Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de open brief van de minister-president aan de ACW-vrijwilligers
Actuele vraag over de open brief van de minister-president aan de ACW-vrijwilligers
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister-president, u hebt maandag een open brief geschreven als minister-president aan de vrijwilliger. Ik heb die bij. Dat lijkt sympathiek op het eerste gezicht, ware het niet dat u in het journaal daaraan een politieke duiding hebt gegeven. U hebt namelijk gezegd dat wie het middenveld wil destabiliseren, te weinig rekening houdt met de vrijwilligers.
Aan een op zich goedbedoelde brief hebt u zelf een bepaalde politieke betekenis gegeven. U hebt die vrijwilliger van het ACW, want andere zijn er blijkbaar niet gebruikt om stelling te nemen als minister-president in heel de moerlemei rond het ACW. U treedt op als een politieke beschermheer, want u zegt dat men de aanval op het middenveld heeft ingezet, en dat mag niet. Wie heeft die aanval ingezet? Ik neem aan dat u dan een coalitiepartner viseert.
Het is bijzonder pijnlijk dat op de dag dat u zich als een beschermheer opwerpt van het ACW, uitlekt dat het ACW dacht aan het gebruik van de notionele intrestaftrek, er bijzonder veel te doen is over de regeling over de winstbewijzen tussen het ACW en Belfius en zelfs het ACV, de Kristelijke Werknemersbeweging (KWB) en de Landelijke Bediendencentrale (LBC) zeggen dat ze afstand nemen van die praktijken. Op dat ogenblik komt u als minister-president het opnemen, niet voor het middenveld, maar voor de top van het ACW.
Legt u mij eens uit, minister-president, waar u het vandaan haalt om als minister-president de vrijwilliger te misbruiken om de ACW-top politiek gezien uit de wind te zetten? (Rumoer)
Als u zegt dat men de aanval inzet op het middenveld, moet u eens zeggen wie u daarmee bedoelt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister-president, ik zie het iets anders. Uw brief is inderdaad een mooi initiatief, een hart onder de riem van de vrijwilliger. Het zijn harde tijden voor die mensen, die we allemaal kennen in onze steden en gemeenten. Ik kom ook uit zon gemeente waar heel wat mensen nog de lijn zijn van de samenleving. Ze liggen heel zwaar onder vuur. Door alles wat met het ACW gebeurt, voelen zij zich gepakt. Ze hebben daar absoluut geen fout aan, denk ik, zonder daarom te zeggen dat wij goedkeuren wat daar is gebeurd.
Ik vind dat het iets meer mag zijn dan zon brief, minister-president. U bent zogenaamd de machtigste man van Vlaanderen. U staat aan het hoofd van de Vlaamse Regering. Net uw regeringspartners in de Vlaamse Regering hebben die kruistocht tegen het middenveld ingezet, niet alleen wat het ACW betreft.
Ik zie veel andere, heel erge dingen gebeuren. Kijk naar wat minister Bourgeois aan het doen is met het Integratiedecreet: hij pleegt als het ware een hold-up. Hij wil heel de sector, die al dertig jaar goed werkt levert, opslorpen en nationaliseren. Verstaatsen, minister-president, dat gebeurt er in deze Vlaamse Regering met het middenveld. Er zijn nog voorbeelden. De Vlaamse Woonraad doet een voorstel voor de woonbonus. De verschillende ministers liepen elkaar voor de voeten om zo snel mogelijk het voorstel af te wijzen, nog voor het goed was bekeken.
Minister-president, mag het iets meer zijn? Bent u nog van plan om eens iets anders te doen? Om een hartig gesprek te voeren met uw coalitiepartners? Om de middenvelder en de vrijwilliger ook te honoreren in uw beleid?
De heer Bouckaert heeft het woord.
Waarde collegas, voorzitter, minister-president, al een aantal maanden krijgen we ongeveer elke ochtend via de krant een ACW-douche. Het lijstje wordt zeer lang: de winstbewijzen van Bacob, Dexia en Belfius, de bankgarantie voor Arco-aandelen met negatief advies van de Raad van State, de constructie van de cvba Sociaal Engagement met belastingontwijking of belastingontduiking en het gebruik van de notionele intrestaftrek.
Deze ochtend is er weer iets bijgekomen. Blijkbaar is er een geheim akkoord tot stand gekomen en krijgt het ACW 1,5 procent bovenop de intrest van 6,75 procent voor de lening aan Belfius. Aangezien het een genationaliseerde bank betreft, moet de belastingbetaler dit ophoesten.
Ik heb in De Tijd gelezen dat de minister-president heeft gereageerd. Ik dacht dat hij die zelfbediening en die andere praktijken aan de kaak zou stellen. Ik dacht dat hij een bijdrage zou leveren aan een transitieplan voor de top van het ACW en ervoor zou zorgen dat de top van het ACW zich in de toekomst anders zou gedragen.
Wat ik heb gelezen, is echter een diabolisering van de pers en van de andere partijen die kritiek op de top van het ACW hebben. Volgens de minister-president willen zij het middenveld ontmantelen. Zij zouden de vijanden van de vrijwilligers zijn. De minister-president levert geen kritiek op de praktijken van de top van het ACW, maar op de mensen die hun plicht doen en deze zaken naar buiten brengen.
Minister-president, u bent niet zo maar een politicus. U bent de leidende figuur van de Vlaamse Regering. Wordt de houding die u aanneemt, die diabolisering van de kritiek op de top van het ACW, door heel de Vlaamse Regering gedragen? Namens wie spreekt u? Spreekt u namens uzelf, de partij of heel de Vlaamse Regering? Ik kan me niet inbeelden dat heel de Vlaamse Regering zich hierachter kan scharen.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, afgelopen maandag, na een toelichting over ViA, een punt dat hier daarnet ook al aan bod is gekomen, heb ik een vraag over het ACW gekregen. Ik heb geantwoord dat bepaalde zaken moeten worden uitgeklaard. Morgen zal dat in het federaal parlement verder gebeuren. Mijn grote zorg is echter het middenveld en zijn vrijwilligers.
Ik verwijs even naar de Vlaamse Regionale Indicatoren (VRIND), een ander boek dat heel wat indicatoren bevat. We weten dat 46 procent van de volwassenen actief lid van een vereniging is. Er zijn 120.000 erkende sociaal-culturele verenigingen. Er zijn 17.000 sportclubs. In totaal zijn 32.000 mensen lid van de jeugdbewegingen. We beschikken over een uniek middenveld met vele vrijwilligers.
Ik heb geantwoord dat ik, vanwege de vele discussies die de voorbije dagen hebben plaatsgevonden, bezorgd ben dat de vrijwilligers de moed zouden verliezen. In antwoord op de vragen van journalisten heb ik dat als minister-president in mijn persoonlijke naam gezegd. Ik ben fier op wat die vrijwilligers doen. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Aangezien ik, net als alle andere aanwezigen hier, mee ben met mijn tijd, heb ik hierover een tweet geplaatst: Beste vrijwilligers, laat u niet uit uw lood slaan. Als minister-president ben ik fier op jullie. Ik heb toen ook verwezen naar de open brief die ik op mijn persoonlijke site heb geplaatst.
Ik heb op die open brief geen briefhoofd van de Vlaamse Regering gezet. Het gaat om mijn eigen site. In die open brief stel ik dat Vlaanderen met betrekking tot het middenveld heel bijzonder is. Ik heb naar voetbalclubs, het Rode Kruis, Kom op tegen Kanker, jeugdbewegingen enzovoorts verwezen. Eigenlijk vraag ik me af wat de vraagstellers storend vinden aan wat ik heb gedaan. (Rumoer)
Ik ben minister-president. Blijkbaar vinden sommigen dat ik enkel mijn mond mag openen nadat ik eerst een ministerraad en eventueel een commissie of een interkabinettenwerkgroep heb samengeroepen. (Rumoer)
Mijnheer Penris, ik ben 24 uur per dag minister-president. Ik werk dag en nacht voor Vlaanderen en voor de vrijwilligers die in Vlaanderen actief zijn. (Opmerkingen van de heer Penris)
Dat kan voor u ook gelden. Ik sluit niemand uit. Ik kan echter niet beweren dat ik om 17 uur gedaan heb. Ik denk trouwens niet dat het om 17 uur gedaan zal zijn.
Ik heb er zorg voor gedragen geen misbruik van briefpapier of van wettelijke sites te maken. Ik hoop dat na dit debat in dit halfrond zal worden gesteld dat we die duizenden vrijwilligers onverkort steunen en dat we hen nodig hebben. Dat is een belangrijk signaal. Dit staat los van de andere zaken, waarover op andere plaatsen zal worden gediscussieerd. In het licht van al die discussies en al die vragen die bepaalde mensen moeten beantwoorden, moeten we het signaal geven dat we resoluut voor die vrijwilligers en voor dat middenveld gaan. (Applaus bij CD&V)
Minister-president, u hebt gewoon compleet naast de kwestie geantwoord. De politieke verdedigingslijn van CD&V ten aanzien van het ACW we hebben het trouwens in het actualiteitsdebat ook gehoord is dat men de vrijwilliger aan het aanvallen is. Dat is dus niet waar. Het debat gaat niet over de vrijwilliger. Uw partij en zelfs u als minister-president misbruikt de vrijwilliger (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Jawel, dat hebt u gezegd. U misbruikt de vrijwilliger en bij uitbreiding misschien de Arco-spaarder om in feite de aanval op praktijken van het ACW, die niet door de beugel kunnen, min of meer min of meer te minimaliseren. Dat is wat u doet! Dat is wat u doet als minister-president. Dat kan natuurlijk niet. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, u hebt het zeer duidelijk gezegd: De aanval op het middenveld moet stoppen, omwille van de vrijwilligers. Excuseer, wie heeft die vrijwilligers in vertwijfeling gebracht? Wie? (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
De top van het ACW heeft ze in vertwijfeling gebracht. Daar gaat het uiteindelijk over. Het ACW is niet alleen een sociale organisatie maar is ook een politieke organisatie die parlementsleden maakt en kraakt, die zelfs bepaalt wie er tot een bepaalde partij mag toetreden of niet, die aan politiek doet. Men waande zich ongenaakbaar en dacht dat men zich alles kon permitteren. Men valt vandaag van de sokkel, maar het komt u niet toe om de vrijwilliger te misbruiken en dat proberen te minimaliseren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president, lippendienst vooral aan de vrijwilliger. Ik vraag twee dingen. Ik vraag u dat het in het Vlaams beleid zichtbaar wordt dat u wel degelijk geeft om het middenveld en om die vrijwilliger. Ik vraag u dat u meer zult doen dan een open brief op uw site zetten, maar er ook voor zult zorgen dat het Vlaamse beleid is afgestemd op de vrijwilligers en het middenveld.
Minister-president, misschien moet u bellen naar uw federale collega Vanackere om hem te zeggen dat het een goed idee zou zijn om de onderzoekscommissie-Dexia van start te laten gaan. Ik denk dat die vrijwilliger er absoluut baat bij heeft dat er zo snel mogelijk klaarheid is in elke vorm van financiële constructie zodat die vrijwilliger, met een gerust gemoed en een proper geweten, kan beginnen met zijn werk te doen voor de samenleving.
Minister-president, u vraagt of ik de vrijwilligers steun. Natuurlijk. Jai eu une jeunesse flamande. Toen ik 14 jaar was, ben ik met mijn kartonnen doosje naar Melchtal getrokken. Dankzij de christelijke arbeidersbeweging heb ik voor de eerste keer bergen gezien. Je moet mij de christelijke arbeidersbeweging niet leren kennen. Ik heb er heel veel respect voor. Laat dat duidelijk zijn.
Maar minister-president, er is iets mis met uw timing. Waarom vraagt u nu plots steun voor de vrijwilligers? Waarom hebt u dat niet op andere momenten gedaan? Omdat u inderdaad de kritiek op de ACW-top wilt smoren door gebruik te maken van het Vlaamse, gezonde sentiment dat de Vlamingen hebben voor de vrijwilligers.
Het moet ook gedaan zijn dat de CD&V een exclusief recht claimt op de vrijwilligers. Er zijn niet alleen de vrijwilligers van de christelijke arbeidersbeweging. Er is ook het Rode Kruis, er is ook het Vlaamse Kruis. Er is ook de Rotary Club. Er is ook de Lions Club die heel veel caritatieve dingen doet. Er is in Vlaanderen een heel breed landschap van vrijwilligers. Ook die mensen moeten wel eens een hart onder de riem krijgen. Er is geen monopolie op vrijwilligersschap.
Minister-president, ik heb toch wel een beetje de indruk dat u met de langste campagne uit de politieke geschiedenis bent begonnen, want u kunt natuurlijk tellen. Er zijn 200.000 vrijwilligers. Die kunnen misschien worden ingezet om uw affiches te plakken in 2014. (Applaus bij LDD en het Vlaams Belang)
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Minister-president, u zei daarnet dat de verkiezingen nog niet begonnen zijn, maar met deze open brief geeft u alleszins een andere indruk. Ook Open Vld staat uiteraard achter die duizenden vrijwilligers waarvoor we alle waardering hebben waarover wij beschikken.
Maar dat is en in die zin sluit ik me aan bij wat de heer Bouckaert zegt noch de vraag, noch het probleem. Het ACW heeft zich ten overstaan van het middenveld en die vrijwilligers misdragen. En dus is onze vraag of u, als eminente CD&Ver, het ACW erop zult wijzen dat het moet rechtrekken wat het zelf heeft kromgetrokken, en dat het het vertrouwen van al die vrijwilligers moet herstellen, door transparantie. Volgens ons zijn die duizenden vrijwilligers niets met die troostende woorden, al zijn ze op zich wel mooi geformuleerd. Ze zijn daar niets mee, ze vragen dat u zich zou afkeren van de praktijken binnen het ACW.
De heer Meremans heeft het woord.
Het siert de minister-president dat hij het via een open brief opneemt voor de gewone vrijwilliger. Dat is ook mijn bezorgdheid, onze bezorgdheid, de bezorgdheid van heel veel mensen in het halfrond. Ik ben zelf zon vrijwilliger. Ik ben bestuurslid van een lokale Kristelijke Werknemersbeweging (KWB), heel bescheiden. Ik ben dus actief in de basis van die christelijk geïnspireerde beweging. En ik ben daar niet alleen in binnen de N-VA. Waarschijnlijk zijn er nog talloze mensen uit de verschillende partijen in dit halfrond die lid zijn van dat bredere middenveld.
Minister-president, wij zijn allemaal fier dat Vlaanderen zoveel vrijwilligersverenigingen telt, vanuit welke inspiratie, obediëntie of gezindheid ook. Alleen wil ik, samen met die basis, dat de top van mijn vereniging correct en fair handelt. Ik hoor veel signalen dat er bij de basis grote bezorgdheid is over het feit dat de voeling van de top met die basis al enige tijd totaal zoek is. Dat komt van de mensen op het terrein.
Minister-president, u hebt een paar dagen geleden gesproken over aanvallen die mogelijk ongegrond zijn. Maar u moet met mij vaststellen, dat wij dag na dag nieuwe feiten horen en zien. Waar rook is, blijkt nu ook vuur te zijn. Alleen een federale onderzoekscommissie kan eindelijk duidelijkheid brengen, en dat zal die talloze vrijwilligers ten goede komen. (Applaus bij de N-VA)
Collegas, sommigen dringen erop aan dat ik mij zwaar zou bemoeien met het ACW, anderen zeggen dat ik daar als minister-president ver weg van moet blijven. U ziet, we hebben alles in dit halfrond.
Ik herhaal dat ik een vraag heb gekregen en de journalist die daarbij was, is hier aanwezig. En ik antwoord meestal op vragen, hier, maar ook als journalisten mij een vraag stellen. Ik heb geantwoord dat mijn grote zorg de vrijwilligers en het middenveld zijn. Na die persontmoeting heb ik een brief rondgestuurd waarin de jeugdbewegingen, de mutualiteiten, het Rode Kruis, Kom op tegen Kanker enzovoort allemaal zijn opgenomen. Daar staat nergens iets in over de top van ACW en dergelijke.
Het is niet de eerste keer dat ik met de Verenigde Verenigingen contact heb. Wij geven ondersteuning aan de vrijwilligers. Volgende week zijn er belangrijke elementen ten aanzien van die vrijwilligers. Deze Vlaamse Regering en ikzelf ondersteunen de vrijwilligers, de Dag van de Vrijwilliger enzovoort. Ik doe dat ook in Vlaanderen in Actie en Pact 2020. De Verenigde Verenigingen, die alle vrijwilligersverenigingen groeperen, zijn daarin meegenomen.
Ik denk dat wij met zn allen die vrijwilligers koesteren en er de nodige ondersteuning aan willen geven, wat ze zeker van de Vlaamse Regering kunnen krijgen, en dat niet alleen de minister-president, maar ook heel dit Vlaams Parlement de vrijwilligers een warm hart toedraagt.
Minister-president, u zei dat we niet in campagnemodus mogen zitten, maar u bent de man die zegt dat hij Bart De Wever kan verslaan, en nu probeert u het ACW wat uit de wind te zetten. Maar voor de rest zijn we niet in campagne.
U had er, omwille van die vrijwilliger, veel beter aan gedaan om de praktijken van een sociale organisatie die zich ingeschreven heeft in het casinokapitalisme, nadien een beroep heeft gedaan op de staat en de belastingbetaler om zo veel mogelijk uit de brand te slepen, en vervolgens nog een lening met bijzonder gunstige voordelen kon afdwingen bij een overheidsbank dat is de verwevenheid tussen politiek en sociale organisaties , aan de kaak te stellen.
Ik denk dat u er allang spijt van hebt dat u die brief hebt geschreven. Er zijn immers momenten waarop men beter zwijgt. Ik denk dat u, met deze brief en de manier waarop u dat politiek hebt geduid, uzelf in de voet hebt geschoten. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijn betoog behelsde twee punten, en er was een duidelijke hiërarchie tussen die punten. Mijn eerste punt was dat u ervoor moet zorgen dat uw Vlaamse huishouding op orde is, dat u dus moet stoppen met de verstaatsing die bezig is, vooral in de integratiesector. Daar zullen dertig jaar vrijwilligersbeleid en een volledig middenveld worden weggeveegd. Begin daarmee: dat is goed voor mij.
Dan is er mijn tweede punt. Moet u zich bemoeien? U hebt zich bemoeid. U hebt een brief geschreven. Als u zich dan toch bemoeit, dan zou ik liever hebben dat u iets meer doet dan die brief schrijven. Als u het dan toch niet kunt laten, zorg er dan voor dat we tot de bodem kunnen komen van heel het probleem van de financiering.
Minister-president, ik sluit me aan bij de heer Van Hauthem. U had beter gezwegen, en als u uw mond had opgedaan, dan had het over de ACW-top en hun financiële perikelen moeten gaan.
Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat u een metamorfose aan het ondergaan bent. Ik heb u altijd gezien als Mister Flanders, als the fair face of Flanders, om een uitdrukking van Patricia Carson te gebruiken, als een Vlaamse centrumpoliticus die gaat voor meer Vlaamse autonomie en voor een copernicaanse omwenteling, die een partijoverschrijdende aantrekkingskracht heeft. Dat lijkt me gedaan te zijn. U dropt de copernicaanse revolutie in de vuilnisbak. U gaat alleen nog maar voor de zesde staatshervorming. U treedt nu plots heel partijdig op, zelfs niet voor CD&V, maar om de ACW-top in te dekken door die vrijwilliger naar voren te schuiven. Wat moeten de UNIZO-bedrijfsleden daarvan denken? U begaat een zware vergissing. U evolueert van Mister Flanders naar een waterdrager van een organisatie die sterk aan zelfbediening doet, en dat is geen goede zaak voor u en geen goede zaak voor ons. (Applaus bij LDD en het Vlaams Belang)
De actuele vragen zijn afgehandeld.