Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, in het najaar hebt u een expertenpanel aangesteld om de problematiek van de gedwongen adoptie, waarvan sommige vrouwen in de periode van de jaren 50 tot 80 het slachtoffer waren, te onderzoeken. Ook in het parlement hebben we daarrond gewerkt. We hebben enkele hoorzittingen gehad, waarop we heel wat mensen en organisaties hebben uitgenodigd. Dat is uitgemond in een voorstel van resolutie, waarin enkele bijkomende vragen aan het expertenpanel werden gesteld.
Het expertenpanel heeft begin deze week zijn conclusies en aanbevelingen voorgesteld. Het zijn er welgeteld negentien. Het zijn heel belangrijke aanbevelingen, waarvan een aantal kunnen worden opgenomen door het parlement. Ik denk aan het formuleren van excuses, zoals we hebben gedaan in het kader van het historisch misbruik. Ik denk ook aan een aanpassing van de regelgeving voor binnenlandse adopties.
Ook de regering kan onmiddellijk initiatieven nemen. Ik denk aan de oprichting van een afstammingscentrum en het organiseren van een DNA-databank. We hebben dat al in de commissie voorgesteld en aan het expertenpanel gevraagd om daarover een advies te geven.
Minister, welke opvolging zult u op korte en lange termijn geven aan die aanbevelingen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
De werkwijze die we hebben gevolgd, is een beetje dezelfde als die naar aanleiding van de problematiek van het historisch misbruik. Toen heb ik aan experts gevraagd om een aantal mensen te horen en op basis van hun inzichten, de wetenschappelijke kennis en de internationale evaluatie te kijken welke aanbevelingen er konden worden geformuleerd. De experts hebben dat werk tot een goed einde gebracht en hebben ook mensen gehoord. Ze hebben dan enkele aanbevelingen gedaan. Die aanbevelingen moeten het voorwerp uitmaken van debat. Dat is heel duidelijk. Ze staan geagendeerd op de ministerraad, om dan ook aan het parlement te worden overgemaakt. De aanbevelingen zijn te verdelen in een viertal materies.
Een eerste groep van aanbevelingen heeft te maken met de vraag hoe we omgaan met het herkennen en erkennen van wat deze slachtoffers is aangedaan en de heling die wij daarvoor zouden kunnen organiseren, met veel respect. We kunnen die adopties niet terugdraaien. Het is dus een heel delicate situatie waarin die experts een aantal aanbevelingen doen die voor een stuk aansluiten bij de aanbevelingen die zijn gedaan met betrekking tot het historisch misbruik. Daarin kan de overheid een aantal initiatieven nemen, ook wij als regering. Een van de suggesties is om een kenteken, een blijvende herinnering te organiseren om onze alertheid voor dit soort situaties voldoende scherp te houden.
Een tweede pakket van aanbevelingen heeft te maken met de manier waarop wij de binnenlandse adoptie organiseren. Op dat vlak is er duidelijk decretaal werk aan de orde. Het gaat dan over de vraag hoe we er zeker van kunnen zijn dat moeders die voor de keuze staan om hun kind af te staan voor adoptie, die keuze voldoende in volle bewustzijn en in volle afhankelijkheid kunnen maken, maar ook over suggesties voor de financiering van adoptiediensten. Experts zeggen vaak dat het systeem zo moet worden gemaakt dat die financiering niet helemaal is afgesteld op het aantal geslaagde adopties, maar dat er ook andere elementen de financiering van de dienst mee bepalen. Dat is het voorwerp van een decretale oefening. In de vorige legislatuur hebben we de interlandelijke adoptie regelgevend opnieuw op de rails gezet. Dit zullen we nu ook moeten doen met de binnenlandse adoptie. Het staat in het regeerakkoord en in de beleidsnota. Uiteraard is de vraag dan op welke manier het parlement daarin een actieve rol zal spelen.
Een derde pakket heeft te maken met de problematiek van het afstammingscentrum. Ik denk dat het duidelijk is dat we daarop technisch verder moeten doorwerken. Het is een initiatief dat wat mij betreft moet worden gerealiseerd. Het vraagt nogal wat randvoorwaarden. Dat blijkt ook wel uit dat rapport. Er zijn nogal wat bezorgdheden over de manier waarop je zoiets maakt. De experts zeggen ook dat het ruimer moet zijn dan alleen de kwestie van de gedwongen adopties. Het moet ook een centrum zijn dat kan worden aangesproken voor andere vragen rond afstamming. Kinderen die op zoek zijn naar hun ouders, hun herkomst, zouden in dat centrum ook moeten terechtkunnen. Ook daar zijn er randvoorwaarden, zowel op het vlak van de privacy, het beschermen van gegevens, de anonimisering, als op de begeleiding, de counseling. Ik zal aan een aantal experts vragen hoe we dat technisch moeten organiseren.
Een laatste pakket heeft te maken met heel wat federale wetgeving. Ik zal daarvoor uiteraard contact opnemen met mijn federale collega om te bekijken hoe die issues, die blijkbaar op dit moment ook aan de orde zijn in de Senaat, verder kunnen worden opgenomen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is inderdaad belangrijk dat we deemoedig het hoofd buigen voor de slachtoffers uit het verleden, voor wat er toen is gebeurd. We moeten proberen in de mate van het mogelijke mee te werken aan de heling. Aan de andere kant is het natuurlijk belangrijk dat we de nodige initiatieven nemen om ervoor te zorgen dat we in de toekomst de regelgeving zo duidelijk maken dat zulke zaken worden vermeden.
Met betrekking tot de DNA-databank en het afstammingscentrum, denk ik dat het expertenpanel heel goede aanbevelingen doet om dit ook ruimer te bekijken. Ik denk dat dit een kans is die Vlaanderen geboden wordt om dit veel breder te zien, bijvoorbeeld naar donorkinderen toe. Ik denk dat we die kans moeten grijpen.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Voorzitter, zoals gezegd, zijn er inderdaad interessante aanbevelingen gekomen van het expertenpanel, niet enkel voor een nieuwe regelgeving die zal worden gemaakt in verband met binnenlandse adoptie, maar ook – en dat is enorm belangrijk voor Open Vld – voor de erkenning van het leed van de geboorteouders en hun adoptiekinderen en voor de ondersteuning van hun zoektocht naar elkaar.
Het is hier al gezegd: die DNA-databank is daarin een opvallend element.
Minister, daarom wil ik nog eens heel concreet vragen binnen welke termijn u daaraan denkt te kunnen werken. En hebt u al een zicht op een eventuele kostprijs?
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Dit parlement is bezig met een heel belangrijke oefening. We hebben hoorzittingen gehouden met getuigenissen waarvan we allemaal stil werden. De haren op onze armen gingen rechtstaan en ons hart sloeg een slag over. Dit is een stap, maar ons traject is nog niet afgerond. De aanbevelingen zijn voor een groot deel aan de Vlaamse Regering maar toch ook aan het Vlaams Parlement gericht. Minister, ik zou u kunnen vragen wat uw plannen zijn in verband met de DNA-databank enzovoort. Maar belangrijk is om in dit parlement ons engagement uit te spreken, meerderheid en oppositie, los van partijen, om onze verantwoordelijkheid te nemen om de aanbevelingen serieus te nemen en de nodige stappen daartoe te zetten.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, wij zijn uiteraard blij dat een thema dat het Vlaams Parlement op de agenda heeft gezet, vandaag zulke concrete aanbevelingen krijgt. Het parlement is nog altijd in blijde verwachting van het rapport dat we al in de pers hebben gelezen. Wij scharen ons absoluut achter die aanbevelingen aan de Vlaamse Regering zoals de oprichting van een DNA-databank en achter de zaken die het Vlaams Parlement zelf kan doen. Wij zijn ver gevorderd met nieuwe regelgeving voor binnenlandse adoptie. We hebben ook al gezegd dat we graag onze excuses zullen aanbieden voor dit onderwerp.
Maar het is ook belangrijk om realistisch te zijn over de oplossingen die zo’n DNA-databank kan opleveren. We mogen geen verwachtingen creëren waar we later niet aan kunnen voldoen. Het zal sowieso maar een beperkte genoegdoening zijn. Ik sluit me aan bij de vraag over de timing voor de oprichting van die databank.
Er zullen heel snel een aantal experten en professoren worden gevraagd waarbij een aantal namen vanzelfsprekend voor de hand liggen wanneer het gaat over erfelijkheid. Zij zullen bepalen wat de randvoorwaarden zijn om zo’n centrum te kunnen oprichten. Pas dan kunnen we beslissen over de kostenprijs en over het traject. Wanneer we de gedwongen adopties bekijken die via de hoorzittingen aan bod zijn gekomen maar ook andere maatschappelijke fenomenen die ook een antwoord vragen – het is een steeds terugkerend fenomeen dat kinderen op een bepaald moment op zoek gaan naar hun herkomst –, dan weten we dat dit afstemmingscentrum breder zal moeten gaan dan deze problematiek. Dat centrum zal ook heel sterk in zijn werking geconditioneerd zijn door de federale wetgeving op een aantal terreinen. Ik maak me sterk dat ik vrij snel een aantal experts zal vragen om een schema te maken met de randvoorwaarden. Op dat moment kan ik u meer vertellen over de timing en het budget.
Waar positioneren we dat centrum? Ik hoor toch sterk pleiten voor een grote onafhankelijkheid van zo’n centrum. Het is ook niet zo dat dit centrum dan als het ware een databank zal hebben die heel snel toegankelijk is. Daartoe zijn heel wat voorafgaande gesprekken nodig met diegene die de zoekvraag stelt. Die data moeten ook zo geanonimiseerd zijn dat daar de nodige veiligheid rond bestaat. Er zal dus niet één centrum zijn met één databank, er zal interactie moeten zijn tussen plaatsen met geanonimiseerde gegevens en registers waar de match kan worden gemaakt indien die vraag zich aandient. Dat is toch iets complexer dan men op het eerste gezicht zou veronderstellen. U mag er wel op rekenen dat vrij snel een aantal mensen aan de slag zullen gaan om dat plan te operationaliseren.
Minister, ik wil u danken voor uw engagement. Onze fractie zal alles doen om verdere maatregelen te nemen en aanbevelingen van het expertenpanel uit te voeren. Wij rekenen er ook op dat er werk wordt gemaakt van de maatregelen vanuit de regering. Wat de DNA-databank betreft, moeten we de nodige omzichtigheid aan de dag leggen. Die databank moet juridisch goed onderbouwd zijn. Mensen moeten psychologisch worden begeleid. Ik denk dat er een kans bestaat om dit veel ruimer te zien dan de gedwongen adopties en ook buiten Vlaanderen, dus federaal en mogelijks zelfs Europees.
De actuele vraag is afgehandeld.