Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ik kan me heel goed voorstellen dat de fantoombevoegdheden, de usurperende bevoegdheden of de gekaapte bevoegdheden u ondertussen de oren uitkomen. We hebben het er al verschillende keren over gehad en toen ik deze morgen de krant las, vreesde ik dat we het er nog een tijdje over zullen hebben.
Laat het duidelijk zijn dat u vanuit de Vlaamse Regering en wij steunen dat natuurlijk als fractie vragende partij bent voor een oplossing, een besproken en overlegde oplossing met de andere gewesten in dit land en met de federale overheid. Nu blijkt ondertussen ook, zeker sinds vorige week, toen u het lijstje symbolisch verfrommeld en gescheurd hebt, dat het voornamelijk de bedoeling van de federale overheid is om een aantal facturen door te schuiven naar de gemeenschappen en de gewesten. Voor de federale overheid gaat het puur om een budgettaire operatie en eigenlijk niet om een correcte uitoefening van de bevoegdheden die al verdeeld zijn.
U hebt vorige week terecht vrij assertief enkele voorwaarden herhaald. We hebben het daar al verschillende keren over gehad. Eerst en vooral is er de voorwaarde dat als Vlaanderen die inspanning doet, de andere deelstaten in gelijke mate dezelfde inspanning moeten doen. Ten tweede moet het gaan om zaken die nog niet in de zesde staatshervorming zitten, vandaar het achterhaalde lijstje van 2008. De derde voorwaarde is dat wie betaalt, bepaalt. Dit zijn de voorwaarden die u hebt gesteld.
Gisteren is daar de langverwachte vergadering over geweest. Die vergadering was om begrijpelijke redenen al een aantal keer uitgesteld. U hebt vorige week ook gezegd dat er zeker voor bepaalde onderwerpen, waaronder de universitaire ontwikkelingssamenwerking, dringend duidelijkheid nodig is.
Wat is de stand van zaken? Wat is het resultaat van het overleg van gisteren? Moeten wij ons inderdaad warmlopen om inspanningen te leveren in onze begroting?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, ik heb gisteren samen met mijn collega, minister Muyters, de vergadering bijgewoond die hier vorige week was aangekondigd naar aanleiding van de vraag van de heer Van Hauthem. We hebben gisteren op de vergadering zes fiches gekregen er is dus enige vooruitgang in het dossier.
Ik overloop de zes fiches even, want vorige keer hebben we daar ook al over gesproken, over bepaalde dan toch. Eerst is er de ontwikkelingssamenwerking en in de fiche staat 92,8 miljoen euro. Twee is de Stichting Biermans-Lapôtre met 483.000 euro. Drie is Justitie met 61.000 euro plus 116.000 euro. Vier is de vakbondspremie met 13,7 miljoen euro. Vijf is de responsabiliseringsbijdrage voor de pensioenen 2003-2011 met 295 miljoen euro. En dan is er nog de Belgische bijdrage voor de financiering van de Europese Unie en de totale bijdrage is 5,8 miljard euro.
Dat zijn de fiches die wij gisteren hebben gekregen.
Wat is daar gisteren over gezegd?
Ten eerste heb ik duidelijk gemaakt dat er voor ons twee principes zijn. Eén, men kan niet spreken over usurperende bevoegdheden indien dit deel uitmaakt van de zesde staatshervorming. Twee, usurperende bevoegdheden zijn bevoegdheden die bij ons horen. Wij kunnen dus beslissen of we dat al dan niet honoreren. Iedereen was het eens met die twee principes. De betrokken federale ministers hebben netjes gezegd dat dat ook voor hen het uitgangspunt is en dat daar niet over wordt gediscussieerd.
Een tweede punt is de ontwikkelingssamenwerking. Een aantal collegas maakten zich daar in de commissie en in de plenaire vergadering zorgen over. Het is nu wat uitgeklaard hoe het komt dat een aantal collegas zeer bezorgd waren dat men een aantal zaken niet meer kon betalen. De uitleg die wij hebben gekregen is dat federaal minister van Overheidsbedrijven, Ontwikkelingssamenwerking en Wetenschapsbeleid Magnette de universitaire ontwikkelingssamenwerking in het pakket heeft gestoken dat op federaal niveau werd bevroren. Dat pakket zat er in het kader van de Europese discussie in. Doordat het bevroren was, maakten de universiteiten zich zorgen dat men niet meer zou kunnen betalen en dat er een groot probleem zou ontstaan.
Men heeft gezegd dat men dat zou oplossen. U moet zich dus geen zorgen maken. De continuïteit van de projecten en de betaling ervan zullen we verder op ons nemen.
Het tweede luik is dat die ook in die usurperende bevoegdheden zitten, maar dat duidelijk werd gezegd dat we, zolang er geen akkoord is, de financiering en de betaling niet zullen opschorten. Ik ga ervan uit dat alle collegas die daar vragen over hebben gesteld, nu gerustgesteld zijn.
De andere elementen zijn naar werkgroepen verwezen. Ik lees u de notificatie even voor: De conferentie neemt akte van de fiches die de Federale Regering heeft voorgesteld in het kader van de responsabilisering en de oneigenlijke bevoegdheden. Een gemengde werkgroep federaal-regionaal zal die fiches analyseren alsook eventuele voorstellen die door één of meerdere regionale overheden worden aangebracht. Het resultaat van deze analyse zal op een volgende conferentie worden besproken. Wij zullen het debat aangaan. Men heeft nu blijkbaar het luik responsabilisering toegevoegd aan de usurperende bevoegdheden. Wat die ambtenaren betreft, is dat niet nieuw, maar voor velen wel, ook in dit halfrond.
De Belgische bijdrage voor de financiering van de Europese Unie werd er wel aan toegevoegd. Daar is het laatste woord zeker nog niet over gezegd.
Voorzitter, we hebben vanmorgen overlegcomité gehad. De responsabiliseringsbijdrage voor de pensioenen van ambtenaren voor het jaar 2012 heeft voor Vlaanderen een totale kostprijs van 61 miljoen euro.
Minister-president, ik dank u voor uw uitleg. Als ik het goed begrijp, staan we eigenlijk nog geen stap verder. Er is nog altijd geen duidelijkheid over het lijstje, dat nu wordt verwezen naar werkgroepen.
Wat erin zit, wordt uitgebreid met die punten voor responsabilisering. Daarvan zegt u echter al dat bepaalde stukken onaanvaardbaar zijn. Eigenlijk staan we dus geen stap verder. We blijven dus afwachten wat de volgende stappen zullen zijn en wat de verdere uitkomst van die werkgroepen zal zijn.
De heer Vereeck heeft het woord.
Minister-president, u hebt mij vorige week aangenaam verrast door te zeggen dat u dat lijstje zou verscheuren, dat het van tafel zou gaan. Ik begrijp eerlijk gezegd niet dat u als resultaat van die interministeriële conferentie terugkomt naar dit parlement met de boodschap dat die zes bevoegdheden die u verscheurd hebt, werden ondergebracht in werkgroepen. Ik neem aan dat u aan uw collegas van CD&V, maar ook aan uw coalitiepartner sp.a, die ook in de Federale Regering zit, gezegd hebt dat die lijst van tafel gaat. Het is nu zelfs meer, er is niet alleen een lijst, maar er zijn ook werkgroepen. Ik begrijp uw houding in dezen niet. Ook het resultaat ontgoochelt mij.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Eerst het goede nieuws, minister-president: het is inderdaad goed dat nu enige continuïteit wordt geboden in verband met de universitaire ontwikkelingssamenwerking. Maar dat lost natuurlijk niets op op langere termijn. Op iets langere termijn is er ook onzekerheid, temeer omdat de universitaire ontwikkelingssamenwerking ook in een werkgroep is ondergebracht. Ik veronderstel dat daar ook een oplossing moet komen.
Ik kan alleen maar samen met de heer Diependaele vaststellen dat we nog geen stap verder staan. Het is aan te raden dat de Vlaamse Regering eventueel met alternatieve voorstellen komt en zelf de touwtjes in handen neemt, want zo kan het inderdaad niet verder.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer Diependaele, ik ben blij dat u het lijstje van 2008 nu ook als partij weggooit. Dat was uw lijstje van usurperende bevoegdheden. U kwam uit op 1,1 miljard euro. U hebt destijds in het federaal parlement aan de Federale Regering voorgesteld om die 1,1 miljard euro gewoon uit de begroting te halen. Als wij dan onze verantwoordelijkheid zouden nemen, zou dat geen factuur zijn van 140 miljoen euro, maar van 639 miljoen euro. Dat was dan uw manier om aan factuurfederalisme te doen.
Minister-president, vorige week zei u nog dat ik dat lijstje mocht scheuren en weggooien. Dan begrijp ik niet dat u toelaat dat het toch nog verder zal worden besproken, met bedragen die in feite nog exorbitant zijn. Ik zie bijvoorbeeld niet in waarom wij zouden moeten bijdragen tot de werking van de EU. De Vlaming is de grootste nettobetaler in België. Elke Vlaming betaalt 282 euro per kop, in Wallonië is dat iets meer dan de helft daarvan.
Als u vorige week dat lijstje onaanvaardbaar hebt genoemd, begrijp ik niet dat u nu aanvaardt dat het alsnog in werkgroepen zal worden besproken. Ik zou daar graag meer uitleg over krijgen. Kunt u die fiches overhandigen aan het parlement?
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Minister-president, ik ontwaar een verschil tussen de voorwaarden die u opsomt en de voorwaarden die de heer Diependaele opsomde. De voorwaarden die u opsomt zijn de volgende. Ten eerste: ze mogen niet behoren tot de zesde staatshervorming. Dat is juist, en alle andere deelnemers van de conferentie beamen dat. Ten tweede: we zullen zelf wel bepalen of we die bevoegdheden vervolgens zelf zullen financieren of niet. Dat is juist, en ook de andere deelnemers op de conferentie beamen dat.
Ik heb van de heer Diependaele een derde voorwaarde gehoord, namelijk: wie betaalt, bepaalt. Naar mijn aanvoelen is dat geen derde voorwaarde, maar zit ze impliciet in de eerste. Als het niet behoort tot de zesde staatshervorming, zijn het bevoegdheden die ons gewoon toekomen. Of loodst u hier als N-VA een bijkomende voorwaarde in? Onwillekeurig denk ik dan even aan de discussie met betrekking tot de pensioenen van de Vlaamse ambtenaren.
Dat laatste punt kan uitgeklaard worden, omdat het betrekking heeft op de bijdrage die wij mogelijk zullen betalen in het kader van de wet van 2003 betreffende de responsabilisering van ambtenaren. Dat is ook besproken binnen de Vlaamse Regering. Als wij stap per stap een groter bedrag betalen voor de pensioenen van de ambtenaren, kan ik mij goed inbeelden dat wij dan ook vragen en dat is ook onderwerp van het debat dat het pensioen enzovoort door ons wordt bepaald. Het heeft dus niet direct iets te maken met de usurperende bevoegdheden, maar wel met de responsabilisering van de ambtenaren.
Mijnheer Van Hauthem, de lijst van Chastel is de lijst die is opgemaakt door de Inspectie van Financiën en waar u vorige week mee hebt gezwaaid. Die lijst is besproken op federaal niveau. Er stonden heel wat zaken in, onder andere met betrekking tot gezondheidszorg. Men heeft toen gezegd dat die lijst niet meer aan de orde was. Men heeft dan op federaal niveau zes punten voorgesteld, waarvan een aantal niet op die lijst stonden, zeker de bijdrage voor de Europese Unie. Men heeft nu dus iets anders in elkaar gestoken.
Voor alle duidelijkheid: ik blijf consequent met mezelf. Een week is te kort om van mening te veranderen. Dat is de toelichting bij het verscheuren van die lijst. De lijst die ik heb gezien, was de lijst van een tweetal paginas die u na veel gedoe te pakken had gekregen.
De Vlaamse Regering en u ook is nooit weggelopen van besprekingen. We hebben gisteren uitdrukkelijk gezegd dat het bespreken in werkgroepen, geen enkel engagement inhoudt om in die richting een akkoord te bereiken. Ik zal die fiches overmaken aan de voorzitter, die dan de verspreiding op zich zal nemen. Het is een houding die van volwassenheid getuigt om in die werkgroepen te gaan luisteren. We zullen ook verslag uitbrengen. Bezigheidstherapie? De Federale Regering wil 250 miljoen euro. We hebben altijd gezegd dat we over de usurperende bevoegdheden willen praten. Het lijkt me een zeer correcte, consequente en coherente houding.
Mijnheer van Rouveroij, met alle respect, maar u vergist zich. U kunt het verslag van vorige week nalezen. Twee voorwaarden zijn dezelfde. De derde voorwaarde is en dat heeft de minister-president vorige week ook gezegd dat als Vlaanderen een inspanning doet, de andere deelstaten een evenredige inspanning moeten doen. Dat lijkt me de evidentie zelf. (Opmerkingen van de heer Sas van Rouveroij)
Als we die bevoegdheden zelf gaan uitoefenen, dan behouden we ons het recht voor om na te gaan wat we eraan zullen spenderen.
Mijnheer Van Hauthem, ik heb het met u al gehad over het lijstje van 2008. Het punt is dat het lijstje op dat moment zeer correct was, maar intussen achterhaald is. Er is discussie over maar het gaat over 12 tot 15 punten uit dat lijstje die intussen in de zesde staatshervorming zijn opgenomen. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
In de staatshervorming staat er geld tegenover, en nu niet.
Minister-president, ik roep u op om uw assertieve houding vol te houden. Het lijkt inderdaad een beetje een eigenaardige tactiek van de federale overheid om het op de lange baan te schuiven. Het kan niet de bedoeling zijn dat er facturen worden doorgeschoven naar Vlaanderen.
De actuele vraag is afgehandeld.