Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Beenders heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, op 1 april trad het decreet Lokale Diensteneconomie in werking. Dat is een heel goed decreet, waar wij absoluut alle steun aan willen geven, ook vanuit de oppositie. Het zorgt immers voor een professionalisering van de sector. Het zorgt er ook voor dat doelgroepmedewerkers kunnen doorstromen. Op dat vlak is er dus geen enkel probleem.
Uit cijfers die ik via enkele schriftelijke vragen heb opgevraagd, blijkt echter dat vandaag 190 van de 300 bedrijven in de gevarenzone zitten. Dat zijn 190 bedrijven die minder dan 5 voltijdse equivalenten aan boord hebben, iets wat noodzakelijk is tegen 2018, als men moet voldoen aan het decreet.
Om die bedrijven uit de gevarenzone te halen, kan men twee dingen doen. Men kan ervoor zorgen dat er een groeipad wordt opengesteld, waardoor die ondernemingen een perspectief hebben en eigenlijk hun tekorten kunnen aanvullen. U kunt echter ook zorgen voor een fusiebegeleiding, waardoor bedrijven die vandaag in de gevarenzone zitten kunnen samenwerken, en op die manier kunnen professionaliseren en kunnen voldoen aan die vijf voltijdsequivalenten.
Van de beide gevallen vinden we vandaag niets terug in de begroting. U deelt vandaag wel mee dat er flankerende maatregelen zijn, en dat u in een vormingsbudget van meer dan 300.000 euro hebt voorzien, net om die fusies te begeleiden. Ik wil u er echter toch aan herinneren dat die middelen net niet voor fusiebegeleiding kunnen dienen. Dat zijn middelen die in het vierde Vlaams intersectoraal akkoord voor de socialprofit- en non-profitsector zijn afgesloten. Die middelen behoren toe aan werkgevers en werknemers en dienen vooral voor vorming voor mensen op het terrein. Die dienen niet om trajectbegeleiding te subsidiëren indien men bijvoorbeeld wil fusioneren in het kader van het nieuwe decreet.
Minister, in welke concrete maatregelen hebt u voorzien zodat tegen 1 januari 2018 alle bedrijven kunnen voldoen aan de nieuwe decretale vereisten?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Beenders, u hebt zelf gerefereerd aan een mededeling van mij vandaag in Het Belang van Limburg. U weet zelf ook wel dat dit een beetje een reactie was op wat u gisteren in Het Belang van Limburg hebt laten publiceren. Media-aandacht is voor elk parlementslid goed, dus dat is geen enkel probleem.
Ik had echter wel een probleem met de inhoud van de boodschap. U zei daar immers kort door de bocht dat er vijfhonderd jobs op het spel staan en dat men eigenlijk ook de schaalgrootte van die vijf voltijdsequivalenten per onderneming in vraag stelt. U zegt enerzijds dat u dit volledig steunt. Voor alle duidelijkheid, het decreet Lokale Diensteneconomie is in 2013 goedgekeurd. Niet ik was de bevoegde minister, maar wel iemand van uw partij. Voor alle duidelijkheid, we hebben dat mee gesteund, met veel enthousiasme. U zegt nu echter in de krant dat vijfhonderd mensen hun job dreigen te verliezen, en ik vind dat zeer jammer. U hebt immers gewoon een optelsom gemaakt van alle ondernemingen in de lokale diensteneconomie op dit moment die niet aan die vijf voltijdsequivalenten komen. Ik vind dat bijzonder jammer, omdat dat ook zeer kwetsbare mensen zijn, mensen die het moeilijk hebben in onze samenleving om aan een reguliere job te geraken en dergelijke meer. Die mensen gaat u nu nog wat angst aanjagen, compleet onterecht.
Wat was immers de bedoeling van het decreet Lokale Diensteneconomie? U hebt het zelf gezegd. U of uw partij zal dat nog beter weten dan ikzelf. De bedoeling was om naar meer professionalisering van de sector te gaan. Een van de mogelijkheden was door fusies en dergelijke meer te komen tot een schaalgrootte van vijf voltijdsequivalenten. Zijn flankerende maatregelen nodig? Ja. Gaan we die nemen? Ja. Ik zal u een aantal voorbeelden geven van maatregelen die we wel nemen. Voor alle duidelijkheid, dit is niet limitatief. Zo werden er infosessies georganiseerd voor lokale regisseurs. Ook het vormingsfonds, ten bedrage van 335.000 euro, voor de koepels kan dienen voor de begeleiding in de transitie naar het decreet Lokale Diensteneconomie. Voor alle duidelijkheid, er is een overgangsperiode van drie jaar. Drie jaar krijgt elke onderneming de tijd, ook bijvoorbeeld een kleine onderneming. Ik noem lukraak een gemeente. Nemen we Sint-Amands: ook daar krijgt men drie jaar de tijd om zich te conformeren aan het nieuwe decreet.
Een andere flankerende maatregel die we nemen, betreft de adviespremies. Die kunnen nu ook worden gebruikt in het kader van de transitie naar de implementatie van het decreet Lokale Diensteneconomie en tijdens de overgangsperiode van drie jaar. Die kunnen ook worden gebruikt om die transitie mogelijk te maken.
Er zijn ook uitzonderingen op die schaalgrootte van vijf voltijdsequivalenten, bijvoorbeeld wat kinderopvang betreft. Met betrekking tot kinderopvang zijn er immers natuurlijk wettelijke bepalingen die stellen hoeveel begeleiding er nodig is per aantal kinderen. Ook met betrekking tot de sociale huisvesting is er bijvoorbeeld een uitzondering. Ik verwijs naar het project van de zogenaamde huisbewaarders dat vorige legislatuur is opgestart.
Is dit een goed decreet? Ja. Heb ik dit geërfd? Ja, maar ik heb het met heel veel plezier geërfd. Mijnheer Beenders, ik hou er echt niet van dat u paniek veroorzaakt bij de zwakste mensen in onze samenleving, en doodleuk in de krant gaat vertellen dat vijfhonderd mensen hun job dreigen te verliezen, want dat klopt niet. (Applaus bij de N-VA)
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik stel het decreet ook niet in vraag, niet in de krant, niet vandaag. Ik heb dat nooit gedaan. We hebben het decreet altijd gesteund, maar we vragen vandaag, nu het in werking begint te treden en elke dag wegtikt, om zo snel mogelijk duidelijkheid te scheppen. Leg uw kaarten op tafel en geef ons uw perspectief met betrekking tot een groeipad. Ik maak de sector niet ongerust. Dat doet u, omdat u in 0 euro voorziet voor een groeipad en omdat u niet in middelen voorziet voor trajectbegeleiding voor fusies. De sector heeft immers heel veel vragen, maar krijgt geen antwoorden.
Minister, u hebt net verklaard dat ze nog drie jaar hebben voor ze aan de decretale voorwaarden moeten voldoen. U weet echter ook dat gemeenten tijd nodig hebben om zich financieel te organiseren. Ze moeten bepaalde budgetten vrijmaken en bepaalde doelgroepmedewerkers verder ondersteunen.
Indien geen van beiden de sector ongerust wil maken, wil ik u een bijkomende vraag stellen. Wat zal tijdens deze legislatuur het groeipad zijn? Indien u dit kunt meedelen, zal de sector gerustgesteld zijn en kunnen voortwerken aan de opdrachten waar de sector nu al aan werkt. De sector zou zich dan niet met de administratieve rompslomp moeten bezighouden. Wat is het groeipad voor deze legislatuur?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Mijnheer Beenders, ik kan me niet van de indruk ontdoen dat u hier naar paniekzaaierij streeft. De einddatum om alles in regel te stellen, valt in 2018. De minister heeft net bevestigd dat er adviespremies en een trajectbegeleiding voor fusies komen. Ik snap niet waarom u hier per se wilt eisen dat het groeipad sneller zou worden bekendgemaakt.
Minister, ik heb maar één bijkomende vraag. Het voorziene kader blijft. Iedereen heeft drie jaar tijd. De adviespremies komen erbij. Hebt u van de sector enig signaal ontvangen dat dit onvoldoende zou zijn?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Voorzitter, de vorige meerderheid heeft het decreet Lokale Diensteneconomie goedgekeurd. We hebben toen allemaal met veel wijsheid geoordeeld dat een schaalvergroting nodig is. Volgens mij staan we daar op dit ogenblik allemaal nog steeds achter.
Aangezien drie jaar niet veel tijd is, lijkt het me zinvol in overleg met de koepels na te gaan op welke wijze die begeleiding kan gebeuren. Ik heb de indruk dat er nood aan aansturing is. De ondernemingen, gemeentebesturen en koepels moeten worden gestimuleerd om aan de slag te gaan en effectief fusies tot stand te brengen. Dat is tenslotte een van de oplossingen.
Een tweede oplossing bestaat natuurlijk in het groeipad, waarover nu nog geen duidelijkheid bestaat. Het zou natuurlijk enigszins helpen indien u in verband met dat groeipad duidelijkheid zou scheppen.
Mijnheer Beenders, u weet dat een lokale diensteneconomie van maatwerk verschilt. De mensen die in de lokale diensteneconomie worden tewerkgesteld, worden verondersteld een korte periode van vijf jaar nodig te hebben om naar de reguliere arbeidsmarkt te kunnen doorstromen. Dat is iets anders dan maatwerkbedrijven.
U hebt het over een groeipad gehad. Het is me niet duidelijk, maar ik vermoed dat u eigenlijk een groeipad bedoelt dat elke onderneming in de lokale diensteneconomie die momenteel niet over vijf vte’s beschikt, een groeipad te geven om hieraan te voldoen. Zo zouden ondernemingen met twee vte’s een groeipad van drie vte’s krijgen om aan de voorwaarde van vijf vte’s te kunnen voldoen. Dat staak haaks op de filosofie.
U bent een zeer actief lid van de commissie Sociale Economie. Ik heb steeds, onder meer in mijn beleidsnota, duidelijk gesteld dat ik eerst wil afwachten wat het allemaal zal worden. We hebben drie jaar tijd gegeven om tot fusies over te gaan, om een schaalvergroting tot stand te brengen, om professioneler te werken en om bepaalde zaken anders aan te pakken. We moeten nu even afwachten. We zullen dan wel zien of er nood aan een groeipad is.
Een van de voordelen van een schaalvergroting tot vijf vte’s is volgens mij overigens het feit dat de mensen die daar zijn tewerkgesteld nog iets van elkaar kunnen opsteken. Ik geloof niet echt in ondernemingen in de lokale diensteneconomie met een tewerkgestelde die elke dag eenzaam aan zijn werk moet beginnen en niets van een collega kan opsteken. Dat vind ik zeer goed aan die schaalvergroting. Als ik het goed heb begrepen, staat u daar ook achter.
Mijnheer Gryffroy, ik heb geen signaal van de sector gekregen dat het onvoldoende zou zijn. De sector heeft echter zeer duidelijk om flankerende maatregelen gevraagd. Ik heb u een aantal van die maatregelen opgesomd.
Mijnheer Beenders, u had een vraag om uitleg over dit onderwerp ingediend. Ik heb vernomen dat die vraag om uitleg is weggevallen. Ik had al een uitgebreider antwoord voorbereid. Mijn spreektijd is op dit ogenblik zeer beperkt. (Gelach)
Ik heb al een aantal flankerende maatregelen opgesomd. Die opsomming is natuurlijk niet limitatief.
Mevrouw Claes, overleg met de koepels? Ja, absoluut. Vanuit het vormingsfonds gaat er 335.000 euro naar de koepels. Die kunnen dan zelf met de ondernemingen onderhandelen, praten, begeleiding aanbieden en dergelijke. Ik kan u wel zeggen dat onze administratie en mijn kabinet constant ter beschikking staan van de koepels, evenals van de lokalediensteneconomieondernemingen. Ze maken er echt heel veel gebruik van. Overleg is zeer belangrijk en we doen dat voldoende, denk ik.
Ik wil ons standpunt nog eens herhalen, want hier wordt van alles door elkaar gezegd. Sp.a zegt heel duidelijk: fusievorming, ja, en maximale begeleiding van bedrijven die willen samenwerken om te fusioneren. Daar heeft de overheid een belangrijke taak in, ze moet die begeleiding faciliteren.
Leg vandaag uw kaarten op tafel voor een groeipad, want niet elke onderneming in de gevarenzone kan fusioneren, zodat ze weten dat er een perspectief is om zeker na 2018 te kunnen blijven bestaan.
Investeer en versterk de sector door in een groeipad te voorzien om de wachtlijsten aan te pakken voor de lokalediensteneconomie. Op die manier kunt u in deze legislatuur rustig verder werken, samen met de koepels, de oppositie, de sector, en weten ze waaraan ze toe zijn.
Dat zijn de drie dingen waarvoor wij blijven pleiten. Ik ben ervan overtuigd dat de sector van de sociale economie duidelijkheid vraagt, verwacht en moet krijgen. Ze hebben iemand nodig die het voor hen opneemt, die voor hen strijdt. Maak er geen palliatieve patiënt van. Ik heb het gevoel dat u de sociale economie liever kwijt dan rijk bent. Leg uw kaarten op tafel en zorg ervoor dat de sociale economie de aandacht krijgt die ze verdient in deze legislatuur. Het zou u al sieren mocht u de bevoegdheid sociale economie opnieuw op uw titulatuur zetten. Ook dat geeft de indruk dat u de sector niet genegen bent. (Applaus bij sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.