Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
U hebt me het woord gegeven, waarvoor dank. (Opmerkingen van de heer Bruno Tobback)
Vanaf nu pleiten we dan ook voor een gelijke behandeling van alle leden van onze fractie, voorzitter. (Gelach)
Minister, de vraag die ik wil stellen, is heel wat minder vrolijk, voor zover de informatie die de mensen op het veld hebben ontvangen, klopt. In uw beleidsnota zegt u terecht en duidelijk dat u de leerkracht in het onderwijs centraal stelt, dat u van lerarenopleiders en van de lerarenopleiding in het algemeen nog meer professionaliteit vraagt. U zegt ook dat de leerkrachten die vandaag in de klas actief zijn vaak nood hebben aan extra zuurstof. Tot zover een analyse waar we het allemaal mee eens zijn, over de grenzen van oppositie en meerderheid heen.
In het brede Vlaamse onderwijsveld is één structuur bezig met het delen van expertise om de lerarenopleiding en de lerarenloopbaan nog professioneler te maken. Dat zijn de expertisenetwerken lerarenopleiding. Zij bestaan aan elke associatie, zijn regionaal georganiseerd, werken heel goed samen over de verschillende provincies en regionale fora heen.
Zij hebben nu als een donderslag bij heldere hemel te horen gekregen, na het afsluiten van de discussie over de begroting in de commissie Onderwijs, dat zij met ingang van 1 januari 2016 worden afgeschat. Voor 2015 wordt in tegenstelling tot de besparing van 10 procent die u ons had gecommuniceerd in de commissie, ineens 1 miljoen euro extra bespaard. De mensen die dag in dag uit bezig zijn met de omkadering van die leraren vragen zich af waarom u hen dit aandoet. Zij leveren goed werk en dragen bij tot de doelstellingen van uw eigen regeerakkoord en van uw eigen beleidsnota.
Waarom grijpt u daar zo bruut in vanaf 2016, maar ook al in 2015? Er staan alweer verschillende jobs op de helling door dit voorstel.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, de expertisenetwerken lerarenopleiding zijn gestart in 2008. U zegt dat het om één structuur gaat, maar het zijn er vijf: één per associatie. Limburg wordt apart behandeld, daarvoor is iets speciaals gepland. Ze werken nu een aantal jaren. Ik heb geen namen genoemd, want anders komt u tussen voor een persoonlijk feit. Ik ben voorzichtig. (Opmerkingen van mevrouw Ingrid Lieten)
De samenwerkingsovereenkomst met de expertisenetwerken loopt tot eind 2015. Dan moet alles worden herbekeken. De medewerkers van mijn kabinet hebben vorige week voor de eerste keer de mensen van de expertisenetwerken ontvangen. Ze hebben gezegd dat ze het hele concept in vraag stellen, niet omdat er slecht gewerkt wordt, maar omdat we vaststellen dat de lerarenopleiding as such aan een grondige hervorming toe is.
Het studiewerk is volledig gedaan. In 2015 moeten we komen tot het concept waar men de lerarenopleiding vanaf 2016-2017 wil zien staan. Er moet een toelatingsproef komen voor wie wil starten. Daarom heb ik de expertisenetwerken gevraagd om hun werking volledig in vraag te stellen en te bekijken of het efficiënter kan in de toekomst. Er zijn vijf structuren. Is het evident dat het op die manier blijft in de toekomst? Het is de bedoeling om de nieuwe injecties die we vanaf 2016 aan de lerarenopleiding willen geven, volledig te herdenken. Ik ben er inderdaad nu mee gestart, omdat ik het belangrijk vind om dat nu te doen en niet halfweg 2015. De expertisenetwerken komen volgende week terug naar het kabinet om verder discussie te voeren. Ik heb vorige week ook al in de commissie gezegd dat het nog niet duidelijk is of die worden afgeschaft. Ook is het niet duidelijk of er één netwerk komt. Ik heb het gevoel dat ze dat niet zo graag willen. Het pad loopt en de beheersovereenkomst loopt nog tot volgend jaar.
Ik kan vandaag niet zeggen of in 2016 alles zal blijven bestaan zoals het is. Ik denk dat we de middelen waarmee we de lerarenopleiding willen versterken, beter niet per associatie, elk apart, moeten investeren, maar beter globaal.
Ik blijf bij de vraag waarom u 1 miljoen euro extra wilt besparen in 2015, ondanks het feit dat we in de commissie te horen kregen dat het om 10 procent ging. Nu gaat het over veel meer. De netwerken vragen inderdaad om regionaal actief te kunnen blijven, omdat lesgeven in Brussel nu eenmaal iets anders is dan bijvoorbeeld lesgeven in Limburg.
Minister, wat echt onbegrijpelijk is, is dat we echt op een hellend vlak lijken te zitten. De pedagogische begeleiding, de CLB’s, de expertisenetwerken, de consortia: alles wat netoverschrijdend is, wordt geviseerd. Daar wordt in geknipt, het wordt op termijn afgeschaft. Hoe u de professionalisering van de lerarenopleiding zult bolwerken met minder middelen, is mij een raadsel, ondanks de goede wil en heel veel inzet en expertise op het terrein.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, structuren hebben een betekenis, maar zijn geen doelstelling op zich.
Minister, de fundamentele opdracht is de verdere ondersteuning van de lerarenopleiding. We hebben vorige week tijdens de commissiebesprekingen begrepen dat daarvoor in de toekomst hoe dan ook ruime middelen worden uitgetrokken. Wat is in de toekomst de fundamentele opdracht voor die ondersteuning? Hoe wenst u die te realiseren? Waar wenst u eventueel te heroriënteren?
Ik begrijp ten volle dat u vandaag niet op al die vragen kunt antwoorden, maar dan vind ik wel dat we er in de commissie een zeer duidelijk en concreet antwoord op moeten krijgen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ik heb u hierover al een paar keer ondervraagd, ook bij de begrotingsbesprekingen. U hebt mij toen gezegd dat we dat moesten evalueren en herbekijken. Uiteindelijk zien we dat er vanaf 2015 al besparingen moeten worden gerealiseerd. Het komt er eigenlijk op neer dat ze worden afgeschaft.
U hebt dat dan ook toegegeven in de commissie vorige week. U zei dat de tijd van studeren gedaan is en dat wat in de expertisenetwerken tot stand is gekomen, moet worden geïmplementeerd. Dat was erg praktijkgericht onderzoek. Universiteiten en hogescholen werkten samen, de ene vanuit wetenschappelijke invalshoek, de andere vanuit de praktijk, over zaken zoals differentiëren in de klas en meertaligheid. Het zijn dingen die leerkrachten echt kunnen ondersteunen en die hun baat hebben in de lerarenopleiding. Van dergelijk praktijkgericht onderzoek over onderwijspraktijken, over het blijvend ondersteunen van leerkrachten in de klas, over klassen en klaswerking die evolueren, kan niet worden gezegd dat de tijd van studeren gedaan is en dat er moet worden geïmplementeerd. De samenwerking tussen praktijkgericht en wetenschappelijk onderzoek kwam tot stand in de netwerken. Als u die afschaft, wat komt er dan in plaats? Hoe zult u leraren ondersteunen in hun pedagogische methode? (Applaus bij Groen)
Mijnheer De Meyer, mevrouw Meuleman – op het gevaar af van een persoonlijk feit –, mevrouw Gennez, ik onderschrijf de nood om leraren in de praktijk te blijven ondersteunen in de toekomst. Er wordt hier gezegd dat er een netoverschrijdend systeem was. Mevrouw Gennez, het ging om één per associatie en een voor de provincie Limburg samen. We zijn de samenwerkingsverbanden aan het bekijken. Het klopt dat het anders lesgeven is in Brussel dan in een andere regio. We zien tegelijk dat de problemen met de uitstroom van jonge leraren in onder andere Brussel nergens zo groot zijn. We voelen dat de lerarenopleiding moet worden versterkt.
Ik wil zeker in de toekomst 1,5 tot 2 miljoen euro blijven stoppen in het versterken van de lerarenopleiding. Ik stel me echter de fundamentele vraag of de tussenstructuur zoals die nu bestaat, de ideale manier van werken is. Dit heeft zeven of acht jaar gewerkt. De beheerovereenkomst loopt ten einde. We moeten daarop durven in te grijpen.
Ik ben tijdens de voorbije maanden het overleg gestart. Ik had perfect kunnen wachten tot januari of februari om dat te doen, maar ik doe dat niet. Er wordt vergaderd aan een vrij hoog tempo. Ik ga ervan uit dat we er met de expertisenetwerken uit zullen geraken, zoals we ook door het dossier van Klasse zijn geraakt. Besparen is niet fijn, maar het betekent niet dat we de middelen die er zijn, niet meer optimaal kunnen proberen in te zetten. Dat is mijn bedoeling.
De heer De Meyer zegt dat er over de toekomst van de expertisenetwerken in de commissie zal worden gediscussieerd. Ik heb ze nog niet afgeschaft. Ze zijn decretaal mogelijk. Er loopt een overeenkomst tot eind volgend jaar en dat blijft zo. Of ze op de dezelfde manier zullen blijven bestaan na 1 januari 2016 is voor mij absoluut geen uitgemaakte zaak. Ik wil dit bijzonder kritisch screenen, zonder afbreuk te doen aan de waarde van sommige onderzoeken en de manier waarop is gewerkt.
Ik hoor van de minister een engagement om inspanningen te blijven leveren. Het is vreemd dat er dit jaar 1 miljoen euro extra wordt bespaard. Als u die vanaf 2016 wilt compenseren, zult u een deftig begrotingspad moeten uittekenen. Er zijn de schrapping van de middelen voor het lokaal flankerend onderwijsbeleid, de schrapping van de middelen op pedagogische begeleiding, de besparingen in de CLB’s. Het wordt heel veel en de mensen worden bijzonder onrustig. Doe een begrotingsaanpassing, liever vandaag dan morgen. (Applaus bij sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.