Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over bonussen bij de VRT
Actuele vraag over bonussen bij de VRT
Actuele vraag over bonussen bij de VRT
Verslag
De heer Verstrepen heeft het woord.
Voorzitter, minister, het zijn moeilijke economische tijden, waarin iedereen moet besparen, zeker de Vlaamse overheid, de Vlaamse ambtenaren, de kabinetten. Er is hier al over gedebatteerd.
Vreemd genoeg is er één overheidsbedrijf en we hebben het hier regelmatig over, minister dat meestal ontsnapt aan die besparingen. Zelfs bij de laatste begrotingscontrole is de VRT buiten schot gebleven. Ze heeft een derde kanaal gevraagd met extra geld, en dat gekregen. Ze heeft extra dotatie gevraagd en gekregen. Ze heeft meer werkingsmiddelen gevraagd en gekregen. Ze mag meer commerciële middelen uit de markt halen.
Bovenop dit alles, in tijden waarin de Vlaming moet besparen, geeft ze misschien haar personeel een extraatje, namelijk bonussen ter waarde van ongeveer 1,7 miljoen euro. Dat is niet min. Voor de managers en de directeurs is er ongeveer 6 procent en om het gewone werkvolk stil te houden, is er 1 procent. De vakbonden vielen van hun stoel. Ik ben geen verdediger van de vakbonden, maar hier kan je je toch wel vragen stellen.
Minister, in deze moeilijke economische tijden vraag je je af hoe dit in godsnaam mogelijk is. Is er een copywriter, een mol bij Woestijnvis, die het nodig vindt om het imago van de VRT te besmeuren zolang Woestijnvis nog niet bezig is met zijn nieuwe televisiezender?
Hoe kom je erbij om dan nog te zeggen dat ze zo goed hun best hebben gedaan om te besparen, en omdat ze zo goed hun best hebben gedaan, geven we hen een bonus? Ik vraag me af waar we dan hebben bespaard. Waar halen we al die extra middelen vandaan? Blijkbaar staat er een ezeltje op de Reyerslaan, waaruit altijd weer nieuw geld uit tevoorschijn komt.
Minister, wat vindt u van dit signaal van de openbare omroep om in moeilijke economische tijden extra bonussen te geven aan het personeel?
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, de Vlaamse overheid heeft opnieuw moeten besparen. Ter gelegenheid van de begrotingscontrole moest ze op zoek gaan naar 250 miljoen euro. Die werd ook gevonden bij De Lijn, bij de kindpremie, de verdelingsrechten, de successierechten en ook bij de Vlaamse administratie. De VRT, nochtans ook een Vlaamse overheidsdienst, ontsprong de dans. Sommigen pleitten er toen toch voor om ook de VRT een extra inspanning te laten doen. Dat ging van ACV tot Voka, die vonden dat het derde kanaal moest worden geschrapt.
Opeens kondigt de VRT aan bonussen te willen uitbetalen aan het personeel, van 1 tot 6,5 procent, 1 voor het voetvolk, 6 voor het management. Dat op zich is al de vraag waard of dat wel een goede manier is. Op zich hebben we niets tegen bonussen. Dat bestaat ook, en in de eerste plaats, in de privésector. Ook de hoogte van die bonussen lijkt niet buitensporig, maar we stellen ons vooral vragen bij de timing. Op een moment van besparingen en dat de VRT nog altijd zeker in 2011 in de rode cijfers zat, vinden we dat geen goede timing.
Uiteraard weten we ook dat er bij de VRT mensen zijn die zeer hard werken en die zeer onregelmatige uren hebben en we misgunnen hen niets. Maar die hardwerkende mensen vinden we ook in andere sectoren, om de zorgsector niet te noemen. Minister, hoe staat u tegenover dit plan van de VRT?
De heer Caron heeft het woord.
Minister, dit is een delicate kwestie. In dit en andere halfronden zijn er veel mensen die van jetje geven tegen allerlei bonussen, maar ze toch laten bestaan. Nu komt de openbare omroep met een voorstel en is het kot te klein, zoals we bij ons zeggen. Het is natuurlijk een vreemde redenering. Je hebt goed bespaard en als beloning voor die spaarzucht spaarzaamheid in deze zaak kun je een extra krijgen.
Ik begrijp dat de VRT in tijden van commerciële concurrentie want die komt er nog sterker aan dan in het verleden haar mensen wil houden en motiveren. Meer zelfs, ik kan nog leven met de gedachte dat een zekere vorm van flexibele vergoeding bij de overheid moet kunnen. Waarom niet? Het enige waar ik voor pleit, is transparantie. Een helder en objectief systeem, waarbij iedereen in verhouding tot zijn functie gelijk wordt benaderd. Het mag niet zijn dat de kleine garnaal 1 procent krijgt, en de grote vissen 6 procent. Het moet een transparant en helder systeem zijn dat de lat gelijk legt voor iedereen en dat minstens de procenten misschien zelfs de centen, laat ons even dromen gelijk zijn voor iedereen.
De heer Tommelein heeft het woord.
Ik heb helemaal niets tegen bonussen. Bonussen is tegenwoordig een heel zwaar beladen woord. Er wordt heel veel discussie over gevoerd door alle parlementen en overheden. We moeten toch even alles op een rijtje zetten. De openbare omroep heeft heel veel bespaard. Ik kan alleen maar zeggen dat we daar tevreden mee zijn, want er was inderdaad een budgettair probleem gerezen in de laatste jaren.
De VRT heeft ook heel veel mensen laten afvloeien en het personeelsbestand op orde gesteld. Ook daarvoor proficiat, want dat was noodzakelijk. Het zal trouwens nog noodzakelijker worden in de komende jaren, want er zijn nog altijd veel mensen die bij de openbare omroep werken.
Je kunt je natuurlijk afvragen of dit wel het geschikte moment is om te oordelen dat de openbare omroep, die zwaar heeft bespaard en die zwaar moet saneren in het personeel, nu moet denken aan het belonen van personeelsleden.
Want in de tijd dat het slecht ging, was er ook geen malussysteem. We kunnen ook pleiten voor een bonus-malussysteem, maar ik denk niet dat daar veel enthousiasme voor te vinden zou zijn.
Minister, ik wil gewoon van u weten wat uw mening daarover is. Ik denk dat u als minister die de besparingsoperaties in goede banen hebt moeten leiden de voorbije jaren, toch de wel even de wenkbrauwen gefronst hebt, eraan denkende dat het geld de komende jaren zo broodnodig is om programmas te maken en om die strijd met de commerciële zenders en de nieuwe media aan te gaan. De vraag is of het nu het geschikte moment is om dat thema op de agenda te plaatsen van de raad van bestuur.
Minister Lieten heeft het woord.
Collegas, jullie weten dat ik met heel veel enthousiasme op elke vraag van jullie in het parlement wil antwoorden. Maar sta me toe dat ik bij deze vraag even de wenkbrauwen frons, in de eerste plaats omdat ze eigenlijk gaat over nieuws dat in sommige kranten wordt gemeld, namelijk dat men informele informatie heeft over besprekingen die zich zouden afspelen in het remuneratiecomité en op de raad van bestuur van de VRT. Het gaat allemaal over hearsay. Ik vind het een beetje raar dat we daarover met elkaar van gedachten moeten wisselen. Ik heb begrepen dat er nog geen beslissing is genomen in de raad van bestuur van de VRT, noch in het remuneratiecomité.
Ik heb een wat onbehaaglijk gevoel, maar ik denk dat we dat onbehaaglijk gevoel allemaal delen, want het kan niet de bedoeling zijn dat we hier in het parlement in de toekomst, voorafgaandelijk aan beslissingen van de raad van bestuur, telkens de zaken gaan bespreken en politiek gaan analyseren. In het verleden hebben we allemaal samen gezegd dat we niet meer terug willen gaan naar de jaren 80 en 90, toen er een politisering van de raad van bestuur was. We willen de raad van bestuur van de VRT volheid van bevoegdheid geven. Nadat er beslissingen zijn genomen, wil ik altijd graag antwoorden op de aard van de beslissingen en de omstandigheden. Vergeef me dat ik me nu een beetje ongemakkelijk voel. Ik hoop dat we ons allemaal samen niet zullen blootstellen aan de verleiding om de raad van bestuur opnieuw te politiseren.
Een tweede keer heb ik mijn wenkbrauwen gefronst omdat jullie me in de commissie, en elders ook, altijd steunen in mijn devies om me als minister niet te bemoeien met het operationele beleid van de VRT. Tot dat operationele beleid behoort ook het personeelsbeleid. Dat gaat over de aanwervingen, de bezoldigingen, de evaluatie. Ik houd me daarbuiten. Ik respecteer daarin de taakverdeling tussen de raad van bestuur en de CEO van de VRT, waarin het Mediadecreet voorziet. Opnieuw denk ik: moeten wij hier een debat voeren dat zich eigenlijk moet afspelen in een dialoog tussen de raad van bestuur en de CEO van de VRT?
Dat zijn randbemerkingen van mijnentwege. Ik weet dat we daarover op dezelfde golflengte zitten en dat we niet die richting willen uitgaan. Toch stel ik me deze vraag. Ik wil er nog aan toevoegen dat wij in Vlaanderen, specifiek in het kader van het Beter Bestuurlijk Beleid (BBB), ervoor hebben gekozen om heel veel van onze uitvoerende taken uit de administratie te halen en af te splitsen in extern verzelfstandigde agentschapen, in vennootschappen die met een raad van bestuur, een directeur en een management functioneren en waarbij we in de raad van bestuur de stakeholders vertegenwoordigen. We zeggen: de minister en de politiek moeten zich bezighouden met de grote strategie, de raad van bestuur en het management moeten zich bezighouden met het operationele management.
Voor de VRT hebben we dat model ook. Dat is nog versterkt ten tijde van de aanpassingen van het Mediadecreet. Er is zelfs voor gezorgd, gezien het belangrijke culturele karakter van de VRT, dat in toepassing van het Cultuurpact alle politieke partijen die in het parlement aanwezig zijn, een zitje hebben in de raad van bestuur van de VRT, behalve u, mijnheer Caron. We hebben toen duidelijk gezegd dat die mensen voor het operationele management zorgen en dat de minister en de commissie zich daarbuiten houden. Dit als inleiding.
Ik probeer wel in te gaan op uw vragen. Ben ik als minister tegen een variabele bezoldiging? Neen, ik ben daar niet tegen. Ik denk dat een variabele bezoldiging binnen bepaalde krijtlijnen verantwoord personeelsmanagement is.
Iedereen weet dat er in een organisatie enerzijds vliegmachines zijn, mensen zijn die de organisatie trekken en leiden, en anderzijds mensen die ook een bijdrage leveren, maar veel minder verantwoordelijkheid hebben en het verschil maken. Een variabele verloning, als die binnen de perken blijft, dient er net voor om die mensen die het verschil maken in de organisatie, extra te bezoldigen.
Is dat dan ongebreideld en moeten we gaan naar Didier Bellensavonturen? Laten we dat maar eens vernoemen. Dat is zon beetje de sfeerschepping. Daar ga ik helemaal niet mee akkoord. Dit moet binnen heel duidelijke proporties blijven. Is dat hier het geval? Ik kan u alleen maar zeggen dat ik heb begrepen dat de VRT al sinds het begin van de jaren 2000 een variabele verloning had, voor haar management en ook voor iedereen die binnen de VRT werkte. Dat was altijd een heel beperkt bedrag, en daarvoor moest men aantal resultaten bereiken. Mijnheer Tommelein, in 2009 heeft men die variabele verloning opgeschort, net omdat er moest worden bespaard. Sinds 2009 heeft men die variabele vergoeding dus aan niemand uitgekeerd.
Nu neemt men de draad opnieuw op. Is dat nieuws? Ik begrijp het eigenlijk niet zo goed: bij de Vlaamse overheid, in het Vlaams personeelsstatuut is immers ook voorzien in een variabele verloning voor iedereen. Mijnheer Vandaele, u weet dat heel goed. Er is voorzien in managementtoelagen en functioneringstoelagen. De Vlaamse Regering heeft de voorbije jaren, ook niet in de jaren waarin moest worden bespaard, niet gezegd dat die management- en functioneringstoelagen niet mochten worden uitbetaald. Als regering hebben we zelf uiteindelijk managementtoelagen toegekend aan de leidend ambtenaren en hen zelf de mogelijkheid gelaten om te beoordelen of ze functioneringstoelagen zouden toekennen.
De VRT is de voorbije jaren dus strenger geweest dan de eigen Vlaamse overheid. Nu heeft de VRT haar besparingsdoelstellingen behaald. Meer nog, in 2011 is 102 miljoen euro meer bespaard dan de doelstelling. Binnen dat bedrag is de VRT van plan opnieuw aan te knopen bij de contractuele afspraken die er waren, om mensen opnieuw een variabele vergoeding te geven.
Over de vraag of die variabele vergoeding dan buitenproportioneel is, kunnen we van mening verschillen. Ik heb echter gelezen in het Vlaams personeelsstatuut dat de regering en de administratie een variabele vergoeding tot 20 procent toelaten, terwijl de VRT in dit geval zegt dat het maximaal over 6 procent zal gaan. Ik heb ook begrepen van de VRT dat het management er de voorbije jaren geen enkele loonsaanpassing heeft gekregen, terwijl de lagere kaderleden en de niveaus B, C en D wel tweejaarlijkse weddeverhogingen hebben gehad. Tellen we die tweejaarlijkse verhogingen op, dan komen we sowieso aan dat maximum van 6 procent dat het management zou krijgen. Ik meen dus niet dat dit buiten proportie is.
Ik meen al evenmin dat het algemene loonbeleid van de VRT aan het ontsporen is. Ik heb begrepen dat de VRT voor de bezoldiging van iedereen wil proberen enerzijds marktconform te zijn en anderzijds een interne rechtvaardigheid te behouden. Voor de mensen van het lagere niveau gaat het bij die marktconformiteit dan over de mediaan. U weet dat men de markt altijd vergelijkt in vier kwartielen. Voor het lagere personeel probeert men de mediaan te bereiken. Voor het hogere personeel wil de VRT in het onderste kwartiel zitten, dus eigenlijk bij die mensen die in de markt het laagste vergelijkbare loon hebben. Met die variabele vergoeding komt men nóg niet in dat onderste kwartiel terecht. Ik meen dus niet dat dit buiten proportie is. Ik meen al evenmin dat de interne rechtvaardigheid hiermee is geschonden. Maar vooral, laten we die besluitvorming en die overwegingen overlaten aan het remuneratiecomité en de raad van bestuur, die op het gepaste moment zelf wel zullen beslissen wat ze ter zake doen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb nog nooit zon hoop flauwekul gehoord. U vraagt me of we hierover willen debatteren. Ik zal u zeggen waarom ik hierover wil debatteren. Terwijl een overheidsbedrijf nadenkt over het uitkeren van bonussen, groeien bijvoorbeeld de wachtlijsten. Je moet maar een gehandicapte zijn en de bonussen bij de openbare omroep zien. (Opmerkingen)
U bent eigenlijk echt de minister van de VRT. U hebt dat vandaag nog eens bewezen. U pleit hier openlijk voor bonussen. U kleedt dat wat in. U hebt uw kabinet dat laten opzoeken. En dan zegt u dat het fijn is voor de mensen. U wijst op een krantenbericht. Mag ik erop wijzen dat Sandra De Preter, de CEO van de VRT, dit heeft bevestigd. De raad van bestuur heeft bevestigd dat men erover nadenkt, dat men ermee bezig is. Luc Van den Brande heeft dat ook gezegd. Nu zegt u tegen mij dat het in de krant stond. Dan zijn al die mensen niet geloofwaardig want ze hebben dat allemaal letterlijk naar de pers gebracht. Ik denk dat u er een paar vriendjes bij hebt.
U zegt dat de managers nog geen loonsverhoging hebben gehad. De VRT heeft een pak managers aan boord. Er zijn niet veel managers afgevloeid.
Dit antwoord is helemaal onvoldoende. Ik had meer verwacht van uw partij, die om de vijf minuten tegen de bonussen in banken en allerlei instellingen pleit, maar hier zegt dat er met de VRT-bonussen geen probleem is.
Minister, u hebt gelijk dat wij ons niet moeten moeien met elk detail van het operationele bij de VRT. We zijn het daarover eens. Maar de VRT blijft natuurlijk wel een overheidsdienst.
Het is in elk geval zo dat de N-VA een grote voorstander is van de openbare omroep. Wij zijn dat vandaag en wij zullen dat blijven. Wij vinden dat nog altijd de beste garantie, niet alleen voor kwalitatief nieuws maar ook voor eigen, Vlaamse, Nederlandstalige inhoud. Die discussie hebben we gevoerd bij de beheersovereenkomst. Maar juist daarom, omdat wij dat zo belangrijk vinden, zijn wij zo bezorgd. Wij merken bij de bevolking, het publiek en de kijkers dat de openbare omroep draagvlak aan het verliezen is. U merkt dat ongetwijfeld ook. Dat komt waarschijnlijk ook door het grote aanbod van zenders. Ook op het publieke forum is de openbare omroep draagvlak aan het verliezen. En ik merk dat ook hier. Daarom vraag ik dat de openbare omroep voorzichtig zou zijn en omzichtig te werk zou gaan. Daarom vind ik die timing niet gepast en fout. Daardoor wordt het draagvlak van de openbare omroep op termijn misschien nog zwakker. Dat vinden wij jammer.
Minister, natuurlijk is het de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Maar in deze tijden discussiëren over bonussen, nu overheden worden geconfronteerd met financiële problemen? Wij zouden pas wereldvreemd zijn indien wij daar niet gevoelig voor zouden zijn. Vindt u dat ook niet?
Ik heb in mijn inleiding gezegd dat ik kan leven met een variabele bezoldiging. De overheid mag daar gedeeltelijk op inspelen. Dat kan, wat mij betreft. Maar ik reken erop dat het rechtvaardig en eerlijk gebeurt. Ik zal het niet kunnen nakijken: Groen heeft inderdaad geen bestuurder in de raad van bestuur. Het zal niet in de grote massa kunnen gebeuren. Als, bij wijze van spreken, een Kompany, een Witsel, een Messi bij de VRT staat, zal hij ook worden weggekocht door de concurrentie. Maar laten we het eerlijk doen. Laat de kabelsleper, die dubbel zo hard moet werken, evenveel van die inspanningen genieten als het topmanagement.
Minister, uw antwoord bevredigt me helemaal niet. U zegt dat de politiek zich daar niet mee moet moeien. Ik heb in andere parlementen partijgenoten van u moord en brand zien schreeuwen, ook als het over bonussen in de privésector ging. De heer Tuybens kan daarvan meespreken. En plots mogen wij als politiek verantwoordelijken in ons eigen halfrond geen bezorgdheid meer uiten over het feit dat er gesprekken over bonussen worden gevoerd bij de openbare omroep, die zwaar heeft moeten besparen en saneren en die dat nog zal moeten doen, die nog heel veel kosten op zich af ziet komen, zoals de pensioenfondsen maar ook het gebouw van de openbare omroep. Let wel, ik heb niets tegen bonussen. Maar op een bepaald moment moet je toch beseffen dat, als een overheidsbedrijf in concurrentie moet gaan met de privésector, het misschien niet gepast is om vandaag te zeggen dat we bonussen zullen uitdelen.
Minister, ik heb er echt schrik voor dat het zal doorgaan. Want de N-VA komt hier haar bezorgdheid uiten. En ik heb in dit VRT-dossier vastgesteld dat, telkens wanneer de N-VA ergens tegen is, het er zeker komt. Ze waren tegen het derde net van de VRT, het is er gekomen. Als ze vandaag zeggen dat er geen bonussen mogen komen omdat het een slecht moment is, dan houd ik mijn hart vast want dan komen er waarschijnlijk bonussen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de heer Vandaele zegt dat het draagvlak voor de VRT verkleint. Wel, de toon waarop hier in het Vlaams Parlement over de VRT wordt gesproken, is een van de redenen waarom dat zo is. Eigenlijk vraagt u dat het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering uitspraken doen over het beleid van de raad van bestuur en het remuneratiecomité van de VRT. U wilt zich dus mengen in het dagelijkse beleid van de VRT. Ieder heeft zij bevoegdheden. Afgaande op de vragen die de heren Verstrepen en Tommelein in de commissie stellen, moet ik besluiten dat men graag zelf de VRT zou leiden.
Toen in 1995 de heer De Graeve de opdracht heeft aanvaard om de VRT te leiden, wou hij dat enkel doen als hij ook inzake het loonbeleid flexibel kon optreden. Vergeet niet dat vtm toen iedereen wegkocht. Als wij steeds opnieuw de minister ondervragen of een bepaalde beslissing kan of niet kan, en eigenlijk willen bepalen wat de raad van bestuur mag doen, dan wordt het draagvlak van de openbare omroep ondermijnd. Men kan zich vragen stellen over de opportuniteit van het bonussysteem; daar heb ik geen probleem mee. Maar ik heb de indruk dat het de bedoeling van de heren Verstrepen en Tommelein is om het draagvlak van de VRT te ondermijnen.
De heer Wienen heeft het woord.
Ik stel vast dat er geen principiële tegenstanders van een variabele verloning zijn. Misschien kunnen wij een dergelijk systeem ook in het Vlaams Parlement invoeren, al is dat een andere discussie. Minister, ik sluit mij inzake de variabele verloning bij de VRT aan bij wat een lezersbriefschrijver in De Standaard zegt. De brief is van de hand van een oud-collega en deskundige inzake Cultuur en Media, de heer Dany Vandenbossche. Hij schrijft dat hij zich stoort aan het feit dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen managers en anderen. Zo bewijst hij dat hij een socialist is, wat wellicht de reden is waarom hij geen verkiesbare plaats meer heeft gekregen. Hij zegt ook dat wij moeten nagaan hoe groot de loonspanning bij de VRT is. Dat zouden wij toch eerst in kaart moeten brengen vooraleer wij dergelijke maatregelen treffen.
Minister, u zegt dat wij eigenlijk niet goed weten hoe het zit. Maar het is mevrouw De Preter zelf die in een vrije tribune in de krant schrijft dat de middelen voor de uitbetaling van dergelijke premies al zijn opzijgezet. Men staat dus al veel verder met dat plan dan wat u beweert.
De heer De Coene heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, aan transparantie over deze loonoperatie is er alleszins geen gebrek. Want er wordt hierover in het Vlaams Parlement gedebatteerd, en met wat geluk wordt het debat ook nog uitgezonden door de zender die er het voorwerp van is. Zijn wij voor of tegen bonussen? Ik was geschrokken toen ik het bedrag van 1,7 miljoen euro hoorde. Ik dacht dat dit bedrag naar mevrouw De Preter zou gaan. Dat blijkt echter niet zo te zijn. Dat geld moet worden verdeeld tussen 2400 mensen, die dus gemiddeld ongeveer 730 euro bruto zullen ontvangen. Vergeleken met mijn salaris valt dat dus nog mee. Ik zou daarom een beetje maat houden in mijn verontwaardiging.
Ik heb een vraag voor de bende van vier die vooraan staat. Staat u nog achter artikel 14 van het Mediadecreet? Ja of neen? Of anders gezegd: wilt u dat de minister dat artikel overtreedt? Men kan een mening hebben over de bonussen. Men kan ongetwijfeld stellen dat men het anders had kunnen aanpakken en dat er betere momenten zijn. De vraag is echter of deze week nog de minister het Mediadecreet moet overtreden en aan mevrouw De Preter moet zeggen dat zij daarmee moet stoppen en zich daarmee niet te bemoeien heeft. U wordt geacht het decreet te kennen, en als dat niet het geval is, kunt u zeker geen bonus krijgen. In artikel 14 staat dat de afgevaardigd bestuurder in hoofde verantwoordelijk is voor het loonbeleid. Hier vraagt u naar de mening van de minister, wat impliceert dat u wilt weten wat zij zal ondernemen. Wilt u dat wij ons met het loonbeleid bemoeien of niet? (Applaus bij de meerderheid)
Collegas, enkele sprekers hebben gezegd dat de VRT altijd maar geld bij krijgt en de besparingsdans ontspringt. Dat is niet correct. De VRT heeft enkel geld bij gekregen voor de nieuwe opdrachten, namelijk voor het derde net, om programmas uit te werken over expatriates en om te werken aan verdere vertaling voor doven en gehoorgestoorden. Voor de rest hebben ze geen geld bij gekregen. Ze mogen ook niet meer middelen op de markt ophalen. Het bedrag dat ze de voorbije jaren op de markt mochten ophalen is louter en alleen geïndexeerd. Zijn ze ontsnapt aan de besparingen? Nee, ze moeten besparen zoals iedere Vlaamse administratie en elk agentschap. Ook in 2012 zullen ze een extra besparing moeten doen. Zij krijgen geen uitzonderingspositie.
De VRT is het besparingsplan nagekomen dat ze moest doen, voor de Vlaamse overheid haar eigen besparingsplan had. Meer zelfs, want ze zit in 2011 al een totaalbedrag van 102 miljoen euro besparingen. Dat is goed zo, want dat is vooruitkijken. Een management dat permanent kijkt waar het kan besparen, creëert ook middelen die kunnen worden ingezet om het bedrijf te doen groeien en om strategische keuzes te maken en projecten op te starten. Het is aan de raad van bestuur en het management om te kijken wat ze met die middelen doen.
Ik heb gezegd dat de VRT geen enkele uitzonderingspositie heeft, maar willen we die wel geven in het kader van het variabele verloningsbeleid? Luister ik nu goed? Hoor ik dat jullie zeggen: laat alle ambtenaren van de Vlaamse overheid maar een variabele verloning krijgen, zoals het staat in het Vlaams personeelsstatuut, maar de mensen van de VRT mogen dat niet krijgen? Zeggen jullie dat? Daar ga ik niet mee akkoord. Dat stoort me enorm.
Het personeel van de VRT is al solidair geweest met de eigen vennootschap en heeft de voorbije twee jaar vrijwillig afstand gedaan van die variabele verloningen! Dat hebben de ambtenaren van de Vlaamse administratie niet gedaan en we hebben hun ook niet gevraagd om dat te doen. Nu zegt het management dat de besparingen goed op schema zitten en het wil de variabele verloningen opnieuw uitvoeren. Ik zou het totaal onrechtvaardig vinden om het personeel van de VRT nu op een andere manier te behandelen dan de rest van de Vlaamse administratie. Daar zie ik geen enkele reden voor.
Ook dit stoort me. Mijnheer Wienen, ik ben ook een socialiste. Voor socialisten zijn overheidsdiensten heel belangrijk. Overheidsdiensten beschouwen wij niet alleen als een kostenfactor. Achter die cijfers zitten mensen: brandweerlui, verplegers, ambtenaren, mensen die bij de gemeente werken of het OCMW, mensen die zorgen voor dienstverlening voor de burgers in Vlaanderen. Ik ben al heel mijn leven een sterke voorstander van die overheid, maar ook van een efficiënte en effectieve overheid.
Als je een efficiënte overheid wilt, moet je ook een goed personeelsbeleid hebben, waarin je niet enkel de overschotjes houdt, namelijk de mensen die op de vrije markt niet terechtkomen. Je moet ook vliegmachines aantrekken, mensen die vanuit hun engagement het beste geven. Ik vind het goed dat die mensen op een correcte manier worden verloond, niet op een buitensporige manier. Daartegen verzet ik me ook als socialist. Maar, als u mijn bescheiden mening vraagt, heeft deze Vlaamse Regering net als de vorige eraan gewerkt om al die buitensporigheden weg te werken. De verloningen, ook van de topambtenaren in Vlaanderen, zijn zeer bescheiden in vergelijking met die van bepaalde andere overheden. Geen buitensporigheden dus, maar we moeten de mensen wel correct beoordelen en verlonen.
De VRT is een marktspeler, staat in concurrentie met marktspelers. Als je dan zegt dat we de lonen willen afstemmen op de laagste lonen bij de concurrenten, ben je toch niet buitensporig bezig. Dan probeer je juist rekening te houden met je overheidssituatie en te zorgen voor een correcte verloning.
Ik vind dat ook goed. Meer hoeft het niet te zijn. Dit moet op een correcte manier gebeuren. Het personeel van de VRT heeft zelf verklaard gedurende de komende twee jaar afstand van de variabele verloning te willen doen. Voor het management bedraagt dit maximaal 6 procent. Aangezien iedereen hard zijn best heeft gedaan en de VRT weer uit de rode cijfers is, vind ik het correct dat de raad van bestuur en het remuneratiecomité zich de vraag stellen of ze de draad al dan niet weer kunnen oppikken. Op dat moment doen ze niet meer dan de Vlaamse overheid voor al haar ambtenaren doet.
Ik vind het belangrijk in een sterke VRT te investeren. We moeten het management en de raad van bestuur de wapens geven om een correct humanrecourcesbeleid te voeren. Dit mag niet tot excessen leiden. In dat geval zal ik een bondgenoot zijn om dit aan te klagen. We moeten vooral de bevoegdheden van de raad van bestuur en van het management respecteren. We moeten afwachten wat zij hierover zullen beslissen.
Als Vlaamse volksvertegenwoordigers hebben we soms het voordeel dat we al langer in het Vlaams Parlement zitten dan de minister van Media in de Vlaamse Regering. Dat blijkt ook nu het geval te zijn, want de minister zit er weer eens naast. (Opmerkingen van de heer Eric Van Rompuy)
Indien de minister hier al langer had gezeten, zou ze weten dat het flauwekul is. De lonen van het management van de VRT zouden niet op de markt zijn afgestemd. Dat is niet waar. In het verleden zijn zelfs de bonnetjes boven water gekomen die de heer Mary en de heer Van Hecke voor feestjes en champagne hebben ingebracht. Dat is allemaal met de mantel der liefde toegedekt. (Rumoer)
Indien we het over de politisering van de openbare omroep hebben, kan ik melden dat twee partijen, CD&V en sp.a, de voorbije jaren effecten voor meer politieke invloed hebben gevochten. Het resultaat is dat de raad van bestuur meer bevoegdheden heeft gekregen. Dat betekent dat er meer politieke invloed is. Nu wordt doodleuk gezegd dat de raad van bestuur autonoom moet beslissen. Dat is nogal wiedes. De raad van bestuur is politiek ingevuld. Daar hebben die twee partijen voor gezorgd.
Als we hier een actuele vraag over bonussen stellen, is het niet onze bedoeling de afstandelijkheid van de overheid ten aanzien van de openbare omroep te ondergraven of het Mediadecreet met de voeten te treden. Het is enkel onze bedoeling onze bezorgdheid om de toekomst van een sterke openbare omroep te uiten.
Uitgerekend een mediabedrijf, waar heel wat communicatiedeskundigen onderdak vinden, zou moeten weten hoe belangrijk de perceptie van deze bonussen bij de mensen is. Wat ons stoort, is niet het principe of de hoogte van de bonussen. Het gaat ons om de timing.
Ik neem aan dat de VRT zich op deze manier in de voet schiet. Deze discussie is hier enkel aan de orde omdat het punt zelf op een of andere manier is uitgelekt en in de kranten is terechtgekomen. Ik heb een algemene verklaring van de heer Van den Brande, een sardonisch stuk van mevrouw De Preter en de reacties van allerlei mensen gelezen.
Ik kan het niet helpen dat dit een discussiepunt is geworden. We hebben het de voorbije jaren in dit halfrond al eerder over de onkosten en de bijkomende vergoedingen van de topmanagers van de VRT gehad. Ik wil gerust afstand nemen van deze discussie. Ik wil me niet in het intern management mengen.
Ik wil echter niet worden aangesproken als iemand die de reputatie van de VRT ondergraaft. Ik pleit ervoor dat de raad van bestuur en het remuneratiecomité de eigen interne regels met betrekking tot dergelijke discussies eens sereen vanuit ethische invalshoek bekijken.
Voor iemand die had verklaard geen uitleg te willen geven omdat het bevoegdheid van anderen is, heeft de minister in feite een omstandig antwoord gegeven en een emotionele betrokkenheid bij de overheid getoond. Ik neem dat de minister zelfs niet kwalijk. Dit is een van de redenen waarom we hierover moeten debatteren. Het gaat over haar bedrijf. De minister is de toezichthoudende minister. Ze heeft in het verleden al een aantal signalen in verband met andere zaken gegeven. Ze heeft toen haar persoonlijke standpunt gegeven. Volgens mij kan ze nu ook zeggen dat het misplaatst is op dit ogenblik over bonussen te beginnen.
De openbare omroep heeft veel moeten saneren en zal dat in de toekomst nog moeten doen.
Het is niet omdat we vragen stellen over de openbare omroep dat we hem ondergraven. Wat we wel belangrijk vinden, mijnheer Van Rompuy, is dat ook voor andere spelers in het medialandschap effectief zaken mogelijk zijn.
Minister, de regionale omroepen kampen met enorme problemen! Ze moeten mensen ontslaan. Ze hebben nauwelijks de middelen om te overleven. In die context zijn bonussen voor de VRT vandaag totaal uit den boze. Ga het anders maar eens uitleggen aan het personeel van de regionale omroepen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.