Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, vooreerst wil ik mijn waardering uitspreken voor de minister-president, de minister van Onderwijs en de syndicale afgevaardigden omdat de onderhandelingen over de tbs-regeling gisteren echt zijn opgestart. Dat is bijzonder belangrijk. Ik spreek ook mijn waardering uit voor het feit dat de aangekondigde acties en stakingen voorlopig zijn opgeschort. Ik hoef u er niet van te overtuigen dat het probleem bijzonder actueel is, want de volgende datum om eventueel uit te stappen is eind maart, en onmiddellijk na het paasreces moeten dan nieuwe mensen het roer kunnen overnemen. Het feit dat de acties zijn opgeschort, is een goede zaak voor het onderwijs voor de leerlingen en voor de ouders , maar ook voor het dossier. Want de onderhandelingen moeten aan de tafel worden gevoerd, en niet met acties.
Gisteren stond in Schooldirect dat de onderhandelingen zullen gaan over het wachtgeld, begeleidende maatregelen, overgangsmaatregelen en stimuli in het kader van het loopbaandebat. Dat is erg belangrijk. Ik wil op twee elementen wijzen: op de urgentie van het dossier en op de motie die hier zonder één tegenstem is goedgekeurd en waarin wordt gevraagd naar overgangsmaatregelen. Mogen wij er dan ook op rekenen dat de motie ook een leidraad zal zijn bij de onderhandelingen?
Minister Smet heeft het woord.
Voorzitter, collega's, vooreerst dit: ik ben uiteraard blij dat wij gisteren bij de minister-president met de vakbonden zijn overeengekomen om te onderhandelen niet over de principebeslissing om de tbs-regeling grondig te hervormen en te laten uitdoven, maar over de overgangsmaatregelen en de begeleidende maatregelen, de hoogte van het wachtgeld en de hele eindeloopbaanproblematiek. Het spreekt voor zich dat de motie van het Vlaams Parlement voor deze regering een belangrijk document is dat wij meenemen. U begrijpt dat ik niets over de onderhandelingen kan zeggen zolang het sociaal overleg loopt. De onderhandelingen moeten ernstige onderhandelingen zijn, en de minister-president heeft dat gisteren ook duidelijk gezegd.
Wij zijn er ons uiteraard van bewust dat er een volgend instapmoment komt, en dat er nadien nog andere zullen volgen. Het is ook belangrijk dat wij de komende dagen en weken met de vakorganisaties maar uiteraard ook met de onderwijsverstrekkers rond de tafel zitten om te proberen een redelijke, voor iedereen aanvaardbare oplossing te vinden.
Want als je het woord onderhandelingen gebruikt, betekent dat dat je met beide partijen praat, naar argumenten luistert en een regeling probeert uit te werken die aanvaardbaar is voor iedereen. Dat is wat we de komende weken en dagen heel intensief zullen doen.
Minister, het is evident dat we het sociaal overleg alle kansen moeten geven. U zult begrijpen dat de overgangsmaatregelen mede het al of niet succesvol kunnen afronden van de onderhandelingen heel sterk kunnen beïnvloeden.
Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Collegas, ik betreur dat mijn interpellatie eergisteren door het Uitgebreid Bureau in al zijn wijsheid is afgekeurd omdat het debat verleden week uitputtend was. Ik ben blij dat de voorzitter nu blijkbaar toelaat dat er een actuele vraag wordt gesteld. De wijsheid van de voorzitter is dus blijkbaar iets groter dan die van het Uitgebreid Bureau.
Minister, dialoog en rust in het onderwijs zijn belangrijk. Ik ben, zoals de heer De Meyer, blij dat er onderhandeld wordt met het middenveld, met de vakbonden. Uit uw beslissing van vorige week bleek dat het abrupt zou worden toegepast. Ik ben blij dat u nu wel bereid bent om te praten over die overgangsmaatregelen. Dat is toch wel belangrijk. Iedereen van ons krijgt voldoende e-mails van allerlei leerkrachten die van plan waren te stoppen en al een reis hadden geboekt. Plots moeten zij twee jaar langer werken. Die overgangsmaatregelen en begeleidende voorwaarden zijn heel belangrijk voor die mensen.
Ik zal volgende week nog eens een interpellatieverzoek indienen. Dit thema is te belangrijk om het hier nu op één minuut af te haspelen. Het moet uitgebreid aan bod komen in de commissie.
Mevrouw Vanderpoorten heeft het woord.
Minister, ik sluit mij natuurlijk aan bij de vragen van mijn collegas. Ik ben benieuwd naar het resultaat van het overleg. Ondertussen staat de tijd natuurlijk niet stil. Het is van belang dat er toch nog voldoende jongeren interesse hebben om een lerarenopleiding te starten. In die optiek sprak u een tijd geleden over de sensibiliseringsactie die u ging organiseren.
Hoe pakt u die hectische tijden aan? Wordt er nog werk gemaakt van die sensibiliseringsactie? Hoe ziet u dat?
Mevrouw Deckx heeft het woord.
Minister, ik heb er natuurlijk nooit aan getwijfeld dat u sociaal overleg zou plegen. De principebeslissing is er inderdaad abrupt gekomen. Ik ben echter, samen met de collegas, ook heel erg tevreden dat er verder kan worden gepraat, dat er rond de tafel kan worden gezeten en dat de acties voorlopig opgeschort zijn.
Ik wil niet enkel u, minister, en de vakbonden feliciteren met de constructieve houding, maar eigenlijk ook de leerkrachten op het veld. Ik vind dat zij bijzonder gematigd en zeer goed reageren. Ik begrijp heel goed dat er bij sommigen onrust heerst, vooral bij mensen die eigenlijk de deur voor hun neus zien dichtgaan of daar althans van uitgaan.
Minister, ik vraag u om speciaal met die groep rekening te houden en heel goed naar hun verzuchtingen te luisteren. Daarbij wil ik vragen bijzondere aandacht te schenken aan de eindeloopbaan. Het is niet altijd evident om te blijven lesgeven. Daarom is het ook erg nuttig om op korte termijn na te denken hoe men moet omgaan met het einde van die loopbaan om de zaken op het veld te vergemakkelijken.
Mevrouw Celis heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit op mijn beurt graag aan bij de vraagsteller. De laatste dagen hebben we op televisie en in andere media goed kunnen zien dat jonge en oudere leerkrachten eigenlijk zeer fatsoenlijke en bijzonder plichtsbewuste mensen zijn, die altijd het overleg afwachten. Zij ondergaan zeer goed wat er gebeurt. Wanneer zij een duidelijke verklaring krijgen voor het langer werken, vinden ze dat goed. Tegelijkertijd vragen ze natuurlijk ook wel een duidelijke uitleg voor de mensen die op de rand staan van het systeem, voor de mensen die eventueel niet meer en voor de mensen die onder bepaalde omstandigheden wel kunnen gebruikmaken van het systeem.
Ik wil absoluut niet vooruitlopen of me mengen in de onderhandelingen, maar ik meen dat ze enorm belangrijk zijn. Ik denk dat er voor iedereen, niet alleen voor kleuterleidsters, maar bijvoorbeeld ook voor directieleden, heel snel duidelijkheid moet komen over wat kan en wat niet kan.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, ook ik sluit me aan bij de vraag van de heer De Meyer. Het is natuurlijk een evidentie dat de regering rekening moet houden met de resoluties die hier kamerbreed werd goedgekeurd. In de resolutie stond ook dat men maatregelen moet nemen die de rust in de onderwijswereld eerbiedigen. Door de nogal brutale en bruuske beslissing over tbs is die rust verstoord. Ik steun inhoudelijk de beslissing, maar niet de manier waarop die werd genomen. Ik hoop dat de minister dat in de onderhandelingen niet zal moeten betalen door verdergaande toegevingen die eventueel de budgettaire impact zullen uithollen.
Minister, voortgaand op de vraag van mevrouw Vanderpoorten over de rekrutering van jonge leerkrachten, nog dit. U hebt onlangs een brief gestuurd naar Nederland om Nederlandse leerkrachten te rekruteren en ik stel vast dat er in Nederland wel een staking is van de leerkrachten. Hebt u daar al een positieve respons op gekregen?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, ook in ben blij dat de vakbonden er toch in geslaagd zijn om de minister wat tot rede te brengen zodat de principebeslissing die aanvankelijk vrij onbuigzaam leek, toch een beetje omgebogen zal kunnen worden en er toch een aantal zaken herzien zullen kunnen worden. Ik denk dat de minister inderdaad zal moeten terugkomen op een aantal zaken die in de principebeslissing werden aangegeven. Zo heeft de minister-president ons in de commissie voor Begroting heel duidelijk gezegd dat de voorwaarden zoals ze nu bestaan, gelden tot de uitstap van 1 april.
Voor de uitstap vanaf 1 september van dit jaar gelden slechtere voorwaarden. Heel wat leerkrachten die in 2011 al een aanvraag voor tbs hadden ingediend, maar die hebben gezegd dat ze hun jaar nog zouden uitdoen om het voor hun school gemakkelijker te maken, worden plots geconfronteerd met het feit dat ze in september niet meer kunnen uitstappen. Zo zitten er een aantal anomalieën in uw beslissing die eruit zullen moeten. Ik ben blij dat u daarvoor blijkbaar een opening hebt gemaakt. Ik hoop dat die succesvol zal zijn, minister, en dat u het grondig doet, maar ook snel, want er is nood aan duidelijkheid voor de mensen op het veld.
Voorzitter, in het Frans zou men ongetwijfeld zeggen dat mevrouw Meuleman un cas particulier is, want ze heeft blijkbaar niet goed geluisterd naar wat we hier vorige week hebben gezegd.
Mevrouw Meuleman, we hebben van in het begin gezegd dat over deze beslissing onderhandeld zou worden. Dat staat zo in de beslissing van de Vlaamse Regering. Ik heb van in het begin ook gezegd dat onderhandelen voor mij niet is: tijd verdoen met doen alsof. Onderhandelen betekent dat we praten. Ik heb van in het begin namens de voltallige regering gezegd dat het gaat over overgangsmaatregelen, over de begeleidende maatregelen en over de hoogte van het wachtgeld. We hebben inderdaad 1 april, ook dat is een overgangsmaatregel en daarover moeten we praten en dat zullen we doen. Ik heb overigens, voorzitter, deze morgen al samen gezeten met de vakbonden en dat zullen we ook de komende dagen en weken ook heel intens doen.
Ik ben het absoluut eens met al degenen die zeggen dat we snel moeten gaan. We zullen proberen om het allemaal zo snel mogelijk te doen, maar u begrijpt dat het, omdat we het opnieuw ingepast hebben in het loopbaandebat, niet mogelijk is om in een-twee-drie voor alles een fundamentele hervorming te maken. We zullen er toch een beetje tijd voor nodig hebben, maar we weten heel goed dat we snel moeten gaan en dat het absoluut belangrijk is om zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen aan de leerkrachten en de directeurs op het terrein.
Op de vraag van mevrouw Vanderpoorten over de campagne, wil ik antwoorden dat ik meen dat we die moeten doen. Ik zal ze ook verder blijven doen. U weet dat we gezegd hebben dat we oorspronkelijk in samenspraak met de partners zowel de vakbonden als de onderwijsverstrekkers zouden bekijken of we in het voorjaar van dit jaar zouden kunnen starten. Nu blijken er heel wat problemen te zijn om een geschikte zaal te vinden. Dan keken we naar het najaar, maar u weet dat er dan iets gebeurt dat heel belangrijk is voor velen van ons, hier en elders, namelijk de gemeenteraadsverkiezingen. Het is niet wijs om op dat moment te beginnen met een grote conferentiecampagne, want die zou ondergesneeuwd geraken.
Daarom zitten we eerder op de denkpiste om het op te schuiven naar begin 2013. Ik hoop in alle eerlijkheid dat het loopbaandebat binnen een paar weken afgerond zal zijn en tegen dan goed uitgewerkt zijn. Dan kunnen we een heel duidelijke boodschap brengen.
We gaan dat dus doen. Het is heel belangrijk dat we het in dat loopbaanpact niet alleen hebben over de eindeloopbaanregeling. Ik denk, zoals u hebt kunnen lezen in interviews die ik heb gegeven, dat de manier waarop wij omgaan met beginnende, jonge leerkrachten, een grote schande is in ons onderwijs. Op een moment dat er op de arbeidsmarkt in vele sectoren een tekort is, organiseren wij ons zo dat we de mensen die in het onderwijs starten, de eerste jaren geen werkzekerheid kunnen bieden. Ik ben ervan overtuigd dat mevrouw Vanderpoorten het daar absoluut mee eens is. Het is een van de prioriteiten die we in het loopbaanpact moeten aanpakken.
We gaan niet talmen. We hebben duidelijk afgesproken dat we over dit pact versneld zullen onderhandelen. Ik hoop dat we voor de tbs, geplaatst in het breder kader van het loopbaanpact, binnen een paar weken witte rook hebben om het in Vaticaanse termen te zeggen en dat we dan hier kunnen vertellen dat we een pact hebben dat ons onderwijs voor de komende jaren op de juiste sporen zet.
Voorzitter, we gaan serieus onderhandelen. We nemen alle opmerkingen mee.
Ik wil me tot slot aansluiten bij wat mevrouw Deckx heeft gezegd: ik denk ook dat er heel wat mensen in het onderwijs op een heel goede en correcte manier hebben gereageerd. Ik heb begrip voor de reactie van de vakbonden. Ik begrijp ze, maar ik ben vooral blij dat we nu opnieuw samen rond de tafel zitten en dat we samen zijn begonnen met te onderhandelen over de fundamentele toekomst van ons onderwijs, namelijk het pact, inbegrepen de tbs-regeling.
Minister, ik dank u voor uw genuanceerd antwoord. Ik noteer het engagement, zonder dat het concreet is ingevuld, voor overgangsmaatregelen en begeleidende maatregelen. Minister, tot slot wil ik u de suggestie meegeven dat voor het brede loopbaandebat de leden van de commissie Onderwijs in dat debat zeker en vast een partner kunnen zijn. Ik denk dat ik dat namens de voorzitter en de leden van de commissie mag zeggen.
De actuele vraag is afgehandeld.