp te bieden en dat op een manier waarbij de zorg bepaalt wat er gemobiliseerd wordt en niet de logica van de organisatie van de aanbieder. Nu al zien we dat we hiermee beter in staat zijn om complexe zorgvragen van jongeren met een handicap, een psychiatrisch of agressieprobleem, beter aan te pakken dan dat we dat vroeger konden doen.
We hebben de pleegzorg hervormd, samen met het parlement. Een grote oefening met betrekking tot de hervorming van de pleegzorg komt nu geleidelijk op kruissnelheid.
We zijn de gehandicaptensector aan het hervormen om ervoor te zorgen dat jongeren met ondersteuning vanuit de sector ‘personen met een handicap’ niet voor een breuk komen te staan als ze de meerderjarigheid ingaan.
We hebben met minister De Block een akkoord kunnen maken over de kinderpsychiatrie en de aansluiting van kinderen in de jeugdpsychiatrie op het welzijnsaanbod in Vlaanderen.
Dat zijn grote bewegingen. De regering heeft op 6 februari op basis van dit alles een actieplan goedgekeurd, waarin heel concreet wordt beschreven wat we de volgende maanden en jaren moeten doen om de noden in de jeugdzorg aan te pakken. Toen de regering dat beslist heeft, heb ik geen vraag voor een actualiteitsdebat of wat dan ook gezien. We hebben een geconcerteerd plan opgebouwd en met velen besproken. Daarin staat punctueel beschreven wat de regering moet ondernemen om de noden aan te pakken.
Dames en heren, dit jaar 2 miljoen euro erbij voor de stijgende pleegplaatsingen, 500.000 euro erbij voor de uitbreiding van de positieve heroriëntering waarbij we snel interveniëren om escalaties te voorkomen, 500.000 euro erbij om de crisismeldpunten te versterken, 500.000 euro erbij om uithuisplaatsingen van jongeren te vermijden, 350.000 euro erbij om crisishulp aan huis in de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen te verbeteren, 800.000 euro erbij om jongeren met echte complexe problemen en hun uitstroom naar andere instellingen vanuit de gemeenschapsinstellingen te verbeteren, 2,7 miljoen euro erbij om de capaciteit in de gemeenschapsinstellingen te vergroten, 2 miljoen euro erbij om complexe hulpvragen in de sector ‘personen met een handicap’ gecombineerd met psychiatrie aan te pakken, en dan nog eens 4,4 miljoen euro erbij om handicapspecifieke ondersteuning te geven: dit jaar komt er 13,9 miljoen euro bij om de noden in de sector conform het actieplan proberen in te vullen.
Er moet mij een zaak van het hart. Zeggen dat ik nog wel een budgetje had dat ik dan maar voor de enkelbanden heb gebruikt, vind ik niet correct. Ik vind dat niet correct en zeer pijnlijk. Wat gebeurt er bij een begrotingscontrole? Er wordt gekeken naar de stukken van de budgetten die recurrente uitgaven zijn voor ondersteuning en capaciteit en die niet worden benut omdat de uitbreidingen niet allemaal ingaan in het eerste moment van het jaar. Dat is elk jaar zo. Je hebt dus eenmalig een stukje budget vrij omdat de uitrol van de capaciteit in februari, maart of op een ander moment begint. Dat eenmalig stukje is gebruikt, met alle mogelijke andere stukjes eenmaligen die we hebben gevonden, om de inkanteling van de bevoegdheden van de zesde staatshervorming in te vullen. We weten voor het eerst wat dat budgettair betekent. Het gaan niet alleen over de enkelbanden, maar ook om het betalen van de leeflonen, het creëren van ICT-oplossingen enzovoort. Dat is gebeurd in de begrotingscontrole. Er is geen euro afgegaan van de mobilisatie van middelen in de jeugdhulp. Ik vind het plat om het hier voor te stellen alsof we een keuze zouden hebben gemaakt om geld af te nemen van de capaciteit in de jeugdzorg. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Minister, u zegt dat u er fier op bent dat u eindelijk het aantal kinderen die wachten op hulp kunt tellen. Dat is waar, maar u telt ze niet allemaal. Ik vraag u al zeer lang waarom u de kinderen niet wilt tellen die rechtstreeks toegankelijke hulp nodig hebben. U telt enkel de kinderen die wachten achter de poort. U wilt niet weten met hoeveel al de kinderen zijn die ervoor zitten. We hebben het u in de hoorzitting gevraagd en uw administratie ook. U weet het niet, u hebt de ambitie niet om die cijfers te kennen. Dezelfde fierheid die u aan de dag legt over de oplossing om de cijfers te kennen achter de poort, zou ik willen zien voor de cijfers voor de poort.
Over het budget zegt u dat het elk jaar zo is dat u eenmalig budget vrij hebt. Dat lijkt dan niet meer zo eenmalig te zijn. U hebt elk jaar geld vrij en elk jaar kunt u dat eenmalig verschuiven naar iets anders. Misschien moet u eens beginnen met elk jaar dat budget op te gebruiken, want de noden zijn er. U gebruikt uw budget niet. Intussen opent u 37 nieuwe plaatsen in De Zande, maar u verschuift gewoon de jongeren van Ruiselede naar daar, want u sluit daar plaatsen. U zegt dat u daar moet renoveren, maar u stelt de renovatie uit tot na 2017, omdat u geen budget uittrekt voor personeel. Kom bij mij niet af met al uw budgetten en investeringen, er gebeurt bijna niets! (Applaus bij sp.a)
Minister, Groen vroeg u om een noodplan. Als ik het goed begrijp, is uw antwoord neen. U verwijst naar maatregelen die u al hebt genomen, plannen die u hebt gemaakt. Maar u weet dat die ruimschoots onvoldoende zijn. Er zijn maatregelen genomen hier en daar, maar het is geen aanpak ten gronde voor de wachtlijst.
Het is inderdaad zo dat het cijfer van zevenduizend kinderen een onderschatting is. Zij zijn door de toegangspoort geraakt. Ze hebben screenings gehad, invulformulieren, doorverwijzingen. Wat zij al hebben meegemaakt, is kafkaiaans. Een deel van uw antwoord is dat we de sector hebben hervormd. Die hervorming is op een fiasco aan het uitdraaien. De bureaucratie die is geïnstalleerd is een ramp.
Ik blijf erbij: met de voorstellen die u nu doet en de maatregelen die u aankondigt, zult u de wachtlijst niet kunnen aanpakken. Nogmaals: hoe zult u ervoor zorgen dat elk kind en elke ouder de steun krijgen die ze nodig hebben? (Applaus bij Groen)
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, collega’s, de omvang van een wachtlijst, zeker als het over jongeren gaat, doet altijd schrikken. Toch moeten we ook zeggen dat het aantal niet onverwacht was. Maar het blijft een onaanvaardbare situatie, die wij als overheid, parlement en regering, blijvend moeten remediëren. Er zijn al stappen genomen, zoals u zegt, minister. Het verbaast me dat deze vragen hier vandaag opnieuw worden gesteld, omdat we in de commissie net bezig zijn met een grondige hoorzittingenreeks over de integrale jeugdhulp. Mijn oproep aan alle fracties in het parlement en aan de regering is en wij zullen er als Open Vld zeker voor gaan – om dit systeem van de integrale jeugdhulp tijdens de hoorzittingen en erna grondig te evalueren. Wij reiken de hand om kritisch met deze cijfers om te gaan.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, het jaarverslag van het agentschap Jongerenwelzijn geeft wel wat verontrustende berichten over de toepassing in de praktijk van het decreet Integrale Jeugdhulp. De hulp zou te weinig toegankelijk zijn, de procedures zijn te zwaar, er is te veel bureaucratie, het duurt vaak zeer lang vooraleer er een oplossing wordt gevonden, gezinnen worden van het kastje naar de muur gestuurd en dergelijke. Het zijn allemaal signalen die het agentschap Jongerenwelzijn in het jaarverslag heeft meegegeven.
Minister, ik hoop net zoals mevrouw Taelman in eerste instantie dat de hoorzittingen in de commissie meer duidelijkheid zullen brengen, maar dat er vooral ook nadien de nodige decretale bijsturingen gebeuren. Ik hoop dat u intussen ook gevolg geeft aan de talrijke noodkreten uit de sector.
De heer Parys heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik zeggen dat wij de doelstellingen van integrale jeugdhulp absoluut steunen. Wij zullen in de commissie het decreet kritisch tegen het licht houden, maar ik wil hier toch al wijzen op één managementprobleem. Als je een snelle berekening maakt op basis van de informatie uit het jaarverslag en op basis van de getuigenissen tijdens de hoorzitting, hebben hulpverleners vorig jaar meer dan 200.000 uren besteed aan het invullen van het befaamde A-document. En dan zit je in de eerste stap van het hulpverleningstraject. Dat is redelijk hallucinant qua administratie. Als we erin zouden slagen om het invullen van dat A-document terug te brengen tot één uur, zouden we meer dan duizend extra gezinnen in de thuisbegeleiding kunnen helpen.
Ik vrees – en ik aarzel een beetje om het woord te gebruiken – dat wij in Vlaanderen echte regelnichten gebleken zijn. We hebben oude verkokering afgeschaft en er nieuwe voor in de plaats gesteld. Ik wil gewoon aan de minister vragen of hij onze bondgenoot zal zijn in het afschaffen van de onnodige administratie en in het opnieuw vertrouwen geven, conform het regeerakkoord, aan de jeugdhulpverleners. (Applaus bij de N-VA, sp.a en Groen)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dat er grote uitdagingen bestaan met betrekking tot de jeugdhulp, weten we allemaal. Die zijn er enerzijds met betrekking tot de implementatie van het decreet Integrale Jeugdhulp, waar we momenteel een evaluatie van maken. Ik ga ervan uit dat we allemaal samen een aantal conclusies uit die evaluatie trekken en dat er eventueel ook een aantal aanpassingen kunnen gebeuren.
Anderzijds is er de nood aan extra middelen om jongeren zorg op maat te kunnen aanbieden. Want laat ons dit duidelijk stellen: het gaat helemaal niet overal over residentiële capaciteit.
Zoals de minister heeft gezegd, zijn er al heel wat inspanningen gebeurd. Die inspanningen staan ook in het heel duidelijke actieplan Jeugdhulp, met daarin dertig duidelijke acties, dat recent werd goedgekeurd. Aan een aantal daarvan is al uitvoering gegeven. Ik denk bijvoorbeeld aan de uitbreiding van de capaciteit in Wingene. Ik heb daar recent een vraag om uitleg over gesteld om daar meer info over te krijgen, maar de commissievoorzitter vond het niet belangrijk genoeg om die ontvankelijk te verklaren. Ik zal dus wachten op het schriftelijke antwoord daaromtrent.
Minister, ik wil alleszins vragen om de volgende jaren zeker voldoende middelen te blijven uittrekken voor de uitvoering van dat actieplan Jeugdhulp, want dat is ontzettend belangrijk.
Collega’s, de integrale jeugdhulp is de grootste hervorming in de jeugdhulp van de laatste twintig jaar. De idee dat je, om een jongere op een goede manier in meer gespecialiseerde of intensieve hulp te kunnen brengen, dat moet doen door verschillende sectoren samen te werken en dat je dat moet doen, gebaseerd op eenmalige inbreng van de juiste informatie, dat je dat bovendien grondig moet doen, dat je met die jongere en met de ouders moet praten, dat je moet proberen om je een grondig beeld te vormen van diagnose en indicatie, en dat dat dan ook duurzaam kan blijven dienen om die jongere te ondersteunen, dat is inderdaad een onderdeel van de integrale jeugdhulp.
Ik ga graag met u mee naar het verleden, collega’s, waar jongeren aangemeld werden bij een andere voorziening en je weer vanaf nul een aantal zaken moest opbouwen. Als we gaan tellen hoe vaak dossiers van hand tot hand moesten gaan om die jongere via een dossier in de handen van weer een andere hulpverlener te brengen … Integrale jeugdhulp probeert daar, met een maximale ondersteuning van ICT, stroomlijning in te brengen.
Dat vraagt inderdaad ervaring, expertise en handigheid. Dat zal ook met de dag beter gaan voor degenen die dat moeten doen. En dat vraagt inderdaad ook kritische evaluatie van de inhoud van dat document. Dat is natuurlijk op voorhand met een aantal mensen bekeken, maar we hebben, toen het decreet hier werd goedgekeurd, onmiddellijk en bij herhaling gezegd dat we ons zeer goed realiseren dat we, met de ervaringen op het terrein, moeten bekijken hoe je dat beter kunt organiseren.
ICT-matig is het systeem zeer ambitieus. Het is nu stabiel. Het kan functioneren en zal, met de releases die nog komen, alleen maar aan gebruiksvriendelijkheid winnen. We zijn altijd bereid om op dat vlak te bekijken welke verbeteringen we kunnen doorvoeren, maar het idee dat je probeert zo te werk te gaan dat je eenmalige informatie duurzaam probeert te gebruiken, dat je geen onnodige duplicatie van dossiers provoceert, dat je de gegevens gebruikt waar ze daadwerkelijk nodig zijn, dat is wel een fundamenteel idee in de integrale jeugdhulp.
Wat het budget van 2015 betreft, als we in een budgettair moeilijke tijd 13,9 miljoen euro mobiliseren voor jeugdhulp, dat wil zeggen voor alle sectoren die ondersteuning aanbieden aan jongeren, dan is dat voor mij een belangrijk bedrag. Er komt iets vrij omdat een aantal zaken niet op 1 januari werden opgestart, maar in de loop van het jaar werden uitgerold. Dat is dus recurrent. Het klopt natuurlijk niet dat je de marge die je dan in dat ene begrotingsjaar krijgt en die je gebruikt om dit jaar deels een oplossing te bieden voor een aantal uit de staatshervorming voortkomende zaken, kwijt bent. Die herstel je immers uiteraard in dat groeipad in 2016. Die gaan niet weg uit de jeugdhulp. Die blijven uiteraard daar.
Ik denk dat het Actieplan Jeugdhulp dé basis is om te blijven investeren in de volgende jaren. De noden zijn inderdaad groot en ik ben er echt van overtuigd dat dat plan de basis zal moeten zijn waarop we die bijkomende middeleninjectie moeten baseren.
Minister, u lijkt te willen volharden in de boosheid. Ik zal u eens zeggen wat u met dat kwart miljoen euro zou kunnen doen. U kunt daarmee bijvoorbeeld 76 kinderen van 12 jaar, die nu te horen hebben gekregen dat ze nog 5 jaar moeten wachten op thuisbegeleiding voor hun autisme, een jaar lang begeleiden. 76 kinderen! U kunt minnetjes doen over het verschuiven van die budgetten, maar het zijn alweer 76 kinderen meer die worden geholpen. Ik begrijp niet waarom u niet wilt overwegen uw eigen voorstel te amenderen, om te komen met een begrotingscontrole waarbij u het hoofd nog een beetje omhoog kunt houden en op zijn minst kunt zeggen niet extra te hebben bespaard op jongerenwelzijn. Bijna alles dat er de afgelopen periode bij is gekomen, zijn immers gewoon verschuivingen, de ene keer van het geld van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), de andere keer van pleegzorg. U weet dat. Dat zijn verschuivingen die intern zijn gebeurd. U moet met het schaamrood op de wangen toegeven dat u netto bijna niets extra doet. Meer nog, u bespaart. Zet dat geld terug. U kunt er 76 kinderen een jaar lang mee helpen. Waar wacht u op? (Applaus bij sp.a en Groen)
Ik ben echt ontgoocheld. Ik had gedacht dat u op zijn minst met een paar nieuwe voorstellen zou komen. U komt hier zeggen dat de hervorming goed is, dat het administratief allemaal veel eenvoudiger is, dat het allemaal veel beter zal zijn. Dat is totaal in contrast met elke realiteitszin, totaal in contrast met alles wat er op het terrein gebeurt. U hebt een hervorming voorgesteld die voor chaos zorgt, en u zegt nu in een plan hoe u die hervorming verder zult uitrollen, maar dat is voortdoen met hetzelfde. U ontkent de realiteit. U ontkent het zonlicht. De investeringen zijn te weinig, de noden zijn groot. Er staan meer dan 7000 kinderen op een wachtlijst, die wachten op hulp. Anno 2015 kunnen wij niet aanvaarden dat jongeren in nood in de kou blijven staan. U kunt niet de andere kant op kijken. Politiek gaat over keuzes maken, en u moet nu die keuzes maken. U moet ervoor zorgen dat dit land zijn kinderen verzorgt zoals het moet. Dit is een beschaafd land en wij zorgen voor onze kinderen, ook als ze het eventjes moeilijk hebben of in de problemen zijn. (Applaus bij Groen en sp.a)
De actuele vragen zijn afgehandeld.